36 001 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2022 (Incidentele suppletoire begroting inzake de regeling ongedekte vaste kosten land- en tuinbouw, waterschade Limburg)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 16 maart 2022

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 31 januari 2022 voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Bij brief van 15 maart 2022 zijn ze door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Geurts

De griffier van de commissie, Jansma

Vraag 1.

Wat zijn de huidige bestaande afspraken met boeren in bezit van retentiegebieden?

Antwoord 1.

Gebieden met een functie voor het bergen van water (retentie) achter een primaire kering langs de Maas hebben dezelfde bescherming tegen hoogwater als andere gebieden achter een primaire kering, als die primaire kering voldoet aan de normen van de Waterwet. Op het moment dat het kabinet besluit dat sprake is van een ramp en de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) in werking treedt, dan wordt teeltplanschade en bedrijfsschade in deze gebieden op dezelfde wijze vergoed als in een gebied achter een primaire kering dat geen waterbergende functie heeft.

Langs de Maas wordt hard gewerkt aan het verbeteren van de waterveiligheid. Diverse dijkversterkingen en systeemwerkingsmaatregelen zijn in voorbereiding om de veiligheid achter de dijken te vergroten. Sommige retentiegebieden liggen nu nog achter een primaire kering die niet aan de normen voldoet. Die gebieden maken dan onderdeel uit van het winterbed van de rivier. Daarmee hebben deze gebieden dus een functie voor de berging van Maaswater. Daarom geldt in deze gebieden dat schade die het gevolg is van een overstroming en die is ontstaan aan bouwwerken die in deze gebieden zijn gemaakt of gewijzigd vanaf 19 april 1996, niet voor vergoeding op grond van de Wts in aanmerking komt. De reden voor het hanteren van dit onderscheid is dat op die datum de Beleidslijn ruimte voor de rivier van kracht werd. Sinds die datum zijn in het winterbed in principe alleen activiteiten toegestaan die onlosmakelijk aan de rivier zijn verbonden (riviergebonden activiteiten). In 2020 is aan de Kamer gemeld dat tussen Rijk en regio is afgesproken dat de status «rivierbed» vervalt zodra de primaire kering veilig is (dat wil zeggen aan de huidige norm voldoet) en zo nodig is verlegd (vanwege rivierverruiming). In dat geval is er ook geen reden meer schade aan bouwwerken van na 19 april 1996 uit te sluiten van vergoeding op grond van de Wts (Kamerstukken 27 625, nr. 504).

In specifieke gevallen waar binnendijks gebied na dijkverlegging buitendijks wordt, biedt de Waterwet een grondslag voor een vergoeding van schade als gevolg van wateroverlast of een overstroming. Dit is bijvoorbeeld bij projecten uit de PKB Ruimte voor de Rivier aan de orde geweest, zoals de Overdiepse Polder en de Noordwaard.

Vraag 2.

Wat is de huidige compensatieregeling voor mislukte oogsten in het geval van een overstroming van een retentiegebied?

Antwoord 2.

Afgelopen zomer zijn er voor zover bekend geen retentiegebieden ondergelopen. Zie verder het antwoord op vraag 1.

Mocht er in deze gebieden in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant toch teeltplanschade of bedrijfsschade zijn opgetreden bij agrarische bedrijven en als daarvan uiterlijk 15 december 2021 melding is gedaan bij RVO, dan komt deze voor vergoeding in aanmerking op basis van de «Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant in juli 2021» (Stcrt. 2021, nr. 40211).

Vraag 3.

Zijn er plannen om de huidige compensatieregeling voor mislukte oogsten aan te passen voor het geval er in de toekomst vaker overstromingen van retentiegebieden voorkomen in het voorjaar?

Antwoord 3.

Nee. Er is geen aanleiding voor een aparte compensatieregeling.

Op het moment dat het kabinet een overstroming als ramp aanmerkt en de Wts in werking treedt, dan wordt de schade door mislukte oogsten in binnendijkse gebieden met een waterbergende functie op dezelfde wijze vergoed als in een gebied achter een primaire kering dat geen waterbergende functie heeft. Zie ook het antwoord op vraag 1.

In buitendijkse gebieden gelden de waterveiligheidsnormen niet. In die gebieden is schade door hoogwater een eigen risico en verantwoordelijkheid van de grondeigenaar. De uiterwaarden zijn noodzakelijk voor de waterveiligheid van Nederland door ruimte te bieden voor de berging en afvoer van hoogwater. De beleidslijn Ruimte voor de Rivier is in 2007 vervangen door de Beleidsregels Grote Rivieren. De beleidsregels gaan uit van een eigen risico en verantwoordelijkheid ten aanzien van ontstane schade door hoogwater voor activiteiten in het rivierbed. Uiterwaarden zijn onderdeel van het rivierbed.

Naar boven