35 510 Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag

29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 114 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2023

Op 19 januari, tijdens het plenaire debat over de staat van de rechtsstaat (Handelingen II 2022/23, nr. 42) met uw Kamer, heeft de heer Omtzigt een motie1 ingediend die de regering verzoekt een reflectie te sturen op de voortgang op alle beloftes opgenomen in de kabinetsreactie op het onderzoeksrapport van de Parlementaire Commissie Kinderopvangtoeslag die gaan over wetswijzigingen en beleidswijzigingen en daarin ook aan te geven hoe ouders en kinderen tijdig en volledig recht gedaan zal worden.

Hierbij sturen wij u mede namens de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en de Minister voor Rechtsbescherming onze schriftelijke appreciatie van die motie.

Op 29 juni 2021 heeft de Staatssecretaris van Financiën mede namens zeven andere bewindspersonen een brief gestuurd met daarin de stand van zaken op de aangekondigde acties in de kabinetsreactie.2 Daarin is aangegeven dat het kabinet de Kamer voortaan in de relevante trajecten verder zal informeren over de voortgang van de acties uit de kabinetsreactie. Hiermee kan het kabinet per onderwerp een integraal overzicht geven. In het vervolg van die brief is per onderwerp weergegeven wat de relevante rapportages en vervolgtrajecten zijn. Het kabinet verstrekt sindsdien dus informatie aan de Kamer per onderwerp. Die lijn is eveneens bevestigd in het plenaire debat over het verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag op 7 juli 2021.3

Sindsdien is uw Kamer door het kabinet op vele momenten geïnformeerd over de stand van zaken op de verschillende deelonderwerpen. In het vervolg van deze brief verwijzen wij ten aanzien van ieder van de zes in voornoemde brief van 29 juni 2021 onderscheiden onderwerpen naar een aantal van de brieven waarmee dat is gebeurd.

1. Versterken dienstverlening door de overheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen zonden uw Kamer op 18 januari 2023 de eerste Staat van de Uitvoering, alsmede de eerste Voortgangsrapportage Werk aan Uitvoering, met tevens een overzicht van de stand van zaken van de op dit terrein door uw Kamer aangenomen moties. Voorafgaand aan de eerstvolgende dag van de publieke dienstverlening (22 juni 2023) zal uw Kamer de beleidsreactie ontvangen op de Staat van de Uitvoering en de Voortgangsrapportage Werk aan Uitvoering.

2. Verbeteren wet- en regelgeving en de aansluiting tussen beleid en uitvoering

Bij brief van 16 december 20224 heeft de Minister voor Rechtsbescherming uw Kamer geïnformeerd over de voorgenomen opzet en de planning van de Staat van de wetgevingskwaliteit. Dezelfde Minister stuurde uw Kamer op 21 april 20225 en 23 september 20226 brieven over de invoeringstoets en op 20 oktober 2022 over de introductie van het beleidskompas7. Inzake de acties van het kabinet gericht op de bevordering van de menselijke maat in en bij de toepassing van wetten en regels informeerde de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mede namens de Minister voor Rechtsbescherming en de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen uw Kamer bij brief van 11 juli 20228. In het kader van een schriftelijk overleg beantwoordde de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mede namens de Minister voor Rechtsbescherming op 18 januari 20239 enkele vragen vanuit uw Kamer over deze brief, onder meer over het onderzoek naar hardvochtige effecten van wetten en regels bij de departementen. Dit verloopt verder via de betreffende beleidsdomeinen. Zo hebben de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen de Kamer op 18 november 202210 geïnformeerd over ontwikkelingen in het kader van de Participatiewet en de Wet inkomen naar arbeidsvermogen en heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 22 december 2023 een brief11 gestuurd over o.a. beleidswijzigingen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Op 20 januari 202312 stuurde de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uw Kamer ter kennisneming de teksten voor de preconsultatie van het wetsvoorstel versterking waarborgfunctie Awb.

3. Discriminatie en het gebruik van nationaliteit

Op 22 april 202213 informeerde de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uw Kamer over de instelling van de Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme en vervolgens op 1 juli 202214 over de samenstelling ervan. Bij brief van 19 september 202215 zond de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties samen met vijf andere bewindspersonen uw Kamer het Nationaal Programma tegen discriminatie en racisme toe, opgesteld onder coördinatie van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. Op 13 december 202216 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uw Kamer geïnformeerd over de totstandkoming van dit programma.

4. Open overheid

Ten aanzien van de verbetering van de informatiehuishouding heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 12 december 2022 een brief aan uw Kamer gestuurd met antwoorden op vragen uit een verslag van een schriftelijk overleg.17 Daarin staat aangegeven dat uw Kamer in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk jaarlijks geïnformeerd zal worden over de voortgang van de verbetering van de informatiehuishouding. Over de implementatie van de Wet open overheid heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uw Kamer op verschillende momenten geïnformeerd, waaronder op 8 juli 202218 en 28 november 202219. Met betrekking tot de uitvoering toezegging om bij het verzenden van stukken aan het parlement onderliggende departementale beslisnota’s te verstrekken, heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uw Kamer bij brief van 13 juni 202220 op de hoogte gebracht van de stand van zaken.

5. Ambtelijk vakmanschap

In voornoemde brief van 29 juni 2021 is aangegeven dat uw Kamer over het vervolg van de inspanningen op het gebied van ambtelijk vakmanschap in algemene zin geïnformeerd zal worden via de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk. In de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk over het jaar 2021 is uw Kamer voor het eerst over de stand van zaken geïnformeerd.21 Bij brief van 20 januari 202322 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uw Kamer daarnaast op de hoogte gebracht van de uitvoering van de motie van de heer Ellian om de ambtseed voor rijksambtenaren te wijzigen.

6. Hersteloperatie toeslagen

De inzet is om de hersteloperatie zo snel mogelijk af te ronden. Wij willen allemaal dat gedupeerde ouders en hun kinderen zo snel mogelijk verder kunnen met hun leven. Op 21 oktober 202223 zond de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane uw Kamer de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie Toeslagen. Op 2 december 202224 zond zij uw Kamer antwoorden op vragen over de elfde en de twaalfde voortgangsrapportage, alsmede een toelichting op een aantal aspecten rondom de hersteloperatie. De volgende Voortgangsrapportage bevat de mogelijkheden die het kabinet ziet om de hersteloperatie te verbeteren en te versnellen en de effecten daarvan op planning. Deze rapportage ontvangt uw Kamer begin februari.

Als wij de motie zo mogen lezen dat verzocht wordt uw Kamer op de hoogte te brengen van de stand van zaken van de uitvoering van de maatregelen aangekondigd in de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, kunnen wij het oordeel daarover aan de Kamer laten. Zoals hiervoor toegelicht wordt uw Kamer hierover immers via brieven over de verschillende deeltrajecten reeds doorlopend op de hoogte gehouden. Indien de motie oproept tot een totaaloverzicht van de stand van zaken op alle onderwerpen moeten wij haar ontraden. Zoals toegelicht in voornoemde brief van 29 juni 2021 informeert het kabinet de Kamer in de relevante trajecten over de voortgang van de acties uit de kabinetsreactie. Hiermee kan het kabinet per onderwerp een integraal overzicht geven, zoals is toegelicht in voorliggende Kamerbrief.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot

De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries


X Noot
1

Kamerstuk 29 279, nr. 762.

X Noot
2

Kamerstuk 35 510, nr. 60.

X Noot
3

Handelingen II 2020/21, nr. 198, item 10, p. 9–10.

X Noot
4

Kamerstuk 36 200 VI, nr. 111.

X Noot
5

Kamerstuk 35 510, nr. 96.

X Noot
6

Kamerstuk 35 510, nr. 103.

X Noot
7

Kamerstuk 36 200 VI, nr. 10.

X Noot
8

Kamerstuk 35 510, nr. 102.

X Noot
9

Kamerstuk 35 510, nr. 112.

X Noot
10

Kamerstuk 29 362, nr. 313.

X Noot
11

Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 181.

X Noot
12

Kamerstuk 29 279, nr. 763.

X Noot
13

Kamerstuk 30 950, nr. 301.

X Noot
14

Kamerstuk 30 950, nr. 313.

X Noot
15

Kamerstuk 30 950, nr. 316.

X Noot
16

Kamerstuk 36 200 VII, nr. 139.

X Noot
17

Kamerstuk 29 362, nr. 316.

X Noot
18

Kamerstuk 33 328, nr. 43.

X Noot
19

Kamerstukken 33 328 en 35 112, AF.

X Noot
20

Kamerstuk 28 362, nr. 59.

X Noot
21

Kamerstuk 31 490, nr. 316.

X Noot
22

Kamerstuk 29 362, nr. 320.

X Noot
23

Kamerstuk 31 066, nr. 1128.

X Noot
24

Kamerstuk 31 066, nr. 1139.

Naar boven