35 542 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 (Vierde incidentele suppletoire begroting inzake steun- en herstelpakket)

H VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 29 januari 2021

Tijdens het debat op dinsdag 10 november 2020 over de Vierde incidentele suppletoire begroting inzake het steun- en herstelpakket, heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toegezegd1 de Eerste Kamer te informeren over de reactie van de Europese Commissie op het standpunt dat de uitkering voor levensonderhoud in de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) als sociale bijstand moet worden gezien.

Naar aanleiding hiervan heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid2 de Staatssecretaris op 2 december 2020 een brief gestuurd.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 28 januari 2021 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Den Haag, 2 december 2021

Tijdens het debat op dinsdag 10 november 2020 over de Vierde incidentele suppletoire begroting inzake het steun- en herstelpakket, hebt u toegezegd3 de Eerste Kamer te informeren over de reactie van de Europese Commissie op het standpunt dat de uitkering voor levensonderhoud in de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) als sociale bijstand moet worden gezien.

Met de brief van 18 november 20204 is de Kamer hierover geïnformeerd. De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft met belangstelling kennisgenomen van deze brief, waarin gemeld wordt dat de Europese Commissie van oordeel is dat de Tozo geen sociale-zekerheidsuitkering is in de zin van Verordening (EG) nr. 883/2004, maar een sociale bijstandsuitkering. De leden van de commissie ontvangen graag een afschrift van de brief van de Commissie, zodat zij dit oordeel in de juiste context kunnen plaatsen.

Zij zijn ook geïnteresseerd in de reactie van de Europese Commissie op de beantwoording van de vraag of het niet-exporteren van de Tozo een belemmering is voor de vrijheid van vestiging. Deze beantwoording alsmede de reactie hierop ontvangen de leden van de commissie graag zo spoedig mogelijk.

Voorzitter van de vaste commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, E.M. Sent

BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 januari 2021

Uw Kamer heeft bij brief van 2 december 2020 gevraagd of de leden van de Vaste Eerste Kamercommissie voor SZW een afschrift van de brief van de Europese Commissie mogen ontvangen, alsmede het antwoord van de Europese Commissie op de vraag of het niet-exporteren van de Tozo een belemmering is voor de vrijheid van vestiging.

Omdat voor de verstrekking van deze ambtelijke correspondentie toestemming nodig is van de Europese Commissie, kon ik niet op heel korte termijn tegemoet komen aan uw verzoek. Wel heeft de toenmalige Staatssecretaris de hoofdlijnen van de brief van de Europese Commissie met u gedeeld in zijn brief van 18 november 2020. Dit met als doel u wel al zo volledig mogelijk en tijdig mogelijk te informeren over deze kwestie.

Inmiddels is er contact geweest met de Europese Commissie en heeft zij op 27 januari op ambtelijk niveau laten weten toestemming te verlenen om haar brieven van 1 september en 10 november 2020 te delen met de Nederlandse senaat als het kabinet daartoe genegen is. Ik heb beide brieven5 als bijlage bijgevoegd.

Voor nu is de stand van zaken als volgt. De Commissie is van oordeel dat de Tozo uitkering voor levensonderhoud geen socialezekerheidsuitkering is in de zin van Verordening (EG) nr. 883/2004, maar een sociale bijstandsuitkering. Sociale bijstandsuitkeringen worden door Nederland en de andere EU lidstaten in overeenstemming met het Europese recht alleen aan inwoners van het eigen land verstrekt. De Europese Commissie sondeert momenteel nog wel op informeel ambtelijk niveau of de Tozo mogelijk inbreuk maakt op de vrijheid van vestiging.

Ik zal u zo snel mogelijk informeren over het uiteindelijke formele standpunt van de Europese Commissie.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

T03011.

X Noot
2

Samenstelling:

Kox (SP), Essers (CDA), Koffeman (PvdD), Ester (CU), Sent (PvdA) (voorzitter), Van Strien (PVV), N.J.J. van Kesteren (CDA), Oomen-Ruijten (CDA), Schalk (SGP), Stienen (D66), De Bruijn-Wezeman (VVD) (ondervoorzitter), A.J.M. van Kesteren (PVV), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), Crone (PvdA),

Geerdink (VVD), Van Gurp (GL), Van der Linden (Fractie-Van Pareren), Moonen (D66), vac. (FVD), Rosenmöller (GL), Vendrik (GL), De Vries (Fractie-Otten), Van der Burg (VVD), Van Pareren (Fractie-Van Pareren), Pouw-Verweij (Fractie-Van Pareren), Raven (OSF)

X Noot
3

T03011.

X Noot
4

Kamerstukken I 2020/21, 35 542, G.

X Noot
5

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

Naar boven