Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2021
Sinds begin 2020 ontvangt Sint Maarten, net als Curaçao en Aruba, liquiditeitssteun
om de gevolgen van de COVID-19 pandemie op te vangen. Op 28 mei jl. heb ik uw Kamer
geïnformeerd over de zorgwekkende ontwikkelingen inzake de corporate governance van
Princess Juliana International Airport (PJIA) en het besluit van de Rijksministerraad
om pas over te gaan tot het verstrekken van de vijfde tranche liquiditeitssteun nadat
de regering van Sint Maarten voldoende doortastend heeft opgetreden om de problemen
op de luchthaven structureel te herstellen en de succesvolle voortgang van het project
tot herstel van de luchthaventerminal veilig te stellen.1
De Rijksministerraad heeft mij gemachtigd om in overleg met de Minister-President
en de Minister van Financiën te beoordelen of Sint Maarten voldoende doortastend heeft
opgetreden en zo ja, op dat moment alsnog over te gaan tot het verstrekken van de
liquiditeitssteun. De afgelopen weken heeft Sint Maarten voortvarend gewerkt aan het
herstellen van goed bestuur. De Minister-President van Sint Maarten heeft mij en de
Royal Schiphol Group (RSG) in deze periode meerdere malen geïnformeerd over de stand
van zaken. De RSG heeft de afgelopen jaren een essentiële rol gespeeld in zowel het
herstelproject als bij het borgen van goed bestuur.
De acties die Sint Maarten heeft ondernomen om goed bestuur op de luchthaven te herstellen
geven de Minister-President, de Minister van Financiën en mij voldoende vertrouwen
om over te gaan tot het verstrekken van de vijfde tranche liquiditeitssteun. Hierbij
weeg ik ook het oordeel van RSG mee, die positief staat ten opzichte van de door Sint
Maarten genomen stappen.
Dit betekent dat de vijfde tranche liquiditeitssteun van ANG 39,0 miljoen (€ 19,1 miljoen)
zo spoedig mogelijk zal worden uitgekeerd aan Sint Maarten. Dit heeft dringende spoed
omdat, mede in het licht van de inmiddels zeer sterke negatieve liquiditeitspositie
van Sint Maarten, de regering van Sint Maarten zonder liquiditeitssteun eind juni
niet meer in staat zal zijn de ambtenarensalarissen uit te betalen. Zonder liquiditeitssteun
zal Sint Maarten bovendien ook de loonkostensubsidieregeling niet meer kunnen uitkeren,
met mogelijke faillissementen van bedrijven en verlies van werkgelegenheid tot gevolg.
Om deze redenen ziet de regering dringende spoed om de vijfde tranche zo spoedig mogelijk
aan Sint Maarten uit te betalen.
De budgettaire gevolgen van de vijfde tranche liquiditeitssteun worden, in tegenstelling
tot mijn eerdere bericht na de besluitvorming van de Rijksministerraad d.d. 23 april
jl.2, in een nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting aan u voorgelegd. Normaliter
wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet
heeft geautoriseerd. Aangezien uitstel van uitvoering van deze spoedeisende maatregel
die in het belang van het Rijk is, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide
Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregel starten
nadat u deze nota van wijziging heeft ontvangen. Ik stuur u begin volgende week de
nota van wijziging en verwacht eind volgende week de middelen over te maken aan Sint
Maarten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet
2016.
Het toetsingskader risicoregelingen voor de vijfde tranche liquiditeitssteun is op
28 april jl. reeds met uw Kamer gedeeld.3
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops