35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 205 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 23 december 2020

De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 2 november 2020 inzake inzake het akkoord tussen Curaçao en Nederland inzake voorwaarden liquiditeitssteun (Kamerstuk 35 420, nr. 177).

De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 22 december 2020. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Paternotte

De adjunct-griffier van de commissie, De Vos

1

Op welke punten verschilt de huidige overeenkomst met het voorstel dat deze Kamer ontvangen heeft in de brief van 10 juli jl.?

De overeenkomst verschilt op een aantal punten, zowel voor wat betreft de concept consensus rijkswet, als het landspakket. De rijkswet is op drie belangrijke punten gewijzigd. Allereerst is het vanaf het begin van de onderhandelingen geldende uitgangspunt dat het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO) geen landsbevoegdheden kan overnemen in de wet vastgelegd. Daarnaast is toegevoegd aan het voorstel dat ten minste een van de drie leden van het COHO aantoonbare affiniteit met het Caribisch deel van het Koninkrijk moet hebben, om zo de representativiteit van het COHO te waarborgen. Tot slot is in het voorstel opgenomen dat de rijkswet na drie jaar wordt geëvalueerd door een onafhankelijke commissie bestaande uit leden waar Curaçao deels mee moet instemmen.

Wat het landspakket betreft is de grootste wijziging de voorgestelde verhoging van de pensioenleeftijd. Verhoging van de pensioenleeftijd is belangrijk voor de duurzame houdbaarheid van het stelsel. Curaçao heeft de leeftijd echter in 2013 in één keer verhoogd van 60 naar 65 jaar. De pensioenleeftijd wordt in het landspakket verhoogd naar 66 jaar met de notie dat, wanneer uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat een verhoging naar 67 in 2025 niet haalbaar is, alternatieve voorstellen met hetzelfde budgettaire effect worden gepresenteerd door Curaçao.

Daarnaast is gesproken over mogelijkheden tot versterking van het ondernemersklimaat. Feitelijk was dit een voortzetting van de gesprekken die al gevoerd werden onder het Groeiakkoord. De economie van Curaçao kende ook voor de coronacrisis al een forse krimp. Het is belangrijk voor het land dat in de kern gezonde bedrijven behouden kunnen blijven. Daarom was in het Groeiakkoord een verkenning voorzien naar mogelijkheden om garantie instrumentarium voor in de kern gezonde bedrijven te ontwikkelen. Gesprekken hierover waren al opgestart en zijn nu gecontinueerd. Dit heeft ertoe geleid dat Nederland bereid is om de haalbaarheid om een dergelijk instrument voor Curaçao te onderzoeken en een bedrag van maximaal 20 mln. euro hiervoor beschikbaar te stellen.

2

Op welke wijze zullen de investeringen bijdragen aan het behalen van de Sustainable Development Goals, in het bijzonder de duurzaamheidsdoelstellingen?

Het landspakket vertoont in hoge mate overeenkomst met de Sustainable Development Goals (SDGs). Het primaire doel van de hervormingen en investeringen is immers om het land ook voor de toekomstige bevolking economisch, financieel, maatschappelijk en institutioneel duurzaam te maken. De duurzaamheidsdoelen waar u op doelt worden impliciet daarin meegenomen. Zo wordt momenteel bijvoorbeeld onderzocht op welke manieren energietransitie op Curaçao kan bijdragen aan economische groei en werkgelegenheid.

3

Klopt het dat op dit moment 15 tot 20% van de bevolking op Curaçao afhankelijk is van voedselsteun? Welke incidentele en structurele initiatieven neemt de Curaçaose en de Nederlandse overheid om de bevolking in staat te stellen om in hun eigen levensonderhoud te voorzien?

Ja, dat klopt.

Met de maatregelen uit het landspakket wordt toegewerkt naar een sterkere economie, met onder andere als doel om de werkgelegenheid een impuls te geven en de bevolking in staat te stellen in eigen levensonderhoud te voorzien. Daarnaast wordt gekeken naar de werking van de arbeidsmarkt, het stelsel van sociale zekerheid en het sociaal vangnet. De precieze uitwerking hiervan in incidentele en structurele initiatieven vergt nader onderzoek. Momenteel vinden gesprekken plaats met Curaçao over prioritering van de maatregelen en fasering in de tijd om tot een gedegen, realistische, uitwerking te kunnen komen.

In de tussentijd heeft het kabinet in 2020 41,2 miljoen euro vrijgemaakt om voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten in voedselhulp te voorzien. Onder coördinatie van het Rode Kruis worden op Curaçao ongeveer 22.000 mensen voorzien van voedselhulp. Voor 2021 wordt op dit moment onderzocht wat de noden zijn en welke mogelijkheden het kabinet heeft om daarin te voorzien.

4

Welke groepen hebben vooral last van de ongelijke verdeling van inkomen op Curaçao? Welke groepen leven vooral in grote armoede op Curaçao en hoe zal dit landspakket bijdragen aan de verlichting van deze armoede?

Dat is op dit moment niet goed te zeggen, aangezien hier nog geen onderzoek naar is gedaan. In het landspakket zitten maatregelen die moeten zorgen dat het voor ondernemers aantrekkelijker wordt om mensen in dienst te nemen. Tegelijkertijd moet gewerkt worden aan een solide doch activerend sociaal vangnet voor diegenen die hun baan verloren hebben. Daarnaast wordt met de doorlichting van het fiscale stelsel en in het bijzonder de inkomstenbelasting gekeken naar manieren waarop de sterkste schouders ook de zwaarste lasten dragen en de inkomensverdeling evenwichtiger verdeeld kan worden.

5

Zijn er voldoende data beschikbaar om een goede analyse te maken van de economische en sociale impact van Covid-19 op basis waarvan de juiste maatregelen ter ondersteuning kunnen worden besproken?

Het landspakket is tot stand gekomen op basis van rapportages (o.a. van het IMF) die de afgelopen jaren gepubliceerd zijn. Ook de eerder afgesproken onderwerpen uit het, inmiddels opgezegde, Groeiakkoord zijn als basis gebruikt. Uit die rapportages blijkt op hoofdlijnen welke noodzakelijke maatregelen genomen moeten worden om Curaçao weerbaar en sterker te maken richting de toekomst. Die rapporten zijn veelal voor de coronacrisis gemaakt. Om helder te krijgen hoe maatregelen exact uitgewerkt moeten worden is aanvullend onderzoek nodig. Daarom beginnen veel maatregelen met een doorlichting of een onderzoek (nulmeting) waar meer concrete aanbevelingen uit zullen volgen. Bij die onderzoeken wordt rekening gehouden met de huidige omstandigheden.

6

Hoe worden de noden van de meest kwetsbare mensen op korte termijn geborgd? Is daar additionele financiering in voorzien? En hoe worden de noden geborgd van de mensen die geen recht hebben op het sociale zekerheidsstelsel omdat ze werkzaam waren in de informele economie?

Het kabinet heeft toegezegd voor de rest van 2020 met voedselhulp te ondersteunen. Daarmee worden de meest kwetsbaren in de samenleving geholpen. Er wordt op dit moment onderzocht hoe hoog de noden naar verwachting in 2021 zullen zijn en op welke wijze het kabinet daaraan kan bijdragen. Dit geldt ook voor de mensen die geen recht hebben op het sociale zekerheidsstelsel omdat ze werkzaam zijn in de informele economie. Dit element is onderdeel van het landspakket.

7

Hoe wordt ervoor zorggedragen dat ook in de praktijk onverzekerde hulpzoekers op Curaçao toegang hebben tot medisch noodzakelijke zorg?

De zorg voor onverzekerde ongedocumenteerden is een verantwoordelijkheid van het land Curaçao. De kliniek Salu pa Tur levert deze zorg in de praktijk. Bij het begin van de crisis in maart heeft het Ministerie van VWS in het kader van de Covid-19 bijstandverlening ook besloten de kliniek Salu pa Tur financieel te ondersteunen zodat noodzakelijke zorg ook geboden wordt aan ongedocumenteerden.

8

Welke mogelijkheden ziet de Staatssecretaris om met de totstandkoming van deze meerjarige afspraken te komen tot een situatie dat toekomstige nadere liquiditeitssteun niet telkens achteraf maar juist vooraf per incidentele suppletoire begroting aan de Kamer wordt voorgelegd?

Over het eerste deel van de vierde tranche liquiditeitssteun vindt nog dit jaar besluitvorming plaats in de RMR. Vervolgens is voorzien dat in de RMR van februari 2021 zal worden besloten wat het voorlopig toegestane begrotings-/financieringstekort 2021 van de landen mag zijn, op basis van een advies van het Cft. Dan is ook duidelijk wat de geraamde liquiditeitsbehoefte van de landen zal zijn voor heel 2021. Ik zal u daarover informeren.

Gedurende het jaar zal per kwartaal, op basis van een Cft-advies over de liquiditeitsbehoefte voor dat kwartaal, liquiditeitssteun worden verstrekt, indien het desbetreffende land voldoet aan de aan die tranche gekoppelde voorwaarden. In oktober/november 2021 zal worden bezien of de raming 2021 geactualiseerd dient te worden, bijvoorbeeld omdat de economische omstandigheden in 2021 anders waren dan in februari was voorzien. Ook dan zal ik u nader informeren.

Tot slot onderzoek ik samen met de Minister van Financiën of en zo ja welke mogelijkheden er zijn om binnen de comptabele wet- en regelgeving de jaarraming van de liquiditeitsbehoefte van de landen te verwerken in de begroting en hoe om te gaan met een gewenste aanpassing van de raming. Daarmee zal uw Kamer voordat de liquiditeitssteun wordt verstrekt, op de hoogte worden gebracht. Ik informeer u voor het voorjaarsreces over de uitkomst van deze gesprekken.

9

Is de Staatssecretaris bereid om de Kamer op korte termijn per brief te informeren over inrichting en werking van het voorgenomen COHO, op die wijze bevorderend dat op voorhand politiek draagvlak ontstaat op de hoofdlijnen van het nog in te dienen wetsvoorstel van Rijkswet?

De concept Rijkswet waarmee het COHO wordt opgericht, ligt momenteel voor bij de Raad van State van het Koninkrijk voor advisering. Aan de besluitvorming om het voorstel naar de Raad van State te versturen zijn intensieve gesprekken voorafgegaan met Aruba en Curaçao. Die gesprekken stonden in het teken van het verkrijgen van draagvlak voor het voorstel. Bij nader rapport zal worden gereageerd op het advies van de Raad van State van het Koninkrijk. Na dit advies zal het wetsvoorstel, conform de gebruikelijke procedure, inclusief het nader rapport worden aangeboden aan uw Kamer ter behandeling. Over de inrichting en de werking van het voorgenomen COHO heb ik meermaals met uw Kamer gesproken, waarbij ik heb aangegeven dat de inhoudelijke gesprekken met de Kamer over dit onderwerp pas zullen plaatsvinden indien het wetsvoorstel is ingediend bij de Kamer.

10

Op welke wijze wordt voorzien dat het op te richten COHO door de jaren heen aan budget gaat komen om de opgedragen taken te kunnen uitvoeren? Lopen deze budgetten jaarlijks via de reguliere begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inclusief controle van de Tweede Kamer, of zijn er andere geldstromen voorzien?

Voor het COHO komen generale middelen beschikbaar. Deze middelen zijn toegevoegd aan de begroting van hoofdstuk 4 Koninkrijksrelaties met de nota van wijziging op de begroting 2021, die eind november naar uw Kamer is gezonden (Kamerstuk 35 570 IV, nr. 21). De budgetten zijn specifiek zichtbaar in de begroting van hoofdstuk 4 Koninkrijksrelaties.

11

Hoe wordt toezicht gehouden op de uitvoering van de aan de derde tranche liquiditeitssteun verbonden voorwaarden zolang het COHO nog niet functioneert? Wilt u bij de beantwoording van deze vraag vooral betrekken de afspraken die gemaakt zijn over vervroegde uittreding en afslanking van het ambtenarenapparaat?

Zolang het COHO nog niet functioneert, is binnen mijn ministerie een Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) opgezet. Deze organisatie valt organisatorisch binnen het directoraat-generaal Koninkrijksrelaties en heeft als taak de uitvoering van het landspakket ter hand te nemen en te adviseren over de voortgang van de uitvoering van de verschillende maatregelen. Samen met het advies van het Cft zal dit leiden tot besluitvorming in de Rijksministerraad over nieuwe liquiditeitssteun. Deze liquiditeitssteun is onder andere alleen mogelijk als in voldoende mate is voldaan aan de gestelde voorwaarden bij de eerdere tranches. Daarbij worden alle eerder gestelde voorwaarden betrokken.

12

Hoe passen de financiële uitdagingen van het Medical Centre (ziekenhuis) op Curaçao binnen de afspraken van de liquiditeitssteun?

De financiële uitdagingen van het CMC zijn een verantwoordelijkheid van het land Curaçao zelf. In het kader van de liquiditeitssteun zijn er in het landspakket voorwaarden gesteld over hervormingen in de zorg. Ziekenhuissamenwerking binnen het Koninkrijk is bijvoorbeeld een belangrijk (kostenbesparend) onderdeel van het landenpakket. Hierbij zal ook gekeken worden naar de financiële huishouding van de ziekenhuizen. Daarnaast zal naar het stelsel van zorgverzekeringen worden gekeken.

13

Welke ruimte blijft er voor het land Curaçao om op de eigen kapitaalmarkt (tegen relatief hoge rente) leningen aan te gaan, naast de liquiditeitssteun? Zou dit wenselijk zijn?

Als Curaçao op de eigen kapitaalmarkt een lening aan zou gaan, geldt het kader van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten. Indien wordt geleend specifiek voor de kapitaalinvesteringen, loopt deze lening via Nederland als gevolg van de lopende inschrijving en tegen een voor Curaçao zeer gunstige rente. Indien Nederland leningen verstrekt, zijn de leenvoorwaarden over het algemeen gunstiger dan als wordt geleend via de eigen kapitaalmarkt. Het geld wat daarmee uitgespaard wordt, kan rechtstreeks ten goede komen aan de hervormingen en de inwoners van Curaçao.

14

Hoe verhoudt het in te stellen Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling (COHO) zich tot het College financieel toezicht (C(A)ft)? Verandert de taak van het C(A)ft door de komst van het COHO? Zo ja, in welke zin?

Over deze verhouding ga ik desgewenst tijdens de parlementaire behandeling van het voorstel in gesprek. Het is niet gebruikelijk om over een voorstel van gedachten te wisselen als het voor advisering voorligt bij de Raad van State van het Koninkrijk. Vanzelfsprekend blijft de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten met de daarin genoemde taken van het C(A)ft van kracht.

15

Hoe lang kan het landspakket Curaçao voortbestaan zonder dat er een Rijkswet COHO is vastgesteld?

Het landspakket Curaçao is gebaseerd op een onderlinge regeling tussen Nederland en Curaçao. Deze onderlinge regeling is in werking getreden op de dag na de ondertekening. De overeenkomst blijft bestaan zolang de Rijkswet COHO bestaat en komt gelijktijdig daarmee te vervallen. Mocht de Rijkswet onverhoopt niet tot wet worden verheven of tussentijds worden beëindigd, dan houdt de overeenkomst van rechtswege op te bestaan.

16

Wordt de uiterlijk per 1 februari vast te stellen uitvoeringsagenda (zie het landspakket Curaçao) aan de Kamer voorgelegd? Zo nee, waarom niet?

Ja, ik zal uw Kamer op gezette tijden informeren over de voortgang van het landspakket. De uitvoeringsagenda en de bijbehorende voortgangsrapportages zijn daarbij logische instrumenten. Ik zal u derhalve informeren als de uitvoeringsagenda door mij en de Minister-President van Curaçao is vastgesteld.

17

Wat gebeurt er met de tweede en derde tranche liquiditeitssteun als de voor het voorstel van Rijkswet COHO vereiste consensus ontbreekt of aan het voorstel is komen te ontvallen?

Indien de voor het voorstel van Rijkswet COHO vereiste consensus ontbreekt of aan het voorstel is komen te ontvallen, zal de onderlinge regeling ophouden te bestaan. De tweede en derde tranche liquiditeitssteun zijn, evenals de eerste tranche, verstrekt in de vorm van leningen. Hierover zal voor afloop van de leenovereenkomst in 2022 besluitvorming moeten plaatsvinden. Het is te vroeg om hier op vooruit te lopen.

18

Waarop baseert de Staatssecretaris dat Curaçao nu wel hervormingen zal doorvoeren?

De coronacrisis heeft veel problemen naar de oppervlakte gebracht die de afgelopen jaren nog onder de oppervlakte konden blijven. Inwoners van Curaçao worden de dupe van inactief beleid en vooruitschuiven van problemen. Ook de regering van Curaçao is ervan doordrongen dat het nu noodzakelijk is hervormingen door te voeren om Curaçao economisch weerbaarder te maken en de maatschappelijke stabiliteit te vergroten. Doordat Nederland nu gericht ondersteuning en capaciteit levert en stuurt op de voortgang denkt het kabinet een goede basis te hebben voor het doorvoeren van noodzakelijke hervormingen in het belang van de burgers van Curaçao.

19

Welke sancties zijn er bij het niet doorvoeren van hervormingen?

Indien hervormingen niet worden doorgevoerd conform afspraak, voorziet het voorstel in een aantal mechanismen. Over deze mechanismen ga ik desgewenst in gesprek tijdens de parlementaire behandeling van het voorstel. Het is niet gebruikelijk om over een voorstel van gedachten te wisselen als het voor advisering voorligt bij de Raad van State van het Koninkrijk.

20

Wanneer wordt begonnen met het daadwerkelijk verstrekken van de gelden uit de tweede en derde tranche liquiditeitssteun?

De middelen van de tweede tranche liquiditeitssteun voor de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn in de maanden mei, juni en juli 2020 verstrekt in de vorm van een eerste deelbetaling en een tweede deelbetaling zodra door de landen was voldaan aan de gestelde voorwaarden voor de loonsubsidieregeling.

De derde tranche liquiditeitssteun is voor de landen Curaçao en Aruba is resp. op 30 oktober en 13 november jl. goedgekeurd door de RMR. Hierover heb ik u geïnformeerd met mijn brieven van 2 november en 13 november jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 177 en Kamerstuk 35 420, nr. 186). De derde tranche liquiditeitssteun voor Sint Maarten is, in afwachting van het voldoen aan de gestelde voorwaarden bij de verstrekking van de tweede tranche liquiditeitssteun en door het vooralsnog ontbreken van een onderlinge overeenkomst tussen Nederland en Sint Maarten, nog niet verstrekt.

21

Op welke wijze worden de adviezen van het rapport «Kleine eilanden, grote uitdagingen, meegenomen in het landspakket?

Het landspakket is opgesteld op basis van informatie uit verschillende bronnen. Het rapport «Kleine eilanden, groten uitdagingen« is daarbij ook gebruikt, evenals (onderliggende) rapporten van onder meer het IMF en de adviezen van het Cft.

22

Op welke wijze dragen de hervormingen in de sociale zekerheid bij aan het bestrijden van armoede? Welke verdere aanknopingspunten ziet de Staatssecretaris hiervoor?

Het landspakket biedt de mogelijkheid het sociale zekerheidsstelsel te hervormen en zodanig in te richten dat er een goed sociaal vangnet ontstaat voor diegenen die dat het hardst nodig hebben. Daarmee wordt het mogelijk door middel van sociale zekerheid armoede te bestrijden.

Zie ook het antwoord op vraag 4.

23

Is bekend hoe Aruba en Sint Maarten aankijken tegen het COHO? Hoe groot is de kans dat deze Landen toetreden tot de Rijkswet Caribisch Orgaan voor hervorming en ontwikkeling? Mocht de wet al in werking zijn getreden op het moment dat deze landen zouden willen toetreden, moet de wet dan worden gewijzigd?

Op 13 november jl. heb ik namens Nederland met Aruba een overeenkomst gesloten en heeft Aruba formeel ingestemd met aansluiting bij de concept Rijkswet COHO. Hierover heb ik u op 13 november geïnformeerd (Kamerstuk 35 420, nr. 186). Met Sint Maarten worden momenteel technische gesprekken gevoerd over het landspakket. De wet ligt op dit moment ter advisering bij de Raad van State van het Koninkrijk en zal in deze fase alleen in formele zin gewijzigd worden door toevoeging van Aruba c.q. Sint Maarten.

24

Moet voor het in aanmerking komen voor eventuele aanvullende liquiditeitssteun voor de periode tot en met 31 december 2020 worden voldaan aan (extra) voorwaarden? Zo ja, welke?

Ik heb het Cft gevraagd advies uit te brengen over noodzakelijke liquiditeitssteun voor de rest van 2020. Aan deze liquiditeitssteun, die ziet op het restant van 2020, zijn geen additionele voorwaarden verbonden.

25

In de brief staat te lezen dat Aruba en Sint Maarten eveneens kunnen toetreden tot de Rijkswet Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling (COHO). Betekent dit dat hoe dan ook de voorwaarden en afspraken zoals die thans gemaakt zijn tussen Curaçao en Nederland waar het gaat om de werking en inrichting het COHO bepalend zijn voor de met Aruba en Sint Maarten te maken afspraken?

Zie het antwoord op vraag 23.

26

Komt er nog een eindevaluatie van het Groeiakkoord Curaçao, in de zin dat op een rij wordt gezet wat wél en wat niet gerealiseerd is?

Nee, ik zie hierin geen toegevoegde waarde. De ervaringen van het Groeiakkoord Curaçao zijn meegenomen in de totstandkoming van het landspakket en worden ook meegenomen in de verdere uitwerking hiervan.

27

In welke opzichten zal de Rijkswet financieel toezicht worden aangepast?

De landen is gevraagd in te stemmen met wijzigingen die in ieder geval zien op sanctiemogelijkheden, informatieverstrekking richting en vanuit het College financieel toezicht, een adviesrol voor het Cft over beleidsmatige keuzes, een escalatieladder om te komen tot een aanwijzing, begrotingsregels en aanvullende normen voor het financieel beheer, de schuldquote en het financieringstekort c.q. financieringsoverschot.

28

Welke investeringen worden gedaan om bij te dragen aan de diversificatie van de economie van Curaçao?

Investeringen voor diversificatie van de economie zullen in principe uit de landsbegroting van Curaçao zelf vrijgemaakt moet worden.

Daarnaast is er 20 miljoen euro beschikbaar gesteld door Nederland als garantie-instrument. Er zal onderzoek gedaan worden naar de haalbaarheid en effectiviteit van een dergelijk instrument voor Curaçao. Met dit instrumentarium worden, als het er komt, in de kern gezonde bedrijven geholpen.

29

Op welke wijze worden de basisbehoeften van de meest kwetsbare groepen op Curaçao in de uitvoeringsagenda geborgd en op welke termijn?

Zie het antwoord op de vragen 3, 4 en 6.

30

Hoe worden de mensenrechten en de humanitaire behoeften van de ongedocumeenteerden op Curaçao geborgd? Op welke wijze wordt gepoogd om werkenden in de informele economie te betrekken in de formele economie?

Bij de verstrekking van de voedselhulp wordt er geen onderscheid gemaakt in de status van mensen die er aanspraak op willen maken. Het is echter primair de verantwoordelijkheid van Curaçao zelf om zorg te dragen voor de verwezenlijking van de mensenrechten en humanitaire behoeften van ongedocumenteerden.

In het landspakket is opgenomen dat de informele economie en illegale tewerkstelling worden tegengegaan. Daartoe zal een onderzoek worden gestart naar de omgang van de informele economie in beeld te krijgen. Op basis van de hieruit voortvloeiende resultaten en aanbevelingen worden voorstellen ontwikkeld en geïmplementeerd.

Tevens zal er een integrale analyse van het huidige arbeidsmarktbeleid en wet- en regelgeving worden uitgevoerd op basis waarvan het arbeidsmarktbeleid zal worden geactualiseerd en gemoderniseerd. Onder meer illegale tewerkstelling zal in deze analyse worden betrokken.

Zie ook het antwoord op vraag 6.

31

Waarom wordt in de brief, daar waar het gaat om het functioneren van de rechtsstaat, geen aandacht besteed aan het Openbaar Ministerie? Klopt het dat Curaçao thans niet voldoet aan haar financiële verplichtingen om de formatie van het Openbaar Ministerie (het lokale parket en het parket PG) op orde te houden en zou het nakomen van die verplichtingen niet onderdeel van deze afspraken moeten zijn?

Met mijn brief van 2 november jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 177) informeerde ik u dat het kabinet structureel extra middelen beschikbaar stelt voor de uitbreiding van de ondermijningsaanpak in Curaçao, oplopend tot jaarlijks 5,2 miljoen euro. Dit bedrag komt deels ten goede aan het versterken van het Openbaar Ministerie van Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, St. Eustatius en Saba (hierna OM) en wordt rechtstreeks vanuit Nederland aan het OM ter beschikking gesteld.

Verder vraagt u mij naar de financiële verplichtingen van Curaçao. Op dit moment voldoet Curaçao al een aantal jaar niet aan de verplichtingen die voortvloeien uit de begrotingen van het Parket in Eerste Aanleg Curaçao en het Parket Procureur-generaal van het OM. De reden hiervan is dat de begrotingen van genoemde parketten niet afzonderlijk en niet volledig geborgd zijn in de door de Staten van Curaçao vastgestelde begroting van het Ministerie van Justitie van Curaçao. De door het Ministerie van Financiën van Curaçao opgelegde (taakstellende) kaderbegroting voor het Ministerie van Justitie ligt hieraan ten grondslag. Het doorlopende knelpunt dat hierdoor ontstaat is tot dusver pragmatisch opgelost door verrekening met transactiegelden en confiscatiegelden die aan het land Curaçao moeten worden afgedragen. De in het landspakket Curaçao opgenomen maatregel dat in het belang van stabiliteit van de openbare orde en veiligheid geen bezuinigingen zijn toegestaan die de operationele uitvoeringscapaciteit binnen de meest vitale sectoren van de rechtsstaat (waaronder OM) beperken, beoogt een eind te maken aan deze situatie. Over deze maatregel heb ik op 11 december jl. een brief gestuurd aan Minister-President Rhuggenaath, Minister Gijsbertha (Financiën), Minister Girigorie (Justitie) en Minister Konket (Bestuur, Planning en Democratie) van Curaçao. Het doel hiervan is het op orde houden van de formatie en operationele slagkracht, onder andere, van het OM, zowel van het lokale parket als het parket PG, i.c. dat er door Curaçao niet langer gekort wordt op de OM begrotingen. Ik monitor daarvoor de signalen die ik van het OM ontvang.

Naar boven