35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 269 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 mei 2021

In het steun- en herstelpakket van 21 januari jl.1 is een subsidieregeling voor mobiliteitssectoren aangekondigd. Met deze subsidieregeling wordt beoogd de teruggang in R&D investeringen, die het gevolg is van de coronacrisis, in de Nederlandse automotive, luchtvaart en maritieme industrie, te mitigeren door het stimuleren van R&D-projecten. De subsidie moet deze prominente sectoren uit de Nederlandse maakindustrie in staat stellen om sterker uit de crisis te komen door zowel de concurrentiepositie te verbeteren als een bijdrage te leveren aan de transities op het gebied van duurzaamheid en digitalisering. Het beschikbare budget is 150 miljoen euro.2

De afgelopen maanden is er hard gewerkt om deze regeling uit te werken. Er is een klankbordgroep geconsulteerd bestaande uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, TO2-instellingen en de Topsectoren. Ook zijn er door de sectoren zelf informatiesessies georganiseerd om de regeling aan te kondigen en de brede achterban te informeren over de inhoud van de regeling. Dit alles heeft er aan bijgedragen dat de regeling inmiddels is uitgewerkt en op 12 mei is gepubliceerd in de Staatscourant3. Op 17 mei a.s. wordt de regeling voor 3 maanden opengesteld.

De regeling betreft een open tender waarbij de beste projecten worden gehonoreerd, totdat het beschikbare budget is uitgeput. Een externe adviescommissie zal de projecten beoordelen en rangschikken aan de hand van een vijftal criteria en een advies aan mij uitbrengen. De rangschikkingscriteria hebben betrekking op (i) de mate waarin een project bijdraagt aan de doelen van de regeling en de voor de desbetreffende sectoren relevante omvangrijke R&D-thema’s op het vlak van duurzaamheid en digitalisering, (ii) de kwaliteit van het project, (iii) vernieuwing, versterking van de Nederlandse kennis- en innovatiepositie en cross-sectorale samenwerking, (iv) de impact op het betrokken ecosysteem voor onderzoek en innovatie en (v) de impact op de markt.

De subsidie wordt verstrekt aan een samenwerkingsverband van grote, middelgrote en/of kleine ondernemingen uit de mobiliteitssectoren. Ook onderzoeksorganisaties kunnen aan het samenwerkingsverband deelnemen. Het project moet bestaan uit industrieel onderzoek en/of experimentele ontwikkeling en heeft een maximale looptijd van 4 jaar. De subsidiebeschikkingen zullen naar verwachting eind oktober verleend worden. De consortia kunnen overigens vanaf 17 mei a.s. al een aanvraag indienen en starten. Kosten kunnen vanaf het moment van indiening meegenomen worden in de latere subsidieverlening, mits de gemaakte kosten subsidiabel zijn op grond van de regeling.

Ik geef hiermee invulling aan de motie van het lid Amhaouch c.s.4 om de regeling voor 15 mei a.s. uit te werken. Ik verwacht dat we veel bedrijven in de mobiliteitssector met deze regeling kunnen ondersteunen om sterker en slagvaardiger uit de crisis te komen. Ook verwacht ik dat de regeling daadwerkelijk impact gaat hebben op het lange-termijn-verdienvermogen en de ecosysteemvorming in deze belangrijke sectoren uit de maakindustrie. Tot slot zal de regeling een belangrijke bijdrage leveren aan de transitie naar duurzame en slimme mobiliteit. Ik zal uw Kamer in het najaar informeren over de projecten waarvoor subsidie toegekend is.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Kamerbrief uitbreiding economisch steun- en herstelpakket (21 januari jl.). Kamerstuk 35 420, nr. 217

X Noot
2

Kamerbrief aanvullingen op het economisch steun- en herstelpakket (12 maart jl.). Kamerstuk 35 420, nr. 248

X Noot
3

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 11 mei 2021 tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2021 in verband met de invoering en openstelling van de subsidiemodule R&D-mobiliteitssectoren (Stcrt. 2021, nr. 24061)

X Noot
4

Motie van het lid Amhaouch (28 januari). Kamerstuk 35 669, nr. 21

Naar boven