35 300 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2020

Nr. 48 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 februari 2020

Medio 2019 is besloten om de Tweede Kamer na ieder Justitieel Vierpartijen Overleg (JVO) te informeren over de gezamenlijke inzet op de rechtshandhaving en de hoofdlijnen van het JVO. Met deze periodieke rapportage verschaffen wij inzicht in de versterking van de rechtshandhaving in het Koninkrijk, en geven wij opvolging aan de aanbevelingen uit de beleidsdoorlichting van artikel 1 van hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties (verder: beleidsdoorlichting)1.

Ook hebben wij u eerder de toezegging gedaan de Kamer te informeren over de te behalen resultaten van het Recherche Samenwerkingsteam (RST) die in een beleidscyclus worden vastgelegd, op basis van een analyse van het regionale criminaliteitsbeeld2. Afgelopen JVO is de eerste keer geweest dat gewerkt is conform deze nieuwe werkwijze, opgenomen in het herziene Protocol3. Met deze brief zullen wij u daar tevens over informeren.

Onze collega-ministers van de landen zijn van deze Kamerbrief op de hoogte gesteld.

Hoofdlijnen JVO januari 2020

Het JVO vond deze keer plaats op 14 en 15 januari 2020 op Curaçao onder voorzitterschap van de Minister van Justitie van Curaçao, dhr. Girigorie. Op de agenda stonden onder andere de volgende onderwerpen:

Grensbewaking en migratie

Grensbewaking en migratie waren tijdens het JVO belangrijke thema’s, mede gelet op de situatie in Venezuela en de uitdagingen die de (met name Benedenwindse) (ei)landen daardoor ondervinden. Er is een aantal specifieke samenwerkingsafspraken gemaakt die dit onderwerp raken.

Zo verkennen de landen sinds 2018 gezamenlijk de mogelijkheden voor samenwerking ten aanzien van het gebruik van passagiersgegevens ten behoeve van grensbewaking. Voor Caribisch Nederland wordt momenteel gewerkt aan een pilot voor het gebruik van «Advance Passenger Information» (API). Curaçao gaat samenwerken met CARICOM voor het verwerken en analyseren van passagiersgegevens. Binnen het Koninkrijk worden de ervaringen en best practices uit deze trajecten actief gedeeld en benut voor de inrichting, implementatie en uitvoering van een API systeem in de landen.

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft uw Kamer op 2 oktober 2019 ingelicht over het voornemen om een visumplicht voor Venezolanen in te stellen voor het Caribische deel van het Koninkrijk4. In deze brief is aangegeven dat er naast de invoering van de visumplicht ook andere maatregelen worden uitgewerkt met als doel om het personenverkeer o.a. vanuit Venezuela op een verantwoorde en gereguleerde wijze te laten plaatsvinden. In het JVO is afgesproken dat de landen informatie over reeds bestaande of in ontwikkeling zijnde maatregelen met elkaar bespreken, om te bezien of het voordelen heeft hierin meer gezamenlijk op te trekken. Een voorbeeld van een dergelijke maatregel is het instellen van een zo genoemd «Electronic System for Travel Authorisation» (ESTA), waarbij voorafgaand aan het inreizen door de reiziger informatie moet worden verstrekt.

Ook zijn gezamenlijke activiteiten verricht in het kader van de onderlinge regeling vreemdelingenketen om de samenwerking en informatie-uitwisseling op dit terrein te bevorderen. Verder zal op verzoek van Aruba worden bezien op welke wijze de geïntensiveerde samenwerking, assistentie en kennisoverdracht over migratiebeleid en -procedures wordt voortgezet in een (bestaand) samenwerkingsplatform. Gelijktijdig is onderstreept dat er naast deze samenwerking blijvend aandacht moet zijn voor de aanpak en de (in)directe maatschappelijke gevolgen van niet rechtmatig verblijf.

Zoals uw Kamer eerder is bericht5, zijn in het JVO van juli 2019 verbetervoorstellen besproken ter versterking van het grenstoezicht in het Caribische deel van het Koninkrijk, in het zogeheten baselines traject. Tijdens het JVO in januari 2020 zijn concrete voorstellen gedaan over de aanschaf van goederenscanners en het belang van screeningsvereisten van grenspersoneel. Door prioritering aan te brengen en met beperkte mensen en middelen de inzet op deze verbetervoorstellen te richten, sluiten we aan bij wat in de beleidsdoorlichting werd aanbevolen: breng focus aan en maak initiatieven behapbaar, die bovendien ook direct zichtbaar zijn, voor zowel samenleving als personeel.

Recherchesamenwerking

Tijdens het JVO is tevens het beleid voor recherchesamenwerking voor de middellange termijn besproken om richting en focus te geven aan de toekomstige inzet van recherchecapaciteit uit zowel de korpsen als het RST in de regio. Rechtshandhaving is een autonome aangelegenheid van de landen, tegelijkertijd brengt het zijn van een Koninkrijk verantwoordelijkheden met zich mee en vindt er dan ook samenwerking en gezamenlijke inzet plaats. De plannen werken uit hoe de grensoverschrijdende en de rechtsorde verstorende criminaliteit gezamenlijk wordt aangepakt en welke focus daarbij gehanteerd wordt. Door deze gezamenlijke aanpak is zowel lokaal eigenaarschap als praktische en constructieve samenwerking binnen het Koninkrijk geborgd en krijgt problematiek die om een lange adem vraagt, een aanpak die daarbij past. De ministers hebben ingestemd met dit beleid en de uitwerking daarvan.

Het beleid voor de middellange termijn beschrijft de samenwerkingsvormen waarbinnen de grensoverschrijdende criminaliteit en rechtsorde schokkende criminaliteit worden aangepakt. Dat vindt plaats door middel van samenwerking binnen de vier Caribische politiekorpsen in combiteams, samenwerking vanuit de centrale RST locatie, samenwerking in de regio op het gebied van informatie en onderlinge ondersteuning op het terrein van schaarse middelen en expertises. Het RST heeft binnen elk van deze vormen een rol. Zo werken RST medewerkers in de combiteams in de politiekorpsen, is het RST vanuit een centrale locatie inzetbaar in het gehele Caribische deel van het Koninkrijk, wordt de interinsulaire informatie-coördinatie versterkt en biedt het RST regionale ondersteuning op enkele specialistische gebieden. In de uitvoering van zijn taken valt het RST onder lokaal gezag. Het JVO heeft met goedkeuring kennisgenomen van de beheerstukken van het RST zodat deze door de Minister van Justitie en Veiligheid kunnen worden vastgesteld.

Aan de beleidsprioritering ligt een analyse ten grondslag die stelt dat de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk worden gebruikt als transitlanden voor doorvoer richting met name Noord-Amerika en Europa met gebruikmaking van de in de landen aanwezige internationale verbindingen, criminele organisaties en netwerken. Voor 2020 en daarna zetten deze samenwerkingsvormen zich dan ook in op het verstoren van routes en illegale handelsstromen (van onder meer verdovende middelen en mensen), het aanpakken van geweld, het volgen van geldstromen en het doen van financieel onderzoek, bestrijding van witwassen en de aanpak van corruptieve elementen in de landen.

Informatie-uitwisseling

Door de nieuwe Europese regels over informatiedeling met derde landen zijn nieuwe uitdagingen ontstaan, ook voor de informatiedeling met de Caribische landen die conform deze Europese wetgeving immers derde landen zijn. Tijdens het JVO zijn deze uitdagingen besproken alsmede hoe hiervoor samen oplossingen zijn te vinden. Zo wordt gewerkt aan de harmonisatie van het beschermingsniveau van persoonsgegevens binnen het Koninkrijk en welke acties hiervoor zijn vereist. Als het gaat om het kunnen delen van politie-, justitiële, en strafvorderlijke gegevens, is afgesproken dat de Caribische landen samen met Nederland opties uitwerken die resulteren in een structurele juridische grondslag in de wetgeving van de betrokken landen voor een bredere deling van politie- en justitiële gegevens tussen Nederland en de Caribische landen van het Koninkrijk.

Ook gezamenlijke structuren voor ICT binnen de rechtshandhavingsketen zijn besproken, om zodoende de samenwerking binnen de strafrechtketen te digitaliseren.

Detentie

Tijdens dit JVO was er tevens aandacht voor de kwaliteit van de detentieomstandigheden in het Caribische deel van het Koninkrijk. Aruba, Curaçao en Nederland hebben besloten om, conform het verzoek van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) d.d. 10 januari 2020, een intereilandelijke taskforce detentie in te stellen die zich richt op de mogelijkheden voor de verbetering van de detentieomstandigheden in de detentie-inrichtingen. De bevindingen uit de jaarlijkse inspectierapporten van de Raad voor de Rechtshandhaving en de Inspectie JenV zullen hierbij als uitgangspunt dienen. Deze taskforce zal tevens voorstellen formuleren voor alternatieven voor detentie en voor resocialisatie van ex-gedetineerden. Dit sluit aan bij het initiatief van het gevangenisdirecteurenoverleg om samenwerking op het terrein van resocialisatie te intensiveren. In verband met afwezigheid van Sint Maarten bij voormeld IPKO, zal Sint Maarten bij schriftelijke ronde bekend maken of het zal deelnemen aan deze taskforce.

Tot slot

Wij kunnen concluderen dat er op veel terreinen een intensieve samenwerking plaatsvindt tussen de landen van het Koninkrijk, waarmee we aan diverse aanbevelingen uitvoering geven: we zetten met elkaar in op actief kennismanagement en uitwisseling van onderlinge kennis en expertise en we houden rekening met de (individuele) context en uitdagingen. Door deze thema’s ieder JVO gezamenlijk te bespreken en in te zetten op regionale samenwerking, worden schaalvoordelen benut en wordt de voortgang en het effect van deze samenwerkingstrajecten gestimuleerd.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Kamerstuk 33 189, nr. 10

X Noot
2

Kamerstuk 35 200 IV, nr. 8

X Noot
3

Kamerstukken 29 628 en 29 279, nr. 861

X Noot
4

Kamerstuk 29 653, nr. 59.

X Noot
5

Kamerstuk 35 300 IV, nr. 9.

Naar boven