35 207 China

Nr. 34 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 24 juni 2020

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 11 november 2019 inzake de toelichting op het mensenrechtenbeleid ten aanzien van China zoals uiteengezet in de beleidsnota «Nederland-China: een nieuwe balans» (Kamerstuk 35 207, nr. 32).

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft deze vragen beantwoord bij brief van 17 juni 2020. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, P. Dijkstra

De griffier van de commissie, Konings

Nr.

Vraag

Bijlage

1

Hoeveel Tibetaanse politieke gevangenen zijn er? Bent u bekend met de lijst van tachtig politieke gevangenen die sinds de protesten van 2008 vastzitten die Human Rights Watch in mei dit jaar gepubliceerd heeft?

 
 

Het kabinet is bekend met de publicatie van Human Rights Watch, maar beschikt verder niet over betrouwbare statistieken waaruit kan worden geconcludeerd hoeveel Tibetaanse politieke gevangenen er precies zijn. Bij gebrek aan relevante en betrouwbare statistieken is het onmogelijk om exact aan te geven hoeveel politieke gevangen er in China zijn, wat het totale aantal politieke gevangenen van Tibetaanse afkomst is, of het aantal politieke gevangenen dat op dit moment in Tibet wordt vastgehouden. Volgens het Tibetan Centre for Human Rights and Democracy zijn er momenteel 1132 politieke gevangenen van Tibetaanse komaf; de minder uitgebreide maar deels overlappende database met politieke gevangenen van de Congressional Executive Commission on China doet melding van 274 gevangenen van Tibetaanse afkomst. Deze lijsten bevatten ook namen van Tibetanen die buiten de Tibetaanse Autonome Regio worden vastgehouden. Het kabinet volgt de situatie nauwgezet en vraagt bilateraal en multilateraal aandacht voor de situatie van politieke gevangenen in China.

 

2

Welke internationale initiatieven zijn er om druk uit te oefenen op het mensenrechtenbeleid van China? Welke initiatieven zijn hierbij effectief gebleken?

 
 

Tijdens elke zitting van de VN-Mensenrechtenraad maakt de EU de zorgen over de mensenrechtensituatie in China kenbaar. Dit gebeurt onder agenda-item 4 waar de ernstigste landensituaties worden besproken. De EU onderhoudt verder een jaarlijkse bilaterale mensenrechtendialoog met China, waarin alle zorgpunten in detail aan bod komen. Nederland zet zich er tevens in EU-kader voor in dat mensenrechten tijdens de jaarlijkse EU-China top aan de orde worden gesteld.

Nederland trekt ook met andere landen op, zoals bij de Xinjiang-brief aan de voorzitter van de VN-Mensenrechtenraad van juni jl., de gezamenlijke verklaring over Xinjiang in de Derde Commissie van de AVVN op 29 oktober jl., en de twee side-events met de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Canada respectievelijk bij de VN-Mensenrechtenraad van maart 2019 en bij de AVVN ministeriële week in september 2019.

Wat de effectiviteit van bovenstaande initiatieven betreft, kan het volgende gezegd worden. De Chinese autoriteiten hechten sterk aan een positief internationaal imago van China. Het is aannemelijk dat kritische interventies door de internationale gemeenschap op zijn minst leiden tot het besef dat mensenrechtenschendingen niet onweersproken blijven. Specifiek wat Xinjiang betreft, heeft de druk van Nederland, de EU en andere gelijkgezinde landen er in ieder geval voor gezorgd dat China zich aangespoord voelt om zich te verantwoorden.

 

3

In hoeverre ervaren Nederlanders en Nederlandse ngo’s (en bedrijven) negatieve effecten van de mensenrechten situatie in China en hoe ondersteunt de Nederlandse ambassade in Peking hen?

 
 

Nederlanders en Nederlandse ngo’s en bedrijven in China zijn, evenals Chinezen en andere (buitenlandse) ngo’s en bedrijven, onderhevig aan ernstige beperkingen, o.a. op het gebied van vrijheid van meningsuiting, vrijheid van religie en levensovertuiging, en vrijheid van vergadering. Nederlandse ngo’s zijn gebonden aan de Foreign NGO Management Law (zie antwoord op vraag 46). In het reisadvies wordt gewezen op actuele risico’s in China. De Nederlandse vertegenwoordigingen in China stellen hun diensten beschikbaar voor verdere vragen en adviezen.

 

4

Hoe vaak heeft Nederland zelf (dus niet via de EU of VN) sinds het aantreden van het nieuwe kabinet China publiekelijk veroordeeld wegens mensenrechtenschendingen? Zo ja, om welke mensenrechtenschendingen ging het?

 
 

Minister Blok heeft op19 juni 2019 tijdens een persconferentie met de Chinese Minister van Buitenlandse Zaken in China zijn zorgen geuit over de wijze waarop door de overheid is opgetreden tegen vreedzame demonstranten in Hongkong. Nederland heeft in januari en december 2019 verklaringen uitgebracht over de detentie van twee Canadese burgers, Michael Kovrig en Michael Spavor.

In de VN-Mensenrechtenraad heeft Nederland op nationale titel zorgen geuit over de mensenrechtensituatie in Xinjiang (in maart, juni en september 2019 onder item 2) en over de religieuze vrijheden van moslims, christenen en Tibetaanse boeddhisten in China (in maart 2020 onder item 4). Tijdens de Universal Periodic Review van China in november 2018 heeft Nederland twee aanbevelingen gedaan aan China (over de mensenrechtensituatie in Xinjiang en over LHBTI-rechten).

De twee side-events met de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Canada in respectievelijk de VN-Mensenrechtenraad van maart 2019 en de AVVN ministeriële week in september 2019 zijn verdere voorbeelden van publieke Nederlandse acties met betrekking tot de mensenrechtensituatie in Xinjiang, China.

 

5

Waarom noemt u het Westen als verdediger van democratie en mensenrechten niet één keer, beperkt u zich tot het uitdragen van een assertiever verhaal over mensenrechten en de internationale rechtsorde tot Europa, en laat u de Verenigde Staten geheel buiten beschouwing? Ziet u in de Verenigde Staten, die veel harder stelling nemen tegen mensenrechtenschendingen door China dan de EU, geen bondgenoot?

 
 

Vanuit het beginsel van de universaliteit van mensenrechten is iedereen gelijkelijk gehouden aan de bevordering van mensenrechten en is dat niet iets dat is voorbehouden aan «het Westen». Als lid van de EU – en in lijn met de conclusies van de beleidsnota «Nederland-China: een nieuwe balans» (Kamerstuk 35 207, nr. 32) – acht het kabinet het in eerste instantie wenselijk om in EU-verband tot een eensgezind standpunt te komen. Daarnaast trekt Nederland regelmatig op met de VS en andere landen die zorgen hebben over de mensenrechtensituatie in China en bereid zijn zich hierover uit te spreken. Hoe meer landen zich uitspreken, hoe beter. Nederlandse deelname aan twee door de VS georganiseerde side-events over Xinjiang toont aan dat dit kabinet zo nodig ook bereid is in select gezelschap stelling te nemen tegen mensenrechtenschendingen in China.

 

6

Kunt u nader ingaan op de mensenrechtensituatie van de Hui, onder andere in Ningxia?

 
 

Verschillende bronnen melden dat de mensenrechtensituatie van de Hui lijkt te verslechteren, ook in Ningxia. Er zou volgens deze bronnen sprake zijn van het verwijderen van islamitische symbolen en/of Arabische kenmerken van moskeeën, controles op moskeebezoek en beperkingen op islamitisch onderwijs aan kinderen. Indien de berichten juist zijn, zijn deze ontwikkelingen zorgwekkend. Het kabinet volgt de situatie daarom nauwgezet.

 

7

Kunt u nader ingaan op de mensenrechtensituatie in Hong Kong?

 
 

Onder de «One Country, Two Systems»-structuur zou Hongkong een hoge mate van autonomie moeten genieten, die o.a. inhoudt: onafhankelijke rechtspraak, burgerlijke vrijheden en een openmarkteconomie. Deze structuur is echter in de afgelopen jaren in toenemende mate onder druk komen te staan door groeiende invloed van de centrale regering in Peking. De vrees dat Hongkong veel van zijn unieke karakteristieken zal verliezen lag aan de basis van de brede protestbeweging die het gebied vorig jaar maandenlang in zijn greep hield. Het besluit van China’s Nationale Volkscongres van 28 mei jl. om rechtstreeks een nationale veiligheidswet voor Hongkong in te voeren roept vragen op in hoeverre Hongkongs hoge mate van autonomie binnen de Volksrepubliek China stand kan houden. Dat is een zorgelijke ontwikkeling – niet alleen voor de burgers van Hongkong maar ook voor het zakenleven dat in Hongkong is gevestigd, waarvoor de eerlijke rechtspraak en de vrije toegang tot informatie zeer belangrijk zijn. Op 29 mei jl. heeft de EU een verklaring1 uitgegeven waarin ernstige zorgen worden geuit over de stappen van China die niet in lijn zijn met internationale afspraken, en die het One Country, Two Systems-principe en de autonomie van Hongkong binnen de Volksrepubliek China ondermijnen. Het kabinet sluit zich daar volledig bij aan. Het is van belang de EU op dit punt eensgezind blijft optrekken, en nadenkt over concrete stappen. Het kabinet blijft zich daarvoor inzetten.

 

8

Deelt u de analyse van Open Doors dat de president van China Xi Jinping vanuit diens communistische visie christenen als grootste groep tegenstanders ziet? Klopt het bovendien dat niet alleen huiskerken, maar zelfs staatskerken regelmatig binnengevallen worden? Bent u bereid de toenemende christenvervolging door China te veroordelen? (bron: https://www.opendoors.nl/ranglijst/china)

 
 

De vrijheid van religie en levensovertuiging in China is in de afgelopen jaren verder beperkt, waarbij er vanuit de Chinese overheid sterk is ingezet op het in overeenstemming brengen van religieuze uitingen met het beleid van de Chinese staat. Daarmee is ook de positie van christenen in China de afgelopen jaren steeds meer in de knel gekomen. Zo hebben de Chinese autoriteiten de afgelopen jaren talloze ondergrondse kerken gesloten en de leiders van dergelijke kerken gearresteerd. Ook staatskerken krijgen strikte regels opgelegd: kerkbezoek moet worden geregistreerd en medewerkers moeten verplicht trainingen ondergaan. Het kabinet heeft vrijheid van religie en levensovertuiging hoog in het vaandel staan en spreekt China regelmatig aan op de inperking van de vrijheid van religie en levensovertuiging, zowel bilateraal als in EU-verband. Ook worden vanuit het gedelegeerde mensenrechtenfonds projecten gefinancierd op het thema vrijheid van religie en levensovertuiging.

 

9

Hoe beoordeelt u de schatting van Kerk in Nood dat tussen 2014 en 2016 alleen al in de provincie Zhejiang (één van de 26 provincies van China) duizenden kruizen van kerken met dwang verwijderd zijn en dat delen van of zelfs hele kerkgebouwen verwoest zijn? Hoe verhoudt zich dit tot uw schatting dat de kruizen van slechts honderden kerken verwijderd zijn? (bron: https://religious-freedom-report.org/report/?report=177)

 
 

De genoemde schatting dat onder dwang duizenden kruizen van kerken verwijderd zouden zijn in de provincie Zhejiang is in overeenstemming met nieuwsberichten uit de periode 2014–2016. In de provincie Zhejiang vond in deze periode een campagne plaats met als doel om, op een paar uitzonderingen na, alle kruizen in de provincie te verwijderen. Hoewel in de jaren daarna vergelijkbare campagnes hebben plaatsgevonden in andere provincies, lijken deze minder grootschalig en ingrijpend dan de campagne in de provincie Zhejiang.

 

10

Zijn er gevallen bekend waarbij Oeigoeren woonachtig in Nederland aangifte hebben gedaan van bedreiging vanuit de zijde van de Chinese overheid? Zo ja, om hoeveel gevallen gaat dat? Is er actie ondernomen naar aanleiding van deze aangiftes? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

 
 

Medewerkers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voeren regelmatig gesprekken met vertegenwoordigers van de Oeigoerse gemeenschap in Nederland. In die gesprekken wordt onder andere melding gemaakt van druk vanuit China die de betrokkenen ervaren. Hierover vindt waar nodig interdepartementaal overleg plaats. De problematiek is op verschillende niveaus aan de orde gesteld bij de Chinese autoriteiten. Wanneer er sprake is van mogelijk strafbare gedragingen, zoals bedreiging, roept het kabinet in het algemeen altijd op aangifte bij de politie te doen. Het kabinet kan geen uitspraken doen over individuele aangiftes.

 

11

Bent u bekend met het bericht dat de Europese Commissie niet zal reageren op de details van het door de New York Times gepubliceerde artikel waaruit blijkt dat de Chinese regering vergaande mensenrechtenschendingen in Xinjiang instrueert? Zo ja, kunt u aangeven waarom de Commissie dat niet doet? Is Nederland bereid dit wel te doen? (bron: (https://www.theguardian.com/world/2019/nov/25/uk-calls-for-un-access-chinese-detention-camps-xinjiang)

 
 

Uit de New York Times berichtgeving komt een zeer verontrustend beeld naar voren, dat helaas de zorgen bevestigt die het kabinet en de EU al langer hebben, namelijk dat Oeigoeren en andere moslimminderheden op grote schaal zonder strafrechtelijk proces worden vastgezet in «heropvoedingskampen». Het kabinet kan niet namens de Europese Commissie spreken maar spant zich in om de mensenrechten in China hoog op de EU-agenda te houden. Daarnaast blijft het kabinet zich bilateraal en in de VN uitspreken tegen mensenrechtenschendingen in Xinjiang.

 

12

Bent u bereid, in navolging van de Duitse, Engelse, Amerikaanse, Ierse en Japanse regering, zich publiekelijk en scherper uit te spreken over de situatie in Xinjiang naar aanleiding van het door journalisten gepubliceerde bewijs dat de Chinese overheid de mensenrechtenschendingen in Xinjiang actief instrueert? Zo nee, waarom niet? (bronnen: https://www.theguardian.com/world/2019/nov/25/uk-calls-for-un-access-chinese-detention-camps-xinjiang ; https://www.scmp.com/news/china/diplomacy/article/3039457/germany-steps-criticism-over-chinas-xinjiang-policies-call-it en: https://www.reuters.com/article/us-china-xinjiang-usa/pompeo-says-documents-confirm-china-committing-very-significant-xinjiang-abuses-idUSKBN1Y021X)

 
 

Het kabinet heeft zich stelselmatig ingezet en blijft zich inzetten om bilateraal, via de EU en in de VN de mensenrechtensituatie in Xinjiang aan de orde te stellen en aan te dringen op ongehinderde en betekenisvolle toegang tot Xinjiang voor onafhankelijke waarnemers, zoals de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN. Ook zet het kabinet zich samen met de EU in om het aantal VN-lidstaten dat bereid is deze oproep te ondersteunen verder uit te breiden.

 

13

Deelt u de opvatting van de Verenigde Staten dat de geopenbaarde documenten over Xinjiang bevestigen dat ernstige mensenrechtenschendingen door China plaatsvinden en onderdeel uitmaken van een groeiende hoeveelheid bewijsmateriaal? Waarom acht u het tot dusver slechts «zeer waarschijnlijk» dat sprake is van grootschalige mensenrechtenschendingen en blijft u een slag om de arm houden? Bent u bereid in contact te treden met de Verenigde Staten en andere landen over het groeiende bewijsmateriaal? (bron: https://www.reuters.com/article/us-china-xinjiang-usa/pompeo-says-documents-confirm-china-committing-very-significant-xinjiang-abuses-idUSKBN1Y021X)

 
 

Zoals gezegd komt uit de berichtgeving een zeer verontrustend beeld naar voren, dat helaas de zorgen bevestigt die het kabinet en de EU al langer hebben, namelijk dat Oeigoeren en andere moslimminderheden op grote schaal zonder strafrechtelijk proces worden vastgezet in «heropvoedingskampen». Wat het Xinjiang-dossier betreft staat het kabinet reeds in contact met de Verenigde Staten en andere gelijkgezinde landen.

 

14

Bent u bekend met het feit dat kandidaat-lidstaat van de EU Servië recentelijk een brief in de Mensenrechtenraad heeft medeondertekend waarin China’s prestaties op het gebied van mensenrechten worden geprezen en het beleid in Xinjiang wordt goedgekeurd? Zo ja, kunt u aangeven of dit is aangekaart in de onderhandelingsgesprekken tussen de EU en Servië? Indien dat laatste niet gebeurd is, kunt u aangeven waarom niet? (bron: https://documents-dds-ny.un.org/doc/UNDOC/GEN/G19/240/77/PDF/G1924077.pdf?OpenElement)

 
 

Ja, dit is bekend. Het ondertekenen van deze brief door Servië is in onderhandelingsgesprekken niet aangekaart. Echter, zowel de EU als Nederland spreken Servië regelmatig aan op de verantwoordelijkheid zich aan te sluiten bij het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (H31 van het EU-acquis) en op zaken die tegen de geest van H31 ingaan.

 

15

Bent u bekend met onderzoek dat aantoont dat Oeigoeren en andere minderheden in Xinjiang niet alleen worden vastgezet in interneringskampen, maar ook worden ingezet voor dwangarbeid binnen de kampen en daarbuiten, in fabrieken? Wordt er in EU-verband, in navolging van discussies in het Amerikaans Congres, momenteel gesproken over concrete maatregelen om dit tegen te gaan, zoals bijvoorbeeld het in kaart brengen van fabrieken waar dwangarbeid plaatst vindt en het weren van producten afkomstig uit die fabrieken? Zo ja, wat is de stand van zaken van die besprekingen? Zo nee, kunt u aangeven waarom niet? (bronnen: https://www.trouw.nl/nieuws/china-voert-dwangarbeid-in-voor-bijna-miljoen-oeigoeren~be31ec5c/ en: https://www.congress.gov/bill/116th-congress/house-bill/649/text)

 
 

Het kabinet is bekend met het onderzoek. Dit kabinet spant zich in om de mensenrechtensituatie in Xinjiang hoog op de EU-agenda te krijgen – in de eerste plaats door te pleiten voor duidelijke verwijzingen naar Xinjiang in EU-verklaringen in onder andere de VN-Mensenrechtenraad. Het kabinet verwacht verder van Nederlandse bedrijven dat zij ondernemen in lijn met de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. De richtlijnen vragen bedrijven om gepaste zorgvuldigheid toe te passen en mogelijke risico’s in hun waardeketen – zoals mensenrechtenschendingen – te identificeren, deze risico’s te voorkomen of aan te pakken en hierover transparant te rapporteren. Omdat zakendoen in Xinjiang grote risico’s met zich meebrengt op het vlak van onder meer dwangarbeid, is het ministerie Buitenlandse Zaken voornemens samen met de RVO en andere stakeholders in een kennissessie te organiseren voor Nederlandse bedrijven over ketentransparantie en mogelijke risico’s bij het ondernemen in China. Deze sessie stond gepland in het eerste kwartaal van 2020 maar moest vanwege de COVID19-situatie worden uitgesteld.

 

16

Hoe beoordeelt u de door het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden vrijwel unaniem aangenomen Uighur Act 2019, waarin de regering-Trump wordt opgeroepen om sancties op te leggen aan hoge functionarissen van de Communistische Partij en waarin specifiek de naam Chen Quanguo is genoemd, de secretaris van de Communistische Partij in Xinjiang? Bent u bereid te pleiten voor soortgelijke persoonsgerichte sancties? (bron: https://nos.nl/artikel/2313198-huis-vs-wil-sancties-tegen-china-voor-onderdrukking-oeigoeren.html)

 
 

De zorgen van de Verenigde Staten ten aanzien van de mensenrechtensituatie in Xinjiang leven ook in veel Europese hoofdsteden. Recent is in de EU een beginsel-overeenstemming bereikt over een op te richten EU-mensenrechtensanctieregime. Dit thematische sanctieregime zal niet gericht zijn tegen een specifiek land, maar kan na oprichting wereldwijd worden ingezet tegen individuele mensenrechtenschenders. Op de eventuele toepassing van het sanctieregime op personen die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen in Xinjiang kan het kabinet niet vooruitlopen.

 

17

Hoe beoordeelt u de 403 pagina's aan interne overheidsdocumenten die zijn gelekt naar The New York Times? Deelt u de analyse dat de Chinese overheid met een zorgvuldig uitgedacht plan op systematische wijze Oeigoeren in de noordwestelijke autonome regio Xinjiang onderdrukt? (bron: https://nos.nl/artikel/2310816-gelekte-chinese-partijdocumenten-tonen-systematische-repressie-oeigoeren.html)

 
 

Het kabinet heeft kennisgenomen van het New York Times artikel over de gelekte Chinese overheidsdocumenten over Xinjiang. Het artikel maakt slechts een aantal pagina’s van de genoemde 403 pagina’s openbaar waardoor een volledige onafhankelijke analyse van de overheidsdocumenten (nog) niet mogelijk is. Uit de berichtgeving komt echter een zeer verontrustend beeld naar voren, dat helaas de zorgen bevestigt die het kabinet en de EU al langer hebben, namelijk dat Oeigoeren en andere moslimminderheden op grote schaal zonder strafrechtelijk proces worden vastgezet in «heropvoedingskampen». Het kabinet blijft daarom oproepen tot onafhankelijke en ongehinderde toegang tot Xinjiang voor de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN en andere onafhankelijke waarnemers.

 

18

Hoe beoordeelt u de berichtgeving dat tientallen Nederlandse Oeigoeren aangifte hebben gedaan en de Chinese overheid aanklagen, omdat ze de intimidaties van Peking meer dan zat zijn en hopen dat hun aangiftes de Nederlandse overheid aanzetten tot actie? Wat is hiermee gedaan door de politie, het Openbaar Ministerie, de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en door u? (bron: (https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2297578-oeigoeren-in-nederland-klagen-de-chinese-overheid-aan.html)

 
 

Medewerkers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voeren regelmatig gesprekken met vertegenwoordigers van de Oeigoerse gemeenschap in Nederland. In die gesprekken wordt onder andere melding gemaakt van druk die de betrokkenen ervaren. Hierover vindt waar nodig interdepartementaal overleg plaats en de problematiek is op verschillende niveaus aan de orde gesteld bij de Chinese autoriteiten. Nederland heeft conform de gewijzigde motie van het lid Koopmans c.s. (Kamerstuk 32 735, nr. 284) in de RBZ van 29 mei jl. aandacht gevraagd voor de mensenrechtensituatie van de Oeigoeren en intimidatie van inwoners van de EU en gepleit voor een gezamenlijke EU-positie op dit dossier.

Wanneer er sprake is van mogelijk strafbare gedragingen, zoals bedreiging, roept het kabinet in het algemeen altijd op aangifte bij de politie te doen. Het kabinet kan geen uitspraken doen over individuele aangiftes. Naast aangifte is het ook mogelijk om een melding te doen bij de politie. Bovendien kan iedereen die voor de AIVD relevante informatie heeft met deze dienst contact zoeken. Het kabinet kan geen uitspraken doen over de werkwijze van de inlichtingendiensten. In algemene zin kan worden gesteld dat de AIVD oog heeft voor beïnvloeding en intimidatie van immigranten in Nederland door staten van herkomst, zoals ook valt te lezen in het Jaarverslag 2019 van de AIVD.

 

19

Welke rol ziet u weggelegd voor Internationaal Strafhof en/of het Internationaal Gerechtshof als het gaat om de massale, systematische mensenrechtenschendingen in Xinjiang? Welke rol is Nederland bereid te spelen in het aanklagen van China?

 
 

China is geen partij bij het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof en de aanklager kan derhalve niet uit eigen initiatief een onderzoek instellen naar mogelijke misdrijven die op Chinees grondgebied zijn gepleegd. Een doorverwijzing van de VN Veiligheidsraad van de situatie in China naar het Internationaal Strafhof ligt ook niet voor de hand gelet op het vetorecht van China in de Veiligheidsraad. Het Internationaal Gerechtshof ziet toe op vreedzame geschillenbeslechting tussen staten, kan advies geven over rechtsvragen, en ziet toe op de correcte naleving van verschillende verdragen. China heeft echter bij ratificering van verschillende relevante verdragen een uitzondering laten opnemen voor wat betreft de erkenning van de rechtsmacht van het hof als er een geschil optreedt.

 

20

Klopt het dat van de 400 gelekte pagina's aan documenten over de genadeloze Chinese repressie in Xinjiang, maar liefst 96 bladzijden gewijd zijn aan speeches van president Xi Jinping? Onderstreept dit volgens u dat de repressiecampagne in Xinjiang «chefsache» is? (bron: (https://nos.nl/artikel/2310816-gelekte-chinese-partijdocumenten-tonen-systematische-repressie-oeigoeren.html)

 
 

Het kabinet heeft kennisgenomen van het New York Times artikel over de gelekte Chinese overheidsdocumenten over Xinjiang. Omdat het artikel slechts een aantal pagina’s van de genoemde 403 pagina’s openbaar maakt, is een volledige onafhankelijke analyse van de overheidsdocumenten (nog) niet mogelijk is. Wel komt uit de berichtgeving komt een zeer verontrustend beeld naar voren, dat helaas de zorgen bevestigt die het kabinet en de EU al langer hebben, namelijk dat Oeigoeren en andere moslimminderheden op grote schaal zonder strafrechtelijk proces worden vastgezet in «heropvoedingskampen».

 

21

Wat vindt u van de sancties die de Verenigde Staten hebben opgelegd aan China wegens de onderdrukking van de Oeigoeren, zoals reisverboden voor Chinese regeringsfunctionarissen en leden van de Communistische partij, alsmede sancties aan 28 Chinese instanties en bedrijven die volgens de Verenigde Staten betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen, onder meer doordat ze apparatuur en software zouden maken waarmee de Oeigoeren en andere islamitische minderheden massaal in de gaten worden gehouden in detentiecentra? Is Nederland bereid dergelijke sancties in EU-verband te bepleiten? (bron: https://nos.nl/artikel/2305329-vs-legt-chinezen-reisverboden-op-vanwege-onderdrukking-oeigoeren.html)

 
 

De zorgen van de Verenigde Staten ten aanzien van de mensenrechtensituatie in Xinjiang leven ook in veel Europese hoofdsteden. Recent is in de EU een beginsel-overeenstemming bereikt over een op te richten EU-mensenrechtensanctieregime. Dit thematische sanctieregime zal niet gericht zijn tegen een specifiek land, maar kan na oprichting wereldwijd worden ingezet tegen individuele mensenrechtenschenders. Op de eventuele toepassing van het sanctieregime op personen die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen in Xinjiang kan het kabinet niet vooruitlopen. Door een aantal Chinese technologiebedrijven op een zogenaamde entiteitenlijst voor exportcontrole te zetten, dienen Amerikaanse bedrijven een vergunning aan te vragen voordat ze aan deze bedrijven mogen leveren. De EU heeft momenteel geen instrument om dergelijke sancties in te stellen tegen bedrijven die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen in China, en er lijkt onder de Lidstaten ook geen draagvlak te bestaan om een dergelijk instrument in te stellen.

 

22

Op hoeveel scholen en universiteiten wordt nog lesgegeven in de Tibetaanse taal?

 

23

Hoe kunnen Tibetaanse kinderen Tibetaans leren?

 

24

Worden de mogelijkheden voor Tibetanen om hun eigen taal te leren en te gebruiken kleiner?

 

25

Wat zijn de mogelijkheden om werk te vinden in de Tibetaanse taal?

 

22–25

Precieze data ontbreken, maar er zijn aanwijzingen dat onderwijs steeds vaker in het Chinees wordt gegeven en dat de Tibetaanse taal in toenemende mate uitsluitend als bijvak wordt gegeven. Hoewel Tibetaanse kinderen in het algemeen opgroeien in een Tibetaanstalige thuissituatie en de taal op deze manier wel leren spreken, zijn als gevolg van deze ontwikkeling de mogelijkheden om het Tibetaans goed te leren lezen en schrijven beperkter. Over de mogelijkheden om werk te vinden in de Tibetaanse taal zijn geen relevante statistieken beschikbaar.

 

26

Heeft u de afgelopen jaren bij de Chinese autoriteiten gepleit voor de vrijlating van politieke gevangenen? Zo ja, voor wie, en wat was het resultaat van deze bemoeienis?

 
 

Nederland stelt individuele gevallen consequent aan de orde tijdens de bilaterale mensenrechtendialoog en tijdens contacten met bijvoorbeeld de Chinese ambassade in Den Haag of het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Peking. Voor de EU geldt dat individuele gevallen aan de orde worden gesteld tijdens de jaarlijkse EU-China mensenrechtendialoog en in EU-verklaringen tijdens de VN-Mensenrechtenraad.

Tijdens de 10e bilaterale mensenrechtendialoog in april 2017 heeft de mensenrechtenambassadeur de volgende individuele gevallen aangekaart: Tashi Wangchuk, Li Heping, Wang Quanzhang, Wu Gan, Xie Yang, Jiang Tianyong en Gui Minhai. Tijdens de 11e bilaterale mensenrechtendialoog in juni 2018 heeft de mensenrechtenambassadeur de volgende gevallen opgebracht: Tashi Wangchuk, Huang Qi, Gui Minhai, Liu Xia, Li Yuhan, Yu Wensheng en Wang Quanzhang. Een lijst met de volgende gevallen werd aan de Chinese delegatie overhandigd: Wu Gan, Jang Tianyong, Xia Lin, Jiang Yefei, Dong Guangping, Liu Feiyue, Ilham Tothi, Hu Shigen, Zhou Shifeng, Guo Feixiong, Zhang Haitao, Gao Zhisheng, Lü Gengsong, Tang Jingling, Zhang Shaojie, Sun Qian en Hailaite Niyazi.

Het is moeilijk aan te tonen of er verband is tussen aandacht van Nederland en andere landen voor individuele gevallen en de behandeling, strafmaat of eventuele vrijlating.

 

25

Kunt u aangeven waarom er op dit moment in EU-verband niet over maatregelen om wederkerige toegang tot Tibet te bewerkstelligen wordt gesproken?

 
 

De EU roept de Chinese autoriteiten op om wederkerige toegang tot Tibet voor Europese journalisten, diplomaten en familieleden te bewerkstelligen. Voor het instellen van EU-sancties, waarvan een inreisverbod tegen specifieke personen onderdeel kan zijn, is een EU-Raadsbesluit nodig waarvoor unanimiteit vereist is. Zie tevens het antwoord op vraag 88.

 

26

Hoe bent u voornemens invulling te geven aan uw aanmoediging richting China om in dialoog te blijven met vertegenwoordigers van de Tibetaanse gemeenschap? Gaat u China ook vragen om deze dialoog weer op te starten? Waar moet de dialoog volgens u toe leiden?

 
 

Een dialoog tussen de Chinese autoriteiten en de Tibetaanse gemeenschap kan bijdragen aan een betere waarborging van religieuze en culturele vrijheden in Tibet. Dat is nadrukkelijk de boodschap van het kabinet wanneer Tibet ter sprake komt in contacten met China. Het kabinet blijft zich tevens inspannen om ervoor te zorgen dat Tibet op de EU-agenda blijft staan.

 

27

Beschouwt u de bezetting en annexatie van Tibet door China als illegaal? Zo nee, waarom niet?

 
 

Het EU-beleid ten aanzien van Tibet is erop gericht met inachtneming van de territoriale integriteit en soevereiniteit van China bij de Chinese autoriteiten aan te dringen op een dialoog met vertegenwoordigers van de Tibetaanse gemeenschap om tot duurzame oplossingen te komen in de «Tibet Autonomous Region» (TAR) en andere Tibetaanse gebieden. Dit is ook de positie van Nederland. Zie ook de antwoorden op vragen over de brief van 26 mei 2016 inzake de uitvoering van de motie van het lid Ten Broeke (Kamerstuk 34 300 V, nr. 22) over richtsnoeren voor een etiketteringsbeleid voor de herkomst van producten (Kamerstuk 23 432, nr. 436).

 

28

Bent u bereid binnen de EU te pleiten voor de etikettering van producten uit Tibet, net als producten uit door Israël bezette gebieden? Zo nee, waarom niet? Bent u in elk geval bereid nationaal tot etikettering over te gaan?

 
 

De EU en Nederland hanteren als uitgangspunt dat elke situatie op zijn eigen merites moet worden beoordeeld. De wetgeving ten aanzien van juiste en niet-misleidende herkomstaanduiding is algemeen van toepassing, ongeacht waar het product vandaan komt. Voor de etikettering van producten uit Tibet verwijst het kabinet naar de antwoorden op vragen over de brief van 26 mei 2016 inzake de uitvoering van de motie van het lid Ten Broeke over richtsnoeren voor een etiketteringsbeleid voor de herkomst van producten (Kamerstuk 23 432, nr. 436). Het is duidelijk dat geen sprake is van misleiding wanneer er als herkomst China wordt aangegeven. Er is dan ook geen aanleiding voor specifieke richtsnoeren voor (nationale) etikettering. Het kabinet doet navraag in de andere EU-Lidstaten en EU-instellingen of er behoefte en noodzaak bestaat voor verdere toelichting hoe specifieke etiketten voor andere landen of gebieden geformuleerd moeten worden. U zult geïnformeerd worden over de uitkomst van deze consultaties, zoals toegezegd in de Kamerbrief van 26 november 2019, naar aanleiding van de gewijzigde motie van het lid Voordewind (Kamerstuk 35 300 V, nr. 42).

 

29

Hoeveel bezoeken zijn de afgelopen jaren afgelegd door Nederlandse diplomaten aan Xinjiang?

 

30

Hoe vaak heeft Nederland de afgelopen jaren, al dan niet in EU-verband, gevraagd om toestemming voor diplomaten om naar Xinjiang af te reizen en hoe vaak is dit toegezegd en geweigerd?

 

31

Wanneer was de laatste keer dat een Nederlandse diplomaat een bezoek bracht aan Xinjiang? Op welke manier is daar vervolg aan gegeven?

 

29–31

Xinjiang is in principe vrij toegankelijk, ook voor diplomaten; hiervoor hoeft geen toestemming te worden gevraagd aan de Chinese autoriteiten. Sinds juni 2018 hebben Nederlandse diplomaten tweemaal een bezoek afgelegd aan Xinjiang; het ging hier om onaangekondigde en onbegeleide bezoeken. Het laatste bezoek vond begin oktober 2019 plaats. De indrukken van deze bezoeken zijn gebruikt als toetsing van zowel internationale als Chinese berichtgeving over de situatie in Xinjiang.

 

32

Welke bedrijven zijn naar uw weten betrokken bij investeringen in de surveillance-sector in Xinjiang?

 
 

In Xinjiang is sprake van intensieve surveillance van de lokale bevolking. Voor deze surveillance wordt gebruik gemaakt van een breed scala aan technologieën, afkomstig van diverse bedrijven. Het kabinet spreekt hierover geregeld zijn zorgen uit en kijkt ook naar de rol die het bedrijfsleven hierin speelt. Het is niet mogelijk om met een uitputtende lijst te komen van alle bedrijven die bij de surveillancesector in Xinjiang betrokken zijn. Vooralsnog zijn er geen concrete aanwijzingen dat Nederlandse bedrijven actief betrokken zijn bij de surveillancesector in Xinjiang.

 

33

Hoeveel Oeigoeren zijn Xinjiang de afgelopen jaren ontvlucht?

 
 

Het kabinet beschikt niet over betrouwbare statistieken waaruit kan worden geconcludeerd hoeveel Oeigoeren de afgelopen jaren Xinjiang zijn ontvlucht.

 

34

Hoeveel bezoeken zijn de afgelopen jaren afgelegd door Nederlandse diplomaten aan Tibet?

 

35

Hoe vaak heeft Nederland de afgelopen jaren, al dan niet in EU-verband, gevraagd om toestemming voor diplomaten om naar Tibet af te reizen en hoe vaak is dit toegezegd en geweigerd?

 

36

Wat waren de uitkomsten van de bezoeken van Nederlandse diplomaten aan Tibet in de afgelopen jaren en op welke manier is daar vervolg aan gegeven?

 

34–36

Bezoeken aan Tibet kunnen niet zonder vergunning worden afgelegd. De afgelopen jaren zijn er door Nederlandse diplomaten individueel geen officiële bezoeken aan Tibet afgelegd. De EU-ambassadeurs, onder wie de Nederlandse zaakgelastigde, bezochten Tibet gezamenlijk in juni 2017. Aangezien bezoeken alleen met vergunning plaats kunnen vinden, is vrije en onafhankelijke toegang tot Tibet niet mogelijk. Daarom is de situatie in Tibet en het belang van vrije en onafhankelijke toegang tot de regio bilateraal regelmatig onderwerp van gesprek, bijvoorbeeld tijdens de meest recente mensenrechtendialoog tussen Nederland en China in juli 2018. In december 2018 vond de Duitse mensenrechtendialoog plaats in Tibet. Het kabinet streeft er naar om eventueel gekoppeld aan de mensenrechtendialoog een bezoek aan Tibet te brengen.

 

37

Hoeveel Tibetanen hebben de afgelopen jaren toestemming gekregen van de autoriteiten om Tibet te verlaten?

 

38

Hoeveel Tibetaanse vluchtelingen zijn de afgelopen jaren aangekomen in buurlanden van China? Is dit een daling of een stijging ten opzichte van de voorgaande jaren?

 

37–38

Het kabinet beschikt niet over betrouwbare statistieken waaruit kan worden opgemaakt hoeveel Tibetanen de afgelopen jaren toestemming van de autoriteiten hebben gekregen om Tibet te verlaten. Meerdere bronnen geven aan dat het voor Tibetanen vrijwel onmogelijk is om een paspoort te krijgen en naar het buitenland te reizen, met uitzondering van de gevallen waarin Tibetanen van overheidswege op reis worden gestuurd. Nieuwsbronnen geven aan dat het aantal Tibetaanse vluchtelingen dat jaarlijks in India (de belangrijkste bestemming voor Tibetanen) aankomt in de afgelopen jaren steeds kleiner is geworden. Verder zijn er aanwijzingen dat Tibetanen ook in andere delen van China in hun bewegingsvrijheid worden beperkt. In de afgelopen decennia hebben tienduizenden Tibetanen via speciale programma’s elders in China een opleiding gevolgd.

 

39

In hoeverre vormt de wijze waarop de Chinese autoriteiten omgaan met het natuurbeheer van de Tibetaanse hoogvlakten een risico op of daadwerkelijke schending van de mensenrechten van de lokale bevolking, bijvoorbeeld via de uitzetting van Tibetaanse nomaden uit gebieden die worden aangemerkt als Nationale Parken, via investeringen in de mijnbouw, of via het aanleggen van mega-dammen met grote gevolgen voor lokale ecosystemen? Bent u in het verleden de dialoog aangegaan met China over deze onderwerpen en bent u van plan om dat te doen in aanloop naar de Biodiversiteitsconferentie van oktober 2020 in Kunming?

 
 

Het kabinet is bekend met de waarschuwingen van mensenrechtenorganisaties dat natuurbeheer van de Tibetaanse hoogvlakten gepaard gaat met gedwongen verhuizingen van nomaden. De 15e Conferentie van Verdragspartijen bij het Biodiversiteitsverdrag betreft een multilaterale conferentie die door het gastland zal worden voorgezeten en waar gepoogd zal worden afspraken te maken over de uitdagingen met betrekking tot biodiversiteit. Zowel tijdens de conferentie als in voorafgaande besprekingen zal aandacht zijn voor de biodiversiteit in relatie tot de mensenrechten van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen en de gebieden waar zij leven, waaronder ook de nomadische volken van de Tibetaanse hoogvlakte.

 

40

Hoeveel politieke gevangenen zitten er momenteel vast in Tibet?

 
 

Zie het antwoord op vraag 1.

 

41

Heeft Nederland de afgelopen jaren om vrijlating van individuele Tibetaanse politieke gevangenen gevraagd? Om wiens vrijlating heeft Nederland gevraagd? Bij welke gelegenheid was dit? Wat is er met dit verzoek van Nederland gebeurd?

 
 

Tijdens de 11e bilaterale mensenrechtendialoog in juni 2018 heeft de Nederlandse mensenrechtenambassadeur China opgeroepen tot de vrijlating van Tashi Wangchuk. Van Chinese zijde is niet teruggekoppeld over wat er met dit verzoek is gedaan.

 

42

Wat is de huidige stand van zaken van de dialoog tussen de Chinese autoriteiten en vertegenwoordigers van de Tibetaanse gemeenschap? Op welke manier moedigt u China aan om die dialoog te hervatten?

 
 

Vertegenwoordigers van de Tibetaanse gemeenschap buiten China met wie het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft gesproken, geven aan dat de Chinese autoriteiten niet bereid zijn tot dialoog. De volgende bilaterale mensenrechtendialoog is een geschikte gelegenheid om er bij de Chinese autoriteiten wederom op aan te dringen de dialoog met vertegenwoordigers van de Tibetaanse gemeenschap te hervatten.

 

43

Op welke manier worden Nederlandse journalisten in China gehinderd in hun werk?

 
 

In de 2019 World Press Freedom Index staat China op plaats 177. Volgens het onderzoek van de Committee to Protect Journalists heeft de Volksrepubliek China dit jaar wereldwijd de meeste journalisten opgesloten: tenminste 48, van wie één buitenlandse (Australische) journalist. Het verschil in repressie tussen lokale media en buitenlandse correspondenten is groot, maar ook buitenlandse correspondenten ervaren volgens de jaarlijkse rapporten van de Foreign Correspondents» Club in China (FCCC) in toenemende mate overheidsinmenging in hun werk. Zij geven aan deze inmenging te ervaren in de vorm van surveillance, weigering van toegang tot politiek gevoelige gebieden of evenementen, het verhinderen van het maken van opnamen of het voeren van gesprekken met burgers, en het verlenen van kortere visums met voorafgaand lange wachttijden en gesprekken op de Chinese ambassade.

 

44

Kunt u nader ingaan op de huidige stand van zaken rond sociaal krediet en surveillance en de plannen om dit ook uit te breiden naar bedrijven? Welke mensenrechtenrisico’s zijn hier aan verbonden?

 
 

De Chinese overheid heeft in 2014 aangekondigd beleid te willen ontwikkelen voor de bepaling van de «sociale kredietwaardigheid» van marktpartijen. Het doel hiervan is betere controle op de naleving van wet- en regelgeving, met name door bedrijven. De ontwikkelingen omtrent de implementatie van dit beleid, en specifiek de eventuele impact ervan op Nederlandse bedrijven en burgers, volgt het kabinet nauwgezet. Hoe surveillance onderdeel uitmaakt van de bepaling van «sociaal krediet» is op nationaal niveau niet vastgelegd. Wel zijn voorbeelden bekend van lokale proefprojecten waarbij surveillance wordt ingezet om naleving van regelgeving te controleren. Voorbeelden zijn de monitoring van de uitstoot van schadelijke stoffen van fabrieken en geluidsopnames in bepaalde openbaar vervoerstrajecten voor de controle van ongewenst gedrag, zoals agressie. Mensenrechtenrisico’s zijn er vooral op het gebied van privacy en de bescherming van persoonlijke gegevens.

 

45

Kunt u nader toelichten waarom het volgens u «voor zich spreekt» dat Nederland alleen niet in staat is om het Chinese mensenrechtenbeleid effectief te beïnvloeden? Zegt u daarmee dat uw bilaterale mensenrechtenbeleid hoe dan ook geen enkel effect sorteert richting China? Zo ja, wat is voor u dan de meerwaarde van de mensenrechtendialoog als China zich van kritiek van Nederland kennelijk niets aantrekt?

 
 

Er kan pas sprake zijn van effectieve beïnvloeding wanneer kritische boodschappen vanuit verschillende kanten China bereiken. Om dat te bewerkstelligen neemt Nederland bilateraal zijn verantwoordelijkheid, net zoals andere gelijkgezinde landen dit doen, en spant het kabinet zich daarnaast in om de coalitie van landen die zich uitspreken over de mensenrechtensituatie in Xinjiang te verbreden.

 

46

Kunt u nader ingaan op de ngo-wet uit 2017? Is er zicht op het aantal ngo’s dat sindsdien de activiteiten heeft moeten staken?

 
 

De Foreign NGO Management Law verplicht sinds 1 januari 2017 buitenlandse ngo’s om zich te registeren en samen te werken met door de overheid goedgekeurde instanties op door de overheid goedgekeurde thema’s. In de praktijk betekent dit dat alle internationale ngo’s die actief zijn op terreinen waarop activiteiten door de Chinese autoriteiten als ongewenst worden beschouwd zich niet kunnen registreren en als gevolg hiervan niet in China actief kunnen zijn. Daarnaast kunnen ook organisaties die zich met minder gevoelige thema’s bezighouden zich in sommige gevallen alleen maar tijdelijk of slechts op aangewezen locaties registreren. Volgens Chinese bronnen zijn er inmiddels 522 internationale organisaties in China geregistreerd; dit aantal omvat bijvoorbeeld ook een groot aantal buitenlandse Kamers van Koophandel. Schattingen over het aantal internationale ngo’s dat voor het in werking treden van deze wet in China actief was lopen uiteen van 1.000 tot 6.000.

 

47

Kunt u toelichten op welk hoogste niveau veel aandacht wordt besteed aan Xinjiang gezien de ernst en omvang van de mensenrechtenschendingen in die regio? En met welke frequentie?

 
 

Op 5 november 2019 voerde Minister Kaag in Shanghai een gesprek met de Chinese assistent-Minister voor Handel Ren Hongbin. In dit gesprek uitte Minister Kaag de zorgen van het kabinet over het gebruik van technologie voor de surveillance van met name etnische en/of religieuze minderheden. In gesprek met Minister Wang Yi van Buitenlandse Zaken op 19 juni 2019 heeft Minister Blok de mensenrechtensituatie in China aangekaart met specifieke aandacht voor de situatie van religieuze minderheden in Xinjiang en Tibet. Minister-President Rutte heeft op 29 mei 2019 de mensenrechten van de Oeigoeren opgebracht in zijn gesprek met de Chinese vicepresident Wang Qishan. Op 2 november 2018 heeft de Nederlandse ambassadeur in Peking met 17 andere ambassadeurs een brief aan de partijsecretaris van Xinjiang gestuurd waarin zorgen werden geuit over de behandeling van Oeigoeren in China en waarin om een gesprek met de partijsecretaris werd gevraagd. Deze brief bleef onbeantwoord. Minister-President Rutte heeft in zijn tête-à-tête met premier Li Keqiang op 15 oktober 2018 de culturele en religieuze vrijheden van etnische minderheden in China aan de orde gesteld, in het bijzonder naar aanleiding van de zorgwekkende berichten over de situatie in Xinjiang. Op 17 september 2018 heeft Minister Blok in gesprek met viceminister Wang Chao van het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn zorgen gedeeld over de situatie in Xinjiang.

 

48

Wat bedoelt u precies met het doorlopend aan de orde stellen van zorgen over mensenrechten in contacten op werkniveau met de Chinese ambassade in Den Haag?

 
 

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft regelmatig contact met de Chinese ambassade. Ook in Peking voert de Nederlandse ambassade gesprekken met het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken. Tijdens die contacten komt een breed scala aan onderwerpen ter sprake. Van Nederlandse zijde wordt daarbij stelselmatig gewezen op de zorgen die er leven met betrekking tot mensenrechten.

 

49

In welke contacten met de autoriteiten in China en door wie worden mensenrechten aan de orde gesteld in contacten met de autoriteiten in

China? En welke autoriteiten van China betreft het?

 
 

Gesprekken vinden plaats op alle niveaus: premier, Minister, directeur-generaal, de mensenrechtenambassadeur, directeur, ambassadeur en op werkniveau. Met lokale overheden wordt in gezamenlijkheid gezocht naar effectieve manieren waarop zij in hun contacten met China aandacht kunnen besteden aan de mensenrechten.

 

50

Hoe vaak vindt de reguliere bilaterale mensenrechtendialoog tussen Nederland en China plaats? En wanneer is dit voor het laatst geweest?

 
 

De inzet van het kabinet is om in principe jaarlijks een bilaterale mensenrechtendialoog met China te voeren. De laatste dialoog werd op 20 juni 2018 gehouden.

 

51

Welke andere landen behoren naast Nederland tot het selecte gezelschap van landen die een bilaterale mensenrechtendialoog met China hebben? Vindt deze dialoog op EU-niveau plaats? Zo nee, waarom niet? Zo ja, met welke frequentie en met welke intensiteit?

 
 

Nieuw-Zeeland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland onderhouden een reguliere mensenrechtendialoog met China. De frequentie verschilt per land. Ook vindt er jaarlijks een EU-China mensenrechtendialoog plaats.

 

52

Wat is de status van de bilaterale mensenrechtendialoog tussen Nederland en China? Welke dossiers zijn recent aangekaart door Nederland in deze dialoog en wat was de Chinese reactie daarop? Wordt er in de dialoog bijvoorbeeld ook gebruik gemaakt van benchmarks, om de vrijblijvendheid van de gesprekken tegen te gaan?

 
 

Aan zowel Chinese als Nederlandse zijde bestaat het voornemen om op korte termijn – wanneer de COVID19-situatie dat toelaat – een volgende mensenrechtendialoog te organiseren. Tijdens de vorige dialoog van 20 juni 2018 heeft de Nederlandse mensenrechtenambassadeur onder andere de volgende zaken aan de orde gesteld: vrijheid van religie en levensovertuiging, culturele en religieuze vrijheden in Tibet, ongehinderde toegang tot Tibet voor journalisten en diplomaten, mensenrechten in Xinjiang (inclusief kampen en surveillance), vrijheid van meningsuiting en persvrijheid, rechtstaat en intrekken van vergunningen van mensenrechtenadvocaten, LHBTI-rechten, gendergelijkheid, de krimpende ruimte voor het maatschappelijk middenveld en de individuele gevallen van Tashi Wangchuk, Huang Qi, Gui Minhai, Liu Xia, Li Yuhan, Yu Wensheng en Wang Quanzhang. De Chinese delegatie herkende zich in veel gevallen niet in de Nederlandse zorgen. Bij andere onderwerpen werd gewezen op de culturele verschillen tussen China en Nederland. Ook wees de Chinese zijde op tekortkomingen in Nederland zelf. Er is geen sprake van benchmarks. Het kabinet acht de Universal Periodic Review hiervoor het aangewezen instrument.

 

53

Waren de kerk en de moskee die u in juni dit jaar in China bezocht geregistreerde religieuze instellingen? Zo ja, waarom is gekozen om deze te bezoeken, in plaats van niet-geregistreerde religieuze instellingen, die juist zwaar onderdrukt en vervolgd worden?

 
 

Op 21 juni 2019 bezocht Minister Blok de Grote Moskee en de katholieke Tianhuijing-kerk (kathedraal van St. Franciscus) in Xi’an. Beide religieuze instellingen zijn geregistreerd onder de Chinese wet. Minister Blok sprak met zowel de bisschop als de imam over de verhouding met de Chinese staat en de stand van de geloofsgemeenschappen. Deze bezoeken boden een mogelijkheid te toetsen in hoeverre er bij deze instellingen sprake was van religieuze vrijheid. De bezoeken gaven tevens richting de Chinese autoriteiten het signaal af dat het kabinet grote waarde hecht aan de vrijheid van religie en levensovertuiging. Dit signaal had bij een bezoek aan een niet-geregistreerde instelling op een minder prominente en effectieve wijze kunnen worden gegeven.

 

54

Is het verkrijgen van een orgaan door middel van betaling in een land als China, waarbij er een reëel risico is van gedwongen orgaantransplantatie, strafbaar in Nederland? Wat bent u bereid te doen tegen orgaantoerisme door Nederlanders in China?

 
 

Iemand die in het buitenland door middel van betaling een orgaan verkrijgt, kan in Nederland strafbaar zijn. Vereist daarvoor is onder meer dat diegene weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het orgaan door dwang, geweld, misbruik van een kwetsbare positie of andere in artikel 273f, eerste lid, onder 1, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) neergelegde omstandigheden is verkregen (artikel 273f, eerste lid, onder 7, Sr).

 

55

Bent u bereid een «zwarte lijst» op te stellen van Chinese ziekenhuizen waarvan het vermoeden bestaat dat ze orgaantransplantatie operaties uitvoeren met geroofde organen?

 
 

Hiervoor beschikt het kabinet op dit moment niet over voldoende gegevens.

 

56

Is de huidige wet tegen orgaanhandel, zoals vastgelegd in artikel 273f van het Wetboek op Strafrecht, ook toepasbaar voor orgaantransplantaties in het buitenland, zoals in China?

 
 

Ja. De Nederlandse strafwet is van toepassing wanneer een in artikel 273f neergelegd misdrijf in het buitenland wordt gepleegd. Dat is het geval indien de verdachte of het slachtoffer de Nederlandse nationaliteit heeft of hier zijn vaste woon- of verblijfplaats heeft. Dit volgt uit artikel 6 Sr, bezien in samenhang met artikel 4, vierde en vijfde lid, van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht.

 

57

Betreft de Convention against Trafficking in Human Organs van de Raad van Europa, zoals aangenomen in 2015, uitsluitend orgaanhandel of ook orgaantoerisme? Wat is de stand van zaken van ten aanzien van de ratificatie van bovengenoemd verdrag door Nederland?

 
 

Dit verdrag omvat tevens orgaantoerisme. Over de wenselijkheid van ondertekening en ratificatie van dit verdrag vindt overleg plaats tussen de Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en van Justitie en Veiligheid (JenV). Uw Kamer wordt hierover dit najaar nader geïnformeerd.

 

58

Hoeveel gevallen van Nederlands orgaantoerisme in China zijn u bekend? Is of wordt hier onderzoek naar gedaan?

 
 

Het aantal is onbekend omdat er geen melding van wordt gemaakt of betrouwbaar onderzoek naar wordt gedaan. Uit eerder onderzoek kwam het beeld naar voren dat dit incidenteel wel eens voorkomt.

 

59

Bent u bekend met de toezegging van de Minister voor Medische Zorg en Sport aan de Eerste Kamer dat de Eerste Kamer op de hoogte zal worden gehouden van de ontwikkelingen omtrent de ratificatie van het Verdrag inzake orgaanhandel? (bron: https://www.eerstekamer.nl/toezegging/verdrag_tegen_handel_in_menselijke)

 
 

Ja. Over de wenselijkheid van ondertekening en ratificatie van dit verdrag vindt overleg plaats tussen de Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en van Justitie en Veiligheid (JenV). Uw Kamer wordt hierover dit najaar nader geïnformeerd.

 

60

Wanneer gaat u het Verdrag van de Raad van Europa tegen de handel in menselijke organen, dat sinds maart 2015 voor ondertekening openstaat, ter ratificatie voorleggen aan het parlement?

 
 

Over de wenselijkheid van ondertekening en ratificatie van dit verdrag vindt overleg plaats tussen de Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en van Justitie en Veiligheid (JenV). Uw Kamer wordt hierover dit najaar nader geïnformeerd.

 

61

Klopt het dat in het besluit Zorgverzekeringen is bepaald dat orgaantransplantaties buiten de EU/EER alleen vergoed worden als de donor woonachtig is in de staat waar de transplantatie plaatsvindt en een echtgenoot, geregistreerde partner of bloedverwant in de eerste, tweede of derde graad van de verzekerde is?

 
 

Gedoeld wordt op artikel 2.4, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit zorgverzekering. Uit de bijlage (blz. 7) volgt dat met de genoemde beperkingen inderdaad beoogd is om het oneigenlijk afstaan van organen tegen betaling tegen te gaan.

 
 

Klopt het dat dit omzeild kan worden door buitenlandse ziekenhuizen te laten vermelden dat het orgaan van bijvoorbeeld een neef is verkregen, ook als dit niet het geval is? Zijn er aanwijzingen voor dergelijke praktijken in China?

 
 

Ja, dat zou kunnen. In China wordt dit doorgaans niet gemeld. Het betreft in China meestal organen van postmortale donoren.

 

62

Wat is de stand van zaken ten aanzien van de oprichting van een nationaal meldpunt waar illegale orgaandonaties- en transplantaties gemeld kunnen worden?

 
 

Ook dit is onderwerp van overleg tussen de Ministeries van JenV en VWS. Uw Kamer wordt hierover dit najaar nader geïnformeerd.

 

63

Kunt u een reflectie geven op de impact van het aan de orde stellen van mensenrechten bij de Chinese autoriteiten in de afgelopen jaren?

 
 

De Chinese autoriteiten hechten sterk aan een positief internationaal imago van China. Het aan de orde stellen van mensenrechten door Nederland en de internationale gemeenschap leidt op zijn minst tot het besef dat mensenrechtenschendingen niet onweersproken blijven. Specifiek wat Xinjiang betreft, lijkt China zich steeds meer geroepen te voelen zich te verantwoorden, een indicatie dat de druk van Nederland, de EU en andere gelijkgezinde landen enig effect sorteert.

Desondanks constateert het kabinet dat de mensenrechtensituatie in China de laatste jaren is verslechterd. De internationale gemeenschap zal zich daarom in groteren getale moeten blijven uitspreken tegen misstanden in China en voor de universaliteit van mensenrechten. Het kabinet heeft hier in 2018 reeds een voorzet voor gedaan door met de VS, Duitsland, Canada en het Verenigd Koninkrijk deel te nemen aan side events over Xinjiang en door een brief en een gezamenlijke verklaring te steunen in respectievelijk de VN-Mensenrechtenraad en de Derde Commissie van de AVVN. Ook door andere VN-lidstaten bilateraal op te roepen zich aan te sluiten bij dergelijke initiatieven draagt Nederland bij aan het vergroten van het draagvlak binnen de VN.

 

64

Bent u bereid, in het licht van de volgens u «zeer zorgwekkende» berichtgeving over gedwongen orgaantransplantatie in China, ontmoedigingsbeleid te formuleren voor handel van Nederlandse bedrijven met China op het gebied van orgaantransplantatie? Zo nee, waarom niet?

 
 

In het kader van het beleid gericht op internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) verwacht het kabinet van Nederlandse bedrijven dat zij ondernemen in lijn met de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. De richtlijnen vragen bedrijven gepaste zorgvuldigheid toe te passen en mogelijke risico’s in hun waardeketen – zoals mensenrechtenschendingen – te identificeren, deze risico’s te voorkomen of aan te pakken en hierover transparant te rapporteren. Dit geldt ook voor Nederlandse bedrijven die een rol zouden spelen in orgaantransplantatie in China. Nederlandse bedrijven worden op verschillende manieren gestimuleerd om hun verantwoordelijkheid met betrekking tot de genoemde OESO-richtlijnen te nemen. Tegelijkertijd wordt momenteel conform het Regeerakkoord bezien of, en zo ja welke, dwingende maatregelen op het gebied van IMVO genomen kunnen worden.

 

65

Hoe beoordeelt u het rapport The Economics of Organ Harvesting in China waarin twee Nederlandse bedrijven genoemd worden die apparatuur voor orgaantransplantatie naar China exporteren? Bent u bereid betrokkenheid van deze bedrijven bij gedwongen orgaantransplantatie te onderzoeken? Zo nee, waarom niet? (bron: https://theircc.org/organharvesting/)

 
 

Het kabinet keurt gedwongen orgaantransplantatie uiteraard ten zeerste af. De Nederlandse overheid verwacht van Nederlandse bedrijven dat zij de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen toepassen. Onder deze richtlijnen wordt onder meer van bedrijven met een internationale waardeketen verwacht dat zij de risico’s in hun keten op schade aan mens en milieu in kaart brengen en deze risico’s trachten te mitigeren of voorkomen. Het kabinet kan geen inhoudelijke beoordeling geven van het rapport, maar zal het rapport wel onder de aandacht brengen bij de betreffende bedrijven en hen informeren over het IMVO-beleid van het kabinet.

 

66

Gaat u zich als lid van de VN-Mensenrechtenraad inspannen om het mensenrechtenbeleid van China een prominente rol geven?

 
 

Het kabinet zal zoals aangegeven het lidmaatschap van de VN-Mensenrechtenraad aangrijpen om ernstige mensenrechtensituaties in specifieke landen aan te kaarten. Hieronder vallen mensenrechtensituaties in onder andere Jemen, Syrië, Venezuela, Myanmar, Iran, Eritrea, Burundi, Saoedi-Arabië, Egypte en China. Het kabinet doet dit bij voorkeur in EU-verband en in elk geval in goed gezelschap van gelijkgezinde landen.

 

67

Welk effect hebben de inspanningen om publieke EU-verklaringen over mensenrechten in China, die voor een mensenrechtendialoog tussen de EU en China en het pleidooi om de mensenrechten op het hoogste niveau ter sprake te laten komen, tot nu toe gehad?

 
 

Zie het antwoord op vraag 63.

 

68

Zijn er aanwijzingen dat de Europese eensgezindheid, of de aanwezigheid daarvan, met betrekking tot het aanspreken van China op mensenrechtenschendingen worden beïnvloed middels het Belt and Road Initiative?

 
 

Het is niet mogelijk om een direct verband te leggen tussen de Europese eensgezindheid en het Belt and Road Initiative. Het is echter aannemelijk dat wanneer sprake is van een aanzienlijke mate van eenzijdige, economische en strategische afhankelijkheid, dit het beleid van landen ten aanzien van China kan beïnvloeden. Het ontvangen van investeringen en/of leningen in het kader van het Belt and Road Initiative kan bijdragen aan een dergelijke afhankelijkheid. De beleidsnotitie «Nederland-China: een nieuwe balans» gaat hier dieper op in en identificeert diverse Nederlandse en EU-initiatieven die erop zijn gericht om de Europese eensgezindheid te versterken.

 

69

Waarom draagt een stevige verklaring van een kleinere groep EU-lidstaten richting China niet bij aan de «kracht van de boodschap», als de EU niet in staat blijkt tot een krachtige boodschap? Is sterk afgezwakte EU-consensus dan wel krachtig?

 
 

Het kabinet acht een EU-consensus wenselijk, mits er geen essentiële elementen van een boodschap ontbreken en de taal niet zodanig wordt afgezwakt dat er niet langer sprake is van een voldoende krachtige stellingname.

 

70

Hoeveel fte op de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigingen in China houden zich bezig met mensenrechten?

 
 

Op de ambassade in Peking zijn twee fte (vanaf de zomer uit te breiden naar drie) volledig ingezet op het dossier mensenrechten. Daarnaast zijn mensenrechten een dwarsdoorsnijdend thema binnen de politieke afdeling van de ambassade in het bijzonder en meer algemeen in het takenpakket van alle medewerkers van het postennet in China.

 

71

Wat is de huidige status van de mensenrechtendialoog tussen de EU en China? Welke dossiers worden momenteel besproken en wat is de voortgang daarvan? Wordt er in de dialoog bijvoorbeeld ook gebruik gemaakt van benchmarks, om de vrijblijvendheid van de gesprekken tegen te gaan?

 
 

De EU-China mensenrechtendialoog vindt jaarlijks plaats. De laatste ronde werd gehouden op 1 en 2 april 2019. Tijdens deze dialoog zijn naast een aantal individuele mensenrechtengevallen onder andere de volgende dossiers ter sprake gekomen: Xinjiang, Tibet, vrijheid van religie en levensovertuiging met specifiek de positie van christenen, de onderdrukking van mensenrechtenverdedigers en de doodstraf. De dialoog het jaar ervoor werd gehouden op 9 en 10 juli 2018. Ter sprake kwamen onder andere vrijheid van religie en levensovertuiging, de rechten van minderheden zoals Tibetanen en Oeigoeren, de doodstraf, arbitraire detentie, de krimpende ruimte voor het maatschappelijk middenveld, mensenrechtenverdedigers en opnieuw de individuele zaken. Er is geen sprake van benchmarks.

 

72

Met welke Chinese organisaties werkt de Nederlandse ambassade in China, in lijn met de Chinese regelgeving, samen bij de uitvoeren van de verschillende projecten? En in hoeverre lukt het om daarbij het Mensenrechtenfonds zo breed mogelijk (thematisch en geografisch) in te zetten?

 
 

De Nederlandse ambassade werkt nauw samen met Chinese en internationale organisaties bij de uitvoering van projecten. In verband met de vertrouwelijkheid van deze projecten en de risico’s voor de projectpartners kunnen geen namen van organisaties openbaar gemaakt worden. Op alle zes prioriteiten van het Nederlandse Mensenrechtenbeleid worden projecten ondersteund, met als zwaartepunten «gelijke rechten voor vrouwen», «mensenrechtenverdedigers» en «gelijke rechten voor LHBTI». Er is daarnaast bijzondere aandacht voor het onderwerp «vrijheid van religie en levensovertuiging», waarbij wordt opgemerkt dat vanwege de steeds verder krimpende ruimte het moeilijk is om geschikte partners te identificeren die zich betekenisvol kunnen inzetten voor het bevorderen van vrijheid van religie en levensovertuiging.

 

73

Kunt u een overzicht geven van de financiële middelen die per mensenrechtenprioriteit beschikbaar zijn bij de Nederlandse ambassade in Peking?

 
 

Uit de Mensenrechtenrapportage van 2018 kunnen de volgende bedragen worden afgelezen:

• Gelijke rechten voor vrouwen en meisjes: EUR 733.140

• Mensenrechtenverdedigers: EUR 458.801

• Gelijke rechten voor LHBTI’s: EUR 486.872

• Vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid: EUR 141.517

• Ernstige schendingen: EUR 138.157

• Mensenrechten en bedrijfsleven: EUR 112.687

In 2019 zijn daarnaast ook fondsen ter beschikking gesteld voor het thema «vrijheid van religie en levensovertuiging».

 

74

Hoe reageert China op de contacten, en in bepaalde gevallen ook ondersteunende rol, die de ambassade in Peking onderhoudt met mensenrechtenverdedigers en advocaten? Heeft dit invloed gehad op de diplomatieke banden die Nederland onderhoudt met China?

 
 

Het is moeilijk aan te geven of en in welk mate de actieve inzet van Nederland en de Nederlandse ambassade op dit gebied direct consequenties heeft voor de diplomatieke betrekkingen met China. Nederland hecht in elk geval zeer aan de rol van de ambassade op dit gebied.

 

75

Hoeveel lokale overheden in Nederland hebben contact met hun Chinese tegenhangers?

 
 

Volgens gegevens van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn er 32 gemeenten met in totaal 34 zogenaamde zusterrelaties met gemeenten in China, waarbij twee Nederlandse gemeenten elk twee relaties onderhouden. Daarnaast hebben alle provincies met uitzondering van Zeeland zusterrelaties met provincies in China.

 

76

Zijn er voorbeelden van gevallen waarin Nederlandse lokale overheden mensenrechtenschendingen bij hun Chinese tegenhangers hebben aangekaart bij u bekend?

 
 

Het kabinet houdt niet bij of lokale overheden mensenrechten aankaarten in hun gesprekken met Chinese tegenhangers. Lokale overheden kunnen naar eigen inzicht mensenrechten opbrengen in hun internationale contacten. Voor advies over hoe zij dit op effectieve wijze kunnen doen, kunnen lokale overheden zich tot het Ministerie van Buitenlandse Zaken wenden.

 

77

Wat is uw reactie wanneer Nederlandse bedrijven niet aan uw verwachting voldoen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen volgens de OESO-richtlijnen en de UN Guiding Principles?

 
 

Het kabinet verwacht van alle Nederlandse bedrijven dat zij de OESO-Richtlijnen en UN Guiding Principles on Business and Human Rights onderschrijven en hiernaar handelen. Ook wanneer bedrijven aanspraak willen maken op het bedrijfsleven instrumentarium van het Ministerie van Buitenlandse Zaken bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), geldt dat bedrijven zich hieraan moeten houden. Wanneer dit niet het geval is en een bedrijf dit niet wil verbeteren, kan dit uitsluiting van steun tot gevolg hebben.

 

78

Op welke wijze gaat u na of bedrijven de OESO-richtlijnen niet alleen onderschrijven, maar ook daadwerkelijk naleven?

 
 

De overheid verwacht van bedrijven dat zij de OESO-Richtlijnen naleven. Op de naleving door bedrijven wordt geen toezicht gehouden. Dat is hun eigen verantwoordelijkheid. Wel wordt gemonitord hoeveel bedrijven de richtlijnen onderschrijven. Transparantie maakt deel uit van de door de OESO-Richtlijnen voorgeschreven gepaste zorgvuldigheid. Monitoring vindt plaats via de tussenmetingen op de 90%-doelstelling, zoals aangekondigd in de Kamerbrief van 2 juli 2018 (Kamerstuk 26 485, nr. 291). In deze brief staat dat het kabinet in 2023 de ambitie gerealiseerd wil zien dat 90 procent van de grote bedrijven in zijn jaarverslag de OESO-Richtlijnen expliciet onderschrijft als referentiekader voor zijn internationale activiteiten. Een van de beschikbare databronnen voor de tussenmetingen is de Transparantiebenchmark. Naleving van de OESO-Richtlijnen is in de 2019 editie van de Transparantiebenchmark opgenomen en bedrijven worden actief bevraagd op hun implementatie ervan, namelijk de stappen die gezet zijn ten behoeve van «gepaste zorgvuldigheid». Daarnaast wordt binnen verschillende IMVO-convenanten de implementatie en naleving van de OESO-Richtlijnen door bedrijven gemonitord.

 

79

Op welke manier verwacht u dat bedrijven zelf mensenrechtenrisico’s in kaart brengen in de Chinese context, als u grote moeite heeft met het vergaren van de benodigde informatie?

 
 

Conform de OESO-Richtlijnen en UN Guiding Principles on Business and Human Rights wordt van bedrijven verwacht dat zij de (mensenrechten)risico’s in kaart brengen in relatie tot hun internationale waardeketens. Dit kunnen zij doen door productielocaties in kaart te brengen en navraag te doen bij handelspartners. Om bedrijven te helpen is het Ministerie van Buitenlandse Zaken voornemens in samenwerking met de RVO en stakeholders tevens een kennissessie te organiseren over ketentransparantie en mogelijke risico’s bij het ondernemen in China.

 

80

Hoe gaat u de extra middelen die zijn vrijgemaakt om in te zetten op bewustwording en het vergroten van kennis ten aanzien van China, concreet inzetten in vervolg op de recent aangenomen Raadsconclusies over de uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG's) (waarbij is aangedrongen op zowel in de EU als in andere delen van de wereld de acties te versnellen om de visie en de doelstellingen van de Agenda 2030 te realiseren en om het ambitieniveau van de nationale maatregelen te verhogen en de Agenda 2030 proactief te integreren in nationale planningsinstrumenten, beleidsmaatregelen, strategieën en financiële kaders) om uw verwachting kracht bij te zetten dat Nederlandse bedrijven internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen volgens de OESO-richtlijnen en de United Nations Guided Principles, waarbij u zich inzet om bedrijven te wijzen op hun verantwoordelijkheid?

 
 

De extra middelen die zijn vrijgemaakt om in te zetten op bewustwording en het vergroten van kennis ten aanzien van China zijn bedoeld voor het opzetten van het kennisnetwerk, dat zich richt op onderzoek en vergroting van bewustwording en kennis binnen de rijksoverheid over China’s motieven, beleid en visie. Wat betreft Nederlandse bedrijven verwacht het kabinet dat zij bij het internationaal zakendoen handelen in lijn met de OESO-Richtlijnen en UN Guiding Principles on Business and Human Rights en op die manier een positieve bijdrage aan het behalen van de SDG’s kunnen bewerkstelligen. Dit betekent dat zij in relatie tot hun waardeketen mogelijke risico’s – waaronder mensenrechtenschendingen – dienen te identificeren en te voorkomen of aan te pakken. De RVO en het ministerie kunnen bedrijven adviseren over het ondernemen in China. Daarnaast speelt het postennet in China een actieve rol in de informatievoorziening aan en ondersteuning van het Nederlandse bedrijfsleven. Bespreken van de risico’s op het gebied van IMVO en mensenrechten maakt hier expliciet onderdeel van uit. Het ministerie zal samen met de RVO en andere stakeholders in een kennissessie organiseren voor Nederlandse bedrijven over ketentransparantie en mogelijke risico’s bij het ondernemen in China.

 

81

Zijn er gevallen bij u bekend waarin er geen exportkredietverzekering aan Nederlandse bedrijven is verleend wegens een te grote kans op betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen in China? Zo ja, hoeveel en welke?

 
 

Nee. Voor de uitstaande polissen onder de exportkredietverzekering is de beoordeling doorlopen conform het mvo-beleid van de exportkredietverzekering, inclusief een beoordeling op mogelijke mensenrechtenschendingen. Zie de Kamerbrief «Mensenrechten China» (Kamerstuk 35 207, nr. 32) voor een nadere toelichting hierop.

 

82

Waarom is de inzet van economische middelen als strategische hefboom op het mensenrechtendossier anders wanneer het aanvullende liberalisering betreft? Is een situatie denkbaar dat de mensenrechtensituatie dusdanig verslechtert dat u zou overwegen om economische drukmiddelen in te zetten buiten de context van onderhandelingen over aanvullende liberalisering?

 
 

Aanvullende liberalisering kan een positieve prikkel geven om te voldoen aan hogere mensenrechtenstandaarden. Het opleggen van handelsbeperkingen leidt daarentegen mogelijk tot een negatieve spiraal van elkaar opeenvolgende represailles. Op het inzetten van economische drukmiddelen bij een eventuele verslechtering van de mensenrechtensituatie in China wil het kabinet niet vooruitlopen.

 

83

Welke lidstaten zijn momenteel tegen het opnemen van cybersurveillance-technologie in de Europese dual use-verordening en wat zijn hun bezwaren? Waarom verwacht u in 2020 vordering te boeken met de Nederlandse inzet in dit dossier?

 
 

Nederland steunt de uitbreiding van exportcontrole op cybersurveillancetechnologie in relatie tot mensenrechtenschendingen en spant zich internationaal in om cybersurveillancegoederen in relatie tot mensenrechtenschendingen onder exportcontrole te brengen.

Zo zet Nederland zich in EU-verband in voor het opnemen van cybersurveillancetechnologie bij de herziening van de EU dual-use verordening. De in 2016 begonnen onderhandelingen in de Raad over de herziening van de dual-use verordening zijn moeizaam verlopen. Grootste discussiepunt in de onderhandelingen was voornoemde controle van cybersurveillancetechnologie. In december 2018 is gebleken dat er voor het onder controle brengen van cybersurveillance geen gekwalificeerde meerderheid kon worden behaald om tot een Raadspositie te komen. In het overeengekomen Raadsmandaat tot onderhandelingen met het Europees Parlement en de Europese Commissie, is niet voorzien in exportcontrole op cybersurveillancetechnologie via de dual-use verordening. Dat is teleurstellend.

Nederland bood steun aan het onlangs aangenomen voorstel binnen het Wassenaar Arrangement dat erop toeziet om een deel van cybersurveillancetechnologie onder exportcontrole te brengen. (zie persbericht op www.wassenaar.org). Het betreft hier zogenaamde cyber-warfare software en communications monitoring systems waarmee mensen o.a. digitaal gevolgd kunnen worden. Deze technologieën zullen op de controlelijst van het Wassenaar Arrangement bijgeschreven worden. Omdat deze controlelijst integraal wordt overgenomen in de bijlage van de EU dual-use verordening, zullen de genoemde technologieën met de eerstvolgende actualisering van de bijlage van de dual-use verordening worden opgenomen.

Nederland zal zich blijvend inspannen om ook andere cybersurveillancetechnologie die ingezet kan worden bij het schenden van mensenrechten onder exportcontrole te krijgen.

 

84

Kunt u aangeven hoe u, in vervolg op de recent aangenomen Raadsconclusies over de uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de 17 SDG's (waarbij is aangedrongen op zowel in de EU als in andere delen van de wereld de acties te versnellen om de visie en de doelstellingen van de Agenda 2030 te realiseren) in EU-verband ervoor gaat zorgen dat het er in het investeringsverdrag met China bindende afspraken over het behalen van de SDG’s, waaronder onder meer arbeidsrechten en maatschappelijk verantwoord ondernemen, opgenomen zullen worden?

 

85

Wat is de voortgang van de inzet van het kabinet in de onderhandelingen om in het af te sluiten EU-Investeringsverdrag met China afspraken te maken over arbeidsrechten en maatschappelijk verantwoord ondernemen, en over het betrekken van ngo’s, vakbonden en bedrijfsleven op de naleving daarvan? Worden de voorwaarden van EU-zijde, zoals door het kabinet bepleit, daadwerkelijk gesteld?

 
 

Het EU-China investeringsverdrag zal een hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling bevatten. De Europese Commissie zet in op een hoofdstuk dat een ambitieniveau heeft zoals gebruikelijk is voor hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling in EU-handelsakkoorden, met daarin afspraken over de bescherming van arbeidsrechten, de multilaterale milieuverdragen en de OESO-richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. In dergelijke hoofdstukken heeft het maatschappelijk middenveld een rol in het toezicht op de naleving van de gemaakte afspraken. Nederland steunt de Europese Commissie hierin en hecht belang aan effectieve implementatie van dergelijke afspraken.

 

86

Grijpt de EU de onderhandelingen met China over het Investeringsverdrag ook aan om vooruitgang op andere aspecten van het Chinese mensenrechtenbeleid af te dwingen? Zo ja, welke aspecten zijn dat en wat is de voortgang van een dergelijke inzet in de onderhandelingen? Zo nee, waarom niet?

 
 

Nee. Het is niet gebruikelijk om naast arbeidsrechten, de multilaterale milieuverdragen en de OESO-richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen ook voortgang op andere aspecten van mensenrechten op te nemen als voorwaarde voor een investeringsverdrag.

 

87

Waarom bent u geen voorstander van beperkende handelsmaatregelen als druk op het mensenrechtendossier, bovenop controles voor het huidige exportbeleid? Hoeveel erger moeten de mensenrechtenschendingen door China worden?

 
 

Het opleggen van handelsbeperkingen leidt mogelijk tot een negatieve spiraal van elkaar opeenvolgende represailles. Op het inzetten van economische drukmiddelen bij een eventuele verslechtering van de mensenrechtensituatie in China wil het kabinet niet vooruitlopen.

 

88

Is in EU-verband in het verleden wel gesproken over maatregelen om wederkerige toegang tot Tibet te bewerkstelligen? Bent u van plan om dat gesprek in EU-verband te beginnen?

 
 

Voor het instellen van EU-sancties, waarvan een inreisverbod tegen specifieke personen onderdeel kan zijn, is een EU-Raadsbesluit nodig waarvoor unanimiteit vereist is. Dit is niet eenvoudig en daarom kiest het kabinet ervoor om prioriteiten te stellen met betrekking tot het instellen van nieuwe sanctieregimes. Het kabinet zet zich al geruime tijd in voor de oprichting van een EU-mensenrechtensanctieregime. Omdat dit instrument wereldwijd kan worden ingezet tegen individuele mensenrechtenschenders acht het kabinet de spoedige afronding van dit traject van primair belang. Uiteraard kan het kabinet op de toepassing van dat regime niet vooruitlopen, noch op de te hanteren criteria voor het plaatsen van personen of entiteiten op de sanctielijst bij het EU-mensenrechtensanctieregime. Dit neemt overigens niet weg dat binnen het mensenrechtenbeleid ten aanzien van China bijzondere aandacht blijft uitgaan naar de situatie in Tibet.

 

89

Bent u bereid binnen de EU een kopgroep te zoeken die China steviger wil aanpakken op mensenrechtenschendingen en daarbij ook het instellen van sancties richting China te bepleiten? Zo nee, waarom niet?

 
 

De inzet van het kabinet heeft er reeds toe geleid dat Nederland in een Europese kopgroep opereert die bereid is verder te gaan dan de EU-consensus. Op de toepassing van het nog op te richten EU-mensenrechtensanctieregime kan het kabinet niet vooruitlopen.

 

90

Aangezien u schrijft dat China consequent protesteert tegen publieke verklaringen waarin de mensenrechtensituatie in het land wordt aangekaart en dat China stelt dat dergelijke verklaringen de bilaterale relaties schaden; zijn er situaties geweest waarin Nederland of de EU om deze reden hebben afgezien van een dergelijke verklaring? Zo ja, welke?

 
 

Het kabinet maakt consequent richting de Chinese autoriteiten kenbaar dat verklaringen over specifieke landen, waaronder China, onderdeel zijn van het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Er zijn geen situaties waarin Nederland heeft afgezien van verklaringen over China als gevolg van Chinese bezwaren. EU-verklaringen komen tot stand op basis van consensus. Of de positie van individuele EU-lidstaten is veranderd door Chinese druk is moeilijk vast te stellen.

 

91

Welke voorbeelden van (zelf)censuur in verband met Chinese gevoeligheden door Nederlandse culturele instellingen en bedrijven zijn er bij u bekend?

 
 

Het kabinet heeft kennisgenomen van diverse gevallen waarbij culturele instellingen en bedrijven ofwel worstelen met hoe om te gaan met Chinese gevoeligheden, ofwel direct of indirect onder druk zijn gezet om (zelf)censuur toe te passen. Over individuele zaken doet het kabinet geen uitspraken.

 
Naar boven