Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juli 2022
Hierbij informeer ik Uw Kamer over een vierde incidentele suppletoire begroting voor
het jaar 2022 welke als bijlage bij deze brief aan Uw Kamer wordt gezonden (Kamerstuk
36 175, nrs. 1 en 2).
In deze incidentele suppletoire begroting worden middelen aan de beleidsartikelen
toegevoegd ten behoeve van de uitvoering van beleidsvoornemens, waarbij het noodzakelijk
is dat de aanvang van de uitvoering op korte termijn plaatsvindt.
In het Coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) zijn er diverse middelen opgenomen op het terrein van JenV. Vorig jaar zijn er ook
extra middelen beschikbaar gekomen op terreinen waar ook in het Coalitieakkoord gelden
voor zijn uitgetrokken, zoals voor ondermijning. Voorts is bij nota van wijziging
door Uw Kamer € 200 mln toegevoegd voor veiligheid. De afgelopen tijd is gebruikt
om deze extra gelden in hun onderlinge samenhang te bezien en tot concrete bestemmingen
te komen. Het kabinet heeft onlangs besloten om de Coalitieakkoordmiddelen, die geparkeerd
waren op de aanvullende post van de rijksbegroting, over te hevelen naar de begroting
van JenV.
Een groot deel van de genoemde middelen heeft ook betrekking op het lopende jaar 2022.
Om in 2022 voortvarend aan de slag te gaan is een ISB noodzakelijk. Het alternatief
zou zijn dat deze gelden pas in december tot besteding kunnen komen nadat de Kamer
begin december de reguliere suppletoire begroting naar aanleiding van de Najaarsnota
zou hebben ontvangen. Indien die weg bewandeld zou worden, is het bijna onvermijdelijk
dat in 2022 minder gedaan zal worden dan mij voor ogen staat.
Ik heb goede nota genomen van de discussie in Uw Kamer over het grote aantal ISB’s
en ook van de behoefte aan meer integrale afwegingsmomenten omdat alleen Voorjaarsnota
(juni) en Najaarsnota (december) voor het uitvoeringsjaar van de begroting niet direct
bijdraagt aan een goede vormgeving van het budgetrecht van Uw Kamer.
Hangende het door het kabinet toegezegde onderzoek naar de mogelijkheden minder ISB’s
en een eventueel extra integraal afwegingsmoment, zie ik mij genoodzaakt u deze ISB
voor te leggen. Deze ISB is ook nodig om de gevolgen van de instroom van vluchtelingen
uit Oekraïne te accommoderen.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius