36 068 Voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EU) 2021/953 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren

D VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 2 november 2022

De leden van de van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid1, Volksgezondheid, Welzijn en Sport2 en Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van de Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning3 hebben kennisgenomen van de brief van 13 juli 2022 in reactie op de nadere vragen van 15 juni 20224 over het Voorstel voor een Verordening tot wijziging van de Verordening betreffende het Digitaal EU-COVID-certificaat (DCC) van de Europese Commissie5 (hierna: DCC-verordening) en de kabinetsappreciatie van dit voorstel6. De leden van de PVV-fractie hebben naar aanleiding hiervan nog een aanvullende vraag.

Naar aanleiding hiervan is op 5 oktober 2022 een brief gestuurd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De Minister heeft op 1 november 2022 gereageerd.

De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier voor dit verslag, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID, VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT / ALGEMENE ZAKEN EN HUIS VAN DE KONING

Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Den Haag, 5 oktober 2022

De leden van de van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid (J&V), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van de Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van 13 juli 2022 in reactie op de nadere vragen van 15 juni 20227 over het Voorstel voor een Verordening tot wijziging van de Verordening betreffende het Digitaal EU-COVID-certificaat (DCC) van de Europese Commissie8 (hierna: DCC-verordening) en de kabinetsappreciatie van dit voorstel9. De leden van de PVV-fractie hebben naar aanleiding hiervan nog een aanvullende vraag.

In antwoord op een vraag van de PVV-fractie wordt op pagina 7 van de brief van 13 juli 2022 gesteld: «Momenteel werken fabrikanten aan aangepaste vaccins die mogelijk ook weer beter beschermen tegen transmissie en infectie. In afwachting van deze ontwikkelingen is het belangrijk om de mogelijkheid voor de inzet van het DCC, ook op basis van een vaccinatiebewijs, te behouden, zodat het risico op besmetting tijdens de reis en het risico op import van het coronavirus verkleind kan worden wanneer epidemiologisch noodzakelijk.»

De leden van de PVV-fractie wijzen erop dat inmiddels is gebleken dat vaccinatie transmissie niet voorkomt.10 Zij krijgen daarom graag nader onderbouwd waarop de stelling is gebaseerd dat deze vaccins «ook weer beter beschermen tegen transmissie». Kunt u aantonen welk effect vaccins eerder hebben gehad op transmissie en waarom er nu van zo’n effect wordt uitgegaan en dit een vaccinatiebewijs voor de inzet van het DCC zou legitimeren?

De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid (J&V), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van de Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag voor 4 november 2022.

De Voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, M.M. de Boer

De Voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, T. Klip-Martin

De Voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning, B.O. Dittrich

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2022

Hierbij zend ik u mijn reactie op de aanvullende vragen van de PVV-fractie over het voorstel voor een Verordening tot wijziging van de Verordening betreffende het digitaal EU-COVID-certificaat (170921.04U), ingezonden op 5 oktober 2022.

In mijn antwoord op een vraag van de PVV-fractie wordt op pagina 7 van de brief van 13 juli 2022 het volgende gesteld: «Momenteel werken fabrikanten aan aangepaste vaccins die mogelijk ook weer beter beschermen tegen transmissie en infectie. In afwachting van deze ontwikkelingen is het belangrijk om de mogelijkheid voor de inzet van het DCC, ook op basis van een vaccinatiebewijs, te behouden, zodat het risico op besmetting tijdens de reis en het risico op import van het coronavirus verkleind kan worden wanneer epidemiologisch noodzakelijk.»11

De leden van de PVV-fractie wijzen erop dat inmiddels is gebleken dat vaccinatie transmissie niet voorkomt. Zij krijgen daarom graag nader onderbouwd waarop de stelling is gebaseerd dat deze vaccins «ook weer beter beschermen tegen transmissie». Zij vragen mij daarnaast of ik aan kan tonen welk effect vaccins eerder hebben gehad op transmissie, waarom er nu van zo’n effect wordt uitgegaan en of dit een vaccinatiebewijs voor de inzet van het DCC zou legitimeren.

Het RIVM heeft twee onderzoeken gepubliceerd over het effect van vaccineren op transmissie van het virus en besmetting. Het eerste onderzoek naar transmissie en besmetting met de alfavariant van 5 augustus 2021 jl. laat zien dat huisgenoten van mensen die volledig gevaccineerd zijn 71% minder vaak besmet raken dan huisgenoten van ongevaccineerde personen12. Naast de reductie op transmissie laat het onderzoek ook een reductie op infectie zien: volledig gevaccineerde huisgenoten van besmette personen raakten 75% minder vaak besmet dan ongevaccineerde huisgenoten.

Een soortgelijk onderzoek van het RIVM naar de deltavariant13 liet zien dat vaccinatie ook bij de deltavariant aanzienlijk hielp tegen transmissie. Uit het onderzoek bleek dat gevaccineerde mensen het virus 63% minder vaak overdragen naar ongevaccineerden dan mensen die ook positief getest maar niet gevaccineerd waren.

In mijn eerdere antwoorden op vragen van de PVV-fractie geef ik niet aan dat er uitgegaan wordt van een effect op transmissie maar dat het mogelijk is dat – in lijn met de eerdergenoemde onderzoeken – de vernieuwde vaccins ook bij de omikronvariant zorgen voor een reductie in transmissie. Deze mogelijkheid wordt ook omschreven door het OMT-V. In het advies14 van 26 juli jl. staat: «Revaccinatie lijkt namelijk een (in ieder geval tijdelijk) beschermend effect te hebben op infectie, en in geval van infectie op transmissie naar anderen».

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

Samenstelling:

Backer (D66), De Boer (GL) (voorzitter), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Rombouts (CDA), Baay-Timmerman (50PLUS), Van den Berg (VVD), arbouw (VVD), Bezaan (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Dittrich (D66), Doornhof (CDA), Janssen (SP), Karimi (GL), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD), Otten (Fractie-Otten) (ondervoorzitter), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Veldhoen (GL), Van Wely (Fractie-Nanninga), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), Talsma (CU), Hiddema (Fractie-Frentrop) en Krijnen (GL).

X Noot
2

Samenstelling:

Ganzevoort (GL), Gerkens (SP), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Bredenoord (D66), Koole (PvdA), De Bruijn-Wezeman (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Klip-Martin (VVD) (voorzitter), Vos (VVD), Dessing (FVD), Van Gurp (GL), Prast (PvdD), Van Pareren (Fractie-Nanninga) (ondervoorzitter), Prins (CDA), Krijnen (GL), Verkerk (CU), De Vries (Fractie-Otten), Van der Voort (D66), Keunen (VVD), Hermans (Fractie-Nanninga), Raven (OSF) en Karakus (PvdA).

X Noot
3

Samenstelling:

Kox (SP), Ganzevoort (GL), De Boer (GL), Van Hattem (PVV), Pijlman (D66), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Koole (PvdA), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Bezaan (VVD), Van den Berg (VVD), Crone (PvdA), Dittrich (D66) (voorzitter), Doornhof (CDA), Frentrop (Fractie-Frentrop), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD) (ondervoorzitter), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Talsma (CU) en Dessing (FVD).

X Noot
4

Verslag nader schriftelijk overleg (Kamerstukken I 2021/22, 36 068, C) (in reactie op het verslag schriftelijk overleg; Kamerstukken I 2021/22, 36 068, B).

X Noot
5

COM(2022)50)

X Noot
6

Kamerstukken II 2021/22, 36 068, A.

X Noot
7

Verslag nader schriftelijk overleg (Kamerstukken I 2021/22, 36 068, C) (in reactie op het verslag schriftelijk overleg; Kamerstukken I 2021/22, 36 068, B).

X Noot
8

COM(2022)50)

X Noot
9

Kamerstukken II 2021/22, 36 068, A.

X Noot
11

Kamerstukken I 2021/22, 36 068, C

Naar boven