35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 408 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juli 2021

In de brief van 14 juli 20211 hebben we u geïnformeerd over aanvullende steun specifiek aan de evenementensector en de poppodia naar aanleiding van het besluit ongeplaceerde evenementen tijdelijk niet toe te staan. In het Kamerdebat op 14 juli jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 100, item 2) over de stand van zaken rondom het coronavirus zijn hierover enkele vragen gesteld en verzoeken gedaan. In deze brief gaan we, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, hierop in.

Verlenging ATE

We hebben in de genoemde brief uw Kamer ingelicht over de voorgenomen Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen (ATE). Hiermee worden organisatoren van evenementen en activiteiten die door het abrupte besluit van 9 juli verboden zijn en die niet tot de doelgroep van de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (hierna: garantieregeling) behoren, onder voorwaarden tegemoet gekomen2. In die brief is aangegeven dat de ATE zou gaan gelden voor evenementen die gepland stonden in de periode van 10 juli tot en met 13 augustus.

Organisatoren van evenementen die zijn voorzien kort na 13 augustus, zijn afhankelijk van het politieke besluit op uiterlijk 13 augustus over de periode daarna, waardoor het risico voor hen moeilijk in te schatten is. Daarmee bestaat een ongewenste prikkel om voorlopig geen kosten te maken en de voorbereidingen te staken. Het kabinet wil helpen voorkomen dat organisatoren de voorbereidingen van reeds voorziene evenementen en activiteiten (onnodig) stopzetten vanwege het risico om gemaakte kosten zelf te moeten dragen. Tijdens het coronadebat op 14 juli jl. is door het lid Van den Berg van het CDA3 een motie ingediend om de openstelling van de ATE te verruimen. Het kabinet is voornemens de ATE ook te laten gelden voor evenementen en activiteiten die reeds gepland zijn voor de periode van 14 augustus tot en met 3 september. Daarmee wordt invulling gegeven aan de motie van het lid Van den Berg.

Voor de periode van 14 augustus tot en met 3 september geldt op dit moment geen verbod met uitzondering voor meerdaagse evenementen met overnachting waarvoor een verbod geldt tot 1 september. Deze meerdaagse evenementen vallen voor zover we kunnen overzien allen binnen de garantieregeling. Alleen indien voor de periode van 14 augustus tot en met 3 september alsnog een verbod wordt ingesteld voor de overige evenementen, worden de op dat moment aantoonbaar gemaakte en juridisch verplichte kosten vergoed met de ATE.

De ATE is bedoeld om organisatoren van evenementen tegemoet te komen die geraakt zijn door het verbod van 9 juli. Om het risico op oneigenlijk gebruik te verkleinen gaat het hierbij enkel om evenementen waarvan de organisator, bijvoorbeeld via een vergunningsaanvraag, aan kan tonen dat het evenement al vóór 9 juli op de planning stond. Het kabinet heeft er bewust voor gekozen om de regeling geen betrekking te laten hebben op evenementenorganisatoren die na 9 juli alsnog besluiten een evenement te organiseren in de periode tot en met 3 september; dan is het risico echt voor eigen rekening. Tegelijkertijd wil het kabinet evenementenorganisatoren die al eerder zijn gestart wel ondersteunen. Door deze verlenging van de ATE kunnen organisatoren van evenementen die al voor 9 juli gestart waren met organiseren de komende weken de voorbereidingen voortzetten.

Het kabinet vindt het logisch om organisatoren enkel tegemoet te komen indien er daadwerkelijk sprake is van een verbod en het evenement geen doorgang kan vinden. Omdat we in een onzekere tijd leven, verwacht het kabinet wel dat evenementenorganisatoren bij de opzet van hun evenement rekening houden met een mogelijk wisselend epidemiologisch beeld. Bijvoorbeeld door kosten waar mogelijk beperkt te houden en verplichtingen niet vroeger dan nodig aan te gaan.

De ATE zal de komende periode worden uitgewerkt, waarmee de precieze invulling van de voorwaarden en uitvoering duidelijk wordt. Om een beeld te krijgen over welke evenementen en activiteiten we het nu hebben, laat de VNG een inventarisatie uitvoeren onder gemeenten naar aantal en soort evenementen die onder deze regeling zouden kunnen vallen. Hierover wordt uw Kamer op de kortst mogelijke termijn geïnformeerd. Gelet op de complexiteit van de regeling en de benodigde goedkeuring door de Europese Commissie, zal hier enige tijd voor nodig zijn. We streven naar publicatie van de ATE aan het eind van het vierde kwartaal. De geraamde kosten van de ATE stijgen door de in deze brief aangekondigde verlenging naar verwachting van € 80 miljoen naar € 120 miljoen.

Werking garantieregeling in relatie tot toeleveranciers

In het debat op 14 juli jl. is door uw Kamer de zorg uitgesproken dat toeleveranciers aan organisatoren van evenementen niet gesteund zouden worden via de garantieregeling. Zo werd in de (aangehouden) motie Westerveld (GroenLinks) de regering verzocht «dat de gehele keten in de evenementenbranche aanspraak moet kunnen maken op de garantieregeling voor evenementen zodat ook technici, toeleveranciers, beveiligers, artiesten en cateraars hun kosten volledig vergoed krijgen». De garantieregeling is bedoeld ter ondersteuning van de hele keten rond een evenement. Evenementen worden immers door tientallen, soms honderden bedrijven en ZZP’ers gezamenlijk georganiseerd. Daarbij is de organisator de centrale partij, die met ontvangen ticketgelden de toeleveranciers betaalt. Tegen deze achtergrond richt de garantieregeling zich op de evenementenorganisator, die met de subsidie in staat gesteld wordt andere partijen te betalen, zodat hiermee de hele keten van bedrijven in de evenementenbranche wordt bediend, inclusief zelfstandigen en artiesten die waren gecontracteerd door de organisator van het evenement.

Indien een evenement in de tweede helft van 2021 georganiseerd is en dat evenement onverhoopt door de overheid verboden wordt vanwege de coronasituatie, kan de organisator (mits deze voldoet aan de voorwaarden) aanspraak maken op de garantieregeling. Daarbij zijn reeds gemaakte of juridisch verplichte kosten voor de organisatie van het evenement subsidiabel. Het Rijk staat hiermee garant voor deze kosten. Het kabinet beoogt op deze manier de levensvatbaarheid van de sector, inclusief de achterliggende keten van betrokken bedrijven, voor de nabije toekomst te borgen.

De garantieregeling is er primair op gericht dat de organisator van een evenement zijn toeleveranciers kan betalen voor zover hij daartoe privaatrechtelijk verplicht is, zoals bij een (schriftelijk) contract. De financiële aanspraken die zowel leveranciers als consumenten/deelnemers hebben jegens de organisator, worden beheerst door het privaatrecht. Daarnaast is de regeling erop gericht dat ook de organisator zelf tegemoet gekomen wordt voor specifiek gemaakte kosten bij de organisatie van het betreffende evenement. Waar het de annulering van evenementen als gevolg van het op 9 juli aangekondigde verbod betreft, dekt de garantieregeling kosten die zijn gemaakt tot het moment van de persconferentie op 9 juli. Voor de meerdaagse evenementen met overnachting die per 26 juli verboden zijn tot 1 september, dekt de garantieregeling de kosten tot en met 26 juli. Bij een eventueel nieuw verbod, dekt de regeling kosten gemaakt tot het moment dat het verbod bekend wordt.

Ten behoeve van de transparantie voor toeleveranciers wordt bekeken of het mogelijk is om openbaar te maken voor welke evenementen subsidie wordt verstrekt onder de garantieregeling.

De garantieregeling is niet bedoeld voor het betalen van vaste lasten of overige kosten van de organisator en zijn toeleveranciers die niet rechtstreeks gerelateerd zijn aan het desbetreffende evenement. Subsidie op grond van deze regeling kan ook niet worden gebruikt voor restitutie van ticketgelden. Het beoogde indirecte gevolg van deze regeling is wel dat de organisator in staat zal zijn de ticketgelden te restitueren, doordat de kosten van organisatie van het evenement uit de subsidie betaald kunnen worden.

Geen nieuwe voorraadvergoeding bovenop de TVL

Door de aangescherpte coronamaatregelen van 9 juli 2021 geldt tot ten minste 13 augustus 2021 een verbod op ongeplaceerde evenementen (tevens tot 1 september voor meerdaagse evenementen met overnachting) en verplichte sluiting van de nachthoreca. Het kabinet heeft besloten om hiervoor geen extra voorraadvergoeding toe te voegen aan de TVL. Zoals toegezegd aan het lid Van der Staaij van de SGP heeft het kabinet gekeken naar een voorraadvergoeding in relatie tot bedrijven die leven van bruiloften. Een voorraadvergoeding is eerder in oktober 2020 toegevoegd aan de TVL, toen de gehele horeca verplicht was zijn deuren te sluiten. Dit was een generieke regeling gericht op compensatie voor bederfelijke waren. De situatie nu is om twee redenen anders dan de situatie in oktober.

Ten eerste kan de horeca, afgezien van de discotheken en nachtclubs, ook na de persconferentie van 9 juli jl., met inachtneming van de geldende coronamaatregelen, open blijven. De nachthoreca kent relatief weinig bederfelijke voorraden, waardoor het kabinet een aanvullende voorraadvergoeding niet noodzakelijk acht.

Daarnaast zijn eendaagse evenementen met vaste zitplekken op anderhalve meter voor alle bezoekers, nog steeds toegestaan. Ook de voorwaarden voor bruiloften zijn na 9 juli niet veranderd. Er is geen maximum aantal bezoekers voor huwelijksvoltrekkingen, feesten en recepties. Gasten op een bruiloft moeten altijd anderhalve meter afstand van elkaar kunnen houden en hebben een vaste zitplaats. Het kabinet heeft geen aanwijzingen dat huwelijken op grote schaal zijn geannuleerd of uitgesteld als gevolg van het besluit van het kabinet op 9 juli jl.

Ten slotte is een specifieke voorraadvergoeding in de TVL voor activiteiten als bruiloften niet uitvoerbaar. Dit soort activiteiten zijn binnen de TVL niet af te bakenen middels een eenduidige SBI-code. Een brede openstelling over vele SBI-codes maakt een dergelijke vergoeding zeer kostbaar en ondoelmatig.

Ten algemene kunnen bedrijven, inclusief toeleveranciers, indien zij voldoen aan de voorwaarden, gebruik maken van het generieke steunpakket.

Poppodia

Tot slot heb ik in de brief van 14 juli jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 354) toegezegd ook te zullen kijken naar aanvullende steun voor poppodia. Voor de poppodia geldt dat zij gebruik kunnen maken van de TVL- en NOW-regeling.

Met gemeenten en provincies, die verantwoordelijk zijn voor de lokale en regionale culturele infrastructuur waaronder lokale en regionale poppodia, is afgesproken dat aan het eind van Q3 wordt bekeken hoeveel middelen het Rijk van de reeds gereserveerde € 36,5 miljoen beschikbaar stelt aan gemeenten en provincies ten behoeve van de in stand houding van de lokale en regionale culturele infrastructuur.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Kamerstuk 35 420, nr. 354

X Noot
2

Kamerstuk 35 420, nr. 354

X Noot
3

Kamerstuk 25 295, nr. 1364

Naar boven