35 123 Machtiging tot oprichting van de Nederlandse financierings- en ontwikkelingsinstelling Invest-NL (Machtigingswet oprichting Invest-NL)

F NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 7 oktober 2019

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Inleiding

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben met belangstelling kennisgenomen van de memorie van antwoord en hebben nog een aantal vragen.

De leden van de Fractie-Otten hebben met belangstelling kennisgenomen van de memorie van antwoord en hebben nog een aantal vragen. De leden van de fractie van 50PLUS sluiten zich graag aan bij de vragen van de leden van de Fractie-Otten.

In deze nadere memorie van antwoord ga ik, mede namens de Minister van Financiën, in op de vragen en opmerkingen in het nader voorlopig verslag van de leden van de genoemde fracties.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren

Vraag 1

De leden van fractie van de Partij voor de Dieren stellen vast dat de regering moeite heeft met het vinden van oplossingen op het gebied van de klimaat- en stikstofcrisis. Om die reden vragen zij de regering of zij bereid is Invest-NL in te zetten om het behalen van de noodzakelijke doelen op deze terreinen dichterbij te brengen of in elk geval niet te frustreren.

Invest-NL heeft tot doel om, indien de markt hierin onvoldoende voorziet, bij te dragen aan het financieren en realiseren van maatschappelijke transitieopgaven door ondernemingen en aan het bieden van toegang tot ondernemingsfinanciering. Zoals aangegeven in de memorie van antwoord in antwoord op vraag 241 zal indachtig de motie Van der Lee c.s.2 in ieder geval klimaat een belangrijk focusterrein zijn van Invest-NL. Ook projecten die stikstofuitstoot verminderen en passen in de doelen en voorwaarden van Invest-NL kunnen ondersteund worden. Het is aan de instelling zelf om binnen de kaders van de wet en de aanvullende overeenkomst de ontwikkel- en investeringsactiviteiten vorm te geven.

Vraag 2

Zeker nu het Nederlandse economisch handelen volgens het Planbureau voor de Leefomgeving jaarlijks voor 31 miljard euro aan milieuschade veroorzaakt3, en de Rijksbegroting per beleidsartikel specificeert welke financiële middelen gereserveerd worden maar niet rapporteert welke klimaat- en milieuschade dit beleid veroorzaakt, vragen deze leden naar de visie van de regering over hoe een beter inzicht in de veroorzaakte schade per beleidsartikel kan bijdragen aan betere besluitvorming.

Vooraf moet worden gesteld dat voor verschillende overheidsuitgaven niet of nauwelijks valt te bepalen wat de klimaat- of milieu-impact is. Te denken valt aan de impact van lerarensalarissen of uitgaven aan de zorg. Conform de motie Leegte4 is in de begroting 2020 van mijn ministerie een totaaloverzicht opgenomen van alle maatregelen van alle ministeries ten behoeve van het Energieakkoord, het Klimaatakkoord en de uitvoering van het Urgenda-vonnis. Ook wordt de voortgang in het bereiken van de doelen van de Klimaatwet gemonitord. In Europees en internationaal verband wordt daarnaast gesproken over de ervaringen die andere landen hebben bij het betrekken van milieuen klimaatoverwegingen bij begrotingsbeslissingen.

Vraag 3

Ook vragen deze leden de regering om een klimaat- en milieutoets in te voeren voor elke door Invest-NL te verstrekken lening, waarbij klimaat- en milieuschadelijke activiteiten en activiteiten waarin dierenwelzijn wordt aangetast niet voor toekenning in aanmerking komen, en activiteiten die een positieve invloed hebben op dierenwelzijn, klimaat, natuur of milieu voorrang te geven op andere aanvragen.

Zoals in de memorie van antwoord is aangegeven5, zal Invest-NL een uitgebreide set van criteria hanteren waar projecten aan moeten voldoen alvorens zij in aanmerking komen voor financiering door Invest-NL. Het zal daarin geen activiteiten ondernemen die leiden tot toename van klimaat- en milieuschade en tot aantasting van dierenwelzijn. Ondersteuning van de klimaat- en energietransitie zal naar verwachting een van de hoofddoelstellingen in de strategie en het investeringsbeleid zijn. Ik zie dan ook geen reden daarbovenop nog een klimaat- en milieutoets of een voorrangsregel op te leggen.

Vraag 4

Overwegende, dat het in het belang van geldverstrekkers is om te voorkomen dat ze blijven zitten met «stranded assets», en zij hun investeringen tijdig verleggen; overwegende, dat er een toenemend aantal stranded assets te verwachten valt in de fossiele energiesector, en in landbouw en veeteelt, in de transportsector, in de chemie en mogelijk andere sectoren; verzoeken de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren de regering om onderzoek te (laten) doen naar welke investeringen stranded assets kunnen worden, vanwege de noodzakelijke en te verwachten transitie naar een meer duurzame samenleving, en de resultaten van dat onderzoek leidend te laten zijn bij de verstrekking van kredieten door Invest-NL.

De regering deelt de mening dat van belang is dat er aandacht is in de financiële sector voor de aanpak van eventuele risico’s van «stranded assets». Door toezichthouders wordt hier zowel nationaal als internationaal al uitgebreid onderzoek naar gedaan. De Nederlandsche Bank (DNB) is voorloper hierin en betrekt deze risico’s ook in haar doorlopende toezicht. Ook in het «network for greening the financial system» van toezichthouders en centrale banken dat door DNB is opgericht worden deze risico’s reeds onderzocht. Mede vanwege deze goede (internationale) ontwikkelingen ziet de regering nu geen reden om aanvullend onderzoek te doen naar welke investeringen stranded assets kunnen worden.

Specifiek ten aanzien van Invest-NL is het de bedoeling dat de instelling gaat investeren in ondernemingen en projecten die bijdragen aan maatschappelijke transitieopgaven, waaronder de transitie naar een meer duurzame samenleving. Invest-NL zal alleen financiering verstrekken aan ondernemingen en projecten wanneer er sprake is van een sluitende businesscase. Bij het beoordelen van een financieringsaanvraag zal daarom ook gekeken moeten worden naar het risico op mogelijke «stranded assets». Van Invest-NL mag als private onderneming worden verwacht dat zij zelf onderzoek doen naar mogelijke risico’s bij de verstrekking van financiering.

Vraag 5

Is de regering bereid financieringsaanvragen aan Invest-NL die geen verband houden met, of geen positieve invloed hebben op, de gestelde duurzaamheidsdoelen terzijde te doen leggen? Is de regering bereid Invest-NL op te dragen gebruik te maken van een index zoals de Coller FAIRR Protein Producer Index6 om risico’s van investeringen in kaart te brengen op het gebied van klimaat, voedselveiligheid, arbeidsomstandigheden en duurzaamheid?7 Zo niet, is de regering dan bereid Invest-NL op te dragen zelf een dergelijke risico-index te ontwikkelen, en die voor te leggen aan beide kamers van de Staten-Generaal? Zo nee, waarom niet?

Door middel van het wetsvoorstel en de aanvullende overeenkomst tussen de Staat en Invest-NL worden de domeinen en sectoren vastgesteld voor waarbinnen Invest-NL kan handelen. In lijn met de motie Van der Lee cs.8 zal de ondersteuning van klimaat en energietransitie daarbinnen een belangrijke plaats innemen. Invest-NL kan echter ook op andere transitie domeinen en op doorgroei van mkb en scale-ups actief zijn. Financieringsaanvragen die niet bijdragen aan de duurzaamheidsdoelen worden daarom niet terzijde gelegd.

De Staat spreekt daarbij met Invest-NL af dat Invest-NL een beleid inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen (hierna mvo) zal ontwikkelen en invoeren dat voldoet aan de best presterende mvo-standaarden. In de aanvullende overeenkomst is opgenomen dat Invest-NL uitsluitend financieringen verstrekt met inachtneming van dat mvo-beleid. In lijn met andere deelnemingen zal Invest-NL conform de «Global Reporting Initiative» (GRI)-standaarden rapporteren en worden getoetst aan de Transparantiebenchmark. Conform het deelnemingenbeleid zal de Minister van Financiën als aandeelhouder daarnaast het gesprek aangaan met de deelneming over mvo en over de naleving (compliance) van toepasselijke regelgeving. Ten slotte heeft de Minister van Financiën in de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer toegezegd dat mvo als onderwerp zal worden meegenomen in de evaluatie van het staatsdeelnemingenbeleid, waarbij wordt gekeken of er nog aanvullende maatregelen wenselijk en nodig zijn.

Verder wordt met Invest-NL in de aanvullende overeenkomst afgesproken dat er een mvo-beleid wordt opgesteld op basis van breed aanvaarde, bestaande standaarden op het gebied van mvo (zoals de genoemde OESO-richtlijnen). Dit omvat de best presterende standaarden («best performing standards) in de markt. Indien zulke standaarden op bepaalde onderwerpen of activiteiten niet voorhanden zijn, kan Invest-NL beslissen om eigen standaarden te ontwikkelen. Een alternatief voor een dergelijke risico-index, zoals de «Coller FAIRR Protein Producer Index», kan daar onderdeel van zijn, maar om effectief de eigen activiteiten vorm te geven zal Invest-NL net als de andere staatsdeelnemingen zelf verantwoordelijk zijn voor de te hanteren standaarden.

Vraag 6

In antwoord op een vraag inzake het voorkomen van investeringen in onwenselijke projecten stelt de regering dat Invest-NL zich, net als alle ondernemingen, zal moeten houden aan de geldende wet- en regelgeving.9 Dat lijkt naar de mening van deze leden een open deur, omdat financiering van illegale activiteiten vanzelfsprekend nimmer tot de doelstellingen van een door de overheid ingesteld investeringsfonds zou mogen behoren. Deelt de regering deze mening en is het antwoord op deze vraag om die reden niet zeer obligaat en overbodig?

Dat Invest-NL zich net als alle ondernemingen aan wet- en regelgeving moet houden is vanzelfsprekend. Maar gezien de inleiding op de bewuste vraagstelling in het voorlopig verslag die rept over regels voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, is in het antwoord op die vraag vermeld dat Invest-NL zaken die door (internationale) wet- en regelgeving verhinderd worden hoe dan ook niet ondersteunt.

Vraag 7

Verder wordt met Invest-NL in de aanvullende overeenkomst afgesproken dat er een MVO-beleid (maatschappelijk verantwoord ondernemen) wordt opgesteld waar het verstrekken van financiering aan getoetst dient te worden. Dit beleid zal aansluiten bij breed aanvaarde, bestaande standaarden op het gebied van MVO (zoals bijvoorbeeld de genoemde OESO-richtlijnen). Voor zover die standaarden nog niet bestaan op relevante terreinen, wordt van Invest-NL gevraagd zelf nieuwe standaarden te ontwikkelen. Bovendien zal de aanvullende overeenkomst bepalen dat Invest-NL een lijst met uitsluitingen van zaken moet opstellen en toepassen die in strijd zijn met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Waarom beperkt de regering zich tot een nog nader te bepalen aanvullende overeenkomst en wordt deze voorwaarde niet expliciet in de wet opgenomen?

De standaarden voor mvo en invulling daarvan zijn internationaal voortdurend in beweging. Door in de overeenkomst te bepalen dat het mvo-beleid zich ook tot de uitsluitingenlijst moet uitstrekken, wordt gewaarborgd dat Invest-NL adaptief is op nieuwe ontwikkelingen en inzichten en een mvo-beleid kan ontwikkelen in samenhang met de andere onderwerpen die daaronder vallen. Verschillende investeringsdomeinen brengen immers hun eigen mvo-aspecten mee.

Deze benadering is in lijn met andere staatsdeelnemingen voor zover die al dan niet per wet zijn opgericht. Een uitsluitingslijst die onderdeel van de wet is, zou de mogelijkheden en vrijheid voor Invest-NL beperken om daar samenhangend en adaptief invulling aan te geven.

Vraag 8

Op de vraag van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren «Worden investeringen in de fossiele industrie uitgesloten van het investeringsportfolio? Zo nee, waarom niet?» antwoordde de regering: «Invest-NL heeft mede als doel het realiseren van transitieopgaven door ondernemingen, onder andere ten aanzien van klimaat- en energietransitie. Activiteiten met een tegengesteld doel, zoals investeringen in nieuwe technieken of technologieën die fossiele uitstoot vergroten, zullen dus niet worden opgepakt. Invest-NL kan wel grote en kleine bedrijven uit de fossiele industrie ondersteunen die zich juist willen transformeren naar gebruik van duurzame energieopwekking, naar verminderd gebruik van fossiele energie en/of benutting van industriële restwarmte. Investeringen in de fossiele industrie zijn daarom niet uitgesloten, zodat Invest-NL zich ook kan richten op projecten uit de fossiele industrie waarbij efficiënte technieken worden ingezet die mondiaal gezien klimaatwinst opleveren en voor Nederland van economisch belang zijn.»10

Is de regering op de hoogte van het feit dat de benutting van restwarmte kan leiden tot een lock-in situatie waarin de afhankelijkheid van fossiele industrie decennia langer kan duren dan nodig of wenselijk is, omdat warmterotondes als verdienmodel voor de fossiele industrie voor tenminste 50 jaar worden aangelegd? Waarom is de regering niet bereid investeringen in de fossiele industrie uit te sluiten van de kredietverlening door Invest-NL?

Restwarmte wordt gezien als duurzame energie omdat restwarmte niet geproduceerd wordt maar een restproduct is. Er worden dus geen nieuwe fossiele bronnen voor aangesproken. De industrie krijgt ook geen vergoeding voor het uitkoppelen van restwarmte. Er is dus geen prikkel om meer fossiele processen te draaien om de levering van restwarmte te vergroten. In projecten waar sprake is van een materieel «lock-in»-effect, waar de business case afhankelijk zou blijven van fossiele bronnen terwijl het proces al omschakelt naar duurzame bronnen zonder restwarmte, zal Invest-NL niet investeren omdat het dan bij voorbaat verlies maakt en het niet bijdraagt aan de duurzaamheidsdoelstelling. Vandaar dat ik geen reden zie investeringen in de fossiele industrie die leiden tot efficiënte technieken en verduurzaming uit te sluiten bij Invest-NL.

Vraag 9

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben de vraag gesteld: «Kan de regering aan de hand van de casus MHP (het Oekraïens kippenbedrijf) uiteenzetten hoe gegarandeerd kan worden dan investeringen vanuit Invest-NL nooit kunnen leiden tot aantastingen van volksgezondheid, milieu en duurzaamheid via de besteding van publiek geld, zoals eerder het geval was bij plofkipfabrieken als MHP in Oekraïne? Graag een gedetailleerde uitwerking van dit antwoord gebaseerd op de lessen die getrokken zijn uit wat misgegaan is in onderhavige kwestie om herhaling met Invest-NL te voorkomen van wat misgegaan is met investeringen van IFC, EBRD en EIB in het geval van het Oekraïense bedrijf MHP zoals uiteengezet in navolgende berichten in NRC: «Kippenbedrijf van duizelingwekkende proportie, gestimuleerd door de EU» en «Hoe fris is de Oekraïense plofkip».»11

De regering antwoordt: «Zoals bij vraag 85 aangegeven, zal Invest-NL na oprichting diverse maatregelen nemen om te zorgen dat investeringen aan de hoogste eisen op het gebied van milieu, duurzaamheid en dierenwelzijn voldoen. Deze vormgeving is erop geënt om te zorgen dat Invest-NL niet investeert in bedrijven waarvan de activiteiten leiden tot misstanden op deze gebieden. Met betrekking MHP geldt dat de non-gouvernementele organisaties die deelnemen in de Accountability Counsel en Central and Eastern European Bankwatch Network in de zomer van 2018 een klacht hebben ingediend bij International Finance Organisation IFC en de European Bank for Recon- struction en Development. Bij beide instellingen zijn deze klachten ontvankelijk verklaard en wordt op dit moment een geschillenbeslechting- procedure gevolgd. Het is echter nog niet bekend wat de gevolgen van deze klachten zullen zijn voor de goedgekeurde projecten en eventuele verdere vervolgstappen binnen de International Financial Institutions. Nadat deze procedure wordt afgesloten en eventuele «lessons learned» bekend zijn, zal de Minister van Financiën deze ter overweging meenemen in gesprek met Invest-NL.»12

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren constateren dat de regering er dus met nadruk voor kiest dergelijke investeringen niet uit te sluiten, maar slechts «ter overweging mee te nemen» in een gesprek met Invest-NL. Wordt daarmee niet duidelijk dat Invest-NL alle vrijheid krijgt om te investeren in projecten zoals deze, en dat de regering niet voornemens is investeringen zoals deze te voorkomen in de wijze waarop Invest-NL statutair wordt ingericht?

Zoals in de memorie van antwoord en tijdens de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is aangegeven hecht de Staat als aandeelhouder veel waarde aan een goed mvo-beleid. De Minister van Financiën heeft toegezegd dat hij hier in zijn jaarlijkse verantwoording over de invulling van het aandeelhouderschap van de staatsdeelnemingen aandacht aan zal besteden. In de aanvullende overeenkomst tussen Invest-NL en de Staat zal worden opgenomen dat Invest-NL een mvo-beleid en uitsluitingenlijst opstelt om investeringen aan te toetsen. «Invest-NL in opbouw» is reeds begonnen met het vormgeven van dit beleid. In algemene zin kan worden gezegd dat het mvo-beleid en de uitsluitingenlijst van Invest-NL erop gericht zijn te voorkomen dat er wordt geïnvesteerd in projecten die strijdig zijn met de daarin vervatte normen op het gebied van dierenwelzijn, milieu en duurzaamheid.

De Staat heeft als aandeelhouder echter geen zeggenschap over specifieke investeringsbeslissingen door Invest-NL (anders dan wanneer het projecten betreft die boven een bepaalde drempelwaarde uitkomen). Met de vormgeving van Invest-NL als staatsdeelneming is er voor gekozen om de instelling op afstand van de overheid te plaatsen. Daarmee wordt Invest-NL de ruimte gegeven om het publiek belang zo goed mogelijk te dienen. Hierbij wordt de instelling ingekaderd door de wettelijke en statutaire doelen en taken, en de bepalingen van de aanvullende overeenkomst.

Statutair is bepaald dat de Staat als aandeelhouder wordt gehoord over de strategie en het investeringsbeleid van Invest-NL. Daarover gaat de Staat vervolgens het gesprek aan met het bestuur van de onderneming. In het beoordelen van de strategie en het investeringsbeleid zal uitdrukkelijk worden gekeken naar de wijze waarop die invulling geven aan het voor Invest-NL gedefinieerde publieke belang en aan de bepalingen van de aanvullende overeenkomst. In deze beoordeling wordt het mvo-beleid meegenomen. Ook de raad van commissarissen zal dit in zijn beoordeling meenemen voordat strategie en investeringsbeleid worden goedgekeurd.

Vraag 10

Deelt de regering de mening van deze leden dat investeringen die leiden tot een ongelijk speelveld, met daaruit voortvloeiende nadelen voor het Nederlands bedrijfsleven dat soms moet voldoen aan strengere normen dan buitenlandse mededingers zoals MHP, uitgesloten zouden moeten worden van investeringen door Invest-NL?

De activiteiten van Invest-NL zullen primair gericht zijn op Nederland en in beperkte mate in het buitenland plaatsvinden, waar dat past binnen de doelen en taken.

Zoals in het antwoord op vraag 9 beschreven zullen het investeringsbeleid, mvo-beleid en de uitsluitingenlijst van Invest-NL erop gericht zijn te voorkomen dat er investeringen worden gedaan in projecten die afbreuk doen aan de in het beleid vervatte normen op het gebied van dierenwelzijn, milieu en duurzaamheid. Die zullen gebaseerd zijn op breed gehanteerde (internationale) standaarden en zullen voor alle ondernemingen gelden die financiering bij Invest-NL verzoeken, dus ook voor zover die in het buitenland gevestigd zijn.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie-Otten

Vraag 11

De leden van de Fractie-Otten hebben enkele vervolgvragen op het antwoord van de regering op een vraag van de fractieleden van FVD betreffende marktverstoring.13 Deze leden hebben vernomen dat de regering in het verleden klachten over marktverstoring niet in behandeling heeft genomen. Klopt dit? Kan de regering aangeven waarom klachten over mogelijke marktverstoring door het overheidsbeleggingsfonds DVI in het verleden door de regering niet in behandeling zijn genomen?

Klopt het dat er momenteel onderzoeken lopen naar mogelijke marktverstoring door de regering bij het Dutch Venture Initiative, vanuit zowel de Autoriteit Consument en Markt als vanuit de Europese Commissie? Zo ja, wat is de status hiervan en hoe verhoudt dit zich tot de antwoorden van de regering over de klachtafhandeling over Invest-NL?

Er zijn op verschillende momenten meldingen en klachten over mogelijke marktverstoring bij het Dutch Venture Initiative (DVI) in behandeling genomen en beantwoord. Het klopt dus niet dat klachten over DVI niet in behandeling zijn genomen. Een melding gericht aan de Autoriteit Consument en Markt is nog in behandeling.

Het klopt dat er een staatssteunklacht inzake DVI is ingediend bij de Europese Commissie. Deze klachtprocedure is nog niet afgerond. De stand van zaken is dat het voorlopige oordeel van de diensten van de Europese Commissie is, dat er geen sprake is van staatssteun in deze. Een formeel besluit is nog niet genomen door de Europese Commissie. Deze mededingingsklachten en procedure bij de Europese Commissie over DVI hebben geen relatie met de in het wetsvoorstel geregelde klachtafhandeling over Invest-NL ten aanzien van ongewenste mededinging.

Vraag 12

De leden van de Fractie-Otten hebben ook vervolgvragen op het antwoord op de twee vragen van de leden van de PVV-fractie betreffende de overname van de DVI-fondsen door Invest-NL.14De overheidsbeleggingen nemen ieder jaar weer toe, met name in het venture segment. Toch zien de leden van de Fractie-Otten dat pensioenfondsen nog steeds aan de zijlijn staan. Pensioenfondsen zijn wel bij de regering en bij het European Investment Fund geweest met de vraag het Dutch Venture Initiative over te nemen. De regering heeft toegezegd, aan zowel de Eerste als Tweede Kamer15, deze mogelijkheid te onderzoeken. Een motie16 hierover in Tweede Kamer is reeds in maart 2018 aangenomen. Kan de regering aangeven waarom dit onderzoek zo lang op zich laat wachten? Kan de regering verder aangeven wat zij hiervoor heeft ondernomen en welke stappen zij nog gaat nemen?

Naar aanleiding van de behandeling in de Tweede Kamer van het wetsvoorstel op 15 mei jl. heb ik toegezegd een marktverkenning uit te voeren naar de verkoop van de belangen in DVI. Dit proces is nu in volle gang. In dat kader zijn inmiddels gesprekken gestart met internationale marktpartijen gespecialiseerd in de verkoop van dergelijke portefeuilles. Mede op basis daarvan worden nu de economische, fiscale en juridische consequenties en acceptabele randvoorwaarden van een verkoop uitgewerkt. Ook is met het EIF als aandeelhouder en uitvoerder en een van de DVI-fondsen gesproken over de voorwaarden en condities van verkoop. Het streven is voor het einde van het jaar de Tweede Kamer nader te informeren over de voortgang van dit traject.

Vraag 13

De leden van de Fractie-Otten hebben ten slotte vervolgvragen op de beantwoording van vragen van de leden van de FVD-fractie betreffende marktfalen.17 Alleen al de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen («ROM’s») zijn betrokken bij 60% van de investeringen van startups in Nederland, volgens onderzoek van de ROM’s zelf. Daarnaast hebben we Seed Capital, de DVI-fondsen, het European Angels funds, het co-investeringsfonds en het innovatiekrediet, maar nog steeds spreekt de regering over marktfalen in dit segment. Waarom zou nog een additioneel overheidsbeleggingsfonds dat marktfalen nu wel wegnemen? Is minder overheidsbeleggingsfondsen niet juist de beste oplossing?

Het klopt dat er al verschillende overheidsmaatregelen actief zijn om financiering van ondernemingen te ondersteunen. Deze zijn alle gericht op een specifieke bedrijfslevensfase of categorie, omdat financiering van groei en innovatie in een keten verloopt, en er verschillende vormen van marktfalen spelen. Voor de investeringen in ondernemingen die werken aan de realisatie van maatschappelijke transitie opgaven, en in het midden- en kleinbedrijf (mkb) en wat grotere bedrijven die willen doorgroeien, zijn er nog vormen van marktfalen en financieringsknelpunten beschreven in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel die verhinderen dat deze voldoende tot stand komen. Omdat deze niet goed via bestaande instrumenten opgelost kunnen worden, heeft de regering besloten tot oprichting van Invest-NL. Een aantal van de bestaande overheidsinstrumenten (co-investeringsfonds, Energie Transitie Financierings Faciliteit, en de Groeifaciliteit) zullen daarnaar overgaan of in opgaan.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Kamerstukken I 2018/19, 35 123, D

X Noot
2

Kamerstukken II 2018/19, 35 123, 21

X Noot
3

PBL, «Monetaire milieuschade in Nederland», 22 juni 2018. https://www.pbl.nl/publicaties/monetaire-milieuschade-in-nederland

X Noot
4

Kamerstukken II 30 196, nr. 278

X Noot
5

Kamerstukken I 2018/19, 35 123, D, p. 3

X Noot
8

Kamerstukken II 2018/19, 35 123, 21

X Noot
9

Kamerstukken I, 2018–2019, 35 123, D, blz. 29.

X Noot
10

Idem, blz. 5.

X Noot
11

Idem, blz. 32.

X Noot
12

Idem, blz. 32–33.

X Noot
13

Kamerstukken I, 2018–2019, 35 123, D, blz. 5–6.

X Noot
14

Idem, blz. 22.

X Noot
15

Handelingen TK 2018/2019, nr. 82, item 16 blz. 23.

X Noot
16

Motie van het lid Paternotte c.s. over investeringsactiviteiten van het Ministerie van EZK, Kamerstukken II, 2017–2018, 31 311, nr. 200.

X Noot
17

Kamerstukken I, 2018–2019, 35 123, D, blz. 2.

Naar boven