35 830 B Jaarverslag en slotwet Gemeentefonds 2020

Nr. 6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 10 juni 2021

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 19 mei 2021 inzake Jaarverslag Gemeentefonds 2020 (Kamerstuk 35 830 B, nr. 1).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 8 juni 2021. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie, Martin Bosma

De adjunct-griffier van de commissie, Verhoev

1

Vraag:

Hoeveel gemeenten hadden in 2020 een tekort op hun begroting en hoe verhoudt zich dit tot de jaren 2017, 2018 en 2019?

Antwoord:

Hieronder vindt u een overzicht van het aantal gemeenten met een tekort in de begroting en jaarrekening in de jaren 2017–20201.

 

2017

2018

2019

2020

Aantal gemeenten met tekort in de begroting

247

253

280

265

Aantal gemeenten met een tekort in de jaarrekening

160

204

224

n.n.b.

Het aantal gemeenten met een tekort in de begroting fluctueert al een aantal jaar rond de 260. Het aantal gemeenten met een negatief resultaat in de jaarrekening is in de jaren 2017–2019 toegenomen. Wel is het aantal gemeenten met een negatief resultaat in de jaarrekening elk jaar lager dan het aantal gemeenten met een tekort in de begroting.

2

Vraag:

Wat is de stand van zaken betreffende de uitvoering van de motie van het lid Özütok (Kamerstuk 35 570 VII, nr. 12), op welke wijze is er gezamenlijk opgetrokken, is er inmiddels een gedeelde probleemanalyse, zijn er mogelijke oplossingen en is er een gezamenlijke toelichting hierop? Zo ja, wanneer kan de Kamer dit tegemoet zien?

Antwoord:

In mijn brief aan de Tweede Kamer van 9 november 2020 (Kamerstuk 34 430, nr. 17) heb ik aangekondigd om samen met de medeoverheden een aantal verkenningen te starten in voorbereiding op het nieuwe kabinet, mede als uitvoering van de motie-Özütok (Kamerstuk 35 570 VII, nr. 12). De aanbevelingen van de studiegroep interbestuurlijke en financiële verhoudingen en andere relevante beschouwingen zoals die van de zijde van de Raad van State, de Raad voor openbaar bestuur worden hierbij betrokken. Met de decentrale overheden vinden, in lijn met de aanbevelingen van de studiegroep en de strekking van de motie, verkenningen plaats aan de hand van de meest belangrijke opgaven voor het openbaar bestuur in de komende jaren. Het gaat hierbij in elk geval om de opgaven in het sociaal domein, voor klimaat- en energie, voor wonen en huisvesting van bijzondere aandachtsgroepen, voor inrichting van het landelijk gebied en versterking van de regionale economie (na de fase van corona). De passendheid van het bestuurlijke en financiële arrangement bij de specifieke opgave is hierbij een bijzonder aandachtspunt. Uitgangspunt bij de verkenningen is een slagvaardig openbaar bestuur, dat optimaal is toegerust op de grote opgaven die zich de komende periode aandienen. De verkenningen op opgaven verlopen afzonderlijk en bevinden zich in verschillende stadia.

3

Vraag:

Kan aangegeven worden hoeveel extra geld er in 2020 via het gemeentefonds aan gemeenten is overgemaakt en hoe verhoudt dit bedrag zich tot de extra uitgaven die gemeenten in 2020 hebben moeten doen?

Antwoord:

Gemeenten hebben inkomsten uit het Gemeentefonds, specifieke uitkeringen, eigen belastingen en uit overige eigen inkomsten. Met uitzondering van de specifieke uitkeringen zijn deze middelen volledig vrij besteedbaar. Het is dan ook niet te duiden in welke mate inkomsten en uitgaven uit het gemeentefonds zich tot elkaar verhouden. Wel kan worden opgemerkt dat de omvang van het gemeentefonds in 2020 € 33,5 miljard bedroeg en gemeenten via specifieke uitkeringen € 11,4 miljard hebben ontvangen.

Voor de compensatie van de extra kosten en inkomstenderving als gevolg van corona is in 2020 ruim € 1,8 mld. beschikbaar gesteld, waarvan ruim € 1,5 mld. ook in 2020 is uitgekeerd aan gemeenten. De overige circa € 0,3 mld. wordt in 2021 aan de gemeenten uitgekeerd. Van de uitgekeerde middelen in 2020 is bijna € 1 mld. via het gemeentefonds verstrekt. Voor wat betreft de inkomstenderving zal in de loop van 2021 nog een definitieve afrekening plaats vinden op basis van de jaarrekeningen van gemeenten.

De jaarrekeningcijfers van gemeenten van 2020 zijn nog niet bekend, daarom kan nog niets over de inkomsten uit eigen belastingen, overige eigen middelen en over de uitgaven van gemeenten in 2020 worden gezegd.


X Noot
1

Het betreft het exploitatiesaldo voor bestemming reserves op basis van IV3 gegevens van gemeenten (https://findo.nl). Saldi van heringedeelde gemeenten zijn samengevoegd tot de actuele situatie voor vergelijkbaarheid tussen de jaren.

Naar boven