36 045 Situatie in de Oekraïne

Nr. 105 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2022

Met deze brief informeer ik, mede namens de Minister van Financiën, de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit uw Kamer over de lopende steun aan Oekraïne en geven wij de laatste stand van zaken wat betreft de mogelijke inzet en ontwikkeling van wederopbouwprogramma’s voor Oekraïne, afhankelijk van het verloop van de oorlog.

Uw Kamer heeft op 7 juni een overzicht ontvangen van de aan Oekraïne toegezegde financiële steun1. Hierin is toegezegd om u ter voorbereiding van het commissiedebat over de wederopbouw, voorzien voor 7 juli, een uitgebreider overzicht van de steun aan Oekraïne, al dan niet in natura, van betrokken departementen te doen toekomen. Met deze Kamerbrief wordt voldaan aan deze toezegging. Op militair vlak levert Nederland aanzienlijke steun in de vorm van wapens en andere militaire goederen. Over deze steun wordt uw Kamer regelmatig separaat op de hoogte gebracht. Militaire steun is derhalve niet opgenomen in deze brief.

Voor meer informatie over de inzet van het kabinet inzake de wederopbouw voor Oekraïne verwijs ik graag naar de Kamerbrief van 17 mei jl.2 Gebieden waar wederopbouw van fysieke en andere infrastructuur het hardst nodig is, zijn nog in handen van Rusland. Het is momenteel dan ook nog onduidelijk hoe en wanneer wederopbouw kan gaan plaatsvinden, gezien de oorlogssituatie. Het kabinet bereidt zich hierop wel al voor. Oekraïne en de Oekraïners zullen moeten aangeven welke vorm zij willen dat deze wederopbouw krijgt. De insteek van het kabinet is om met internationale ondersteuning bij te dragen aan een versnelde wederopbouw van de samenleving door herstel van de fysieke alsook de sociale-economische infrastructuur en instituties, alsook een versterkte rechtsstaat.

Op 4 en 5 juli heeft in Lugano, Zwitserland, de Ukraine Recovery Conference plaatsgevonden, waar de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking namens het kabinet aan heeft deelgenomen. Dit was het eerste moment waarop de internationale gemeenschap is samengekomen om het eerste concept van een National Recovery Plan van de Oekraïense regering te bespreken. Gezien de voortdurende oorlogssituatie is vooral procedureel gesproken over de nationale coördinatiestructuur van Oekraïne en voornemens van verschillende landen om bij te dragen aan de herstel- en wederopbouwinspanningen van Oekraïne.

Tenslotte gaat de brief in op het voedselzekerheidsvraagstuk. De blokkade van Odessa heeft wereldwijd impact op de voedselvoorziening. Gezien de impact van de stijgende voedselprijzen, van armoede tot instabiliteit, heeft dit de bijzondere aandacht van het kabinet.

Stand van zaken Oekraïne

De Russische inval in Oekraïne bevindt zich inmiddels in haar vijfde maand. De strijd wordt op dit moment voornamelijk gevoerd in het oostelijke en zuidelijke gedeelte van Oekraïne, met zware gevechten in de Donbas. De export van graan – belangrijk voor de wereldwijde voedselvoorziening – kan geen doorgang vinden doordat Rusland een effectieve zeeblokkade heeft gelegd, ook op zeevaartroutes, waardoor geen of nauwelijks graanexport kan plaatsvinden via de daarvoor essentiële havens Odessa en Marioepol. Rusland zal eventuele graanexport vanuit Marioepol controleren en hieraan proberen te verdienen. De VN en Turkije pogen te bemiddelen tussen Rusland en Oekraïne om de voor de wereldvoedselvoorziening noodzakelijke doorvoer weer op gang te brengen. Nederland ondersteunt deze pogingen waar het kan en werkt in EU verband mee aan de zogenoemde Solidarity Lanes voor transport van graan over land. Deze kunnen echter slechts een zeer beperkt deel van het probleem oplossen.

Geleverde steun en coördinatie

Na de uitbraak van de oorlog kampte Oekraïne met tekorten aan een breed scala aan essentiële goederen, waaronder medische middelen en brandstof voor civiel gebruik. Via verschillende kanalen kwamen verzoeken van Oekraïne binnen om hen te steunen, zowel bilateraal als via de diverse EU en VN-mechanismen. Nederland heeft ook naar deze expliciete verzoeken van de Oekraïense overheid gekeken om daar waar mogelijk op ad hoc wijze bij te dragen, in aanvulling op de al bestaande bijdrages die Nederland levert onder andere via de VN en andere humanitaire organisaties.

Bilaterale steun

De Nederlandse inzet richtte zich in eerste instantie op het lenigen van humanitaire noden. In de eerste week van de oorlog werd direct geld beschikbaar gesteld voor het leveren van noodhulp bijvoorbeeld via de VN, die ook een rol spelen bij het coördineren van internationale hulp. Voortbouwend op de overweldigende steun vanuit de Nederlandse samenleving heeft het kabinet ook bijgedragen aan de nationale actie van de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO). Van deze inspanningen werd uw Kamer op de hoogte gesteld. Ook op het gebied van mensenrechten heeft Nederland additionele bijdragen gedaan. Naast de beschikbaar gestelde capaciteit waarover uw Kamer in eerdere correspondentie is geïnformeerd3, heeft dit kabinet ook financiële middelen beschikbaar gesteld voor het werk van de VN-mensenrechten organisatie (OHCHR) en het Internationaal Strafhof.

Vanuit alle departementen zijn alle zeilen bijgezet om daar waar mogelijk in natura hulpgoederen en financiële ruimte te vinden. Dit heeft onder andere geresulteerd in het leveren van medische goederen, ambulances en hulpgoederen voor het veiligstellen van cultureel erfgoed. In de bijlage treft u het geactualiseerde overzicht van de geleverde hulp. In niet alle gevallen is deze hulp te kwantificeren, aangezien Nederland ook assistentie heeft verleend in de vorm van capaciteit en kennisdeling. Nederland maakt zich daarnaast ook sterk voor levering van in natura hulp aan Oekraïne via het Europese Uniemechanisme voor civiele bescherming (UCPM). Dit mechanisme coördineert de hulpverzoeken van o.a. Oekraïne en voorkomt hoge bilaterale overhead kosten en duplicatie in het leveren van assistentie. Verzoeken die Nederland niet kon inwilligen zijn doorverwezen naar dit mechanisme, zoals bijvoorbeeld de levering van bepaalde medicijnen en vaccins.

Het kabinet hecht aan een goede coördinatie van activiteiten die de Nederlandse overheid verricht ten behoeve van het door oorlog zwaar getroffen Oekraïne. Daartoe heeft zij een interdepartementale ambtelijke Taskforce in het leven geroepen die zorgt voor een frequente afstemming en informatie-uitwisseling tussen de ministeries die activiteiten uitvoeren ten behoeve van Oekraïne.

Deze interdepartementale Taskforce Oekraïne bestaat uit alle departementen die betrokken zijn bij deze steun- en herstelactiviteiten: BZ, DEF, FIN, EZK, I&W, VWS, J&V, SZW en BZK. De Taskforce houdt zich tevens bezig met de afstemming van toekomstige wederopbouw activiteiten van de departementen voor de periode na het bereiken van een duurzaam vredesakkoord. De betrokken departementen bespreken in dit overleg de lopende hulpverzoeken van de centrale autoriteiten en kijken vooruit naar wat elk vakdepartement mogelijk te bieden heeft voor herstel («early recovery») en – zodra dat mogelijk is – wederopbouw in Oekraïne. Naast de hulp op internationaal/multilateraal niveau, blijven de departementen op bilateraal niveau bezien welke steun beschikbaar is of gemaakt kan worden. De departementen zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen activiteiten op het gebied van herstel en wederopbouw in Oekraïne en zij financieren deze uit eigen middelen.

Internationale steun

Daar de oorlog nog gaande is en er nog geen wederopbouw plaats kan vinden, zijn inspanningen op dit moment vooral gericht op het bieden van liquiditeitssteun aan de regering van Oekraïne. Deze steun helpt om in de acute financiële behoeften te voorzien en is een essentiële voorwaarde voor het land om in de oorlog sterk te blijven staan. Oekraïne komt als gevolg van de oorlog ongeveer USD 5 miljard per maand tekort en het totale financieringstekort loopt verder op. Verschillende landen, zoals de Verenigde Staten verstrekten al meerdere financiële steunpakketten aan het land. De internationale financiële instellingen, waaronder de Wereldbank (WB) en de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) hebben binnen hun bestaande programma’s leningen en giften voor hun rekening hebben genomen. Ook het IMF heeft noodliquiditeit verstrekt. Voor verdergaande steun lopen de WB en de EBRD inmiddels tegen hun statutair bepaalde leenlimieten of het risico van afwaardering van hun kredietwaardigheid aan, waardoor aanvullende steun vanuit donoren nodig is.

Nederland heeft in maart dit jaar een financiële bijdrage van 100 miljoen euro voor begrotingssteun aan Oekraïne via een garantie aan de Wereldbank gedaan. Zoals in de geannoteerde agenda4 voor de ECOFIN Raad van 1 juli jl. genoemd, heeft de Minister van Financiën, onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring, een lening aan Oekraïne aangekondigd van EUR 200 miljoen via een speciale kredietlijn voor Oekraïne bij het IMF (het Multi-Donor Administered Account). De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft deze lening tijdens de wederopbouwconferentie in Lugano aangekondigd. De lening zal een bijdrage leveren aan Oekraïense inspanningen om de dagelijkse uitgaven te financieren en daarmee de economie draaiende te houden. Het voornemen tot een Nederlandse financiële bijdrage via het IMF ten behoeve van Oekraïne zal vanwege de financieringsnood van Oekraïne door de Minister van Financiën via een versneld budgettair proces (Incidentele Suppletoire Begroting) zonder gebruikmaking van een uitzondering op de Comptabiliteitswet artikel 2.27 na het zomerreces ter goedkeuring aan de Kamer worden voorgelegd. Pas na akkoord van de Kamer zal worden overgegaan tot financiering.

Steun vanuit Europese Unie

De Europese Commissie en Europese instellingen, als de Europese Investeringsbank (EIB), spelen een belangrijke rol bij de steun aan Oekraïne. Zo heeft de Europese Commissie EUR 1,2 miljard aan liquiditeitssteun in de vorm van macro-financiële bijstand (MFB) verstrekt aan Oekraïne. In aanvulling hierop presenteerde de Europese Commissie op 1 juli jl. een voorstel voor liquiditeitssteun ter waarde van EUR 1 miljard aan Oekraïne5 om bij te dragen aan het in stand houden van basisvoorzieningen vanuit de overheid. Zoals ook aangeven in de kabinetsappreciatie van de mededeling Ukraine Relief and Reconstruction6 zal het kabinet dit voorstel met een positieve grondhouding ontvangen, de kabinetsappreciatie voor dit recente voorstel wordt uw Kamer op 6 juli toegezonden.

Daarnaast heeft de Commissie uit het Instrument voor Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI) onder meer een noodsteunprogramma van EUR 330 miljoen ten behoeve van basisvoorzieningen ontwikkeld. Ook heeft de Raad een aanvullende begrotingssteun ter waarde van EUR 500 miljoen goedgekeurd. Met deze financiering kan ondersteuning aan ontheemden binnen Oekraïne worden geboden, tevens wordt met dit programma tegemoet gekomen aan de noden van kleine boeren.

Naast financiële steun, heeft de bovengenoemde UCPM de donatie van in natura hulpgoederen vanuit EU-lidstaten aan Oekraïne gecoördineerd en (deels) gefinancierd. In totaal heeft de EU meer dan 40.000 ton aan hulpgoederen aan Oekraïne gedoneerd. Deze steun is aanvullend op de humanitaire financiële bijdragen van de EU van EUR 335 miljoen.

Team Europe steunt Oekraïne ook via de Europese financiële instellingen. Zo heeft de EIB snel na de inval van Rusland in Oekraïne de overheid gesteund door EUR 668 miljoen uit lopende projecten in te zetten als liquiditeitssteun. In opvolging hiervan werkt de EIB aan een programma van EUR 1,5 miljard, onder meer gericht op herstel van de kritieke infrastructuur, daar waar dat al mogelijk is.

Naast bovengenoemde bijdragen steunt de EU Oekraïne waar mogelijk ook op andere manieren: Zo is Oekraïne aangesloten op het Europese elektriciteitsnet en zal Oekraïne zich kunnen aansluiten bij gezamenlijke EU-aankoop van gas, LNG en waterstof. Ook zijn importheffingen op Oekraïense producten voor een jaar opgeschort.

Wederopbouw Oekraïne

De wederopbouw van Oekraïne zal een opgave van ongekende grootte zijn en zal voor lange tijd aanzienlijke steun van de internationale gemeenschap gaan vragen. De schade die het land oploopt is zeer omvangrijk en neemt verder toe naarmate de oorlog langer duurt.

Met betrekking tot de herstel- en wederopbouwactiviteiten zal het kabinet zich vooral richten op terreinen waar wij een significante bijdrage kunnen leveren gezien onze kennis en expertise. We beraden ons hoe het beste steun te verlenen. Dit zal gewogen worden aan de hand van de expliciete verzoeken die wij mogelijk zullen ontvangen van de Oekraïense autoriteiten en moeten passen in een internationaal gecoördineerde aanpak van de wederopbouw. Diverse departementen staan in contact met hun Oekraïense ambtgenoten om prioritaire beleidsterreinen vast te stellen. Dit zal deels voortbouwen op de ervaring die reeds voor de oorlog was opgedaan door deze departementen, zoals LNV, VWS en IenW, en zal sterk afhankelijk zijn van het verloop van de oorlog. LNV verkent steun op de prioritaire beleidsterreinen water, agrologistiek en de verwerkende industrie. Deze thema’s zijn in bilateraal overleg vastgesteld. De bereidheid om te helpen is er en zal er blijven.

Gezien de omvang van de benodigde steun betekent dit dat Nederland zijn rol hierbij altijd in internationaal, Europees verband zal moeten spelen. De haalbaarheid, betaalbaarheid en uitvoerbaarheid zijn cruciaal en financiële steun aan Oekraïne is het meest effectief als deze verbonden is aan bredere internationale steun in nauwe samenwerking met andere actoren als de Europese Unie, G7-leden, internationale financiële instellingen en de Verenigde Naties.

In de eerder genoemde mededeling getiteld «Ukraine: Relief and Reconstruction»7, schetst de Commissie de kaders en uitgangspunten voor EU-steun bij wederopbouw op middellange termijn alsmede een voorstel voor de vormgeving van de internationale samenwerking bij de wederopbouw. De Kabinetsappreciatie van de mededeling en het Commissievoorstel voor een «Ukraine Reconstruction Platform» is met u gedeeld in de Kamerbrief van 17 juni jl.8 Het kabinet staat positief tegenover de Europese inzet tot nu toe, waaronder de aandacht voor sociaaleconomische elementen en het versterken van de rechtsstaat. Conform de motie van het lid Amhaouch c.s., zet het kabinet zich in voor een belangrijke Europese rol bij de toekomstige wederopbouw van een democratisch Oekraïne.9 Tevens waardeert het kabinet dat de Europese Commissie in haar mededeling benoemt dat voor de financiering van de toekomstige wederopbouw ook de mogelijkheid tot inzet van bevroren Russische tegoeden moet worden onderzocht, conform gewijzigde motie van het lid Omtzigt.10

Verwacht wordt dat Oekraïne later in het jaar, met steun van de Wereldbank en de Europese Commissie, tot een verdere inventarisatie van de noden voor wederopbouw komt in de vorm van een gecoördineerd needs assessment, op basis waarvan de plannen ontwikkeld zullen worden. Er zal gezocht moeten worden naar verschillende modaliteiten van financiering, waaronder leningen, garanties en giften om tegemoet te komen aan de grote noden, waarbij ook rekening zal moeten worden gehouden met de houdbaarheid van de staatsschuld van Oekraïne.

De VN, onder leiding van de Resident Coördinator in Oekraïne, werkt momenteel aan een Transitional Framework voor de middellange termijn in lijn met nationale prioriteiten en in samenwerking met de Oekraïense overheid. Deze omvat twee pijlers, enerzijds de humanitaire respons nu en in de toekomst en anderzijds ook wederopbouw, capaciteitsopbouw, en coördinatie van de VN inzet. De VN richt zich onder dit Transitional Framework op het versterken van nationale veerkracht, zelfredzaamheid van de bevolking en het behoud van de behaalde ontwikkelingsresultaten in Oekraïne van de afgelopen decennia. Mede hiertoe zal een UN Humanitarian-Development-Peace Nexus Fund onder beheer van de Resident Coördinator worden opgezet om activiteiten volgend uit het Transitional Framework te financieren. Daarnaast zullen organisaties uit het VN systeem, zoals UNDP, WFP, FAO en UNICEF, in lijn met het Transitional Framework eigenstandige fondsen werven. Ook wordt er ingezet op snelle ontmijning zodat landbouw en bedrijfsleven veilig kunnen herstarten.

De conferentie in Lugano die op 4-5 juli 2022 in Lugano is gehouden kan gezien worden als een eerste bijeenkomst inzake wederopbouw. Hier presenteerde de Oekraïense overheid haar idee van het herstel en wederopbouw in een plan tot 2032. Echter de eerste inventarisaties van de noden, zogenaamde needs assesments die Oekraïne samen met de WB en de Europese Commissie zal maken, komen op zijn vroegst in augustus. Deze needs assessments vormen samen met het Oekraïense plan de basis voor de internationale gemeenschap om bij te dragen aan het herstel van Oekraïne.

Lugano

De Ukraine Recovery Conference op 4 en 5 juli 2022 in Lugano was het centrale podium waarop de internationale gemeenschap samenkwam om het National Recovery Plan van de Oekraïense regering te bespreken.

Tijdens de conferentie werd brede steun uitgesproken voor het concept herstelplan, waarin een financieringsbehoefte van USD 750 miljard is geraamd. Op de korte termijn, zo lang de oorlog gaande is, is er vooral behoefte aan begrotingssteun voor Oekraïne, om salarissen en andere acute uitgaven, zoals voor gezondheidszorg en onderwijs te doen. Voor de langere termijn zal een herstelplan uitgewerkt moeten worden. De Wereldbank kondigde aan op zijn vroegst in augustus een damage and needs assesment op te leveren.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft tijdens de conferentie Nederlandse steun uitgesproken en benadrukt te willen bijdragen aan Oekraïense herstel-en wederopbouwplannen. Ook heeft zij melding gemaakt van de lening van EUR 200 miljoen, onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring, die Nederland via een speciale kredietlijn (het Multi-Donor Administered Account) voor Oekraïne bij het IMF beschikbaar stelt voor begrotingssteun. Tot slot heeft zij benadrukt dat de Oekraïense regering in het herstel- en wederopbouwproces zelf de leiding moet nemen en zij heeft opgeroepen tot coördinatie van hulpinspanningen van de internationale gemeenschap.

Aan het einde van de conferentie werd een verklaring aangenomen, waarin de volgende principes voor herstel en wederopbouw werden vastgesteld: partnerschap, hervormingen, transparantie, accountability, Rule of Law, democratische participatie, gendergelijkheid, multi-stakeholder engagement en duurzaamheid. Het Verenigd Koninkrijk zal een volgende Ukraine Recovery Conference organiseren in 2023.

Bilaterale steun voor Oekraïne via lagere overheden en maatschappelijke organisaties

Deze oorlog herbevestigt het belang van hulpinitiatieven van lagere overheden, maatschappelijke organisaties, particulieren en bedrijven in een crisissituatie. We weten dat enkele Nederlandse gemeenten al een stedenband of relatie met een stad of dorp in Oekraïne hebben, of overwegen een band aan te gaan. Vele Nederlandse gemeenten zijn daarom ook op de een of andere wijze betrokken bij het voorbereiden van herstel- en wederopbouwactiviteiten in Oekraïne. Daarnaast beoogt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om in samenwerking met de Association of Ukrainian Cities steun te verlenen aan het herstel en de wederopbouw van getroffen Oekraïense gemeenten. Het kabinet zal dit waar mogelijk faciliteren.11 Ook vele organisaties in het maatschappelijk middenveld, waaronder de SHO, zijn actief betrokken bij steunactiviteiten voor Oekraïne. De SHO houden zich primair bezig met humanitaire hulp, maar zij zetten hun middelen inmiddels ook in voor eerste herstelactiviteiten waarbij zij voldoende financiële reserve aanhouden voor mogelijk nog langdurig benodigde humanitaire hulp.

Bedrijfsleven

Het kabinet ziet een rol weggelegd voor Nederlandse bedrijven bij herstel en wederopbouw van Oekraïne. Met hun kennis en kunde op bijvoorbeeld landbouw, water en gezondheid hebben onze bedrijven in potentie een waardevolle bijdrage te leveren. Er zijn reeds initiële gesprekken gevoerd met brancheverenigingen, bedrijven en betrokkenen uit deze sectoren over hun mogelijke inzet. Uit deze gesprekken, maar ook uit de deelname van tientallen Nederlandse bedrijven op 17 juni jl. aan een bijeenkomst in Rotterdam van de Oekraïense ambassade, blijkt dat Nederlandse bedrijven graag willen bijdragen aan herstel en wederopbouw van Oekraïne. Het kabinet wil hen hierin actief ondersteunen.

Hoewel Oekraïne nog steeds in een oorlogssituatie verkeert, zijn enkele consortia van bedrijven zich reeds aan het oriënteren op hun mogelijke toekomstige bijdrage aan herstel en wederopbouw. De overheid is hierbij betrokken en levert advies. Ook worden Nederlandse bedrijven aangemoedigd bij te dragen aan de EU Solidarity Lanes (zie hieronder). Om Nederlandse bedrijven te faciliteren om bij te dragen aan herstel- en wederopbouwprojecten is Oekraïne toegevoegd aan de lijst van 14 landen voor een gecombineerde inzet van Nederlandse ontwikkelingssamenwerking, handel en investeringen12. Hiermee komt het BHOS-instrumentarium van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en Invest International beschikbaar voor Nederlandse partijen die willen bijdragen aan de wederopbouw. Dit betekent dat geïnteresseerde private sector partijen hier voor financiering van hun wederopbouwactiviteiten in Oekraïne terecht kunnen. Inzet van het instrumentarium is uiteraard afhankelijk van de veiligheidssituatie op de grond. Bij RVO is inmiddels een speciaal contactpunt ingericht waar bedrijven terecht kunnen met vragen en voor advies over hun bijdrage aan herstel en wederopbouw van Oekraïne. Bedrijven kunnen tevens terecht op een speciale RVO-webpagina en bij de Nederlandse ambassade in Kiev.

Conform de motie van het lid Hammelburg c.s.13 en op basis van de uitkomsten van de conferentie in Lugano zal het kabinet samen met publieke en private partijen aanwezige Nederlandse kennis en expertise inventariseren en coördineren voor inzet in lijn met de Oekraïense noden en behoeften. Ten behoeve van informatie, coördinatie en financiering zal onder andere de loketfunctie bij RVO verder worden versterkt om vragen van bedrijven te beantwoorden. Ook zullen publiek-private platforms worden opgericht om samenwerking op herstel en wederopbouw aan te jagen in sectoren waar Nederland specifieke kennis en kunde heeft. Voorts zullen experts bedrijven helpen om te zijner tijd te kunnen meedingen op tenders van organisaties, zoals de EBRD en de Wereldbank. De inzet en verwachting is immers dat een groot deel van herstel en wederopbouw gecoördineerd zal worden via dergelijke internationale financiële instellingen.

Gevolgen van de oorlog in Oekraïne voor wereldwijde voedselzekerheid

In Lugano kwam ook voedselzekerheid in gesprekken met vertegenwoordigers van de internationale financiële instellingen aan de orde, zoals met de Wereldbank. Ik zal deze voedselproblematiek ook bespreken tijdens mijn bezoek aan New York dat volgende week zal plaatsvinden. Deze voedselzekerheid staat los van het wederopbouwvraagstuk, maar is gezien de huidige blokkade van Odessa een belangrijk onderwerp. Oekraïne behoort tot de top 5 wereldwijde graan exporterende landen. De blokkade van Odessa heeft de kwetsbaarheden in het voedselzekerheidssysteem pijnlijk zichtbaar gemaakt. Het aantal ondervoede mensen neemt sinds 2014 weer toe als gevolg van armoede, klimaatverandering en conflicten. Covid-19 heeft die trend versneld. Wereldwijd waren in 2020 circa 800 miljoen mensen ondervoed. Ook de voedselprijzen stijgen sterk sinds 2020, evenals de kosten per capita van voedselhulp.

De Russische agressie tegen Oekraïne verhoogt de wereldwijde voedselonzekerheid verder. De korte termijn impact volgt vooral uit de extra impuls aan de al stijgende energie en voedselprijzen en de sterk gestegen prijs van kunstmest die de wereldwijde voedselproductie negatief zal beïnvloeden, vooral voor kleinschalige voedselproducenten. Volgens het Wereldvoedselprogramma (WFP) worden 276 miljoen mensen momenteel getroffen door ernstige voedselonzekerheid, en kan dit als gevolg van de oorlog oplopen tot 345 miljoen. De gevolgen per land hangen af van de lokale situatie. Landen met eenzijdige import-afhankelijkheid van graan uit Oekraïne en Rusland, zoals in de MENA regio, en Oost-Afrika worden direct geraakt. Hogere voedsel-, energie- en kunstmestprijzen raken vooral lage inkomenslanden, met vaak hoge schuldniveaus. Hierdoor dreigt maatschappelijke onrust en politieke instabiliteit. In reactie op de hoge voedselprijzen heeft een aantal landen inmiddels al vormen van exportrestricties ingevoerd. Deze verergeren de problematiek omdat voedsel niet verder geëxporteerd wordt en als gevolg hiervan er nog minder voedsel op de markt beschikbaar is.

In reactie op de Oekraïne crisis heeft de SGVN een Global Crisis Response Group (GCRG) opgericht. Deze groep, bestaande uit Bondskanselier van Duitsland Scholz, de Minister-President van Bangladesh Hasina, President van Indonesië Widodo, de Minister President van Barbados Mottley, de Minister President van Denemarken Frederiksen en de Minister President van Senegal Sall analyseert de situatie en doet aanbevelingen voor oplossingsrichtingen.

Diplomatieke, humanitaire en lange termijn inzet huidige voedselcrisis

Op dit moment ligt 20 miljoen ton graan in opslag in Oekraïne die voor eind juli zou moeten worden geëxporteerd ook om ruimte te maken voor de nieuwe oogst in de graansilo’s. Door de Russische inval in Oekraïne is het exporteren van graan zeer lastig geworden. Het voornaamste obstakel in de beperkte Oekraïne export zit in de logistiek: het graan in de opslag kan niet per schip vervoerd worden vanwege havenblokkade/mijnen. Voor de oorlog ging 90% van de export van graan over zee. Vervoer naar alternatieve EU-havens over land is erg inefficiënt en duur en haalt bij lange na niet de volumes die via de haven in Odessa gehaald kunnen worden. Via de corridors zou mogelijk maar 2 miljoen ton graan per maand kunnen worden geëxporteerd via de EU. Momenteel lopen er meerdere initiatieven om het ontsluiten van het graan uit Oekraïne weer op gang te krijgen. Enerzijds is daar het traject rondom het open krijgen van de zee-corridor via Odessa. De VN is met Turkije in gesprek met Rusland en Oekraïne over een corridor voor graan. Anderzijds en parallel daaraan, ligt het door de EU gelanceerde actieplan Solidarity Lanes dat de logistieke ontsluiting van Oekraïne met de EU (op korte en langere termijn) moet verbeteren. Hierover is het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) in contact met transport- en logistiekbedrijven (brancheorganisaties) en havens. Verschillende Nederlandse bedrijven hebben zich inmiddels aangemeld voor het EU-platform waar vraag en aanbod bij elkaar worden gebracht. Conform de kabinetsappreciatie van dit Commissie voorstel14 onderzoekt IenW met een quick scan studie hoe de Nederlandse transportsector, met een nadruk op vervoer via spoor, verder kan bijdragen aan de export van agrarische producten vanuit Oekraïne. De eerste uitkomsten van deze quick scan worden in de zomer verwacht waarmee het onderzoek na de vakantieperiode/september kan worden afgerond.

Om de humanitaire gevolgen van de voedselcrisis op te vangen, heeft Nederland ook EUR 47 miljoen additionele financiering beschikbaar gesteld voor het World Food Program (WFP) en het centrale noodhulpfonds van de VN. Nederland investeert daarnaast jaarlijks circa EUR 325 miljoen in wereldwijde voedselzekerheid binnen een brede, internationaal gecoördineerde inzet. Er is voor dit jaar 10 miljoen Euro vrijgemaakt ter ondersteuning van het Crisis Response Initiative van het Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling (IFAD).

Het kabinet intensiveert de komende jaren de inzet op wereldwijde voedselzekerheid: met extra EUR 50 miljoen in 2023, EUR 75 miljoen in 2024, oplopend naar structureel extra EUR 100 miljoen vanaf 2025. Daardoor krijgen 4 miljoen extra mensen toegang tot betere voeding. Binnen deze inzet zal ook uitvoering worden gegeven aan de motie van de leden Klink en Amhaouch.15 Het kabinet beschouwt deze motie als een aanmoediging om de huidige inzet op duurzame voedselproductie in Afrika verder te intensiveren. Er zal daarbij aangesloten worden op internationaal gecoördineerde initiatieven gericht op geschikte productiegebieden die bij kunnen dragen aan zowel de lokale, nationale als regionale voedselvoorziening. Via de memorie van toelichting bij de BHOS-begroting en de jaarverslagen BHOS zal uw kamer worden geïnformeerd over invulling en resultaten van deze intensivering.

Ook via de EU draagt Nederland bij aan bevorderen van voedselzekerheid in kwetsbare landen. In lijn met de recentelijk overeengekomen Raadsconclusies16, zet de Europese Commissie in op noodhulp, versterking van voedselproductiesystemen, open houden van handelsstromen en effectieve multilaterale samenwerking. Voor de Sahel is door Team Europe EUR 1 miljard beschikbaar gesteld ten behoeve van de voedselzekerheid, voor de Hoorn van Afrika EUR 600 miljoen en voor het Zuidelijk Nabuurschap EUR 225 miljoen. Daarnaast zal de Commissie EUR 600 miljoen uit de reserves van het Europees Ontwikkelingsfonds inzetten voor ondersteuning op de impact van de oorlog, met name voedselzekerheid, in landen in Afrika, de Caribisch gebied en de Stille Oceaan.

Nederland draagt daarnaast via de internationale financiële instellingen bij aan het bestrijden van mondiale voedselzekerheid door financieringen om de negatieve wereldwijde effecten van de oorlog op te vangen, zoals via de Wereldbank.

Op 24 juni jongstleden vond in Berlijn een voedselzekerheidsconferentie plaats ter voorbereiding van de G7. De Minister van Buitenlandse Zaken nam hieraan deel. Duitsland heeft als voorzitter van de G7 het initiatief genomen voor een Global Alliance for Food Security, een platform om samenwerking te bevorderen tussen lidstaten, internationale organisaties, multilaterale banken, private sector en NGO’s op het gebied van voedselzekerheid in de wereld. Dit initiatief is ondersteunend aan de Global Crisis Response Group. De bijeenkomst werd door 40 verschillende landen en internationale organisaties bijgewoond. In lijn met de beantwoording op vragen van het lid Sjoerdsma tijdens het plenaire debat (Handelingen II 2021/22, nr. 95, Debat over de Europese Top van 23 en 24 juni) over de Europese top (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1824) van 22 juni jl., heeft de Minister van Buitenlandse Zaken afgelopen vrijdag bij de conferentie over voedselzekerheid in Berlijn hervatting van de VN Emergency Session voorgesteld om een VN-resolutie over het exporteren van het Oekraïense graan tot stand te brengen. Bij deze voedselzekerheidsconferentie werd echter duidelijk dat andere landen in dit stadium prioriteit geven aan de bemiddelingspogingen van de VN. De G7 landen hebben op 28 juni 2022 aangekondigd USD 4,5 miljard beschikbaar te stellen voor de wereldwijde voedselcrisis.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher


X Noot
1

Kamerstuk 36 045, nr. 94.

X Noot
2

Kamerstuk 36 045, nr. 88.

X Noot
3

Kamerstuk 36 045, nr. 75.

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1865.

X Noot
5

Europese Commissie, voorstel liquiditeitssteun, https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_22_4264.

X Noot
6

Europese Commissie, mededeling Ukraine: Relief and Reconstruction, ukraine-relief-reconstruction_en.pdf (europa.eu).

X Noot
7

Europese Commissie, mededeling Ukraine: Relief and Reconstruction, ukraine-relief-reconstruction_en.pdf (europa.eu).

X Noot
8

Kamerstuk 36 045 en 22 112, nr. 92.

X Noot
9

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1768.

X Noot
10

Kamerstuk 36 045, nr. 20.

X Noot
11

Kamerstuk 36 045, nr. 53.

X Noot
12

Beleidsnota «Doen waar Nederland goed in is».

X Noot
13

Kamerstuk 36 045, nr. 77.

X Noot
14

Kamerstukken 36 045 en 22 112, nr. 85.

X Noot
15

Kamerstuk 34 952, nr. 166.

Naar boven