35 341 Initiatiefnota van het lid Becker «In Nederland beslis je over je eigen leven»

32 175 Huwelijks- en gezinsmigratie

Nr. 17 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 november 2022

In Nederland mag je zijn wie je wilt zijn, geloven wat je wil, mag je zelf bepalen hoe je je leven inricht en met wie je samenleeft. De vrijheid om eigen keuzes te kunnen maken, is nog steeds niet voor alle Nederlanders even vanzelfsprekend. Vooral personen uit zogenoemde «gesloten gemeenschappen» worden soms beperkt in hun mogelijkheden om zichzelf te kunnen zijn, zich te ontplooien en hun leven naar eigen inzichten en wensen in te vullen.

Met «gesloten gemeenschappen» worden gemeenschappen bedoeld waarin het belang van de gemeenschap boven dat van het individu wordt gesteld. Hoewel een dergelijke gemeenschap veel positieve waarden en gebruiken met zich meebrengt, kan de sociale controle en groepsdruk in deze gemeenschap ook leiden tot schending van het individuele zelfbeschikkingsrecht1. Dit kan tot uiting komen in schadelijke praktijken zoals huwelijksdwang, achterlating, vrouwelijke genitale verminking of eergerelateerd geweld. Vrouwen en lhbtiq+ personen lopen het risico slachtoffer te worden en ook hun nabije familie kan onder druk komen te staan binnen de gemeenschap.

Deze praktijken horen nergens thuis. De inbreuken op het individuele zelfbeschikkingsrecht grijpen diep in in individuele levens en verdragen zich niet met de fundamentele verworvenheden van de Nederlandse rechtsstaat. Ik maak mij grote zorgen over deze misstanden.

Ik zie het als mijn missie om samen met maatschappelijke organisaties met een preventieve aanpak van zelfbeschikking culturele onderdrukking in Nederland terug te dringen en het recht op zelfbeschikking te bevorderen.

Met deze brief informeer ik u – mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap – over het meerjarenplan zelfbeschikking 2022-2025.

Op deze manier geef ik invulling aan de toezegging gedaan door mijn ambtsvoorganger in de brief aan uw Kamer op 19 november 20212, mijn toezegging zoals beschreven in de Planningsbrief begin dit jaar en mijn toezegging in de beantwoording van Kamervragen van lid Becker3 over «het gebrek aan planning uitwerking afspraken Coalitieakkoord».

Ook geef ik met dit plan invulling aan het amendement van lid Becker (VVD), dat zij in december 2021 heeft ingediend (Kamerstuk 35 925 XV, nr. 32). Met dit amendement wordt vanaf 2022 meerjarig € 300.000 vrij gemaakt voor organisaties die strijden tegen culturele onderdrukking en zelfbeschikking willen bevorderen. Het amendement richt zich specifiek op de bevordering van financiële zelfstandigheid van vrouwen in afhankelijkheidsrelaties in gesloten gemeenschappen.

Mijn collega van VWS zal u nader informeren over de overige onderdelen van de Actieagenda Schadelijke Praktijken en de toekomstige inzet van het kabinet op schadelijke praktijken.

Cijfers schadelijke praktijken

Hoewel er weinig concrete cijfers bekend zijn, mede omdat de problematiek zich achter de voordeur afspeelt, blijkt uit het prevalentie-onderzoek van Pharos dat er in Nederland naar schatting ruim 41.000 vrouwen wonen die een besnijdenis hebben ondergaan. Naar schatting lopen 4200 meisjes de komende 20 jaar risico op besnijdenis in Nederland4. Daarnaast blijkt uit het Jaarverslag van Landelijk Expertisecentrum Eergerelateerd Geweld (LEC EGG) dat er in 2021 628 zaken binnen kwamen waarbij een eermotief werd vermoed. In 2020 ging het om 569 zaken. Dit betrof vooral vrouwen in Nederland met een migratieachtergrond. Ieder geval is er één te veel en is onacceptabel.

Wat huwelijksdwang en achterlating betreft, geeft de verkenning van Andersson Elffers Felix5 aan dat onderzoek naar deze verschijningsvormen zich baseert op problematiek die in beeld is, bijvoorbeeld op basis van meldingen of gesprekken met professionals. Dit is hoogstwaarschijnlijk maar het topje van de ijsberg aldus Andersson Elffers Felix. Bij het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating zijn in 2021 in totaal 60 meldingen bekend van slachtoffers in het buitenland. Hierbij gaat het om 44 meldingen van achterlating en 9 meldingen van achterlating en huwelijksdwang. Veilig Thuis heeft in hetzelfde jaar 255 meldingen ontvangen van huwelijksdwang en 185 meldingen van achterlating.

In het onderzoek van het Verweij-Jonker Instituut6 naar omvang en aard van huwelijksdwang, achterlating en huwelijke gevangenschap staan ook enkele biografieën van ervaringsdeskundigen. Deze verhalen raken mij.

Hieronder citeer ik twee verhalen uit dit onderzoek:

Hidi is een Afghaanse vrouw van eind veertig. Zij woont sinds negen jaar in Nederland. Zij was 14 jaar toen zij met haar man trouwde. Er was sprake van een gearrangeerd huwelijk. Haar man liet Hidi tijdens hun huwelijk achter bij zijn moeder, daar werd zij als slaaf behandeld. Enkele jaren later is Hidi naar haar man in Nederland gekomen. Het huwelijk werd gekenmerkt door huiselijk geweld en sociaal isolement. De man van Hidi is drie jaar geleden opeens vertrokken om een nieuw leven op te bouwen met een andere vrouw en heeft haar in Nederland achtergelaten.

Maryam is een vrouw van middelbare leeftijd met een Pakistaans-Indiase achtergrond. Zij woont al twintig jaar in Nederland. Haar ouders hebben haar op jonge leeftijd uitgehuwelijkt aan een neef. Maryam wist niet beter dan dat trouwen op deze manier ging. Haar huwelijk werd vele jaren gekenmerkt door huiselijk geweld en sociaal isolement. Maryam wilde van hem scheiden maar onder druk van de familie bleef zij toch bij haar man en de mishandelingen gingen door. Na de zoveelste klap besluit ze om samen met haar kinderen toch weg te lopen bij haar man. Haar man weigert echter om van haar te scheiden, waardoor zij terecht komt in huwelijkse gevangenschap.

Sociaaleconomische positie vrouwen

Uit het onderzoek van het Verweij-Jonker Instituut blijkt ook dat verreweg het grootste aantal slachtoffers van huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangenschap in een afhankelijke financiële situatie verkeert en niet over een eigen inkomen beschikt.

In het Jaarrapport Integratie 2020 van het CBS7 is te zien dat diverse groepen vrouwen met een migratieachtergrond achterblijven qua sociaaleconomische positie (zie onderstaande grafiek) ten opzichte van vrouwen zonder migratieachtergrond. In deze grafiek is te zien dat vooral Nederlandse vrouwen met herkomst uit Marokko, Afghanistan, Eritrea, Somalië, Irak, Syrië relatief vaker uitkeringsafhankelijk zijn of geen inkomen hebben.

Met de acties uit de Werkagenda Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt8 en de acties genoemd in het Actieplan Arbeidsdiscriminatie 2022-2025 wordt de komende jaren ingezet op structurele verbetering van de arbeidsmarktkansen en -posities van mensen met een migratieachtergrond. Daarnaast wordt door het meerjarenplan Zelfbeschikking ingezet op het bevorderen van het recht zelf op beschikking.

Het meerjarenplan is gebaseerd op onderzoek en gesprekken met partijen als gemeenten en maatschappelijke organisaties. In de uitwerking van het meerjarenplan zijn ook de resultaten van de kwalitatieve verkenning9 naar de preventieve aanpak van schadelijke praktijken meegenomen. Deze verkenning heeft SZW in 2021 laten uitvoeren.

Meerjarenplan zelfbeschikking 2022–2025

De hoofdlijnen: preventieve inzet

Met het meerjarenplan zelfbeschikking wil ik de volgende twee doelen bereiken.

  • 1. Het vergroten van bewustwording en het op gang brengen van een mentaliteitsverandering binnen gesloten gemeenschappen. Daarbij wil ik samen werken met maatschappelijke organisaties die de gemeenschappen goed kunnen bereiken. Volgens Movisie10 is inzet op mentaliteitsverandering een effectieve manier om gedrag daadwerkelijk te veranderen.

  • 2. Het verhogen van de financiële zelfredzaamheid en duurzame participatie van vrouwen met een migratieachtergrond in een afhankelijkheidssituatie. Ik wil bevorderen dat vrouwen met een migratieachtergrond, die nu nog relatief vaker uitkeringsgerechtigd zijn of geen inkomen hebben, zich bewust worden van hun eigen autonomie en persoonlijke vrijheid. Het financieel weerbaar maken van vrouwen, zoals het hebben van een eigen pinpas of beschikking hebben over werk, helpt om eigen keuzes te maken.

Naast inzet op mentaliteitsverandering en financiële zelfredzaamheid zet ik mij met dit plan ook in op de bevordering van het cultuur- en gendersensitief werken van professionals, die betrokken zijn bij de aanpak geldzorgen, armoede en schulden. En tot slot wil ik professionals en ouders ondersteunen bij opvoedingsvragen die samenhangen met het thema Zelfbeschikking.

In het bijzonder: inzet op bevorderen financiële zelfredzaamheid en duurzame participatie vrouwen

In het meerjarenplan wordt in actielijn 2 extra aandacht besteed aan het verhogen van de financiële zelfredzaamheid en duurzame participatie van vrouwen met een migratieachtergrond in een afhankelijkheidssituatie. Uit het bovengenoemde onderzoek van het Verweij-Jonker Instituut blijkt dat verreweg het grootste aantal slachtoffers van huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangenschap in een afhankelijke financiële situatie verkeert en niet over een eigen inkomen beschikt. Ook blijkt uit een eerdere pilot gericht op arbeidsparticipatie van vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten dat de arbeidspositie van vrouwelijke nieuwkomers achterblijft in vergelijking met mannen. Zij zijn veelal afhankelijk van hun partner. Deze sterke afhankelijkheid belemmert de integratiekansen van vrouwen en brengt risico’s met zich mee.

Lid Aartsen11 heeft onlangs in een motie verzocht om samen met gemeenten concrete voorstellen te doen om werkgerelateerde aspecten van het inburgeringstraject meer te richten op vrouwelijke nieuwkomers en afspraken met hen te maken zodat vrouwelijke nieuwkomers worden uitgenodigd voor een oriënterend arbeidsgesprek om zo hun maatschappelijke en financiële zelfstandigheid te vergroten.

De Wet inburgering 2021 biedt veel kansen voor gemeenten om deze groep beter te ondersteunen. Zo is ervoor gekozen om alle inburgeraars, dus ook de vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten, te verplichten om deel te nemen aan de brede intake van de gemeente. Deze brede intake bestaat in de praktijk meestal uit één of meerdere gesprekken. In het kader van de brede intake moet de gemeente onder andere de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie van de inburgeringsplichtige in kaart brengen. Daarnaast is ook de Module Arbeidsmarkt en Participatie (kortweg: MAP) een verplicht onderdeel van het inburgeringstraject. De MAP bestaat onder meer uit het opdoen van 40 uur praktijkervaring én een eindgesprek met de gemeente. Arbeidsoriëntatie is onder de Wi2021 onderdeel van de gesprekken tussen de inburgeringsplichtige en gemeente. Verder kunnen gemeenten het inburgeringsbudget gebruiken voor begeleiding naar financiële zelfredzaamheid, bijvoorbeeld door het aanbieden van cursussen. Hierin hebben gemeenten beleidsvrijheid waarmee zij maatwerk kunnen bieden aan hun doelgroep.

In de implementatiefase van de Wet inburgering 2021 zijn vanuit het landelijke ondersteuningsprogramma handvatten geboden aan gemeenten om deze beleidsvrijheid in te zetten voor de doelgroep. Zo is er door Divosa een kennissessie georganiseerd over het activeren van vrouwen in hun inburgering en zijn er meerdere pilots uitgevoerd gericht op vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten.

Uit de evaluatie12 van deze pilots gericht op vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten komen de volgende lessen naar voren voor gemeenten om deze groep succesvol te begeleiden:

  • 1. Investeer in een uitgebreide(re) introductie en kennismaking met de Nederlandse samenleving.

  • 2. Creëer ruimte voor empowerment, ook binnen de B1-route.

  • 3. Neem belemmeringen voor participatie weg, bijv. rond lestijden, reismogelijkheden en kinderopvang.

  • 4. Zet ervaringsdeskundigen in met een rol als vraagbaak of rolmodel.

  • 5. Zie gezinsmigranten als een aparte groep met andere vragen over inburgering en participatie dan inburgeringsplichtigen.

Ik verwacht dat bovenstaande handvatten aan gemeenten, naast de inzet in het meerjarenplan zelfbeschikking, een positief effect zullen hebben op de maatschappelijke en financiële zelfstandigheid van vrouwelijke nieuwkomers.

In het licht van de motie zal met gemeenten gesproken worden over de manier waarop de kansen binnen de inburgeringswet nog beter benut kunnen worden door deze doelgroep. Ik zal de VNG bij dit gesprek betrekken en uw Kamer hier volgend jaar over informeren in de periodieke voortgangsbrief inburgering.

In de tussentijd zal deze groep daarboven op gemonitord worden in het kader van de (bredere) monitoring en evaluatie van het nieuwe inburgeringsstelsel. Het CBS zal de arbeidsparticipatie van vrouwelijke inburgeraars (gezins/nareizigers) volgen, zoals aangegeven in de verzamelbrief Wet inburgering. Daarnaast volgen ook signalen uit rapporten, zoals de KIS-monitor. Daarin is specifiek aandacht voor gezinsmigranten. Dergelijke signalen worden meegenomen in het gesprek met gemeenten over het benutten van kansen voor deze doelgroep.

Actielijnen Meerjarenplan Zelfbeschikking

Hieronder treft u een beschrijving aan van de uit te werken actielijnen:

Actielijn 1

Inzet op mentaliteitsverandering

Actielijn 2

Bevorderen financiële zelfredzaamheid en duurzame participatie van vrouwen met een migratieachtergrond in een afhankelijkheidssituatie

Actielijn 3

Zelfbeschikking in de opvoeding

Actielijn 4

Verhogen cultuur- en gendersensitiviteit professionals en vrijwilligers betrokken bij aanpak geldzorgen, armoede en schulden

Actielijn 5

Monitoring en evaluatie

Actielijn 1 Inzet op mentaliteitsverandering

Actielijn 1 richt zich op kennisoverdracht over het recht op zelfbeschikking en op mentaliteitsverandering. Er wordt verkend om de verandering van binnenuit te faciliteren via een Fonds op naam. Via dit Fonds kunnen zelforganisaties een aanvraag indienen voor het in gang zetten van een «verandering van binnenuit».

Naast de inzet via dit programma is het mijn intentie om via OCW de Alliantie Verandering van Binnenuit te ondersteunen. De Alliantie richt zich op het bevorderen van de veiligheid, gelijkheid en acceptatie van vrouwen en lhbtiq+ personen binnen de eigen gemeenschap. Vanuit deze Alliantie wordt bijvoorbeeld beoogd om professionals die werkzaam zijn in het sociaal domein te ondersteunen bij het ontwikkelen van een aanpak op zelfbeschikking en om de samenwerking met maatschappelijke organisaties te versterken voor het vergroten van verandering van binnenuit de gemeenschappen.

De Alliantie bestaat uit Movisie, het Inspraakorgaan Turken (IOT), het samenwerkingsverband LCC+ (bestaande uit het Landelijk Coördinatiepunt groepen kerk en homoseksualiteit (LKP), ChristenQueer, Verscheurd en Homo in de Klas en European Forum of LGBT Christian Group) en het Consortium Zelfbeschikking. Het Consortium wordt gecoördineerd door het IOT en bestaat uit Stichting Kezban, Federatie van Somalische associaties in Nederland (FSAN), Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN), Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah, HTIB (Turkse arbeidersvereniging in Nederland) en Vluchtelingen Organisaties Nederland (VON).

OCW heeft daarnaast ook de Alliantie Jong Gelijk uitgenodigd om een strategisch partnerschap aan te gaan. De Alliantie Jong Gelijk bestaat uit Rutgers, Colored Qollective, de Nederlandse Jeugdraad (NJR) en Femmes for Freedom.

Met een Alliantie voor en door jongeren, beoogt deze Alliantie jongeren in beweging te laten komen voor gender- en lhbtiq+ gelijkheid en stereotiepe beeldvorming te doorbreken. De alliantie heeft eveneens een looptijd van januari 2023 tot december 2027.

Beide allianties is gevraagd om een uitgewerkt plan en begroting in te dienen dit najaar, met het oog op een voortzetting voor de komende vijf jaar. Er wordt uiterlijk 31 december 2022 formeel beslist op de subsidieverlening.

De Minister van OCW informeert u nader over de alliantievormingen zodra de uiteindelijke besluitvorming is afgerond.

Actielijn 2 Bevorderen financiële zelfredzaamheid en duurzame participatie van vrouwen met een migratieachtergrond in een afhankelijkheidssituatie

Binnen actielijn 2 wordt een opdracht uitgewerkt om de financiële zelfredzaamheid van kwetsbare vrouwen, in het bijzonder van vrouwen met een migratieachtergrond te versterken. Dit kunnen bijvoorbeeld vrouwen zijn die niet werken en ook geen recht op een uitkering hebben en financieel afhankelijk zijn of waren van familie, een partner of huisgenoten. Voor deze vrouwen is het van belang om kennis te krijgen over financieel beheer van middelen, hoe om te gaan met eventuele schulden en uitleg te krijgen over hoe inkomen kan worden verworven.

Ook wordt in samenwerking met OCW een praktijkgerichte pilot uitgewerkt waarbij wordt ingezet op de bevordering van financiële zelfredzaamheid van kwetsbare vrouwen met een migratieachtergrond in een afhankelijkheidssituatie uit gesloten gemeenschappen. In deze pilot13 worden interventies toegepast en getest om emancipatie en (duurzame) participatie op de arbeidsmarkt te bevorderen.

Binnen de subsidieronde Economische Zelfstandigheid, een door het Ministerie van OCW gesubsidieerde ronde van het SZW programma Vakkundig aan het werk, wordt onder andere uitvoering gegeven aan het project Zelfie, een project in Den Bosch gericht op de arbeidstoeleiding van laagopgeleide vrouwelijke statushouders.

Daarnaast is het Platform Eer en Vrijheid gevraagd om een extra themabijeenkomst te organiseren, rekening houdend met de uitkomsten van de evaluatie van het Platform Eer en Vrijheid. Beoogd wordt om in deze bijeenkomst kennis te delen over hoe professionals basisvaardigheden van vrouwen in afhankelijkheidssituaties kunnen vergroten om financieel zelfredzamer te worden.

Actielijn 3 Zelfbeschikking in de opvoeding

Bij actielijn 3 wordt er binnen de bestaande methodiek Weerbaar Opvoeden van Movisie een module ontwikkeld voor ouders die is gericht op zelfbeschikking. In de methodiek Weerbaar Opvoeden krijgen ouders handvatten hoe zij hun kinderen weerbaar maken.

Om ouders ook te ondersteunen bij opvoedingsvragen die samenhangen met het thema Zelfbeschikking – zoals het omgaan met cultureel-religieuze dilemma’s en vraagstukken die spelen bij de rolverdeling tussen jongens/meisjes in de opvoeding – wordt beoogd een module Zelfbeschikking te ontwikkelen die kan worden overgedragen aan de formele en informele opvoedingsondersteuners. Hierdoor zal aandacht voor zelfbeschikking een vast onderdeel worden van deze methodiek en zo de zelfbeschikking van jongeren met een migratieachtergrond kunnen versterken.

Actielijn 4 Verhogen cultuur- en gendersensitiviteit van professionals en vrijwilligers betrokken bij de aanpak geldzorgen, armoede en schulden

In het meerjarenplan wordt er via actielijn 4 ingezet op het verhogen van cultuur- en gendersensitief werken van professionals en vrijwilligers in de preventie en aanpak van geldzorgen, armoede en schuldhulpverlening14.

Het gaat hierbij om de huidige en toekomstige professionals. Uit onderzoek blijkt dat cultuursensitief werken een belangrijke competentie is in het bereiken en ondersteunen van groepen en gemeenschappen die relatief gezien vaker te maken hebben met geldzorgen, armoede en schulden15. Er gaat worden verkend hoe het cultuur- en gendersensitief werken van de huidige professionals en vrijwilligers structureel versterkt kan worden om geldzorgen bij Nederlanders met een migratieachtergrond te voorkomen.

Ook wordt verkend hoe we toekomstige professionals kunnen toerusten om cultuursensitief te kunnen werken. Om dit doel te bereiken, laten we eerst inventariseren of er al modules op dit terrein worden aangeboden bij mbo- en hogescholen. Indien dit het geval is, willen we in samenwerking met geïnteresseerde opleidingen, deze modules evalueren. Als dergelijke modules gericht op cultuursensitief werken nog niet worden aangeboden op mbo en hogescholen, dan wordt er een pilot opgezet.

Actielijn 5 Monitoring en evaluatie

Tot slot zal in actielijn 5 deze meerjarige inzet gemonitord en geëvalueerd worden. SZW wil evidence based werken door inzicht te verkrijgen in geleerde lessen, werkzame elementen per actielijn en factoren die het proces beïnvloeden.

De inzichten en opbrengsten kunnen bijdragen aan het draagvlak bij de samenwerkende partijen. Dit verhoogt de kans op een duurzame inbedding van het thema Zelfbeschikking in beleid en de werkwijzen van betrokken partijen.

Samenhang ander relevant beleid

Het meerjarenplan zelfbeschikking kan worden gezien als verdere uitwerking van de Actieagenda Schadelijke Praktijken waarbij de samenhang met initiatieven in het zorg- en strafrechtdomein bijdragen aan een meer sluitende aanpak. In de bijlage bij deze brief treft u de resultaten aan van de projecten die – als onderdeel van de Actieagenda Schadelijke Praktijken – de afgelopen jaren met middelen vanuit SZW zijn uitgevoerd om zelfbeschikking te bevorderen. We borgen ook de samenhang met de Emancipatienota van de Minister van OCW en de aanpak voor gender gerelateerd geweld waarbij we nauw samenwerken met andere departementen.

Planning en budget

Voor de uitvoering van het meerjarenplan zelfbeschikking is in totaal € 1,2 miljoen beschikbaar in de periode 2022-2025. Deze middelen zijn door het amendement uit 2021 van lid Becker beschikbaar gekomen.

In de eerste helft van 2022 is gewerkt aan de vormgeving van het meerjarenplan Zelfbeschikking. Het voornemen is om nog in 2022 en in 2023 op alle actielijnen de verplichtingen aan te gaan die nodig zijn om het meerjarenplan ten uitvoer te brengen en alle middelen eind 2025 besteed te hebben.

Tot slot

Ik ben voornemens om uw Kamer jaarlijks na de zomer te informeren over de voortgang van de uitvoering van alle actielijnen. U wordt hierover per brief geïnformeerd.

Ik streef ernaar dat in het bijzonder vrouwen in een afhankelijkheidssituatie geïnformeerd zijn over hun recht op zelfbeschikking en volwaardig, naar eigen keuze, mee kunnen doen in de samenleving. Ik ben ervan overtuigd dat inzet op mentaliteitsverandering, financiële zelfredzaamheid gericht op duurzame participatie sleutels zijn om in vrijheid te kunnen leven.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

BIJLAGE

Ter uitvoering van het amendement van lid Becker uit 2020 zijn er 3 projecten gefinancierd gericht op de aanpak van culturele onderdrukking en de bevordering van zelfbeschikking. Hieronder volgt een beschrijving van de resultaten van deze projecten.

  • Femmes for Freedom (FFF) heeft voorlichtingsmateriaal en gastlessen voor inburgeringsplichtige vrouwen en lhbtiq+ personen uit nieuwkomersgroepen ontwikkeld. Deze waren gericht op het voorkomen van praktijken, die het recht op zelfbeschikking beperken, zoals onder meer huwelijksdwang en eergerelateerd geweld. Er zijn tot op heden 6.500 vrouwen bereikt die het nieuwkomerspakket hebben ontvangen. Ook zijn er 1.500 exemplaren van het hulpverlenerspakket verspreid. Het streven is om de komende maanden 15.000 gedrukte exemplaren te verspreiden onder meer bij gemeenten, het Landelijke Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating (LKHA) en Veilig Thuis. Zelfbeschikking is in het inburgeringsbeleid één van de kernwaarden waaraan aandacht wordt besteed tijdens de kennisoverdracht inzake de basiswaarden en fundamentele vrijheden van de Nederlandse samenleving.

  • Dona Daria heeft zich ingezet om het sociaal netwerk van vrouwen en lhbtiq+ personen uit gesloten gemeenschappen te vergroten. Hierbij kreeg deze doelgroep onder meer voorlichting over het aanbod van vrijwilligerswerk en cursussen. In dit project is ook gewerkt aan de vergroting van de mentale, verbale en fysieke weerbaarheid. Er zijn 132 lhbtiq+ personen en 100 vrouwen uit gesloten gemeenschappen bereikt met dialoogbijeenkomsten, trainingen en workshops. Ook zijn er 29 lhbtiq+ personen en 50 vrouwen op een vrijwilligersplek geplaatst. Dona Daria heeft de betrokken deelnemers uit het project verbonden met andere lopende projecten.

  • Het Humanistisch Verbond heeft een project uitgevoerd gericht op opvang en ondersteuning van geloofsverlaters. In diverse regio’s en steden zijn gespreksgroepen en cursussen georganiseerd en is een platform geboden aan geloofsverlaters. In totaal zijn er zes cursussen «Loosing my religion» gegeven aan 70 mensen. De negen themabijeenkomsten hebben 166 bezoekers bereikt en de zes sociale bijeenkomsten hebben 107 mensen bereikt. De bijeenkomsten bieden een ontmoetingsplek voor geloofsverlaters waar zij hun verhalen en ervaringen met lotgenoten kunnen delen. Het Humanistisch Verbond heeft besloten om het ondersteuningsaanbod op te nemen in hun reguliere aanbod.


X Noot
1

Het kabinet staat voor een Nederlandse samenleving waarin ruimte is voor een grote diversiteit aan beschouwingen, opvattingen, waardepatronen en leefstijlen. Grondrechten als gelijke behandeling, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, gelden voor iedereen in Nederland. Hierdoor heeft eenieder de vrijheid om zijn of haar eigen keuzes te maken, binnen de kaders van onze democratische rechtsorde. Zelfbeschikking gaat over het zelfstandig kunnen maken van die keuzes, over bijvoorbeeld je opleiding, werk, partnerkeuze, religie en je lichaam, zonder ongepaste druk of dwang.

X Noot
2

Kamerstukken 35 341 en 32 175, nr. 16.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2337.

X Noot
4

Bron: Pharos prevalentie-onderzoek, 2019.

X Noot
5

Andersson Elffers Felix, 2019, Verkenning Schadelijke Traditionele Praktijken.

X Noot
6

Verweij Jonker Instituut, 2014, «Zo zijn we niet getrouwd»: een onderzoek naar omvang en aard van huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangenschap.

X Noot
7

In het Jaarrapport Integratie 2020 van het CBS wordt nog de oude CBS-categorisering naar herkomst gehanteerd.

X Noot
8

Kamerstuk 29 544, nr. 1085.

X Noot
9

Kamerstukken 35 341 en 32 175, nr. 16.

X Noot
10

Handreiking Verandering van Binnenuit, onderzoek Felten & Taouanza, 2018.

X Noot
11

Motie lid Aartsen over verplicht arbeidsgesprek vrouwelijke statushouders, Kamerstuk 32 824, nr. 372.

X Noot
12

Evaluatie Pilots Veranderopgave Inburgering: Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten, Verweij Jonker Instituut, 2021.

X Noot
13

Kamerstuk 35 925 XV, nr. L.

X Noot
14

Kamerstuk 35 925 XV, nr. L.

Naar boven