Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 november 2019
Tijdens het debat over VMBO Maastricht op 20 december 2018 (Handelingen II 2018/19,
nr. 39, item 31) heeft uw Kamer met een motie gevraagd om onderzoek te doen naar «de benodigde capaciteit
van de Inspectie van het Onderwijs voor de langere termijn met inachtneming van de
extra taken».1 Destijds heeft uw Kamer ook gevraagd om voor de begrotingsbehandeling te worden geïnformeerd.
Met deze brief geven wij antwoord op uw vraag.
Wij zien twee belangrijke punten waar de inspectie op korte termijn versterking nodig
heeft. Beide volgen uit de casus VMBO Maastricht. De Auditdienst Rijk adviseert om
de omgang met signalen en meldingen te versterken.2 Een interne projectgroep binnen de inspectie werkt hiervoor een voorstel uit. Verder
geeft de inspectie aan meer menskracht nodig te hebben bij de directie voortgezet
onderwijs. Dit is nodig om adequaat te kunnen reageren op incidenten en gelijktijdig
aan de vierjaarsverplichting bij besturen in het voortgezet onderwijs te kunnen blijven
voldoen.
In het totaal gaat het om 5 fte voor een nieuwe en betere aanpak voor omgang met signalen
en meldingen en 3 fte voor versterking van de directie vo. Op dit moment werken er
bij de directie voortgezet onderwijs van de inspectie 30 fte aan inspecteurs en heeft
het loket 15 fte. Het is mogelijk om snel met deze noodzakelijke uitbreiding te starten
binnen de ruimte die de begroting 2020 van de inspectie nog biedt. Bij de voorbereiding
van de begroting 2021 zullen wij hiervoor binnen de bestaande budgetten structurele
dekking zoeken. Daarnaast zal de inspectie in de planning van de onderzoeken op scholen
nog meer proportionaliteit en prioritering in tijd aanbrengen.
Ook nieuwe wetgeving legt een claim op de capaciteit van de inspectie. Waar mogelijk
houden wij tijdig rekening met toezicht door de inspectie. Zo hebben wij middelen
gereserveerd voor uitbreiding van de inspectie voor toezicht op de wet Meer Ruimte
voor Nieuwe Scholen. Deze middelen komen ter beschikking van de inspectie wanneer de betreffende wetgeving in werking
treedt.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven