36 045 Situatie in de Oekraïne

Nr. 75 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN DEFENSIE EN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 april 2022

Oekraïne heeft het Internationale Strafhof (International Criminal Court – ICC) en EU-lidstaten om ondersteuning gevraagd bij het opsporingsonderzoekmet betrekking tot oorlogsmisdrijven gepleegd in Oekraïne. De internationale gemeenschap onderstreept het belang van een diepgaand onderzoek naar deze oorlogsmisdrijven. Meerdere landen ondersteunen Oekraïne op dit vlak of geven aan dit op korte termijn te gaan doen. Nederland heeft expertise op het vlak van forensische opsporing (FO) en bewijsvergaring, onder andere opgedaan bij het onderzoek naar het neerhalen van vlucht MH-17, en is bereid deze expertise in te zetten.

Nederland is momenteel op meerdere, parallelle, sporen betrokken bij het onderzoek naar oorlogsmisdrijven in Oekraïne. Zo ondersteunt Nederland het ICC financieel en met personele capaciteit, heeft Nederland zich ingespannen voor de instelling van een VN-onderzoeksmissie met focus op bewijsgaring en wordt het veldkantoor van het VN-Mensenrechtenkantoor gesteund om monitoring van mensenrechtenschendingen voort te zetten.

Met deze brief informeert het kabinet uw Kamer over het besluit tot het leveren van een bijdrage inzake het onderzoeken en veiligstellen van bewijs ten behoeve van internationaal onderzoek naar, en zo mogelijk berechting van, mogelijk gepleegde oorlogsmisdrijven in Oekraïne. Nederland zal dit doen met de inzet van een forensisch- en opsporingsteam (FO)-team.

Het ondersteunen van een opsporingsonderzoek is geen artikel 100-procedure inzet. Het betreft immers de inzet met een civiele taak: forensische opsporing om oorlogsmisdrijven te kunnen vaststellen volgens internationaal recht. De kern van het team wordt gevormd door forensische experts en rechercheurs, aangevuld met ondersteunende en beveiligingscapaciteit ter zelfverdediging van het team. Het team wordt ingezet in een internationale context onder de vlag van het ICC.

In nauwe samenspraak met de Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken is besloten dat het FO-team op zal treden onder de vlag van het ICC, dat reeds enkele missies heeft uitgevoerd. Middels een Memorandum of Understanding (MoU) tussen ICC en Nederland worden de afspraken over de Nederlandse ondersteuning vastgelegd. Het ontplooien van het FO-team in Oekraïne betreft een gezamenlijke inspanning van Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid.

De inzet in Oekraïne is niet zonder risico. Op basis van een dreigingsinschatting van de MIVD en het militair advies van de CDS, heeft het kabinet evenwel het besluit genomen om het team in te zetten. In dit besluit weegt zwaar mee dat het kabinet van mening is dat oorlogsmisdrijven nooit ongestraft mogen blijven en dat om die reden het kabinet juist ook in deze specifieke context zijn bijdrage wil leveren. Hiertoe is een grondig en onafhankelijk onderzoek onontbeerlijk.

Forensisch- en opsporingsteam

Het Nederlandse FO-team bestaat uit personeel van de Koninklijke Marechaussee (KMar), aangevuld met een patholoog van het Nederlands Forensisch Instituut en experts van andere defensieonderdelen die bij de KMar worden tewerkgesteld. Het team bestaat uit ongeveer 30 personen: forensische opsporingsambtenaren, rechercheurs, explosieven opruimingsexperts, medisch personeel, een tolk en een team van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten.

Het FO-team neemt begin mei 2022 de taken over van een team van de Franse Gendarmerie en wordt in beginsel ingezet voor een periode van 2 weken. De inzet betreft een missie van de CDS, die continu wordt gemonitord door het Defensie Operatie Centrum. De justitiële werkzaamheden worden uitgevoerd voor het ICC in nauwe samenwerking met het Oekraïense OM.

De werkzaamheden vinden plaats in Kyiv en, mits de veiligheidssituatie het toelaat, zijn ook opsporingsonderzoek en bewijsvergaringsactiviteiten voorzien in de onmiddellijke omgeving van Kyiv. Het Nederlandse team heeft expertise op het vlak van bewijsvergaring: juist op dit vlak kan het team van meerwaarde zijn. De teamleden dragen blauwe KMar-uniformen. De voertuigen hebben een civiele uitstraling. Het team heeft wapens ter zelfverdediging.

Haalbaarheid en beschikbaarheid

Het ontplooien van een FO-team is mogelijk op deze korte termijn. De inzet leidt echter wel tot verdringingseffecten, omdat de genoemde capaciteit tijdelijk wordt onttrokken aan reguliere werkzaamheden. Deze verdringing is in de ogen van het kabinet acceptabel gezien het grote belang van de inzet in Oekraïne.

Risico’s

Het operatiegebied betreft een gebied dat onder controle is van de Oekraïense strijdkrachten. De grondgevechten hebben zich verplaatst naar het oosten van het land. Een directe confrontatie met Russische militairen in Kyiv, of in de omgeving van Kyiv, wordt zeer onwaarschijnlijk geacht. Mocht deze veiligheidssituatie veranderen tijdens de inzet, dan vindt een nieuwe afweging plaats en kan, indien nodig, het team worden teruggehaald.

Oekraïense militaire installaties vormen in het hele land een doelwit voor Russische aanvallen met raketten of projectielen. Gerelateerd aan deze aanvallen zijn neveneffecten als rondvliegend glas en puin. De aanwezigheid van niet-geëxplodeerde munitie en door strijdende partijen geplaatste boobytraps vormen een reëel risico in het operatiegebied.

Het team is opgeleid en getraind in procedures waarmee zij hun werkzaamheden uitvoeren. Ook bij eventuele incidenten zijn zij getraind om te handelen. De commandant van het team heeft een korte lijn met CDS om eventuele incidenten direct te kunnen bespreken.

De risico’s worden beperkt door zelf te voorzien in de beveiliging van de «binnenring» door de KMar/BSB. Tevens beschikt het team over explosieve opruimingsexpertise, gepantserd transport en medische capaciteit. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over het beperken van de risico’s met de Oekraïense veiligheidsdiensten, die de «buitenring» voor het team beveiligen, met het ICC en met een tweede KMar/BSB-team dat werkzaamheden verricht voor de Nederlandse ambassade in Oekraïne. Daarnaast wordt afgestemd met FO-teams van andere landen om elkaar bij calamiteiten te kunnen ondersteunen.

Op medisch gebied zijn er risico’s omdat het niet gegarandeerd is dat bestaande Oekraïense medische faciliteiten operationeel blijven. Mocht zich een incident voordoen, waarbij een Nederlands slachtoffer valt, dan zijn binnen het team medische capaciteiten aanwezig. Tevens is in kaart gebracht waar in het operatiegebied, of langs de route naar het operatiegebied toe, medische faciliteiten aanwezig zijn. De medische risico’s vanaf de Oekraïens-Poolse grens naar Nederland zijn beperkt.

Mochten zich omstandigheden voordoen waarin het team de werkzaamheden niet kan uitvoeren (bijv. door de veiligheidssituatie) of wanneer de Oekraïense autoriteiten richtlijnen geven die in strijd zijn met internationale wet- en regelgeving, dan heeft de KMar-detachementscommandant, als senior national representative, vrijheid van handelen om, binnen zijn verantwoordelijkheden, taken en operatiegebied te beoordelen in hoeverre opgedragen werkzaamheden uitvoerbaar zijn. Hij heeft hierbij een directe lijn met de CDS.

De mogelijkheid ontbreekt om, in voorkomend geval, het team met additionele militaire middelen uit Oekraïne te evacueren. Wel worden contingency plannen gemaakt om bij escalatie terug te verplaatsen naar de Oekraïens-Poolse grens of in Kyiv beschermde plaatsen te betrekken.

Voorbereiding team

De teamleden worden in de komende dagen nader voorbereid op inzet. Naast praktische, operationele zaken is hierbij ook aandacht voor psychische aspecten. Na afloop van de inzet krijgen de teamleden een nazorgtraject, waarbij de focus ligt op de (zeer waarschijnlijk) ingrijpende ervaringen die de teamleden gaan meemaken.

Financieel

De kosten voor deze inzet worden betaald uit het Budget Internationale Veiligheid.

Tot slot

De aangenomen motie van het lid Ephraïm (Kamerstuk 35 925 V, nr. 77, d.d. 8 februari 2022) verzoekt het kabinet geen Nederlandse militairen naar Oekraïne uit te zenden, indien dit om gevechtshandelingen zou gaan. Het sturen van het FO-team naar Oekraïne is niet strijdig met deze motie, omdat het hier gaat om een inzet gericht op opsporingsonderzoek, waarbij de teamleden wapens dragen met het doel om zichzelf, en de andere teamleden, in geval van nood te kunnen beschermen. Er is geen sprake van een gevechtsopdracht.

Meerdere landen zetten zich in om onderzoek te doen naar vermeende oorlogsmisdrijven gepleegd in Oekraïne. Het kabinet hecht eraan dat ook Nederland hieraan een bijdrage levert in nauwe samenwerking met het Oekraïense Openbare Ministerie en onder de vlag van het ICC.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven