Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2023
Tijdens het debat in uw Kamer hedenmiddag heeft u mij verzocht een brief aan uw Kamer
te zenden over de wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa)
en de vraag of daar op grond van artikel 63 van de Grondwet een twee-derde meerderheid
voor nodig is. Hierbij ontvangt u deze brief, mede namens de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties.
Op grond van artikel 63 van de Grondwet is voor de aanvaarding van een wetsvoorstel
dat de geldelijke voorzieningen ten behoeve van leden en gewezen leden van de Staten-Generaal
en hun nabestaanden regelt of daarin wijzigingen aanbrengt, vereist dat het met ten
minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen in beide Kamers der Staten-Generaal
wordt aangenomen.
In het voorstel van wet toekomst pensioenen (Wtp) wordt de Appa alleen wetstechnisch
aangepast door te verwijzen naar fiscale bepalingen zoals die luidden op de dag voor
inwerkingtreding van de Wtp, juist om te voorkomen dat de wijzigingen door de Wtp
van toepassing worden. Daarmee worden geen veranderingen aangebracht in de geldelijke
voorzieningen van Kamerleden en is een twee-derde meerderheid als bedoeld in artikel
63 van de Grondwet voor dit wetsvoorstel niet nodig. Dit is toegelicht in de memorie
van toelichting, zie de artikelsgewijze toelichting bij artikel XII van onderhavig
wetsvoorstel.1 Deze wijziging is ook beoordeeld door de Afdeling advisering van de Raad van State.
De Afdeling heeft op dit punt geen opmerkingen gemaakt in het advies. Daaruit kunt
u afleiden dat zij genoemde redenering in de memorie van toelichting volgden.
Dit is vergelijkbaar met de lijn van de Afdeling dat waar het de eis van twee-derde
meerderheid betreft, differentiatie mogelijk is van enerzijds artikelen die betrekking
hebben op de geldelijke voorziening en anderzijds artikelen die dat niet hebben. Ik
verwijs hiertoe naar een advies van de Afdeling over het voorstel van wet adviescollege
rechtspositie politieke ambtsdragers. Daarin stelt de Afdeling dat een wijziging die
geen regeling van geldelijke voorzieningen inhoudt, niet onder de reikwijdte van artikel
63 van de Grondwet valt.2
De SP-fractie verwijst in het debat naar een wetsvoorstel uit 2013 dat is ingetrokken
vanwege de discussie over artikel 63 van de Grondwet (voorstel van wet maatregelen
woningmarkt 2014). Dat wetsvoorstel bevatte mede een zuiver wetstechnische wijziging
van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer. De gangbare uitleg (ook opgenomen in de
brief) was destijds ook dat bij wetstechnische wijzigingen, die de geldelijke voorzieningen
niet wijzigen, een gewone meerderheid volstaat. De reden voor intrekken van dat wetsvoorstel
was dat de Minister het wetsvoorstel echter niet wilde belasten met deze discussie.3
Tot slot merk ik op dat als het onderhavige wetsvoorstel (Wtp) tot wet zou worden
verheven en besloten wordt de Appa ook te wijzigen conform de Wtp, dan is daar wel
een twee-derde meerderheid vereist bij de wijziging van de Appa.
Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten