Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 mei 2021
Middels deze brief beantwoord ik uw verzoek van 15 april jl. om een reactie te geven
op een vraag gestuurd door ZLTO n.a.v. een antwoord op de brief over verliezen akkerbouwers
d.d. 5 februari 2021.
In de brief «reactie op het commissieverzoek inzake aardappelen» (Kamerstuk 35 420, nr. 220) schreef ik dat het kabinet is gekomen met een herijking van het steunpakket generieke
maatregelen. Er heeft in het vierde kwartaal van 2020 een verruiming plaatsgevonden
van de tegemoetkoming vaste lasten (TVL)-regeling, waardoor deze ook toegankelijk
is geworden voor getroffen bedrijven in de land- en tuinbouwsectoren. Hier bovenop
is in het eerste kwartaal van 2021 nog een aanvullende toeslag gekomen voor de land-
en tuinbouw.
In reactie op deze brief stelt ZLTO dat er hulp is geboden aan de sector in het tweede
kwartaal van 2020, en dat aardappeltelers aanspraak konden maken op de TVL in 2021,
maar niet in de tussenliggende periode van juli tot en met december 2020.
Dat er in tussenliggende periode geen aanspraak gemaakt kon worden op steun is niet
correct, in het vierde kwartaal kon ook de aardappelsector gebruik maken van het TVL
en stonden maatregelen zoals de NOW, belastinguitstel en kredietverlening voor telers
open.
In het derde kwartaal konden aardappeltelers geen aanspraak maken op steun vanuit
de overheid. Hiermee wijkt de sector niet af van andere economische sectoren. In die
periode kende onze economie ook een opleving van 7,7% en was er geen sprake van sluiting
van horeca. Deze sluiting was in het voorjaar van 2020 de reden om wel te kiezen voor
sectorspecifieke steun voor aardappeltelers.
Zoals gesteld, de hulp die de aardappelsector in 2020 kreeg, is vergelijkbaar met
de hulp die het grootste gedeelte van de economie toen kreeg. Het enige verschil is
dat de aardappelsector een sectorspecifiek hulppakket kreeg in het tweede kwartaal
2020.
Ik ben erg begaan met de aardappelsector en heb begrip voor de zeer moeilijke situatie
waarin telers zich kunnen bevinden als gevolg van COVID-19. Er is voor de sector vanwege
de moeilijke omstandigheden al een aanvullende regeling getroffen, die niet toegankelijk
was voor andere sectoren. Maar het is niet mogelijk om nogmaals aanvullende steun
te verlenen boven op de bestaande regelingen. Om telers tegemoet te komen is er voor
gekozen om de sector zoveel mogelijk te laten meelopen met de generieke maatregelen.
Ik heb mij hard gemaakt voor de aanvullende toeslag voor de landbouwsector, om de
schade waar mogelijk te verzachten.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten