35 920 Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met onder andere de uitbreiding van het bestuurlijk handhavingsinstrumentarium (Wet uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs)

Nr. 23 AMENDEMENT VAN DE LEDEN SEGERS EN PETERS

Ontvangen 28 juni 2022

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt in artikel 153, tweede lid, onderdeel g, voor «handelen» ingevoegd «structureel of flagrant».

II

In artikel II, onderdeel A, wordt in artikel 132, tweede lid, onderdeel g, voor «handelen» ingevoegd «structureel of flagrant».

III

In artikel III, onderdeel B, wordt in artikel 3.38, tweede lid, onderdeel g, voor «handelen» ingevoegd «structureel of flagrant».

IV

In artikel VI, onderdeel A, wordt in artikel 122, tweede lid, onderdeel g, voor «handelen» ingevoegd «structureel of flagrant».

Toelichting

Met dit amendement wordt de voorgestelde uitbreiding van de definitie van wanbeheer, voor zover deze betrekking heeft op overtredingen van de burgerschapsopdracht, aangescherpt. Door dit amendement kan een aanwijzing op deze grondslag in twee situaties worden gegeven.

Ten eerste kan een aanwijzing worden gegeven als het gaat om een structurele overtreding van de burgerschapsopdracht als gevolg waarvan een of meer basiswaarden van de democratische rechtsstaat (dreigen te) worden aangetast. In zoverre brengt dit amendement het wetsvoorstel terug naar de staat voorafgaand aan de nota van wijziging (Kamerstukken II 2021/22, 35 920, nr. 7). Voor een toelichting op de betekenis van het woord structureel zij verwezen naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel.

Ten tweede kan een aanwijzing op deze grondslag worden gegeven indien sprake is van flagrante schendingen van de burgerschapsopdracht, met (dreigende) ernstige aantasting van genoemde basiswaarden tot gevolg. Het betreft hier uitzonderlijke, incidentele overtredingen, die zodanig ernstig zijn dat zij direct aanleiding geven voor een zware sanctie als een aanwijzing. De term «flagrant» is ontleend aan de Regeling Commissie beoordeling uitingen maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef (Stcrt. 2017, 61996). Als een aanwijzing wordt gegeven zal dit altijd gebaseerd moeten zijn op een vastgesteld rapport van de Inspectie van het Onderwijs waarvoor hoor- en wederhoor heeft plaatsgevonden en waar na vaststelling bezwaar en beroep tegen ingediend kan worden.

Segers Peters

Naar boven