35 570 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2021

Nr. 51 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juli 2021

Met deze brief doe ik u verslag van mijn bezoek aan de benedenwindse eilanden Curaçao, Bonaire en Aruba van 3 tot en met 7 juli 2021. Directe aanleiding vormde de start van het kabinet Pisas op Curaçao. Na de intensieve contacten met de inkomende coalitie die ik op afstand heb onderhouden na de verkiezingen, was het goed in persoonlijke ontmoetingen te werken aan een gemeenschappelijk fundament onder de relatie tussen Nederland en Curaçao in de komende jaren. In Aruba komt na verkiezingen de formatie op gang; een goed moment om met demissionair Minister-President Wever-Croes de balans op te maken van onze samenwerking tot nu toe en vooruit te blikken. In Bonaire stond de uitvoering van de afspraken uit het Bestuursakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 31 568, nr. 207) centraal in de contacten met het Bestuurscollege.

Curaçao

Na aankomst zaterdagmiddag 3 juli heb ik met gouverneur George-Wout de actuele politieke situatie in Curaçao besproken en teruggekeken op de intensieve samenwerking die op gang kwam na de uitbraak van de COVID-pandemie. De gouverneur gaf daarbij aan dat de bijstand die Nederland bood op medisch gebied, met voedselhulp en door middel van liquiditeitssteun echt het verschil heeft gemaakt in deze moeilijke periode. Aansluitend volgde een eerste kennismaking met Minister-President Pisas en vice-premier Larmonie-Cecilia. We verkenden de gemeenschappelijke agenda, de beslissingen die moeten worden genomen en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om vorm en inhoud te geven aan de afspraken die Curaçao in november 2020 met Nederland heeft gemaakt over steun, hervormingen en toezicht daarop. Met oud-premier Rhuggenaath heb ik de balans opgemaakt van onze samenwerking de afgelopen bijna vier jaar. Ook op de moeilijke momenten bleef de persoonlijke band intact.

Op uitnodiging van Minister-President Pisas bracht ik een flink deel van de zondag met hem door op Band’abou, het rurale westelijk deel van het eiland waar hij opgroeide en nog steeds woont. De politiepost in Barber was onze eerste stop, gevolgd door een rondgang over Marshe di Barber, de zondagse lokale markt. Playa Piscado is een bij de lokale bevolking en toeristen populair strandje, waar wij spraken met enkele ondernemers en de zeeschildpadden bewonderden die daar in grote getalen aanwezig zijn. De kracht in de Curaçaose samenleving werd prachtig geïllustreerd bij Shelterrock Paradise: veel meer dan een restaurant, een plek waar jongeren die in de problemen zijn geraakt de weg naar zichzelf en de samenleving weer vinden. Mevrouw Pinedo en haar team verrichten hier wonderen. De heer Pisas en ik stelden elkaar vervolgens op de proef door aan te sluiten bij een wedstrijd van twee voetbalelftallen. Ik denk overigens dat dit meer heeft betekend voor de koninkrijksband, dan voor de kwaliteit van het lokale voetbal. Tijdens een gemeenschappelijke maaltijd schoven ook mevrouw Larmonie en Minister van Financiën Silvania aan en hebben we ingezoomd op de uitdagingen die we de komende tijd samen zullen moeten overwinnen.

Bisschop Secco en zijn staf deelden hun zorgen over een aantal ontwikkelingen in de Curaçaose samenleving, die verder verscherpt zijn door de COVID-crisis. Armoede, jeugdcriminaliteit en een afnemend gevoel voor burgerschap sprongen daarbij in het oog. De kerk wil met overheden en maatschappelijke organisaties krachten bundelen om hier praktisch en concreet een keer ten goede te bewerkstelligen. Ik ondersteun dit initiatief en ben voornemens om, in overleg met de regering Pisas, te bekijken hoe hieraan invulling kan worden gegeven. Zondagavond besprak ik met de partners op het terrein van rechtshandhaving over de ontwikkelingen van de afgelopen jaren en de mogelijkheden die ontstaan doordat in de afspraken over de landspakketten structureel 45 miljoen euro extra beschikbaar is gekomen voor de rechtshandhaving in de landen.

Maandagochtend 5 juli sprak ik met de raad van Ministers over de landspakketten, bijbehorende uitvoeringsagenda’s en de consensus Rijkswet die we met de Curaçao, Aruba en Sint Maarten aanpassen op basis van het advies van de Raad van State van het Koninkrijk. Daarbij bleek op veel punten behoefte aan informatie en context. Daarom is de volgende dag van ambtelijke zijde nog een uitgebreide technische briefing aan de raad van Ministers gegeven. Daarbij was ruimte om vragen te stellen en is de noodzaak onderstreept om spoedig met elkaar tot overeenstemming te komen, ook om aan voorwaarden voor het verkrijgen van liquiditeitssteun te kunnen voldoen. Tijdens een persconferentie met de heer Pisas en in een aantal interviews heb ik geprobeerd inhoud en intenties van de samenwerking te verduidelijken voor een breder publiek.

Op 6 juli jl. ontving ik een schrijven met bijlagen waarin de regering Pisas aangeeft dat zij voldoen aan de voorwaarden voor het eerste deel van de zesde tranche liquiditeitssteun. In overleg met de Minister-President en de Minister van Financiën heb ik vastgesteld dat Curaçao in voldoende mate aan de vijf voorwaarden gesteld aan de eerste deeltranche heeft voldaan zodat de bijbehorende middelen kunnen worden toegekend.

Bonaire

Bij de start van mijn bezoek aan Bonaire wisselde ik met gezaghebber Rijna van gedachten over hoe we er nog beter in zouden kunnen slagen om het Bestuursakkoord te vertalen in concrete verbeteringen voor burgers en impulsen voor goed bestuur. Zoals met uw Kamer gedeeld (Kamerstuk 35 570 IV, nr. 30) zijn er al resultaten geboekt, maar is er geen enkele reden om achterover te leunen. Dit thema stond ook centraal in een kennismakingsgesprek met de nieuwe eilandsecretaris.

Een tastbaar resultaat van de uitvoering van het Bestuursakkoord is het Plenchi Di Trabou. Dit is een samenwerking tussen het openbaar lichaam Bonaire en de Rijksdienst Caribisch Nederland – unit SZW waarbij een laagdrempelig werkplein is opgezet voor werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt en voor werkgevers op Bonaire. Tijdens het bezoek schetste een enthousiast team hoe bijvoorbeeld acht deelnemers zijn klaargestoomd voor een vaste baan bij afvalverwerker Selibon en hoe werknemers die getroffen werden door het faillissement van Bopec worden bemiddeld naar een nieuwe functie. De Regio Envelop waartoe bij de start van het huidige kabinet werd besloten en het Ministerie van SZW hebben dit jobcentrum mede mogelijk gemaakt.

Een huisbezoek aan de eerste koopster voor wie een huis bereikbaar werd door de introductie van de Hypotheekgarantie Bonaire, illustreerde de potentie van dit instrument. Met de regeling voor maximaal 350 woningen, dat ook onderdeel is van het Bestuursakkoord, gaan we nu vijf jaar praktijkervaring opdoen.

Studenten van Liseo Boneriano waren na hun diploma uitreiking toch weer naar school gekomen om met mij te spreken over hun vervolgstudie en de dromen en verwachtingen die zij hebben voor de toekomst. Zonder uitzondering gemotiveerde jongeren die met overtuiging hun vervolgstudie in Nederland oppakken. Met de intentie om straks terug te komen en bij te dragen aan de opbouw van hun eiland. Sommigen gaven aan praktische problemen te ondervinden om in Nederland of elders aan de slag te kunnen – uitdagingen waarop ook de Nationale ombudsman de vinger heeft gelegd. De oplossing vraagt om creativiteit en actie van alle betrokkenen. Dit gesprek liet opnieuw het belang zien van het bestaan van het door het Ministerie van BZK opgezette Talent Ontwikkelprogramma Bonaire (TOP), waar het TOP-traineeprogramma een belangrijk onderdeel van is.

Het planten van een zeer zeldzame Sabal palm op Klein Bonaire als onderdeel van een aanplantprogramma markeerde een bijzonder start van dinsdag 6 juli. Het eiland Klein Bonaire vormt een belangrijke schakel in het natuur- en milieubeleidsplan. Voormalig Stinapa-directeur mevrouw Beukenboom gaf op een indringende manier uitleg over het belang en de potentie van een actief natuurbeheer en bescherming van het koraal.

Tijdens een thema-lunch ging ik met aantal direct betrokken ambtenaren en gedeputeerde Kroon in gesprek over de ruimtelijke ontwikkeling van Bonaire, de richtinggevende keuzes die daarbij moeten worden gemaakt en de rol die de rijksbouwmeester daarbij kan spelen. Het is van groot belang dat de onderliggende regelgeving de ambities ondersteunt. Om die reden heb ik ook aandacht gevraagd voor de totstandkoming van het grondbeleid, dat nu al geruime tijd wacht op finale behandeling in de eilandsraad. Een pleidooi dat ik ook heb gehouden in een ontmoeting met de fractievoorzitters tijdens hun recente bezoek aan Nederland.

De delicate balans tussen leveringszekerheid, veiligheid en duurzaamheid kwam aan de orde tijdens een bezoek aan de brandstofopslag bij de luchthaven en in Hato. Op een eiland waar ook de drinkwatervoorziening vooralsnog afhankelijk is van fossiele brandstof krijgt die balans een extra dimensie. Doel blijft verdere verduurzaming van de energievoorziening.

In de haven van Bonaire werd ik rondgeleid op het nieuwe schip van rederij Don Andres. Heel veel van wat men op Bonaire eet, koopt of bouwt is door deze vervoerder naar het eiland gebracht. Don Andres voorziet ook in nieuwe verbindingen in het Caribisch gebied, onder meer met de Dominicaanse Republiek, een belangrijke leverancier van verse groenten en fruit na het wegvallen van de Venezolaanse markt. De toenemende activiteiten, ook door de demografische ontwikkelingen in Bonaire, leveren een aantal logistieke puzzels op die de komende tijd de aandacht van het openbaar lichaam zullen vragen.

Mijn bezoek aan Rocargo maakte duidelijk dat familiebedrijven ook in Bonaire fors bijdragen aan welvaart en werkgelegenheid. Deze vrachtafhandelaar speelt een grote rol bij de aanlevering van bouwmaterialen: van windturbines tot de bouw van hotels. Maar ook internetbestellingen in het buitenland komen via dit bedrijf bij de klant. Tijdens de crisis was Rocargo een belangrijke schakel om persoonlijke beschermingsmiddelen en ander medisch materiaal snel op de goede plek te krijgen.

Ter afsluiting van mijn bezoek aan Bonaire sprak ik dinsdagavond langdurig met de gedeputeerden Den Heyer, Thielman, Kroon en gezaghebber Rijna. Gedeelde ambities en de weg naar resultaat stonden daarbij centraal. Hierbij is voortgeborduurd op het viermaandelijkse voortgangsoverleg Bestuursakkoord dat in de week voor mijn bezoek plaatsvond. Daarin hebben de programmamanager, het Bestuurscollege, de waarnemend Rijksvertegenwoordiger, en vertegenwoordigers van mijn ministerie gesproken over de behaalde resultaten en knelpunten in de uitvoering van het Bestuursakkoord. Het ging hierbij onder andere over de benodigde inzet voor verbetering van het financieel beheer, de samenwerking tussen openbaar lichaam en het Rijk op het gebied van sociale woningbouw, de noodzaak om het grondbeleid te implementeren, en het belang om vervolgstappen in de implementatie van de organisatieontwikkeling te zetten.

Aruba

Op 7 juli bezocht ik Aruba. Gouverneur Boekhoudt gaf mij zijn appreciatie van de actuele politieke en maatschappelijke situatie en de stand van het formatieproces. Met demissionair Minister-President Wever-Croes besprak ik de samenwerking in het kader van het landspakket en onze gemeenschappelijke missie om te komen tot een consensus rijkswet die het fundament vormt onder de langjarige verbintenis die Aruba en Nederland zijn aangegaan. Aan het slot van onze ontmoeting tekenden wij de uitvoeringsagenda 1 juli -30 september 2021, die ik u op 29 juni jl. (Bijlage bij Kamerstuk 35 420, nr. 343) heb gezonden. In een gemeenschappelijk persmoment hebben wij hierop een toelichting gegeven; communicatie is in dit proces een cruciale succesfactor.

Aanstekelijk was het enthousiasme tijdens een bezoek aan Aruba Aloë. Dit bedrijf met een rijke geschiedenis heeft zich de afgelopen decennia ontwikkeld tot een belangrijke export motor voor Aruba. Er wordt niet alleen crème en zeep gefabriceerd, het bedrijf staat inmiddels in 55 landen bekend om zijn hoogwaardige medische toepassingen, onder meer bij het bestrijden van brandwonden. De recente toekenning van het predicaat «Koninklijk» wordt gezien als de bekroning van dit succes.

Hoewel de reis naar de benedenwindse eilanden niet het karakter had van een afscheidsreis, is in verschillende gesprekken gemarkeerd dat dit wel het geval zou kunnen blijken te zijn. Ook tijdens dit bezoek gingen hoop en hardnekkigheid regelmatig hand in hand. Maar de geschiedenis heeft ons met elkaar verbonden. En met een blijvende inspanning van alle betrokkenen, zou het moeten lukken in gezamenlijkheid de kracht in het koninkrijk te gebruiken om wat nog niet goed is beter te krijgen.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Naar boven