36 194 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan

Z VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 4 september 2023

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 heeft kennisgenomen van de brief van 19 juni 20232 met de reactie op de op 23 mei jl. aangenomen moties, die tijdens het debat over de Eerste tranche wijziging Wet publieke gezondheid zijn ingediend. Het betreft de motie-Nicolaï (PvdD) c.s. over toetsing van de effectiviteit van de maatregelen3 en de gewijzigde motie-Nicolaï (PvdD) c.s. over een grondslag voor een vaccinatiebewijs4. De leden van de BBB-fractie hebben naar aanleiding van de tweede motie een aanvullende vraag. De leden van de fractie van de PvdD hebben over beide moties nog een verhelderende vraag.

Naar aanleiding hiervan is op 21 juli 2023 een brief gestuurd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De Minister heeft op 23 augustus 2023 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Den Haag, 21 juli 2023

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft kennisgenomen van de brief van 19 juni 20235 met de reactie op de op 23 mei jl. aangenomen moties, die tijdens het debat over de Eerste tranche wijziging Wet publieke gezondheid zijn ingediend. Het betreft de motie-Nicolaï (PvdD) c.s. over toetsing van de effectiviteit van de maatregelen6 en de gewijzigde motie-Nicolaï (PvdD) c.s. over een grondslag voor een vaccinatiebewijs7. De leden van de BBB-fractie hebben naar aanleiding van de tweede motie een aanvullende vraag. De leden van de fractie van de PvdD hebben over beide moties nog een verhelderende vraag.

Motie-Nicolaï c.s. over de toetsing van de effectiviteit van de maatregelen

Met betrekking tot de eerste motie zijn de leden van de fractie van de PvdD verheugd dat u uitdrukkelijk aangeeft dat de rechter zelf mag beslissen hoe indringend hij de motivering zal beoordelen. Begrijpen deze leden het goed dat de toetsing van de motivering mede ziet op het in de motie omschreven «beoordelen of de Minister zorgvuldig onderzoek heeft verricht naar de effectiviteit van de maatregelen en of de vaststelling van de feiten betrouwbaar is en het gekozen middel kan dragen»?

Motie-Nicolaï c.s. over een grondslag voor een vaccinatiebewijs

In de brief van 19 juni 2023 meldt u in reactie op de tweede motie: «Ik zal dan in overleg treden met de desbetreffende bewindspersoon waaronder de sector valt of en hoe bevorderd kan worden dat er privaatrechtelijk geen toegangsbewijs wordt gevraagd.»

De leden van de BBB-fractie vragen of er andere middelen beschikbaar zijn op basis waarvan de uitvoering van de motie op dit punt bevorderd kan worden.

Uit de reactie op de tweede motie leiden de leden van de fractie van de PvdD af dat u – zoals in de motie is gevraagd – stappen zult ondernemen die ertoe kunnen leiden dat de exploitant van een publieke of besloten ruimte geen vaccinatiebewijs zal eisen van een bezoeker, zolang daarin niet publiekrechtelijk is voorzien. Blijkens de brief van 19 juni zult u eerst nagaan of via de bewindspersoon onder wie de betreffende sector valt, stappen kunnen worden ondernomen die in overleg leiden tot afspraken op dat gebied. De motie verzoekt de Minister echter ook «om te bevorderen dat de exploitant van een publieke of besloten ruimte geen vaccinatiebewijs mag eisen», mocht de door u aangegeven weg niet tot resultaten leiden. Daartoe zult u dan via een wettelijke regeling stappen moeten ondernemen. Kunnen deze leden uit uw antwoord opmaken dat u dat in zo’n geval niet uitsluit, maar dat u voorshands de weg kiest zoals in de brief aangegeven?

De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag bij voorkeur voor 8 september 2023.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Greet Prins

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 augustus 2023

Op 21 juli 2023 heeft uw Kamer nadere vragen gesteld over mijn brief van 19 juni 2023 over de moties die zijn aangenomen over de Eerste tranche wijziging Wet publieke gezondheid.8

De leden van de PvdD-fractie vragen of zij het goed begrijpen dat de toetsing door de rechter van de motivering mede ziet op het in de motie9 omschreven «beoordelen of de Minister zorgvuldig onderzoek heeft verricht naar de effectiviteit van de maatregelen en of de vaststelling van de feiten betrouwbaar is en het gekozen middel kan dragen». Zoals aangegeven in mijn brief van 19 juni jl. beslist de rechter zelf hoe indringend zij de motivering toetst. De rechter kan de motivatie toetsen op het door de leden aangehaalde punt, maar zij kan hier niet toe worden verplicht.

Daarnaast hebben de leden van de fracties van de BBB en van de PvdD vragen over de uitvoering van de motie betreffende het bevorderen dat de exploitant van een publieke of besloten ruimte geen vaccinatiebewijs mag eisen van een bezoeker zolang daarin niet publiekrechtelijk is voorzien10. In mijn brief van 19 juni jl. heb ik aangegeven dat, gelet op de dan geldende feiten en omstandigheden, ik in overleg zal treden met de desbetreffende bewindspersoon waaronder een sector valt over of en hoe bevorderd kan worden dat er geen privaatrechtelijk toegangsbewijs wordt gevraagd. De leden van de BBB-fractie vragen of er nog andere middelen zijn op basis waarvan de uitvoering van deze motie bevorderd kan worden. De leden van de PvdD-fractie vragen of een wettelijke regeling waarmee wordt bewerkstelligd dat een privaatrechtelijk toegangsbewijs niet kan worden gevraagd, niet wordt uitgesloten als een overleg onvoldoende blijkt te zijn.

Ik ben niet voornemens om op dit punt op dit moment andere middelen, zoals het voorbereiden van een wettelijk verbod, in te zetten. Ik volg de weg zoals in mijn brief van 19 juni jl. beschreven. Mocht onverhoopt blijken dat dit onvoldoende is, dan zal ik op dat moment de inzet van andere middelen overwegen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

Samenstelling:

Van Wijk (BBB), Van Knapen (BBB), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA) (ondervoorzitter), Fiers (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Kaljouw (VVD), Klip-Martin (VVD), Prins (CDA) (voorzitter), Bakker-Klein (CDA), Moonen (D66), Van Meenen (D66), Bezaan (PVV), Koffeman (PvdD), Baumgarten (Ja21), Kox (SP), Talsma (CU), Van den Oetelaar (FVD), Van Dijk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL).

X Noot
2

Kamerstukken I 2022/23, 36 194, Y.

X Noot
3

Kamerstukken I 2022/23, 36 194, N.

X Noot
4

Kamerstukken I 2022/23, 36 194, W.

X Noot
5

Kamerstukken I 2022/23, 36 194, Y.

X Noot
6

Kamerstukken I 2022/23, 36 194, N.

X Noot
7

Kamerstukken I 2022/23, 36 194, W.

X Noot
8

Kamerstukken I 2022/23, 36 194, Y.

X Noot
9

Kamerstukken I 2022/23, 36 194, N.

X Noot
10

Kamerstukken I 2022/23, 36 194, W.

Naar boven