35 604 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de tijdelijke verlenging van de bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken

H VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 7 maart 2023

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad1 hebben kennisgenomen van de brief van 14 december 20222 waarbij de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de Kamer de eerste rapportage inzake de onregelmatigheden die door toepassing van de Wet biometrie in de vreemdelingenketen (Wbvk) zijn ontdekt, doet toekomen en waarbij de Staatssecretaris, conform de door de ambtsvoorganger van de Staatssecretaris gedane toezegging3, een nadere uitleg geeft over de wijze waarop de registratiefaciliteit in de vreemdelingenketen is ingeregeld. In reactie op de brief wensten de leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA gezamenlijk de regering een aantal vragen voor te leggen.

Naar aanleiding hiervan is op 7 februari 2023 een brief gestuurd aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

De Staatssecretaris heeft op 6 maart 2023 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, De Man

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL / JBZ-RAAD

Aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Den Haag, 7 februari 2023

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 14 december 20224 waarbij u de Kamer de eerste rapportage inzake de onregelmatigheden die door toepassing van de Wet biometrie in de vreemdelingenketen (Wbvk) zijn ontdekt, doet toekomen en waarbij u, conform de door uw ambtsvoorganger gedane toezegging5, een nadere uitleg geeft over de wijze waarop de registratiefaciliteit in de vreemdelingenketen is ingeregeld. Naar aanleiding hiervan wensen de leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA de regering gezamenlijk de volgende vragen voor te leggen.

Deze leden een nieuwe ontwikkeling in de beantwoording. Deze ontwikkeling houdt in dat er geen nieuwe registratiefaciliteit wordt opgezet. Dit in combinatie met het voortbestaan van de verlening van de bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen, roept bij deze leden vragen op.

Deze leden lezen in de onderhavige brief dat nu er geen nieuw registratiefaciliteit wordt opgezet, er geen sprake meer is van een nieuwe verwerking van persoonsgegevens en het niet noodzakelijk is om advies aan de Autoriteit Persoonsgegevens te vragen of een Data Protection Impact Assessment op te stellen.6 Deze leden wijzen er echter op dat het een probleem blijft dat er na het verstrijken van de tijdelijke wet Wbvk in het jaar 2021, geen evaluatie kon plaatsvinden over effectiviteit, noodzaak en nut van de nationale bevoegdheid tot het verzamelen en registreren van gegevens van vreemdelingen, wegens het gebrek aan een nulmeting.

De huidige verlenging van vijf jaar schrijft wel een evaluatie voor na drie jaar en de Raad van State stelt aan deze evaluatie in zijn advies de volgende eisen:

«De Afdeling advisering van de Raad van State heeft begrip voor de wens van de regering de nationale bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken tijdelijk voor de duur van vijf jaar voort te zetten. Daarbij is het wel van belang dat de toekomstige evaluatie uitsluitsel geeft over de effectiviteit, het nut en de noodzaak van de nationale bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken, mede gelet op (mogelijk) nieuwe verplichtingen op dit terrein die voortvloeien uit de Europese wet- en regelgeving7

Deze leden vragen de regering of zij van plan is om een evaluatie uit te voeren die aan deze voorwaarden voldoet. Komt er een nulmeting en zo ja, op basis waarvan? Zo nee, wordt de huidige rapportage, zoals gepresenteerd in de onderhavige brief, als nulmeting gezien? Mocht dit zo zijn: hoe kan het grote aantal van 2.030 «overig/nader te onderzoeken» gevallen een goede basis vormen voor de evaluatie van de doelmatigheid van de wet? Indien dit niet het geval is: wat zijn dan de plannen van de regering om een grondige evaluatie uit te voeren, zodat in de jaren 2024 en 2025 niet weer geconcludeerd moet worden dat de doelmatigheid van de wet niet goed beoordeeld kan worden, net als in het jaar 2021?

De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA achten het essentieel voor het vertrouwen van de burgers in deugdelijke wetgeving dat de regering zich aan de wetgeving houdt en doet wat in de wet staat. Het verlengen van een wet zonder een grondige evaluatie – zoals in dit geval al veel te lang is gebeurd – gaat hier direct tegenin, aldus deze leden.

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

Voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, M.H.M. Faber-van de Klashorst

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 maart 2023

Ik wil de leden van de fracties van GroenLinks en van de PvdA danken voor de nadere vragen die zij hebben gesteld over de eerste rapportage van onregelmatigheden in verband met de Wet biometrie in de vreemdelingenketen (Wbvk). Deze leden stellen de vraag of de regering van plan is een evaluatie uit te voeren die uitsluitsel geeft over de effectiviteit, het nut en de noodzaak van de nationale bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken. Daarnaast vragen zij of er een nulmeting komt en indien dit niet het geval is, wat de plannen van de regering zijn om een grondige evaluatie uit te voeren, zodat in de jaren 2024 en 2025 niet meer geconcludeerd moet worden dat de doelmatigheid van de wet niet goed beoordeeld kan worden, net zoals in het jaar 2021.

De Wet biometrie in de vreemdelingenketen (Wbvk) is op 1 maart 2014 in werking getreden en kreeg een geldigheidsduur van zeven jaar. Door het ontbreken van een nulmeting vóór de inwerkingtreding van de Wbvk, is het niet goed mogelijk om aan de cijfers uit de rapportage een conclusie te verbinden wat betreft de doelmatigheid van de wet. Al in de evaluatie van de Wbvk in 2019 is geconstateerd dat het ontbreken van een nulmeting een belangrijke barrière is bij de evaluatie van de effecten van de wet. Het is een tekortkoming die niet meer ongedaan kan worden gemaakt. Wat nu wel gebeurt, is dat onregelmatigheden die door het gebruik van biometrie naar boven zijn gekomen, worden geregistreerd en gerubriceerd, zodat inzicht kan worden gegeven in de huidige werking van de wet.

Op 1 maart 2026 loopt de Wet biometrie in de vreemdelingenketen af. Hiervoor zal een grondige evaluatie plaatsvinden om op basis daarvan te beslissen over verlenging van de wet. Ik kan u mededelen dat het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) is gevraagd om onderzoek uit te laten voeren naar de bijdrage die de Wbvk levert aan de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 door de ketenpartners. Op dit moment is het onderzoek in de voorbereidende fase en wordt bezien welke methoden gebruikt zullen worden om de wet te evalueren. Die evaluatie zal naar verwachting in de eerste helft van 2024 zijn afgerond, zodat er vervolgens voldoende tijd is voor een eventueel wetgevingstraject.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Samenstelling:

Kox (SP), Koffeman (PvdD), Faber-Van de Klashorst (PVV) (voorzitter), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Stienen (D66) (ondervoorzitter), Van Rooijen (50PLUS), Van den Berg (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Doornhof (CDA), Karimi (GL), Veldhoen (GL), Vos (PvdA), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Dittrich (D66), Van Wely (Fractie-Nanninga), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), Talsma (CU) en Hiddema (Fractie-Frentrop).

X Noot
2

Kamerstukken I 2022/23, 35 604, G.

X Noot
3

Kamerstukken I 2020/21, 35 604, C herdruk.

X Noot
4

Kamerstukken I 2022/23, 35 604, G.

X Noot
5

Kamerstukken I 2020/21, 35 604, C herdruk.

X Noot
6

Kamerstukken I 2022/23, 35 604, G, p. 1.

X Noot
7

Kamerstukken II 2020/21, 35 604, nr. 4, p. 2.

Naar boven