21 501-20 Europese Raad

Nr. 1824 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2022

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de Europese Raad, de Westelijke Balkantop en de Eurozonetop van 23 en 24 juni 2022.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

VERSLAG VAN DE EUROPESE RAAD, DE EUROZONETOP EN DE WESTELIJKE BALKANTOP VAN 23 EN 24 JUNI 2022

Op donderdag 23 en vrijdag 24 juni vond in Brussel een Europese Raad (ER) plaats.1 Tijdens de ER werd gesproken over «Wider Europe», de gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne en de EU-lidmaatschapsaanvragen van Oekraïne, Moldavië en Georgië. Verder stonden het Europees Semester, de toetreding van Kroatië tot de euro en de uitkomsten van de Conferentie over de Toekomst van Europa op de agenda. Voorafgaand aan de ER vond een bijeenkomst van de leiders van de EU met landen in de Westelijke Balkan plaats. Op vrijdag 24 juni vond een Eurozonetop plaats. De Minister-President heeft deelgenomen aan de ER, de bijeenkomst met de landen in de Westelijke Balkan en de Eurozonetop.

Voorts maakt het kabinet graag gebruik van deze brief om terug te komen op een aantal openstaande punten uit het plenair debat over de Europese top van 22 juni jl.

Europese Raad

EU-lidmaatschapsaanvragen Oekraïne, Moldavië en Georgië

De aanvragen voor EU-lidmaatschap van Oekraïne, Moldavië en Georgië werden besproken tijdens deze ER, op basis van de opinies van de Europese Commissie hierover die op 17 juni jl. zijn gepresenteerd. Tijdens de discussie was er grote eensgezindheid over de toenadering van deze landen tot de EU. Nederland benadrukte dat de opinies van de Commissie van goede kwaliteit waren en de juiste balans vonden, inclusief nadruk op de benodigde hervormingen, en dat het kabinet het advies van de Commissie kon overnemen, conform de inzet in de kabinetsappreciatie van de opinies.2

De ER erkende het Europese perspectief van Oekraïne, Moldavië en Georgië en bevestigde dat de toekomst van deze landen in de EU ligt. De ER heeft besloten de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen aan Oekraïne en Moldavië. De ER bevestigde ook dat het bereid is om de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen aan Georgië zodra de prioriteiten zoals uiteengezet in de opinie van de Commissie zijn aangepakt. De voortgang van ieder land richting de EU zal afhangen van de eigen merites om te voldoen aan de Kopenhagencriteria. Hierbij dient de absorptiecapaciteit van de Unie om nieuwe leden op te nemen in overweging genomen te worden. Dit werd door de ER via videoverbinding persoonlijk medegedeeld aan president Zelensky, president Sandu en president Zourabichvili van respectievelijk Oekraïne, Moldavië en Georgië.

De Commissie is door de ER uitgenodigd om aan de Raad te rapporteren over de uitvoering van de voorwaarden zoals uiteengezet in de opinies van de Commissie, als onderdeel van het reguliere uitbreidingspakket. De Raad zal besluiten over verdere stappen zodra volledig voldaan is aan al deze voorwaarden.

Oekraïne

De ER boog zich opnieuw over de gevolgen van de agressie van Rusland tegen Oekraïne in zijn verschillende dimensies. De ER herhaalde dat het ferm achter Oekraïne blijft staan en dat de EU de sterke steun voor Oekraïnes economische, militaire, sociale en financiële weerbaarheid, inclusief humanitaire hulp, zal voortzetten.

Sancties

De ER concludeerde dat de aanname van het zesde pakket de druk op Rusland verder verhoogt om een einde te maken aan zijn oorlog tegen Oekraïne. Het werk aan sancties zal worden voortgezet, onder meer om de uitvoering ervan te versterken en omzeiling te voorkomen. De ER riep alle landen, met name de kandidaat-lidstaten, ertoe op om zich bij de EU-sancties aan te sluiten. De ER concludeerde tevens dat er nu snel de laatste hand moet worden gelegd aan het besluit van de Raad betreffende de toevoeging van schending van beperkende maatregelen van de Unie aan de lijst van EU-misdrijven. De sectorale sancties jegens Rusland werden met zes maanden verlengd.

Wapenleveranties

De ER stelde ook vastbesloten te zijn om verdere militaire steun te verlenen om Oekraïne te helpen zijn inherente recht op zelfverdediging tegen de Russische agressie uit te oefenen en zijn territoriale integriteit en soevereiniteit te verdedigen. In dit verband riep de ER de Raad ertoe op snel werk te maken van het verder opvoeren van de militaire steun. Nederland heeft de oproep van de ER voor verdere leveranties vanwege het verloop van de oorlog onderstreept. Nederland blijft zelf wapenleveranties aan Oekraïne voortzetten, waaronder zwaarder materieel, conform de motie van het lid Sjoerdsma c.s. d.d. 15 juni jl.3 Het kabinet onderschrijft de oproep van de ER voor verdere militaire steun en staat open voor alle vormen van samenwerking om Oekraïne militair maximaal te kunnen steunen.

Voedselzekerheid

De ER concludeerde dat Rusland, door voedsel als wapen in te zetten in zijn oorlog tegen Oekraïne, verantwoordelijk is voor de mondiale voedselzekerheidscrisis die het daardoor heeft teweeggebracht. De ER dringt er bij Rusland op aan om onmiddellijk op te houden landbouwvoorzieningen als doelwit te nemen en graan weg te halen. Ook riep de ER Rusland op de blokkade van de Zwarte Zee, en met name van de haven van Odessa, op te heffen om de export van graan en commerciële scheepvaartactiviteiten weer mogelijk te maken. De ER steunt de inspanningen die de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties levert. De ER benadrukt dat de EU-sancties tegen Rusland het vrije verkeer van landbouwproducten en levensmiddelen en het verstrekken van humanitaire hulp niet hinderen.

De ER sprak steun uit voor de inspanningen van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties en bevestigde tevens de solidariteitscorridors die de uitvoer van levensmiddelen uit Oekraïne via verschillende routes over land en via EU-havens moeten faciliteren. In lijn met de tijdens de recent overeengekomen Raadsconclusies over voedselzekerheid4, benadrukte de ER het belang van een Europese inzet op voedselzekerheid via verschillende kanalen. De ER riep de Commissie en de lidstaten ertoe op om, voortbouwend op initiatieven van de VN en de G7, hun inspanningen op te voeren om ontwikkelingslanden te ondersteunen bij het, waar nodig, heroriënteren van hun toeleveringsketens of de ontwikkeling van productiemiddelen.

Wider Europe

De oorlog in Oekraïne maakt duidelijk dat er een noodzaak is voor meer samenwerking om de weerbaarheid van het Europese continent te bevorderen. De ER besprak in dit licht de relatie van de EU met partners op het Europese continent. In dit verband kwam het door de Franse president Macron gelanceerde idee voor een Europese Politieke Gemeenschap (EPG) aan de orde. Het doel is om een platform voor politieke coördinatie op te zetten voor samenwerking met alle Europese landen waar de EU nauwe banden mee heeft. De leden van de ER, waaronder ook Nederland, omarmden dit idee en benadrukten daarbij dat dit geen alternatief is voor het uitbreidingsproces. Afgesproken werd dat dit idee nader zal worden uitgewerkt en dat een eerste bijeenkomst zal worden gepland tijdens het Tsjechisch EU-voorzitterschap in het tweede semester van dit jaar. Het zal een lichte structuur worden waarbij bijeenkomsten afwisselend binnen en buiten de EU zullen plaatsvinden. Er was overeenstemming dat een dergelijke samenwerking niet is bedoeld om bestaande instrumenten of beleid te vervangen. Het zal voornamelijk een plaats zijn voor politieke dialoog en samenwerking ten aanzien van onderwerpen van gemeenschappelijk belang zoals veiligheid, economie en klimaat.

Westelijke Balkan

Ook de situatie in de Westelijke Balkan werd besproken. De ER bevestigde opnieuw de steun voor het EU-perspectief van de Westelijke Balkan. Ook riep de ER de Commissie, de Hoge Vertegenwoordiger en de Raad op om de geleidelijke integratie tussen de EU en de regio verder te bevorderen in een omkeerbare en op merites gebaseerde benadering. De ER bevestigde ook het belang van hervormingen, met name op het terrein van de rechtsstaat en in het bijzonder ten aanzien van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de strijd tegen corruptie. Nederland heeft de steun voor het EU-perspectief van de landen in de Westelijke Balkan herbevestigd en tevens opgeroepen tot een intensivering van de relatie tussen de EU en deze landen.

De ER werd geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen in de gesprekken tussen Bulgarije en Noord-Macedonië. De ER riep op tot een spoedige oplossing van de uitstaande zaken zodat de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië zonder verdere vertraging kunnen starten. Nederland heeft steun uitgesproken voor de pogingen van het Franse voorzitterschap om een oplossing te vinden waar beide partijen mee kunnen instemmen zodat de onderhandelingen met Noord-Macedonië zo snel mogelijk kunnen starten. Tevens bevestigde de ER de noodzaak om tastbare voortgang te boeken op het gebied van uitstaande bilaterale en regionale conflicten, in het bijzonder de Belgrado-Pristina-dialoog. Ten aanzien van visumliberalisatie voor Kosovo heeft de Europese Commissie toegezegd om in oktober met een update te komen over de vorderingen die sinds het laatste rapport van de Commissie hierover in 2018 geboekt zijn. Nederland heeft dit omarmd, conform de motie van het lid Piri c.s. van 22 juni jl.5 waarin het kabinet wordt opgeroepen om op basis van een nieuw advies van de Commissie op zeer korte termijn een afweging te maken over visumliberalisatie voor Kosovo.

Tevens verwelkomde de ER de politieke overeenkomst van 12 juni jl. tussen de leiders van Bosnië-Herzegovina. De ER riep de politieke leiders op om de afspraken in de overeenkomst snel te implementeren en de constitutionele en electorale hervormingen met urgentie af te ronden, zodat het land beslissende voortgang kan boeken op het Europese pad, in lijn met de opinie van de Commissie. De ER concludeerde tevens dat het de Commissie uitnodigt om zonder vertraging te rapporteren over de implementatie van de 14 kernprioriteiten van de opinie over Bosnië-Herzegovina, met speciale aandacht voor de prioriteiten die substantiële hervormingen bevatten met als doel te kunnen besluiten over het al dan niet verlenen van het kandidaat-lidmaatschap. Nederland heeft hierbij in het kader van de ‘strikt, fair en betrokken’-benadering op EU-uitbreiding benadrukt dat voortgang in het toetredingsproces afhankelijk is van daadwerkelijke voortgang op de prioriteiten zoals uiteengezet in de opinie van de Commissie.

Economische onderwerpen

De ER verwelkomde dat Kroatië alle convergentiecriteria vervult zoals uiteengezet in het verdrag en bekrachtigde het Commissievoorstel dat Kroatië per 1 januari 2023 kan toetreden tot de euro. De ER nodigde de Raad uit de relevante Commissievoorstellen spoedig aan te nemen. Na bekrachtiging door de ER en na consultatie met het Europees Parlement zal de Ecofinraad van 12 juli formeel besluiten over toetreding van Kroatië tot de euro en over de conversiekoers van de Kroatische kuna naar de euro.

De ER bekrachtigde voorts de landspecifieke aanbevelingen, zoals goedgekeurd door de Ecofinraad van 17 juni jl. Deze zullen formeel worden aangenomen tijdens de Ecofinraad van 12 juli aanstaande. Daarmee wordt het Europees Semester voor dit jaar afgerond.

De ER herhaalde het verzoek aan de Commissie om samen met internationale partners mogelijkheden in kaart te brengen om de stijging van energieprijzen te verminderen, inclusief, indien opportuun, via tijdelijke maximering van energieprijzen. Mede in het licht van het gebruik van gas als oorlogswapen door Rusland werd de Commissie tevens uitgenodigd haar inspanningen voort te zetten energietoeleveranties zeker te stellen tegen betaalbare prijzen. Ook werd afgesproken dat de Raad samen met de Commissie de coördinatie tussen lidstaten op het terrein van energie zal versterken.

Conferentie over de Toekomst van Europa

Tijdens de ER zijn conclusies aangenomen over de Conferentie over de Toekomst van Europa. Deze conferentie is op 9 mei jl. afgerond. De Conferentie was een unieke gelegenheid om te engageren met de burgers. De ER benadrukte het belang om de burgers te informeren over wat er met de uitkomsten gebeurt. Er werd afgesproken dat de instellingen effectieve opvolging zullen geven aan het eindrapport en de daarin opgenomen voorstellen, ieder binnen de eigen competenties en in lijn met de verdragen.

Externe betrekkingen

De ER sprak zorg uit over de recente en herhaalde acties en verklaringen door Turkije en gaf aan dat Turkije de soevereiniteit en territoriale integriteit van alle EU lidstaten moet respecteren. De ER gaf aan van Turkije te verwachten dat het land internationaal recht respecteert, spanningen in de oostelijke Middellandse Zee de-escaleert en goede, duurzame relaties met buurlanden bevordert.

Ook onderstreepte de ER het democratische recht van de bevolking van Wit-Rusland om nieuwe, vrije en eerlijke verkiezingen te hebben. De ER riep de Wit-Russische autoriteiten op mensenrechten, democratie en de rechtsstaat te respecteren, repressie te beëindigen en politieke gevangenen vrij te laten.

Westelijke Balkan Leaders Meeting

Op 23 juni, voor aanvang van de ER, zijn de leiders van de Westelijke Balkanlanden door het Franse Voorzitterschap en de voorzitter van de ER uitgenodigd voor een Leaders Meeting waarbij de volgende thema’s besproken zijn: cyberveiligheid, jongeren, economische voortuitgang en energie. Tijdens de bijeenkomst is er ook gesproken over de gevolgen van de Russische inval in Oekraïne voor de stabiliteit op de Westelijke Balkan. De relatieve stabiliteit op de Westelijke Balkan is al enige tijd precair. De gebeurtenissen in Oekraïne kunnen, aangewakkerd door de pro-Russische retoriek van politieke leiders in Servië en de Bosnische deelstaat Republika Srpska, tot extra spanningen in de regio leiden.

De bijeenkomst was ook bedoeld als een signaal naar de landen in de Westelijke Balkan dat de EU betrokken is en blijft bij de regio en om eventuele zorgen over het mogelijk verleggen van de aandacht te ontkrachten. Vrijwel alle lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten tijdens de bijeenkomst het belang van blijvende aandacht voor deze regio, waarbij het belang van een doorbraak op de voortdurende blokkade van Bulgarije van het onderhandelingsraamwerk voor Noord-Macedonië extra werd benadrukt. Nederland heeft dit tijdens de bijeenkomst bekrachtigd. Behoud van stabiliteit en ondersteuning van de hervormingsagenda in het kader van het EU-toetredingsproces blijven centraal staan in het kabinetsbeleid ten aanzien van de Westelijke Balkan, conform het coalitieakkoord.

Eurozonetop

En marge van de ER vond op 24 juni jl. een Eurozonetop plaats waar alle 27 lidstaten aan deelnamen. De regeringsleiders bespraken de economische situatie. De Russische aanval tegen Oekraïne wakkert de prijzen van energie, grondstoffen en voedsel op de wereldmarkt aan en vergroot de onzekerheid. Hierdoor remt de economische groei en neemt de inflatie wereldwijd toe.

De president van de Europese Centrale Bank heeft de recente besluiten van de Governing Council toegelicht. Ze gaf aan dat de ECB heeft besloten om het reguliere opkoopprogramma per 1 juli a.s. stop te zetten en de rente in juli en september te verhogen. Daarnaast gaf zij aan dat de ECB versneld een nieuw instrument gaat ontwikkelen om de financiële fragmentatie tegen te gaan.

Nederland heeft aangegeven de zorgen over de hoge inflatiecijfers in de lidstaten te delen en benadrukt dat een eventueel fragmentatie-instrument wel moet passen binnen de verdragsrechtelijke kaders. Ook heeft Nederland erop gewezen dat het nodig is dat de lidstaten hervormingen blijven doorvoeren teneinde de economieën en begrotingsposities te versterken.

De regeringsleiders van de eurolanden namen een verklaring aan waarin zij verwezen naar de brief van 21 juni jl. van de voorzitter van de Eurogroep.6 Zij constateerden dat de economieën van de lidstaten een stevige basis houden door de maatregelen van de EU, de eurozone en de lidstaten. Zij willen eensgezind de veerkracht van Europese economieën verder vergroten. De regeringsleiders hebben de Eurogroep verzocht de economische ontwikkelingen op de voet te volgen.

De regeringsleiders van de eurolanden constateerden dat een sterk Europees financieel stelsel van cruciaal belang is voor het aantrekken van duurzame investeringen, het ondersteunen van innovatie, het versterken van de veerkracht en het onderbouwen van robuuste groei.

  • Zij verwelkomden de verklaring van de Eurogroep over de toekomst van de Bankenunie en hebben de Commissie verzocht hiervoor wetgevingsvoorstellen in te dienen om deze af te ronden binnen de huidige zittingstermijn van Parlement en Commissie;

  • Zij verwelkomden de toezegging van de Eurogroep om op basis van consensus verdere maatregelen vast te stellen ter versterking en voltooiing van de Bankenunie;

  • Zij riepen op tot verdere inspanningen om de kapitaalmarktenunie te verdiepen;

  • En zij verwelkomden de vorderingen die zijn gemaakt met de wetgevingswerkzaamheden ter bevordering van langetermijninvesteringen in de Europese Unie, de aanpassing van de prudentiële regelgeving voor banken en verzekeringen, de bescherming van financiële transacties tegen cyberdreigingen en criminele dreigingen, de regulering van digitale financiering en de bestrijding van het witwassen van geld.

De regeringsleiders verwelkomden tot slot het verwachte aflopen van het enhanced surveillance framework voor Griekenland. Dit is een belangrijke mijlpaal voor duurzame groei, de financiële stabiliteit en de blijvende budgettaire verantwoordelijkheid van Griekenland. De volgende Eurozonetop is voorzien en marge van de Europese Raad van december 2022. De regeringsleiders zullen dan de voortgang evalueren.

Openstaande punten plenair debat over de Europese top van 22 juni jl.

Effecten SWIFT-sancties op export van graan naar Afrikaanse landen

Zoals aan uw Kamer toegezegd tijdens het plenair debat over de kabinetsinzet bij de Europese top van 22 juni jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 95, debat over de Europese Top van 23 en 24 juni 2022) wordt hierbij ingegaan op de rol van SWIFT-sancties bij de export van graan naar Afrikaanse landen. Zoals reeds genoemd in deze brief concludeerde de ER dat Rusland vanwege het blokkeren van Oekraïens graan hoofdverantwoordelijke is voor de huidige acute verergering van de voedselcrisis. Nederland steunt dat standpunt volledig en dringt er met de EU bij Rusland op aan de blokkade op te heffen. Nederland verwelkomt de onverminderde diplomatieke inspanningen van de VN en Turkije voor de Zwarte Zee-corridor om granen in grote volumes uit te kunnen voeren uit Oekraïne. Daarnaast wordt in EU-verband gewerkt aan solidarity lanes om via alternatieve routes de export van voedsel uit Oekraïne mogelijk te maken.

Het voedselzekerheidsvraagstuk in algemene zin is tegelijkertijd complex en het is daarom lastig om een specifiek element zoals beperkingen in het betalingsverkeer te isoleren en daar de effecten van te beschrijven.

Voorop staat dat EU-sancties niet gericht zijn tegen voedsel en daarmee niet direct raken aan wereldwijde voedselzekerheid. Zo bestaat er geen import- of exportverbod van voedsel (behalve op luxegoederen zoals bijvoorbeeld kaviaar) en bestaan er bijvoorbeeld uitzonderingen in het havenverbod om Russische transporteurs toe te laten als zij voedsel vervoeren. Net zoals bij humanitaire hulp is het basisprincipe dat dit nooit onder de sancties valt. Tegelijkertijd ontvangt het kabinet signalen uit het bedrijfsleven dat de EU-sanctieregelgeving verder verhelderd kan worden omtrent de precieze verbodsbepalingen in bijvoorbeeld het faciliteren van betalingen, hetgeen mogelijk overcompliance door het bedrijfsleven in de hand werkt. Daarom is het kabinet constant in gesprek in EU-verband en daarbuiten om dergelijke verduidelijkingen te realiseren. Hierin worden signalen uit het bedrijfsleven ook meegenomen. Het uitgangspunt blijft ook hier echter dat voedsel niet onder de sancties valt.

Rusland werkt actief aan een narratief waarin het Westen de schuld draagt voor de huidige stijgende mondiale voedselprijzen en problemen in mondiale leveringsketens. Voor het kabinet staat buiten kijf dat Rusland daar zelf schuldig aan is door de inval in Oekraïne en de constante ongebreidelde agressie waarmee productie in en transport van voedsel uit Oekraïne wordt belemmerd. Zoals hierboven geschetst werkt Nederland actief mee aan een oplossing van deze problematiek. Daarnaast investeert Nederland jaarlijks met OS-middelen en kennis en expertise in voedselsystemen, voeding en landbouwonderzoek en innovatie, onder andere ook in Afrika.

Het is tenslotte belangrijk om op te merken dat SWIFT een systeem voor automatisch berichtenverkeer is dat in de informatie-uitwisseling over betalingen voorziet, maar niet de betalingen zelf uitvoert. Zonder toegang tot SWIFT kunnen financiële instellingen weliswaar nog wel betalingen verzenden en ontvangen, maar de communicatie hierover moet op alternatieve wijze plaatsvinden. Als een instelling van SWIFT wordt afgesloten, kan dat alleen door het volledig van SWIFT te blokkeren. SWIFT kan niet selectief aan blijven staan voor bepaalde typen transacties, of alleen voor transacties naar bepaalde andere entiteiten. Wat echter duidelijk is, is dat niet alle Russische banken zijn afgesloten van het SWIFT-netwerk en er dus betalingsmogelijkheden blijven bestaan via reguliere kanalen voor de export van graan uit Rusland.

Veiligheidsimplicaties voor de EU naar aanleiding van het toekennen van het kandidaat-lidmaatschap aan Oekraïne en Moldavië

Naar aanleiding van de van de leden motie Stoffer en Omtzigt7 tijdens het plenair debat over de Europese top kan het kabinet aangeven dat het toekennen van het kandidaat-lidmaatschap aan Oekraïne en Moldavië geen directe veiligheidsimplicaties heeft in het licht van de wederzijdse bijstandsclausule uit Artikel 42 lid 7 Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). Artikel 42 lid 7 VEU bevat de verplichting voor (de overige) lidstaten van de EU om een lidstaat van de EU met alle middelen waarover zij beschikken hulp en bijstand te verlenen indien die lidstaat een beroep doet op Artikel 42 lid 7 VEU omdat die gewapenderhand wordt aangevallen op zijn grondgebied. Het Verdrag betreffende de Europese Unie is alleen van toepassing op lidstaten van de Europese Unie. Een dergelijke verplichting is derhalve niet van toepassing op kandidaat-lidstaten zoals Oekraïne en Moldavië.

Terugkoppeling G7-conferentie over voedselzekerheid

In lijn met de beantwoording op vragen van het lid Sjoerdsma tijdens het plenaire debat over de Europese top, heeft het kabinet afgelopen vrijdag bij de G7-conferentie over voedselzekerheid gepleit voor het tot stand brengen van een VN-resolutie en -missie als alternatief voor het exporteren van het Oekraïense graan. Bij deze voedselzekerheidsconferentie werd echter duidelijk dat andere landen in dit stadium prioriteit geven aan de onderhandelingen via de VN. Het is daarom niet opportuun om deze route te kiezen, omdat een dergelijke resolutie om een brede coalitie van landen vraagt die er niet is.

Naar boven