35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 475 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2022

In december kondigde het kabinet aan de Garantieregeling voor evenementen (Tijdelijke Regeling Subsidie Evenementen COVID-19, kortweg TRSEC)) en de Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen (ATE) te verlengen tot en met het derde kwartaal van 2022 (Kamerstuk 35 420, nr. 462). In deze brief informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris van OCW, over de nieuwe evenementenregeling die het kabinet hiertoe optuigt. Hieronder ga ik eerst in op de achtergronden van de regeling, om daarna de belangrijkste voorwaarden van de regeling uiteen te zetten. Ook komt de evaluatie van Fieldlabs Evenementen aan bod in deze brief.

Achtergronden

Aangezien de TRSEC en ATE voor de markt logisch in elkaars verlengde liggen – de ATE is feitelijk een vangnet voor evenementen die niet in aanmerking komen voor de TRSEC – acht het kabinet het efficiënter voor zowel evenementen-organisatoren als voor de uitvoerder van de regelingen, de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO), om de ATE en TRSEC samen te voegen tot een gecombineerde regeling. Deze regeling wordt genoemd de Subsidieregeling Evenementengarantie 2022 (SEG22).

Met de SEG22 wil het kabinet organisatoren van evenementen tegemoetkomen die vanwege een eventueel evenementenverbod als gevolg van de corona-situatie tussen 1 januari 2022 en 1 oktober 2022 een evenement zullen moeten annuleren. Ondanks de verwantschap tussen TRSEC en ATE is een belangrijk verschil dat de TRSEC een garantie-element heeft. Organisatoren van evenementen konden voorafgaand aan het evenement een aanvraag doen om op voorhand reeds duidelijkheid te krijgen of ze aanspraak konden maken op een TRSEC-subsidie bij een door de rijksoverheid opgelegd evenementenverbod. De ATE daarentegen regelt een vergoeding achteraf van de gemaakte kosten.

In de SEG22 is het garantie-element de basis voor de gehele gecombineerde regeling geworden. Dit betekent dat alle organisatoren, groot of klein, professioneel of niet, die in aanmerking willen komen voor subsidie in het geval van een evenementenverbod, vooraf een subsidieaanvraag bij RVO moeten indienen. Aangezien de regeling gaat gelden voor evenementen vanaf 1 januari 2022, zal bij deze regeling voor de periode van 1 januari 2022 tot de inwerkingtreding van de regeling ook een aanvraag achteraf mogelijk zijn.

Belangrijkste voorwaarden SEG22

Hieronder volgen de belangrijkste beoogde voorwaarden om voor de SEG 22-regeling in aanmerking te komen:

  • Het betreft een evenement dat door de rijksoverheid is verboden op grond van de corona-situatie;

  • Het betreft een evenement dat plaats zou hebben gevonden in Nederland of in Caribisch Nederland;

  • Het evenement is gemeld bij de gemeente of had een vergunning van de gemeente ontvangen;

  • De geplande datum van het evenement is aantoonbaar ten tijde van een evenementenverbod (of binnen 3 weken na beëindiging van een verbod);

  • Er moet sprake zijn van een publiek toegankelijk evenement (gratis of via kaartverkoop).

  • Besloten evenementen zijn dus uitgesloten;

  • Er moet sprake zijn van minimaal € 2.500 gemaakte (subsidiabele) kosten: deze kosten moeten ook daadwerkelijk en aantoonbaar zijn gemaakt;

  • Alleen de centrale organisator van het evenement kan een aanvraag indienen, niet de leveranciers. Dit is toegelicht in de Kamerbrief van 28 juli 20211.

Er zijn ook enkele wijzigingen aangebracht ten opzichte van de eerdere regelingen om de kansen tot deelname aan de regeling voor alle organisatoren gelijk te trekken. Een belangrijke daarvan is dat de eis uit de TRSEC dat van een evenement een eerdere verzekerde editie moest hebben plaatsgevonden is vervallen.

Annuleringsperiode

Het streven van het kabinet is om maximaal drie weken van tevoren helderheid te verschaffen over het wel of niet door kunnen gaan van evenementen. Het kabinet is zich bewust dat dit voornemen in de praktijk vaak niet gehaald is. Daarom heeft het kabinet het voornemen dat organisatoren tijdens een periode waarin een evenementenverbod van kracht is, en hun evenement ná de periode van het evenementenverbod is gepland, dit evenement mogen annuleren vanaf drie weken voor de geplande datum van het evenement. Dat wil zeggen: óók wanneer nog niet zeker is of het evenementenverbod op de geplande datum van het evenement nog van kracht zal zijn. Hierdoor worden onnodig hoge kosten tijdens de laatste drie dure organisatieweken voorkomen, zodat deze kosten ook niet via de SEG22 gesubsidieerd hoeven te worden. In de ATE en de TRSEC kon een organisator niet zelf deze keuze maken, maar kon hij pas annuleren wanneer een evenementenverbod van kracht was voor de geplande datum van het evenement.

Dit voornemen is onder voorbehoud van de goedkeuring van de Europese Commissie.

Vergoedingspercentages

In het eerste kwartaal van 2022 geldt een subsidiepercentage van 90% en in het tweede en derde kwartaal van 2022 een subsidiepercentage van 80% van de gemaakte kosten. Voor het grootste deel van de gemaakte kosten kan dus een subsidie worden verkregen. Voor het resterende deel van 10% in het eerste kwartaal respectievelijk 20% in het tweede en derde kwartaal van 2022 – het eigen risico – kan binnen deze regeling bij RVO een lening worden afgesloten; daarvoor geldt een terugbetalingsverplichting met een rente van 2% per jaar voor een termijn van vijf jaar.

Het budget van de SEG22 bedraagt € 475 mln. De regeling zal ter notificatie aan de Europese Commissie worden voorgelegd. Ook wordt de regeling voorgehangen bij de Tweede Kamer.

Evaluatie Fieldlabs

Uw Kamer heeft aangegeven voorafgaand aan het Commissiedebat inzake «Steunpakket voor de culturele en creatieve sector + Garantieregeling evenementen + Evaluatie field labs» een brief te verwachten over de Evaluatie Fieldlabs, zoals verzocht in de motie van Van Strien/Werner op 30 september 2021 (Kamerstuk 32 820, nr. 449). Deze evaluatie is uitgevoerd door de stuurgroep en het programmateam van Fieldlabs Evenementen in de vorm van een zelfevaluatie. Op 20 februari 2022 is deze opgeleverd. Deze zelfevaluatie treft u hierbij aan, nog zonder kabinetsreactie2. Ik vind het goed dat deze evaluatie er ligt en het kabinet komt ook nog met een uitgebreidere kabinetsreactie. Het kabinet streeft ernaar om uiterlijk eind maart met een reactie te komen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Kamerstuk 35 420, nr. 408.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven