35 542 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 (Vierde incidentele suppletoire begroting inzake steun- en herstelpakket)

I VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 16 februari 2021

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 hebben op 2 februari 2021 kennisgenomen van de brief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 januari 2021 waarin hij reageert op de vragen van de leden van de commissie van 2 december 2020 over de reactie van de Europese Commissie inzake de Tozo-uitkering.2

Naar aanleiding hiervan is op 9 februari 2021 een brief gestuurd aan de Minister.

De Minister heeft op 15 februari 2021 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van der Bijl

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Den Haag, 9 februari 2021

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben op 2 februari 2021 kennisgenomen van uw brief van 28 januari 2021 waarin u reageert op de vragen van de leden van de commissie van 2 december 2020 over de reactie van de Europese Commissie inzake de Tozo-uitkering.3

De leden van de commissie lezen in de thans ontvangen antwoorden dat de Europese Commissie momenteel nog wel op informeel ambtelijk niveau sondeert of de Tozo mogelijk inbreuk maakt op de vrijheid van vestiging.4 In de eerdere brief d.d. 18 november 2020 van de voormalig Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid lazen deze leden dat de Commissie aanvullende vragen had gesteld over de vraag of het niet-exporteren van de Tozo een belemmering is voor de vrijheid van vestiging en dat uw ministerie op dat moment bezig was met de beantwoording van die nieuwe vragen.5

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid wensen – vanwege de urgentie voor de desbetreffende ondernemers – graag door u op een zo kort mogelijke termijn te worden geïnformeerd over de inhoud van de beantwoording van deze door de Europese Commissie gestelde vragen.

De voorzitter van de vaste commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, E.M. Sent

BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 februari 2021

Uw Kamer heeft bij brief van 9 februari 2021 gevraagd of de leden van de Vaste Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid geïnformeerd kunnen worden over de inhoud van de beantwoording van de aanvullende vragen die de Europese Commissie heeft gesteld over de kwestie of het niet-exporteren van de Tozo een belemmering is voor de vrijheid van vestiging.

Op ambtelijk niveau heeft het ministerie schriftelijk geantwoord dat de vrijheid van vestiging niet ziet op sociale bijstand. Sociale bijstand is een zaak van de lidstaten en wordt, in overeenstemming met het Europese recht, door Nederland en de andere EU lidstaten alleen verstrekt aan personen die in het eigen land wonen. De Tozo is sociale bijstand. De vrijheid van vestiging ziet derhalve niet op de Tozo.

Daarnaast is aangevoerd dat voor zover de bepalingen van het vrije verkeer toch van toepassing zouden zijn op sociale bijstand voor personen met een onderneming en er sprake is van een belemmering van het vrije verkeer, deze belemmering volgens Nederland is te rechtvaardigen. Die rechtvaardiging is gelegen in de redenen van openbare orde, de intentie van Nederland om haar inwoners een minimum bestaansniveau te garanderen en in de onevenredige belasting die het verstrekken van bijstandsuitkeringen aan alle personen die in Nederland een bedrijf hebben maar in andere EU lidstaten, de EER of Zwitserland wonen, met zich meebrengt.

Als bijlage ontvangt u een afschrift6 van de brief waarin de aanvullende vragen van de Europese Commissie zijn beantwoord.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Samenstelling:

Kox (SP), Essers (CDA), Koffeman (PvdD), Ester (CU), Sent (PvdA) (voorzitter), Van Strien (PVV), N.J.J. van Kesteren (CDA), Oomen-Ruijten (CDA), Schalk (SGP), Stienen (D66), De Bruijn-Wezeman (VVD) (ondervoorzitter), A.J.M. van Kesteren (PVV), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), Crone (PvdA), Frentrop (FVD), Geerdink (VVD), Van Gurp (GL), Moonen (D66), vac. (FVD), Rosenmöller (GL), Vendrik (GL), De Vries (Fractie-Otten), Van der Burg (VVD), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Pouw-Verweij (Fractie-Nanninga), Raven (OSF).

X Noot
2

Kamerstukken I 2020/2021, 35 542, H.

X Noot
3

Kamerstukken I 2020/2021, 35 542, H.

X Noot
4

Kamerstukken I 2020/2021, 35 542, H, p. 3.

X Noot
5

Kamerstukken I 2020/2021, 35 542, G.

X Noot
6

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

Naar boven