35 845 Het niet-indexeren van het basiskinderbijslagbedrag en het extra bedrag van de kinderbijslag in de Algemene Kinderbijslagwet over de jaren 2022, 2023 en deels over 2024

Nr. 21 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN BAARLE C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 10

Ontvangen 25 oktober 2021

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In het opschrift vervalt «en het extra bedrag van de kinderbijslag».

II

In de beweegreden vervalt «en het extra bedrag van de kinderbijslag».

III

In artikel I wordt het voorgestelde artikel 13a als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt «worden de bedragen, genoemd in de artikelen 7a, tweede lid, en 12, eerste lid,» vervangen door «wordt het bedrag, genoemd in artikel 12, eerste lid,».

b. In onderdeel b vervalt «tweede en».

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de eerste zin wordt «€ 130 miljoen» vervangen door «€ 129,2 miljoen» en wordt «€ 400 miljoen» vervangen door «€ 398 miljoen».

b. In onderdeel a wordt «de in het eerste lid, onderdeel a,» vervangen door «het in het eerste lid» en wordt «bedragen» vervangen door «bedrag».

3. In het derde lid vervallen de dubbele punt aan het slot van de aanhef, onderdeel a, en de aanduiding «b.» voor onderdeel b.

Toelichting

Met voorliggend amendement stellen indieners voor om het extra bedrag in de kinderbijslag (de AKW+), dat uitgekeerd wordt aan ouders van inwonende kinderen met een intensieve zorgbehoefte, wél te indexeren. Dit is een jaarlijks bedrag voor ouders die gebruikmaken van de dubbele kinderbijslag en waarbij één van de partners niet meer dan +/- € 5.000 per jaar verdient. Hiermee wordt een groep ouders met kinderen die intensieve zorg behoeven, ontzien. Voor deze ouders wordt de kinderbijslag wel geïndexeerd. Dit wordt vormgegeven door de zinsnede over artikel 7a uit het voorgestelde wetsartikel 13a, eerste lid, onder a, van de Algemene Kinderbijslagwet te schrappen en de technische aanpassingen die hiermee samenhangen door te voeren. De derving van de opbrengsten door de betreffende wijziging bedraagt naar schatting € 0,8 miljoen (zie pagina 4 van nota naar aanleiding van verslag; Kamerstukken II 2020/21, 35 845, nr. 6). De indieners van het amendement stellen voor dit in verhouding beperkte bedrag te besparen op de te verwachten uitvoeringskosten.

Dit amendement wordt gewijzigd naar aanleiding van de ingediende nota van wijziging.1

Van Baarle Tielen Van Beukering-Huijbregts Palland Ceder Stoffer


X Noot
1

Kamerstukken II 2021/22, 35 845, nr. 19.

Naar boven