35 123 Machtiging tot oprichting van de Nederlandse financierings- en ontwikkelingsinstelling Invest-NL (Machtigingswet oprichting Invest-NL)

D MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 30 augustus 2019

I. ALGEMEEN

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Inleiding

De leden van de fractie van Forum voor Democratie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben een aantal vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel en hebben een verzoek aan de regering.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en zij zijn overtuigd van de noodzaak van het wetsvoorstel. Deze leden hebben nog wel enkele vragen aan de regering.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Machtigingswet oprichting Invest-NL. Deze leden kunnen zich vinden in de idee van de oprichting van een fonds dat het mogelijk maakt om maatschappelijk relevante initiatieven van het bedrijfsleven die anders niet tot stand zouden zijn gekomen mogelijk te maken. Zij hebben naar aanleiding van het wetsvoorstel nog wel een vraag die zij graag aan de regering willen voorleggen.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van dit wetsvoorstel. Zij hebben naar aanleiding hiervan enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van dit wetsvoorstel. Zij hebben naar aanleiding hiervan enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van dit wetsvoorstel. Zij hebben naar aanleiding hiervan enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben met belangstelling kennisgenomen van de machtigingswet tot oprichting van Invest-NL, een nieuwe openbare ontwikkelingsbank, die vernieuwende en veelbelovende bedrijven die moeilijk aan financiering komen, zal ondersteunen. Het gaat om bedrijven met een maatschappelijke impact, onder andere op het gebied van klimaat- en energietransitie, landbouw, gezondheid en veiligheid. Daarnaast richt Invest-NL zich op het midden- en kleinbedrijf, en start-ups en scale-ups die kunnen doorgroeien naar grotere ondernemingen. Het Ministerie van Financiën stort 1,7 miljard euro in deze bank. Deze leden ondersteunen de door de ontwikkelingsbank gestelde maatschappelijke transitie-opgaven, maar hebben daar een aantal vragen over.

Met belangstelling heb ik kennis genomen van de vragen over het bovengenoemde wetsvoorstel in het voorlopig verslag van de leden van de fracties van Forum voor Democratie, de VVD, GroenLinks, D66, de PvdA, de PVV, de SP en de Partij voor de Dieren. In deze memorie van antwoord, die ik u mede namens de Minister van Financiën doe toekomen, zijn de vragen in de volgorde van het verslag genummerd en beantwoord.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van Forum voor Democratie

Vragen 1, 2 en 3

De leden van de fractie van Forum voor Democratie vragen de regering voor welk probleem dit investeringsfonds de oplossing is. Wanneer is er volgens de regering sprake van «marktfalen»? Aan de hand van welke concrete indicatoren stelt Invest-NL «marktfalen» vast?

Invest-NL wordt opgericht om gewenste investeringen in bedrijven en projecten mogelijk te maken die vanwege hun onzekere risico-rendementsverhouding of lange onzekere terugverdientijden onvoldoende financiering in de markt kunnen aantrekken. Hierdoor kunnen initiatieven een beroep doen op private financiering van onder meer institutionele beleggers en Europese fondsen en programma’s.

De belangrijkste bestaansreden voor een ontwikkelings- en investeringsinstelling is dat marktfalen kan leiden tot minder investeringen en dus tot een tragere toekomstige groei. Bij sectoren in transitie, zoals energie, waar grote maatschappelijke opgaven om een oplossing vragen, maar waar de onzekerheden nog groot zijn, kan sprake zijn van marktfalen. Privaat gefinancierde initiatieven kunnen achterblijven bij het maatschappelijk gewenste niveau van investeringen, waardoor oplossingen voor grote maatschappelijke vraagstukken niet, onvoldoende of te laat van de grond komen. Dat belemmert de transitie. Ook mist Nederland daardoor economische kansen. Het achterblijven van financieringsmogelijkheden in deze transitiesectoren hangt samen met enkele concrete vormen van marktfalen, die met Invest-NL kunnen worden opgelost. Deze vormen van marktfalen rechtvaardigen een overheidsinterventie en vormen tegelijkertijd de basis voor de kaders waarbinnen Invest-NL zich gaat bewegen. Door Invest-NL te richten op het verhelpen van marktfalen en de mismatch tussen vraag en aanbod met betrekking tot risicokapitaal wordt verdringing van private middelen en worden ongewenste prikkels voor private investeerders voorkomen.

Marktfalens die reden zijn Invest-NL op te richten en zijn beschreven in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel zijn coördinatiefalen, reguleringsrisico, en externe effecten. Daarnaast is er de marktimperfectie van een mismatch tussen vraag en aanbod van risicokapitaal.

Financiering op individueel niveau moet echter passen binnen de vereisten voor staatssteun zoals die met de Europese Commissie zijn afgesproken. Als dat het geval is, is er volgens de Commissie sprake van marktfalen. Daarnaast hanteert Invest-NL een uitgebreide set van criteria waaraan projecten moeten voldoen alvorens zij in aanmerking komen voor ontwikkeling of financiering1 door Invest-NL. Voorstellen voor het verkrijgen van financiering moeten allereerst voldoen aan het investeringsbeleid van Invest-NL (er moet sprake zijn van een maatschappelijke meerwaarde wat zich bijvoorbeeld vertaalt in vermeden CO2-uitstoot en extra werkgelegenheid), er moet sprake zijn van een positieve businesscase (zijnde een minimaal positieve rendementsverwachting en een voldoende hoog rendement op portefeuilleniveau). Invest-NL dient tot slot additioneel te zijn aan andere financiers. Ook de ontwikkelactiviteiten van Invest-NL moeten additioneel zijn aan wat marktpartijen bieden.

Vragen 4, 5 en 6

Hoe is de benoeming van de heer Bos als bestuursvoorzitter van Invest-NL tot stand gekomen? Graag een toelichting van de regering. Wie heeft het profiel opgesteld? Waren er andere kandidaten?

Zoals de Minister van Financiën u heeft gemeld in de brief inzake de beantwoording van schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid Alkaya over de aanstelling van Wouter Bos als voorzitter van de raad van bestuur van Invest-NL2, hebben de secretarissen-generaal van de Ministeries van Financiën, Economische Zaken en Klimaat en Buitenlandse Zaken een profielschets vastgesteld voor de directeur Invest-NL in opbouw/beoogd bestuursvoorzitter (Chief Executive Officer (CEO). Dit profiel is meegezonden met voorgenoemde brief. Op basis van dit profiel is met behulp van een wervingsbureau voor bestuursfuncties gestart met de werving voor deze functie.

De selectiecriteria zijn bekend gemaakt in het functieprofiel directeur Invest-NL in opbouw/beoogd CEO dat het wervingsbureau online gepubliceerd heeft bij het openstellen van de functie. Daarin is onder meer gevraagd om aantoonbare kennis van en ervaring in de financiële sector, en een sterke politiek-bestuurlijke sensitiviteit en relevant netwerk in de private en publieke sector. Door het bureau is in totaal met 9 kandidaten gesproken.

De gesprekken van het bureau hebben geleid tot een shortlist van kandidaten. Vertegenwoordigers van de rijksoverheid, de drie secretarissen-generaal, hebben vervolgens gesprekken gevoerd met deze shortlistkandidaten. De overgebleven kandidaat is ten slotte ter goedkeuring voorgelegd aan de Ministers van Financiën, Economische Zaken en Klimaat en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Vragen 7 en 8

Heeft de heer Bos ervaring met het beoordelen van investeringsprojecten? Is dit aan de orde gekomen in de benoemingsprocedure?

Zoals aangegeven in de Kamerbrief aanstelling directeur Invest-NL in opbouw, is de heer Bos aangetrokken als bestuursvoorzitter omdat hij beschikt over een combinatie van bestuurservaring in zowel de private als publieke sector en sterke betrokkenheid bij de maatschappelijke thema’s waar Invest-NL zich op zal richten.3 In de benoemingsprocedure is meegenomen dat de beoogd CEO over aantoonbare kennis van en ervaring in de financiële sector moet beschikken. Aan die eis voldoet de heer Bos ruimschoots maar daarnaast heeft hij ook in zijn eigen loopbaan ervaring opgedaan met grote investeringsbeslissingen, bijvoorbeeld in zijn tijd bij Shell New Markets (1996–1998), bij KPMG Gezondheidszorg (2010–2013) en in zijn tijd als bestuursvoorzitter van VUmc (2013–2018; tegenwoordig Amsterdam UMC).

Vraag 9

Kan de regering specifiek aangeven welke bronnen van inkomsten en kapitaal Invest-NL heeft aangeboord en voornemens is nog aan te trekken?

Als Invest-NL wordt opgericht ontvangt het in tranches een kapitaalstorting van de Staat van in eerste instantie in totaal € 1,7 miljard voor de investeringstaak en 0,8 mrd euro voor de instelling voor internationale financieringsactiviteiten. Deze verdeling zal onderwerp zijn van een tussentijdse evaluatie, waarbij zal worden gekeken naar vooraf vastgestelde criteria (doelbereik investeringen, pijplijn en liquiditeitsbehoefte, randvoorwaarden).

Er is momenteel geen sprake van andere aandeelhouders of kapitaalstortingen. Naast de kapitaalstorting zal Invest-NL na oprichting vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat jaarlijks een subsidie van € 10 mln. voor de ontwikkelingstaak ontvangen. Het budget voor deze subsidie was in 2017 (€ 2,5 mln.) en in 2018 (€ 7,5 mln.). Deze bedragen waren beschikbaar gesteld op de begroting van Economische Zaken (en Klimaat). Tot aan de oprichting van Invest-NL is vanuit dit ontwikkelbudget een bijdrage verstrekt aan het voormalige Nederlands Investerings Agentschap, en nu aan diens opvolger Invest-NL in opbouw bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Doel hiervan is om al investeringsprojecten voor de markt te ontwikkelen, en om de totstandkoming van de ontwikkeltaak te realiseren.

Naast de kapitaalstortingen en structurele ontwikkelbudgetten zijn er ook twee eenmalige budgetten beschikbaar voor kosten samenhangend met de oprichting van Invest-NL. Dit zijn het transitiebudget (€ 12,7 mln.) en het opstartbudget (€ 15 mln.). Het eerste wordt gebruikt voor het transitieproces van RVO-medewerkers naar Invest-NL en de internationale instelling. Het opstartbudget is bestemd voor diverse activiteiten om de opbouw en start vorm te geven door middel van inhuur expertise, adviesdiensten, communicatie etc. ten behoeven van Invest-NL en de internationale instelling.

Vraag 10

Wat heeft Invest-NL sinds de oprichting precies aan activiteiten ondernomen en wat heeft dat gekost en wie betaalt deze kosten?

Van het opstartbudget van € 15 mln. is in 2017 € 0,3 mln en in 2018 € 2,2 mln uitgegeven. Het restant is beschikbaar in 2019 (€ 5,5 mln.) en 2020 (€ 7 mln.) Dit bedrag is aangewend voor o.a. strategievorming, aanbestedingen voor backofficesystemen, de ontwikkeling van arbeidsvoorwaarden en -regelingen en kosten met betrekking tot werving van de nieuwe huisvesting, etc.

Vanuit het ontwikkelbudget is in het jaar 2018 ongeveer € 5,4 mln. uitgegeven. Over het jaar 2019 t/m juni betreffen de uitgaven ongeveer € 2,2 mln. Het ontwikkelbudget is bestemd voor ontwikkelactiviteiten die zorgen dat er meer investeringsprojecten binnen de doelen en kaders van Invest-NL beschikbaar komen voor private financiers. Deze activiteiten betreffen onder meer het opzetten van programma’s om generieke knelpunten voor financiering te verminderen, het ondersteuning geven aan de ontwikkeling van specifieke investeringsprojecten voor zover die de financieringsstructuur niet finaliseren, en het meer inzicht verkrijgen in knelpunten in het relevante financieringslandschap.

Van het transitiebudget (€ 12,7 mln.) is in de jaren 2017 tot en met 2019 in totaal € 3,3 mln. beschikbaar gesteld aan RVO.nl voor het risicomanagementsysteem en voor het voorbereiden en begeleiden van het transitieproces van de overgang van mensen en middelen naar de instelling voor internationale investeringsactiviteiten en Invest-NL.

Voor het overzicht van en de toelichting op de budgetten verwijs ik verder naar het financiële overzicht zoals dat gezamenlijk met het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer is ingediend4.

Vraag 11

En wat hebben deze gemaakte kosten opgeleverd?

Invest-NL in opbouw heeft gedurende de opbouwfase vanuit de budgetten werkzaamheden gefinancierd (in aanloop naar) de opbouw van Invest-NL als organisatie en ter voorbereiding op de uitvoering van wettelijke taken.

Onder opbouw vallen activiteiten die los staan van het primaire proces en die gericht zijn op het opbouwen van de organisatie. Denk aan het werven en opleiden van personeel op basis van tijdelijke contracten, het inkopen en opzetten van backoffice systemen, het zoeken en huren van definitieve kantoorruimte et cetera. Het uitgangspunt van de ondernomen activiteiten is om geen onomkeerbare verplichtingen aan te gaan. Daarnaast zijn er kosten gemaakt voor de ontwikkeling van arbeidsvoorwaarden en regelingen, voorbereidende kosten voor (toekomstige) huisvesting, etc.

Onder voorbereiding worden de activiteiten verstaan die betrekking hebben op het primaire proces zoals het verkennen en onderzoeken van markten, projecten, bedrijven en samenwerkingsverbanden.

Vraag 12

Hoe kan de regering garanderen dat het fonds niet concurrentieverstorend werkt en de markt voor private investeringen ernstig verstoort?

Invest-NL richt zich alleen op domeinen waar marktfalen de financiering van transitieopgaven en economische groei verhindert. Invest-NL mag dus nooit concurreren met marktpartijen, maar moet juist zorgen dat er meer private financiering naar de doelen van Invest-NL gaan zonder dat sprake is van ongewenste mededinging.

Deze additionaliteit is een leidend principe in het wetsvoorstel en de opbouw van de organisatie. Om te borgen dat bij individuele toekenning van financiering ook altijd de additionaliteit getoetst wordt, moet de onderneming die een aanvraag doet onder andere altijd laten zien dat er niet voldoende private financiering voorhanden is. Invest-NL in opbouw is bezig investeringsprocedures te ontwerpen waarbij verenigbaarheid met additionaliteit in alle stadia van de besluitvorming aan de orde zullen komen. Ook het streven naar marktverruiming (als tegengesteld aan verdringing) zal centraal element van de strategie van Invest-NL onderdeel gaan uitmaken. Invest-NL zal daarbij nooit alleen investeren en zal ook geen meerderheidsbelang nemen. Het wetsvoorstel voorziet in de verplichting voor Invest-NL een adequate klachtenafhandelingsprocedure te hebben die duidelijk kenbaar en eenvoudig toegankelijk is op de website van Invest-NL als marktpartijen desondanks vinden dat Invest-NL marktverstorend werkt. Als Invest-NL al dan niet naar aanleiding van een klachtenafhandeling vaststelt dat er sprake is van ongewenste mededinging met ondernemingen, wordt de uitvoering van de betreffende activiteit zo snel als mogelijk, en in ieder geval binnen een jaar, beëindigd.

Over de status van de afhandeling van een mededingingsklacht moet Invest-NL mij aan het eind van elk kwartaal verslag doen. Ook zal ik jaarlijks op grond van de aanvullende overeenkomst in een voortgangsrapportage worden geïnformeerd over de beoordeling door Invest-NL van het additioneel aan de markt verstrekken van financiering en over veranderingen van eventuele marktfalens door (te verwachten) ontwikkelingen in de markt. Hierbij kan ik zelf ambtshalve constateren dat er sprake is van ongewenste mededinging en op basis daarvan een aanwijzing tot beëindiging van een activiteit geven. Van deze bevoegdheid zal ik overigens terughoudend gebruik maken om niet meer overheidsbetrokkenheid bij Invest-NL te creëren dan noodzakelijk is.

Vraag 13

Welke investeringscriteria hanteert Invest-NL voor het toekennen van belastinggeld aan projecten?

Invest-NL hanteert een uitgebreide set van criteria waar projecten aan moeten voldoen alvorens zij in aanmerking komen voor financiering door Invest-NL. Uiteraard moeten projecten allereerst binnen de taakomschrijving van Invest NL vallen, zoals opgenomen in het wetsvoorstel. Projecten moeten vervolgens voldoen aan het investeringsbeleid van Invest-NL (er moet sprake zijn van een maatschappelijke meerwaarde wat zich bijvoorbeeld vertaalt in vermeden CO2-uitstoot en extra werkgelegenheid), er moet sprake zijn van een gezonde businesscase en risico-rendementsverhouding, er moet worden voldaan aan de staatssteunkaders die de Europese Commissie in haar goedkeuringsbesluit heeft vastgesteld en Invest-NL dient uiteraard additioneel te zijn aan andere financiers. Daarnaast wordt getoetst op een acceptabel beleid inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen (hierna: mvo) op basis van best presterende standaarden («best performing standards) in de markt, en wordt voor elk project een compliance toets inclusief een «Know Your Customer»-procedure uitgevoerd.

Vraag 14

Hoe voorkomt Invest-NL verkwisting van belastinggeld?

Invest-NL kent een prudente investeringsprocedure, bestaande uit een engagementcommissie en een investeringscommissie. Alle voorstellen voor financiering die Invest-NL in behandeling neemt worden getoetst door deze commissies. Deze commissies toetsen alle voorstellen onder meer op risico en verwacht rendement, de maatschappelijke meerwaarde en randvoorwaarden als mvo-criteria en additionaliteit. De eigen risk afdeling toetst het voorstel apart op het risico voor de portefeuille. Al deze toetsingscriteria worden opgenomen in het investeringsbeleid van Invest-NL en transparant gemaakt op de eigen website. Invest-NL toetst ieder voorstel op additionaliteit en probeert zo veel mogelijk private financiers mee te laten doen, om te voorkomen dat met de kapitaalstorting van de overheid financiering plaatsvindt die de markt zelf kan.

Vraag 15

Investeert het fonds alleen in Nederland?

Invest-NL heeft een nationale focus, maar om de maatschappelijke doelen van transitieopgaven en van Midden- en KleinBedrijf (hierna: mkb) en scale-ups te bereiken, zal het door de open Nederlandse economie ook activiteiten in het buitenland kunnen verrichten. Om een goede samenwerking te borgen tussen Invest-NL en de separate op te richten instelling tussen de Staat en FMO voor internationale financieringsactiviteiten, zal er een samenwerkingsprotocol tussen beide entiteiten worden uitgewerkt. Invest-NL heeft ook als taak aan te sluiten op Europese financieringsprogramma’s (zoals InvestEU en van de Europese Investerings Bank (hierna: EIB)), die vaak breder binnen de EU werken. Ook bij deze Europese projecten moet er altijd een Nederlands belang gediend worden.

Vraag 16

Vindt de regering het een goede volgorde om de CEO en tientallen stafleden al operationeel aan de slag te zetten voordat de Eerste Kamer de wet tot instelling van Invest-NL heeft behandeld?

Gelet op het wetstraject is de oprichting van Invest-NL als deelneming van het Rijk op zijn vroegst mogelijk in het najaar van 2019. Invest-NL zal voor die tijd dus nog niet als zelfstandige instelling operationeel zijn.

Tegelijkertijd staat Nederland, net als de rest van de wereld, voor grote transitie en investeringsopgaven, onder meer vanuit het Klimaatakkoord van Parijs. Om geen tijd te verliezen bij het aanjagen van deze in de ogen van het kabinet cruciale investeringen in en met de markt worden in aanloop naar de start al zo veel mogelijk voorbereidingen getroffen voor de oprichting zonder dat er onomkeerbare stappen worden gezet.

Tot de oprichting van Invest-NL als zelfstandige instelling gebeurt dat vanuit de huidige organisaties en begrotingen, onder ministeriële verantwoordelijkheid en verantwoording. Ten behoeve van het voorbereiden en opbouwen van de organisatie is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO.nl) een tijdelijk onderdeel ingericht, onder de naam «Invest-NL in opbouw», dat werkt aan de verdere oprichting totdat Invest-NL start. De basis hiervoor is gevormd door het Nederlands Investerings Agentschap, dat in 2015 is opgericht voor de ontwikkeling van projecten en bedrijven.

Het voorbereidende werk van de beoogd CEO en andere medewerkers in de opbouwfase maakt dat Invest-NL direct na oprichting kan beginnen met de noodzakelijke investeringen op de transitiedomeinen en doorgroei van mkb en scale-ups. Het opzetten van dergelijke complexe en langlopende investeringen kost anders nog meerdere jaren na de formele oprichting. Hierbij zijn en worden geen onomkeerbare stappen gezet, zoals ik de Tweede Kamer heb toegezegd in de Voortgang Invest-NL van 30 juni 20175. Er zijn overigens geen onomkeerbare stappen gezet door de CEO en andere stafleden voor Invest-NL werkzaam te laten zijn. Zie hiervoor het antwoord op de volgende vraag.

Vraag 17

Wat gaan de mensen die nu bij Invest-NL werkzaam zijn doen indien de Eerste Kamer de wet niet goedkeurt?

Indien de Eerste Kamer het wetsvoorstel niet goedkeurt en er geen alternatief kan worden gevonden, dan zal de tijdelijke afdeling «Invest-NL in opbouw» bij RVO.nl als wegbereider voor Invest-NL, worden opgeheven.

Bij Invest-NL in opbouw werkt op dit moment een beperkt aantal ambtenaren met een vaste aanstelling bij RVO.nl. Als het wetsvoorstel niet wordt aanvaard, worden zij na opheffing van de tijdelijke afdeling met de van-werk-naar-werk-faciliteiten begeleid naar een nieuwe functie binnen het Rijk. Daarnaast zijn er enkele gedetacheerde ambtenaren met een vaste aanstelling vanuit verschillende ministeries. Zij zullen terugkeren naar hun oorspronkelijke organisatie.

Bij de verdere vormgeving van de afdeling Invest-NL in opbouw bij RVO.nl heb ik medewerkers uitsluitend tijdelijk laten aanstellen. Dit betreft ambtenaren van wie het merendeel een aanstelling heeft tot einde 2019, dan wel het eerste kwartaal van 2020. Na ontbinding van de afdeling zullen deze aanstellingen worden beëindigd. Ook van de medewerkers die op interim- basis bij de afdeling zijn ingezet, wordt de opdracht beëindigd.

Met betrekking tot het beoogd bestuur en de beoogde leden van de raad van commissarissen, geldt ook dat de aanstelling beëindigd wordt. De beoogd bestuursvoorzitter heeft een aanstelling bij het Ministerie van Financiën. Indien blijkt dat het wetsvoorstel niet tot wet verheven zal worden, wordt deze aanstelling maximaal zes maanden nadat dit bekend wordt, beëindigd. De beoogd voorzitter van de raad van commissarissen heeft momenteel een aanstelling als voorzitter van de Commissie Advisering oprichting Invest-NL. Indien het wetsvoorstel niet tot wet verheven wordt, komt deze commissie te vervallen.

Vragen 18 en 19

Hoe vaak moet Invest-NL rapporteren over de voortgang van de investeringsprojecten en aan wie? Kan de regering toezeggen dat de Kamer deze voortgangsrapportage ook ontvangt?

In de aanvullende overeenkomst wordt opgenomen dat de instelling jaarlijks een voortgangsrapportage opstelt en deze stuurt aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Financiën. Ik heb bij de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel toegezegd deze voortgangsrapportage, inclusief een appreciatie, in de eerste jaren te zullen delen met de Tweede Kamer. Conform uw verzoek zal ik deze voortgangsrapportage ook in deze jaren aan de Eerste Kamer doen toekomen. Die voortgangsrapportages kunnen in het bijzonder worden gebruikt in het kader van de parlementaire behandeling van de periodieke, wettelijk voorgeschreven evaluaties van de wet als die wordt aangenomen. De eerste evaluatie dient na drie jaren te rekenen vanaf de oprichting plaats te vinden, vervolgens vier jaren later (wanneer er zeven jaren zijn verstreken) en daarna telkens eens in de zeven jaren.

Vragen 20, 21 en 22

In de provincie Zuid-Holland is een tijd terug een vergelijkbaar fonds op kleinere schaal opgericht, met een specifieker doel, het zogenaamde «warmteparticipatiefonds» met een omvang van 65 miljoen euro, beschikbaar gesteld door de provincie. Inmiddels zijn daar behoorlijke problemen ontstaan in de uitvoering, governance, informatievoorziening, financiering en risicobeheer. Er dreigt een miljoenenstrop. Er is recent een gedeputeerde om afgetreden. Deze leden hebben hier een aantal vragen over in relatie tot Invest-NL: Heeft de regering kennisgenomen van de gang van zaken in dit dossier in Zuid-Holland? Zo nee, is de regering bereid dat alsnog te doen? Zo ja, wat zijn in dat geval de «lessons learned» in het Zuid-Holland dossier, in relatie tot Invest-NL? Hoe waarborgt de regering dat de problemen die zich voordoen bij het overheidsfonds in Zuid-Holland zich niet – in het groot – zullen voordoen bij Invest-NL?

De regering is bekend met dit dossier. Het Warmteparticipatiefonds is een investeringsfonds met een primaire focus op het ontwikkelen van een warmtemarkt in Zuid-Holland. Het WPF heeft een fondsomvang van EUR 65 miljoen dat beschikbaar is gesteld door de Provincie Zuid-Holland. Expliciet richt het fonds zich op projecten die de ontwikkeling van een warmtenet en -markt in Zuid-Holland kunnen realiseren. Het warmteparticipatiefonds is daarmee afwijkend van Invest-NL qua doelen, taken, bereik, omvang, criteria en vormgeving. Net als Invest-NL is het echter zelf verantwoordelijk voor de individuele investeringen op afstand van de politieke besluitvorming.

De problemen waar in de vraag aan wordt gerefereerd betreft de besluitvorming in het kader van de zogenaamde warmteleiding over Oost, onderdeel van de toekomstige regionale warmterotonde Zuid-Holland. Het warmteparticipatiefonds heeft momenteel geen financiële deelname in dit project, omdat het project vooralsnog niet aan de investeringscriteria van het fonds voldeed. Het warmteparticipatiefonds is dus niet direct betrokken bij de gang van zaken bij de warmteleiding over Oost, omdat het zelf een afweging maakt over de financiële en technische kenmerken van projecten om in te investeren.

Provincie, gemeente en warmtebedrijf Rotterdam werken nog aan de opzet van de warmteleiding over Oost. Ik vind het daarom te vroeg om conclusies te verbinden aan de aanleg van en besluitvorming over dit project. Wel kan ik aangeven dat Invest-NL net als het warmteparticipatiefonds zelfstandig besluit over projecten waar het wel en niet in kan investeren, onder meer op basis van de financiële kenmerken en technische haalbaarheid van een project.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van VVD

Vraag 23

Het zou worden verwelkomt indien de Eerste Kamer op gelijke wijze als de Tweede Kamer, zoals genoemd in artikel 8 van het voorstel van wet, jaarlijks wordt geïnformeerd over het realiseren van de doelstellingen. Is de regering bereid dit verzoek te honoreren?

Op grond van artikel 8 zendt de Minister van Financiën jaarlijks aan de Tweede Kamer het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen, samen met de jaarrekening en het bestuursverslag van Invest-NL. In het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen wordt aandacht besteed aan de wijze waarop in het desbetreffende boekjaar aan de doelen, bedoeld in artikel 3 van het wetsvoorstel, tegemoet is gekomen. Deze jaarlijkse verantwoording aan de Tweede Kamer is via een amendement6 in het wetsvoorstel opgenomen. In de toelichting bij het amendement motiveerden de indieners deze verantwoordingsplicht vanuit de controlerende taak, die in ons staatsbestel met name de Tweede Kamer toekomt. Daarom is in artikel 8 ook vastgelegd dat de verantwoording aan de Tweede Kamer wordt afgelegd. Dit laat echter onverlet dat de Minister van Financiën bereid is de Eerste Kamer jaarlijks het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen met daarin aandacht voor de doelen, samen met de jaarrekening en het bestuursverslag, toe te sturen. Deze stukken kunnen in het bijzonder worden gebruikt in het kader van de parlementaire behandeling van de periodieke, wettelijk voorgeschreven evaluaties van de wet als die wordt aangenomen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat de Staat Invest-NL eigen vermogen zal verschaffen ter waarde van 1,7 miljard euro. Dit eigen vermogen van Invest-NL richt zich op het faciliteren van risicovolle activiteiten van ondernemingen bij transities op het gebied van energie, circulaire economie, mobiliteit, voedsel, digitalisering van de industrie en maatschappelijke domeinen als zorg, veiligheid en onderwijs.

Vraag 24

In hoeverre gaat de regering sturen op het alloceren van deze middelen waarbij bijdragen aan de klimaatopgaven en duurzaamheid -naast de verduurzaming van de gebouwde omgeving- centraal wordt gesteld?

Invest-NL zal een rol gaan spelen bij risicovolle activiteiten van ondernemingen op het gebied van grote transitieopgaven. Ik verwacht daarom dat verduurzaming, de energietransitie en het halen van de klimaatdoelen belangrijke thema’s bij deze transitieopgaven zijn, en Invest-NL in opbouw inventariseert op dit moment ook projecten die binnen deze thema’s passen. Indachtig de motie van het Tweede Kamerlid Van der Lee c.s. over een focus op investeringen in de energie- en klimaattransitie in de beginfase van Invest-NL7, zal ik met Invest-NL ook bespreken om klimaat als belangrijk focusgebied te hanteren. Ook op andere domeinen wil Invest-NL kunnen aansluiten, zoals verwoord in de aanvullende overeenkomst, bijvoorbeeld op de sleuteltechnologieën als fotonica, kwantum- en nanotechnologie. Het is de verantwoordelijkheid van de instelling Invest-NL zelf om binnen de kaders van het wetsvoorstel en de aanvullende overeenkomst een investeringsbeleid op te stellen. De regering stuurt dus niet op allocatie van de middelen, om de onafhankelijkheid van Invest-NL te waarborgen.

Vraag 25

En gaat de regering nieuwe technologieën beoordelen c.q. rangschikken op de mate van duurzaamheid en verwezenlijking van de klimaatopgave? En zo ja, hoe wordt dit vormgegeven en geëvalueerd?

Verstrekte financiering wordt beoordeeld op basis van de zogenoemde «streefresultaten» (deze kunnen worden gezien als zogenoemde «Key Performance Indicators») die met de financiering wordt beoogd. Via de aanvullende overeenkomst met Invest-NL wordt namelijk aan de voorkant geregeld welke doeleinden met de investeringen beoogd zijn (bijvoorbeeld vermeden CO2 uitstoot, additionele werkgelegenheid of bijdrage aan R&D) en in welke domeinen financiering van activiteiten mogelijk is (bijvoorbeeld duurzaamheid en digitalisering). Het is de verantwoordelijkheid van de instelling zelf om een afweging te maken op welk van de in de aanvullende overeenkomst opgenomen investeringsdomeinen zij actief wil zijn en duidelijk te maken welk doel met financiering in een specifiek investeringsdomein wordt beoogd.

Zoals in de aanvullende overeenkomst is aangegeven, wordt jaarlijks door de instelling aan de Staat inzichtelijk gemaakt (i) in welke investeringsdomeinen financiering heeft plaatsgevonden, (ii) welke doeleinden met de financiering zijn beoogd en ten slotte (iii) in hoeverre de streefresultaten zijn gerealiseerd.

Vraag 26

Kan de regering aangeven dat geen projecten zullen worden gefinancierd die niet bijdragen aan maatschappelijke transitieopgaven?

Nee, de instelling richt zich namelijk niet alleen op transitieopgaven. De instelling zal zich richten op financiering op het gebied van grote transitieopgaven en daarnaast op het ondersteunen van het mkb en de doorgroei van (innovatieve) ondernemingen (scale-ups). Dit betekent dat Invest-NL ook financiering kan verstrekken die geen betrekking hebben op maatschappelijke transitieopgaven, zoals de Tweede Kamer ook heeft gevraagd in de motie Veldman8. Verwachting is echter dat de ondernemingen en projecten die het ondersteunt vaak onder beide doelen vallen.

Vraag 27

Daarnaast benadrukt de regering dat de middelen voor Invest-NL beschikbaar komen voor de doorgroei van start-ups en scale-ups naar grotere ondernemingen. In hoeverre gaat de regering actief sturen op maatschappelijk verantwoord ondernemen?

In de concept aanvullende overeenkomst, te sluiten tussen de Staat en Invest-NL, is opgenomen dat Invest-NL een beleid opstelt voor mvo dat erop gericht is dat financiering uitsluitend met inachtneming van dat beleid wordt verstrekt. Dit beleid zal aansluiten bij breed aanvaarde, bestaande standaarden op het gebied van mvo. Voor zover die standaarden nog niet bestaan op relevante terreinen, wordt van Invest-NL gevraagd zelf nieuwe standaarden te ontwikkelen.

In lijn met andere deelnemingen zal Invest-NL Global Reporting Initiative (GRI)-standaarden rapporteren en worden getoetst aan de Transparantiebenchmark.9 De Minister van Financiën zal daarnaast als aandeelhouder het gesprek aangaan met de deelneming over mvo en over de naleving (compliance) van toepasselijke regelgeving. Dit heeft de Minister ook toegezegd in het mondeling overleg met de Tweede Kamer. Bovendien heeft de Minister toegezegd dat mvo als onderwerp zal worden meegenomen in de evaluatie van het staatsdeelnemingenbeleid.

Vraag 28

En hoe gaat de regering erop toezien dat Invest-NL dit adequaat vormgeeft?

De Minister van Financiën zal dit punt agenderen in de reguliere aandeelhoudersgesprekken met het bestuur en de Raad van Commissarissen van Invest-NL. Invest-NL zal over het voldoen aan mvo-criteria rapporteren in het jaarverslag. Onderdeel van die rapportage is onder andere een materialiteitsmatrix zoals de GRI die voorschrijft en een overzicht van de Sustainable Development Goals (SDG’s) waar Invest-NL een bijdrage aan levert. Bovendien heeft de Minister, zoals in antwoord op vraag 27 is opgemerkt, toegezegd dat mvo als onderwerp zal worden meegenomen in de evaluatie van het staatsdeelnemingenbeleid.

Vraag 29

Een laatste vraag van de GroenLinks-fractieleden gaat over de rol van de toegang van de Algemene Rekenkamer. Deze leden hechten aan de onafhankelijk positie bij de controle van uitgaven op rechtmatig- en doelmatigheid. Krijgt de Algemene Rekenkamer volledig en onafhankelijk toegang tot de beoordeling van Invest-NL, zodat het haar controlerende taak op vergelijkbare wijze kan uitoefenen als haar adviserende taak?

De Comptabiliteitswet 2016 bepaalt de onderzoeksbevoegdheden van de Algemene Rekenkamer. Daarin is geborgd dat de Algemene Rekenkamer haar controlerende taken op een onafhankelijke wijze kan uitoefenen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

Vragen 30 en 31

Kan de regering aangeven wanneer zij de oprichting van het fonds als een succes zal beschouwen? Welk concreet financieel en maatschappelijk rendement beoogt zij in de komende 5–10 jaar, zo vragen de leden van de D66-fractie.

Het kabinet acht de oprichting van Invest-NL een succes als het de maatschappelijke en economische doelen van het wetsvoorstel weet te bereiken. Dit is een voortdurende inspanning, omdat er altijd nog meer behoefte zal zijn aan realisatie van maatschappelijke transitieopgaven, en nieuwe bedrijven die kunnen groeien en innoveren. Om wel regulier te monitoren of Invest-NL voldoende effectief en efficiënt is in het bereiken van de doelen, zal het prestatie-indicatoren opstellen passend bij de taken en activiteiten, zoals vermeden CO2-uitstoot, toegenomen werkgelegenheid (fte’s) en de bijdrage aan extra R&D-uitgaven. Deze worden gerapporteerd in het jaarverslag, en gebruikt in de voortgangsrapportages en periodieke evaluaties. Het verwachte financiële rendement zal in de startfase veelal bestaan uit rente-ontvangsten en aflossingen, terwijl de eerste opbrengsten vanuit de verkoop van aandelen in ondernemingen of fondsen pas op langere termijn wordt verwacht. Ten slotte dient op de lange termijn op portefeuilleniveau voldaan te blijven worden aan de randvoorwaarden voor de financiële transactie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PvdA

De leden van de PvdA-fractie zijn ten principale een warm voorstander van een publieke investeringsbank en betreuren nog altijd dat Nederland het enige Europese land is zonder een dergelijke bank sinds de privatisering van de NIB in de negentiger jaren. Er is immers sprake van marktfalen en overheidsfalen bij het realiseren van maatschappelijk noodzakelijke investeringen om sociale en duurzaamheidsproblemen op te lossen en innovatie te bevorderen, met name om zogenaamde scale-ups een reële marktkans te geven. Het overheidsfalen betreft naast algemene reguleringsrisico’s, dat de ambtelijke diensten niet zijn opgezet, en dus ook niet geëquipeerd om investeringsprojecten van marktpartijen te beoordelen, risico’s in de markt te kennen en beoordelen. Ook bureaucratische risico’s van stroeve processen van diverse departementen die met elkaar samen projecten moeten beoordelen, kunnen worden voorkomen door een instituut op afstand. En ook zou het niet juist zijn dat politieke organen als de Tweede Kamer, en lokale politici als het gaat om regionale investeringen met Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM), rechtstreeks bemoeienis zouden willen met individuele projecten. Men moet zich immers realiseren dat het hier om ingewikkelde portfolio’s gaat waarin soms enkele successen worden afgewisseld met veel mislukkingen, dat is inherent aan het grote risicoprofiel dat juist wordt opgezocht waar sprake is van marktfalen. Politici moeten dan accepteren dat regelmatig overheidsgeld dat in garanties of deelneming wordt gestoken geheel verloren gaat, mits de totale portfolio maar bijdraagt aan de gestelde rendementseisen. Daarnaast zal er sprake zijn van concurrentiegevoelige informatie, die niet publiekelijk kan worden besproken. Vanwege deze typen van overheidsfalen is naar de mening van de PvdA-fractieleden een Invest-NL noodzakelijk.

Vraag 32

Daarmee is echter niet gezegd dat voor Invest-NL de taak te investeren in risicovolle innovaties die de markt laat liggen eenvoudig zal zijn. Welke criteria zullen gelden, zo vragen deze leden, die de markt kennelijk niet toepast en waarvoor de maatschappelijke betekenis helder is?

Net als financiers in de markt zal Invest-NL voor iedere investering een inschatting maken van de risico-rendementsverhouding en alleen financieren als de rendementsverwachting positief is. Invest-NL toetst bij investeringen daarnaast op de verwachte maatschappelijke meerwaarde en is bereid om als gevolg van deze baten hogere risico’s te accepteren dan de markt (waarbij uiteraard altijd steeds sprake moet zijn van een positieve business case). Daartoe behoren bijvoorbeeld de te verwachten maatschappelijke impact (bijvoorbeeld mate van vermeden CO2-uitstoot, de additioneel gerealiseerde werkgelegenheid en de bijdrage aan extra R&D uitgaven).

Vraag 33

En welke criteria gelden om de bedrijfseconomische businesscase en marktkansen adequaat te kunnen beoordelen?

Voor het toetsen van de bedrijfseconomische businesscase gelden dezelfde criteria die andere (impact) investeerders hanteren. Het gaat om het verwachte rendement in verhouding tot het risico van het bedrijf of project waarin wordt geïnvesteerd. Het belangrijkste criterium is de waarschijnlijkheid dat de onderneming in staat zal zijn om haar plannen waar te maken waardoor de onderneming aan haar betalingsverplichtingen zal kunnen voldoen of voldoende kans is op toename van aandeelhouderswaarde. Ook zal Invest-NL bij de uitvoering van de investeringstaak nooit een financieel meerderheidsbelang in een onderneming nemen, wat borgt dat externe financiers meedoen aan de Invest-NL projecten, maar ook dat sprake is van risicodeling met marktpartijen. Ook wordt gekeken welke andere financiers er zijn en welke condities zij stellen. Iedere financiering zal echter eerst getoetst worden aan toelatingsvoorwaarden als additionaliteit, de afgesproken staatssteun vereisten en aan mvo- en Know Your Customer-criteria.

Vraag 34

Dat vergt een informatiepositie en heldere criteria voor de risico’s die Invest-NL moet kunnen innemen. Hoe gaat de regering dit vormgeven?

Het is aan Invest-NL zelf om haar eigen risicomanagement in te richten. Het Risk Committee van Invest-NL zal het risicomanagementbeleid en de risicobereidheid op portefeuilleniveau vaststellen en erop toezien dat deze wordt uitgevoerd. In het Investment Committee zullen individuele transacties besproken en goedgekeurd worden. Via de Raad van Commissarissen en het aandeelhouderschap in Invest-NL kan de Staat, net als bij andere Staatsdeelnemingen het gesprek aan gaan over de wijze waarop het risicomanagement is vormgegeven en de wijze waarop de Raad van Commissarissen daar toezicht op houdt.

Vraag 35

Wat betreft de informatiepositie vragen de leden van de PvdA-fractie of de regering ervan overtuigd is dat Invest-NL kwantitatief en kwalitatief voldoende zal zijn toegerust om deze taak te vervullen.

Invest-NL zal een eigen afdeling voor financiering en risico’s (Finance & Risk afdeling) oprichten. Binnen deze afdeling zullen voldoende gekwalificeerde mensen worden aangenomen om aan de eisen en wensen op het gebied van risicomanagement, rapportage en verantwoording te voldoen. Invest-NL zal daarin niet verschillen van andere staatsdeelnemingen die actief zijn in de financiële sector. Binnen de investeringstak (Capital) zullen financieringsvoorstellen en businesscases zorgvuldig worden getoetst voorafgaand aan het doen van een financiering. Daarvoor zullen specialisten uit de private sector worden aangenomen. De regering is ervan overtuigd dat Invest-NL daarin zal slagen.

Vraag 36

Het vergt een zeer hoogwaardig personeelsbestand van bedrijfseconomen, innovatiedeskundigen op tal van technische terreinen (van ICT tot producten en materialen en productieprocessen), juristen, marktanalisten enzovoorts. Is de regering van mening dat het vaste bestand van ca. 60 fte toereikend is, en zal men ook, waar nodig, veel externe expertise inhuren?

Er wordt toegewerkt naar een personeelsbestand van ongeveer 70 fte waarin alle benodigde expertises om de taken uit te voeren aanwezig zijn. De verwachting is dat dat, in ieder geval op de korte termijn, voldoende is. Daarnaast zal Invest-NL budget inruimen voor het waar nodig inhuren van externe expertise ten behoeve van specifieke markt- en financieringsvraagstukken.

Vraag 37

En zo ja, wordt er daarbij voor gewaakt dat deze kennis onafhankelijk is van andere min of meer betrokken (potentiële) investeerders, zoals banken en investeringsfondsen?

Ja, Invest-NL zorgt dat het zelf de expertise in huis heeft om de eigen financieringvorm te geven, ook als deze zoals het streven is in samenwerking zijn met private investeerders. Verwacht kan worden dat in veel gevallen Invest-NL op termijn zelfs de meeste expertise heeft opgebouwd op een investeringsdomein, omdat het markten en ontwikkelingen moet aanjagen, waarna de markt ook bereid is te investeren. Het bereidt ook gedegen en met de markt vergelijkbare regelingen voor met betrekking tot nevenwerkzaamheden en belangenverstrengeling die van kracht worden op eigen medewerkers en inhuurkrachten. Invest-NL zal een solide beleid voeren op (non-)financial risk, compliance en governance.

Vraag 38

Deze kunnen anders hun kennis zodanig strategisch inzetten dat er een kennisachterstand voor Invest-NL is die als het ware automatisch de commerciële risico’s relatief verschuift naar het publieke instituut. Is de regering bereid bij de evaluaties aan dit punt expliciet aandacht te besteden?

Ja, in de periodieke evaluaties van de wet wordt beoordeeld of Invest-NL in staat is de doelen van de wet te bereiken en effectief en efficiënt de taken daarin uit te voeren. Daarbij hoort ook of -Invest-NL de juiste expertise heeft om deze doelen en taken uit te voeren en daarbij zal tevens aandacht worden geschonken aan de effectiviteit van maatregelen om kennisopbouw te realiseren en te behouden in vergelijking tot de markt.

Vraag 39

Invest-NL is geen bank, in tegenstelling tot veel vergelijkbare instellingen in andere landen. Dit beperkt haar slagkracht aanzienlijk omdat alleen het eigen vermogen van 2 miljard euro kan worden ingezet en geen leverage wordt gebruikt door vreemd vermogen in te zetten. Is de regering bereid dit wel in de toekomst te overwegen? Het zou nu leiden tot vertraging, want dan valt Invest-NL onder de banken-wetgeving, maar deze leden zouden deze richting wel nadrukkelijk willen verkennen.

Indien blijkt dat voor de activiteiten van Invest-NL voorziene € 1,7 mld. ontoereikend is kunnen te zijner tijd opties voor uitbreiding worden bezien, inclusief «leverage» (hefboomwerking door middel van ander vermogen aan te trekken). Indien dit zich voordoet, zal de Tweede Kamer daarin worden gekend. Op dit moment is daar door de regering echter niet in voorzien, zoals ook is aangegeven in de brief aan de Tweede Kamer over Invest-NL van 10 februari 201710.

Vraag 40

Voorts wordt in de nota’s bijna niet gesproken over het verstrekken van garanties, terwijl die heel effectief kunnen zijn voor een instelling als Invest-NL om bepaalde risico’s te garanderen. Op die manier hoeft niet alles uit het eigen vermogen van 2 miljard euro te worden gefinancierd en is ook de slagkracht veel groter. Er is immers voldoende geld in de wereld (met dank aan de monetaire autoriteiten); maar partijen durven bepaalde risico’s niet aan of prijzen die zeer hoog in. De leden van de PvdA-fractie vragen waarom de regering hier helemaal geen aandacht aan besteedt.

Invest-NL heeft ook de mogelijkheid om garanties te verstrekken. Het toepassen van deze vorm van financiering betekent dat alsnog een deel reservekapitaal op de balans moet worden aangehouden. Invest-NL wordt namelijk een zelfstandige vennootschap met een eigen balans en zal voor eigen rekening en risico risicodragend vermogen en overig kapitaal verschaffen. Het toepassen van deze vorm van financiering betekent als zelfstandige vennootschap met een eigen balans ten risico waarvan de financiering worden gedaan, dat alsnog een deel reservekapitaal op de balans moet worden aangehouden. Eventuele verliezen uit hoofde van de garanties verleend door Invest-NL zullen ook ten laste van het eigen vermogen van Invest-NL komen. Het is aan Invest-NL zelf om te bezien in welke situatie welke vorm van financiering het beste kan worden toegepast. In het door het bestuur vast te stellen investeringsbeleid zal daar aandacht aan worden besteed.

Vraag 41

Wat betreft het marktfalen is de centrale vraag welk risicoprofiel en welke rendementsdoelstelling Invest-NL van zijn aandeelhouders (de Staat) mag en moet hanteren, en dat die natuurlijk aanzienlijk lager moet liggen dan die van de marktpartijen. Als er geen substantieel verschil is zullen banken en andere financiers immers het marktrisico beter zelf kunnen nemen. Het is in de ogen van de leden van de PvdA-fractie juist de kern van de zaak dat waar de marktrendementen per (risicovol) project van 15–25% op eigen vermogen zal verlangen, Invest-NL met een over all rendement genoegen zal moeten en willen nemen dat veel lager is, omdat daarmee beoogd wordt het maatschappelijk rendement te realiseren dat in de marktprijzen (nog) niet is geïnternaliseerd. Zo zijn investeringen in de energietransitie, waar de regering ook veelvuldig op wijst, nog niet rendabel zolang er geen schaalsprong in kosten heeft plaatsgevonden. Deze leden vragen dan ook aan de regering of Invest-NL zich met voorrang op deze categorie investeringen zal richten op gevestigde bedrijven, maar ook op zogenaamde scale-ups?

Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 24 en 25 is het aan de instelling zelf een investeringsbeleid op te stellen. De kaders die hierbij gelden, waaronder die van het normrendement, bieden voldoende ruimte voor financiering van onder andere scale-ups en sluiten gevestigde bedrijven van grotere omvang evenmin uit mits daarmee tenminste een bijdrage kan worden geleverd aan Nederlandse maatschappelijke transitieopgaven en passend binnen de staatssteunkaders. Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 24 en 25 is het aan de instelling zelf een investeringsbeleid op te stellen, waarin ook de financieringsvoorwaarden aan de orde komen. De kaders die hierbij gelden (voldoende rendement op portefeuilleniveau om aan de door de Europese Commissie vastgestelde criteria van de kaders voor staatssteun te voldoen, het kwalificeren van de kapitaalstorting als financiële transactie en het normrendement) bieden voldoende ruimte voor financiering van onder andere scale-ups. Evenmin sluit dit gevestigde bedrijven van grotere omvang uit, mits hiermee tenminste een bijdrage kan worden geleverd aan Nederlandse maatschappelijke transitieopgaven. Bij de te hanteren financieringsvoorwaarden wordt rekening gehouden met het risicoprofiel van de uitzetting door Invest-NL. Doordat Invest-NL additioneel opereert, kan zij bijvoorbeeld een financieringsdeel met hogere risico’s en/of een langere looptijd nemen. De rendementseis die Invest-NL dan zal hanteren wordt gebaseerd op een prijsmechanisme dat de markt reflecteert. Daarbij wordt rekening gehouden met de hogere risico’s en/of de langere looptijd die Invest-NL neemt. Belangrijk verschil is dat Invest-NL als geduldig investeerder een langere horizon voor het realiseren van rendement kan hanteren dan de meeste andere marktpartijen.

In lijn met de hiervoor aangehaalde motie Veldman11 zal ik ook met de instelling bespreken het mkb, waaronder scale-ups, belangrijk aandachtsgebied te laten zijn in het investeringsbeleid.

Vraag 42

En welke rendementseis verwacht de regering als aandeelhouder op te leggen aan Invest-NL en is de orde van grootte van enkele punten boven de marktrente van 3–5% de juiste richting?

Vanuit de Nota Deelnemingenbeleid rijksoverheid 2013 krijgen alle staatsdeelnemingen een normrendement opgelegd. In de eerste jaren dat Invest-NL actief is zijn aanloopverliezen niet uit te sluiten en zal de portefeuille nog moeten ingroeien. Zoals de Minister van Financiën bij de plenaire behandeling in de Tweede Kamer heeft aangegeven, zal hij in de beginfase geen normrendement hanteren en zal hij het uiteindelijke normrendement bij de evaluatie drie jaar na oprichting vaststellen. Hoe hoog de bandbreedte van het normrendement zal zijn, kan hij dan ook pas op dat moment vaststellen en hierover wordt vervolgens gerapporteerd in het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen. Bij significante wijzigingen in de bandbreedte van het normrendement zal de Minister van Financiën als aandeelhouder hier de Tweede Kamer over informeren.

Vragen 43 en 44

Welke tijdhorizon hanteert de regering, aangezien de markt juist het meeste moeite heeft met projecten met een lange levensduur; zoals warmtenetten, woningbouwproductie, zorginstellingen enzovoort? Gaat Invest-NL zich hier juist op concentreren, zodat deze lange termijn investeringen met een lange terugverdientijd kunnen rekenen en derhalve lage afschrijvings- en rentelasten per jaar en dus lagere jaarlijkse kosten voor burgers en bedrijven?

Invest-NL zal zich met het investeringsbeleid op de investeringsdomeinen richten die zullen worden benoemd in de aanvullende overeenkomst tussen de Staat en Invest-NL. De (achtergestelde) leningen zullen naar verwachting een langere gemiddelde looptijd hebben dan het door Invest-NL verstrekte eigen vermogen. Het is mogelijk dat ook (zeer) langlopend vreemd vermogen kan worden verstrekt bij bijvoorbeeld transitieprojecten met een lange terugverdientijd zoals warmtenetten (wanneer door private financiers hierin niet wordt voorzien). Het risicoprofiel van de uitzetting door Invest-NL wordt gereflecteerd in het te hanteren financieringstarief. Doordat Invest-NL additioneel opereert, kan zij bijvoorbeeld een financieringsdeel met hogere risico’s en/of een langere looptijd nemen. De rendementseis die Invest-NL dan zal hanteren wordt gebaseerd op een prijsmechanisme dat de markt reflecteert en er wordt rekening gehouden met de hogere risico’s en/of de langere looptijd die Invest-NL neemt.

Vragen 45 en 46

Hoe wil de regering het risico voorkomen dat een ondernemer door de bomen het bos niet meer ziet; waar moet hij/zij terecht? Er zijn ROMs, diverse ministeries hebben regelingen en subsidies (zoals RVO), Atradius, FMO gaat een deelneming opzetten met de Staat. Het zou wenselijk zijn dat duidelijk is wie wat doet, dat er geen onderlinge concurrentie of arbitrage mogelijk is tussen deze regelingen en instellingen. Vanuit «de klant» (in dit geval een scale-up) zou je willen dat er een centraal loket/aanspreekpunt is (Invest-NL?) en dat indien het verzoek niet past binnen Invest-NL het wordt doorverwezen naar het juiste loket. Ziet de regering dit ook zo?

Het is belangrijk om te voorkomen dat er verwarring is bij ondernemers over waar zij terecht kunnen. Daarom is het de bedoeling dat bij de inrichting van Invest-NL het voor de klant helder is waar Invest-NL kan ondersteunen. En als Invest-NL geen actieve rol kan spelen in de ondersteuning, is het nodig dat er een goede doorverwijzing plaatsvindt.

Binnen het gehele financieringslandschap richt Invest-NL zich specifiek op ontwikkeling en financiering van ondernemingen gericht op maatschappelijke transitieopgaven, en op groei en innovatie, zoals start- en scale-ups. Er is op deelgebieden een aantal private aanbieders met deze focus actief, en diverse overheidsprogramma’s die financiële ondersteuning bieden onder andere in de vorm van subsidies. Invest-NL richt zich hierbij in principe op markconforme financiering binnen de staatssteunkaders zoals die in het besluit van de Europese Commissie over staatssteun zijn vastgesteld12.

Invest-NL zal actief promotie voeren om doorgroeiende ondernemingen die potentieel bijdragen aan de doelen van Invest-NL te informeren over de mogelijkheden. De website van Invest-NL zal mede op verzoek van de Tweede Kamer snel en toegankelijk inzicht bieden of een ondernemer bij Invest-NL terecht kan, en zo niet bij welke andere geschikte partijen financiering en/of ondersteuning beschikbaar is. Daar waar een aanvraag binnen de scope van Invest-NL valt, zal het altijd zorgen dat relevante private financieringsmogelijkheden worden aangesloten. Invest-NL dient immers zo veel mogelijk private financiering te creëren, en mag nooit een meerderheidsbelang in een onderneming nemen. Daar waar financieringsmogelijkheden in de markt of subsidies beschikbaar zijn, zal Invest-NL doorverwijzen naar relevante ondersteuningsmogelijkheden. Met o.a. RvO.nl en organisaties in de markt zoals de Regionale Ontwikkelings Maatschappijen (ROM’s) en de Kamer van Koophandel zullen samenwerkingsovereenkomsten worden opgesteld, en ook met de aparte deelneming van de Staat met FMO voor internationale financiering en ontwikkeling zullen samenwerkingsafspraken worden gemaakt. Kern van de afspraken is dat zij ondernemers die op zoek zijn naar financiering dan wel ondersteuning doorverwijzen naar de partij die het best bij hun vraag en situatie past.

Vraag 47

Ten slotte hebben de PvdA-fractieleden het grote belang van dit nieuwe instituut reeds benadrukt om het gat tussen marktconforme en maatschappelijk wenselijke investeringen en innovaties te dichten, en dat Nederland al veel te lang zo een instituut ontbeert. Dat betekent dat deze leden willen benadrukken dat Invest-NL zo spoedig mogelijk van start zou moeten gaan. Kan de regering de grootst denkbare spoed betrachten bij de implementatie zodat zowel marktpartijen, als potentiële investeerders, maar ook personeel van het instituut met groot vertrouwen en zo snel mogelijk zekerheid krijgen over een snelle start, nog deze zomer?

Het kabinet heeft sinds haar aantreden voortvarend gewerkt om tot oprichting van Invest-NL te kunnen komen, en zal dit ook de resterende periode blijven doen. Daartoe zijn recent ook de staatssteunmelding bij de Europese Commissie, en de kwalificatie als financiële transactie van de kapitaalstorting positief afgerond. Er is een tijdelijke afdeling opgericht «Invest-NL in opbouw» om alle voorbereidende handelingen voor het starten van de private organisatie te verrichten. Voor het moment van oprichting is voltooiing van de wetsbehandeling bepalend. Gelet daarop zijn ik en de Minister van Financiën de Tweede Kamer erkentelijk voor de snelheid waarmee die het wetsvoorstel heeft behandeld en aangenomen, en voor de voortvarendheid waarmee de Eerste Kamer nu de behandeling van het wetsvoorstel ter hand heeft genomen. Het zou de oprichting van Invest-NL bespoedigen, indien de Eerste Kamer bereid zou zijn de verdere behandeling met dezelfde voortvarendheid te vervolgen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van PVV

Vraag 48

De leden van de PVV-fractie vragen de regering of het door middel van dit wetsvoorstel mogelijk is dat Invest-NL op kan gaan in InvestEU?

Nee, dat is niet mogelijk. InvestEU is geen op zichzelf staande ontwikkelings- en investeringsinstelling met eigen doelen en taken, maar een investeringsprogramma vanuit de Europese begroting dat samenwerking zoekt met nationale promotionele instellingen en private financiers. Invest-NL is na oprichting een Nederlandse privaatrechtelijke rechtspersoon die over eigen, afzonderlijk kapitaal beschikt en die zich richt op investeringen in het belang van de Nederlandse economie en/of Nederlandse transitieopgaven. Daarmee verzet de aard van de instelling zich tegen opgaan in InvestEU. Invest-NL heeft wel mede als taak samen te werken met instellingen en organen van de Europese Unie, waar InvestEU toe behoort. Dit gebeurt vanuit eigen sterktes en opzet om meer strategische investeringen tot stand te brengen, en is niet bedoeld als opmaat voor een volledige integratie.

Vraag 49

Invest-NL zal gaan samenwerken met nationale en internationale promotionele instellingen. Kan de regering deze instellingen nader duiden en deze instellingen noemen bij naam?

De transitiedomeinen waar Invest-NL zich op richt, alsmede de sectoren waarin groeibedrijven aanvullende financiering nodig hebben, zijn veranderlijk in de tijd. Afhankelijk van de specifieke investeringsbehoeften zal Invest-NL daarom met wisselende nationale en internationale promotionele instellingen samenwerking aangaan. Voorbeelden van voor de hand liggende samenwerkingspartners zijn de EIB Groep, publiekrechtelijke organen/agentschappen zoals RVO, en privaatrechtelijke organisaties met een publieke taak, zoals de ROM’s, NWB en BNG. Voorbeelden van internationale promotionele instellingen zijn, afgezien van de EIB, de Kreditanstalt für Wiederaufbau (KfW), de Banque Publique d’Investissement (BPI France) en Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV). Invest-NL zal lid willen worden van de overkoepelende organisatie van Europese NPI’s de ELTI.

Vraag 50

In bijvoorbeeld de sector energietransitie blijven privaat gefinancierde initiatieven achter. Kennelijk zien het bedrijfsleven en private investeerders daar geen kansen. De regering schrijft dat Nederland hierdoor economische kansen mist. Op welke economische kansen doelt de regering?

Bij sectoren in transitie, zoals de energiesector, vragen grote maatschappelijke opgaven om invoering van (nieuwe) technische oplossingen. Deze opgaven spelen vaak mondiaal, waardoor oplossingen ook wereldwijde verdienmogelijkheden opleveren. Hierdoor ontstaan aantrekkelijke economische groeikansen voor Nederlandse ondernemingen die, voorzien van adequate financiering, snel duurzame en innovatieve oplossingen op binnen – en buitenlandse markten kunnen brengen.

Vraag 51

In de memorie van toelichting lezen de PVV-fractieleden het volgende: «Door Invest-NL te richten op het verhelpen van marktfalen en de mismatch tussen vraag en aanbod met betrekking tot risicokapitaal wordt crowding out van private middelen en worden ongewenste prikkels voor private investeerders voorkomen.»13 Wat moet er verstaan worden onder «ongewenste prikkels»?

Met ongewenste prikkels wordt hier bedoeld concurrentie met marktpartijen (ongewenste mededinging). Daar waar de markt functioneert, dient Invest-NL geen rol te spelen. Maar waar de markt faalt, en gewenste financiering in maatschappelijke transitie-oplossingen en groei en innovatie van het bedrijfsleven niet of onvoldoende tot stand komen, dient Invest-NL actief te zijn. De bedoeling is dat met de activiteiten van Invest-NL de marktwerking ook (weer) op gang komt, en private financiers bewogen worden ook mee te investeren.

Vraag 52

Invest-NL kan het reguleringsrisico voor marktpartijen verlagen. Invest-NL vermindert niet het reguleringsrisico zelf, maar legt een deel van dit risico neer bij de partij die dit risico veroorzaakt en kan beïnvloeden: de overheid. Is dit niet een kromme situatie? De overheid creëert naar de mening van de PVV-fractieleden een risico en gaat vervolgens dit risico voor een deel verkleinen.

Zoals de memorie van toelichting op het wetsvoorstel ook aangeeft kunnen markten niet of onvoldoende snel tot wasdom komen vanwege onzekerheid die wordt gecreëerd door de overheid en tussen overheden14. Dit betreft regels op markten en de onvoorspelbare keuzes in strategieën en ambities die inherent zijn aan democratisch gekozen overheden die zich geconfronteerd zien met nieuwe markten en technieken en met alle belangen rekening moeten houden (het reguleringsrisico). Voor ondernemingen in sectoren in transitie kan deze beleidsonzekerheid belemmerend werken voor het doen van investeringen.

Er bestaan geen risicomodellen die hiermee adequaat rekening kunnen houden, omdat de risico’s niet op basis van steekproeven zijn te valideren. In veel gevallen leidt het reguleringsrisico daarom uiteindelijk tot een binaire go/no-go beslissing bij de investeerder. Invest-NL vermindert niet het reguleringsrisico zelf, maar kan het reguleringsrisico voor marktpartijen wel verlagen. Een investering van Invest-NL werkt als signalering richting private partijen en het feit dat de overheid indirect «skin in the game» heeft, geeft private investeerders comfort dat wordt bijgedragen aan continuïteit in regels en beleid. Hierdoor kunnen private investeerders vaker maatschappelijk gewenste investeringen doen.

Vragen 53, 54, 55 en 56

In de memorie van toelichting is te lezen:

«Financieringsinstrumenten in de eigen vermogen sfeer hebben bovendien, in tegenstelling tot subsidies, het voordeel dat de overheid ook een deel van de financiële successen die met overheidsinstrumenten zijn behaald, naar zich toe kan halen.»15

Is het de taak van de overheid om financiële successen te boeken? Dat is toch meer de taak van het bedrijfsleven? En is het niet vreemd dat de overheid dit middels een NV naar zich toe trekt? En hoe groot zijn de te verwachten financiële successen?

Het is in beginsel niet de taak van de overheid om financiële successen te boeken, wel om marktfalen te bestrijden, en te zorgen dat ondernemingen die werken aan de realisatie van maatschappelijke transitieopgaven, en/of willen groeien, voldoende toegang hebben tot financiering. Aangezien deze activiteiten zich op de markt afspelen, met een positieve rendementsverwachting, is het mogelijk marktfalen op te lossen en tegelijk een positief rendement te maken door de vormgeving als zelfstandige NV. Dit acht het kabinet efficiënter dan het verstrekken van een subsidie voor hetzelfde doel, wat dan een volledige uitgave is.

De financiële resultaten zijn onder andere afhankelijk van de uiteindelijke productmix van eigen vermogen, leningen en garanties. Op voorhand worden de risico’s in het financieringstarief weerspiegeld. Na het verstrijken van de looptijd is het mogelijk dat projecten niet succesvol zijn gebleken, dat gecompenseerd kan worden door de resultaten van investeringen in succesvolle ondernemingen. Op portefeuilleniveau dient Invest-NL op termijn minstens het normrendement te behalen en moet aan de randvoorwaarden van de financiële transactie worden voldaan.

Vraag 57

«Nederland heeft, mede door het ontbreken van een op dezelfde doelen gerichte nationale stimuleringsinstelling, relatief beperkt gebruik gemaakt van het EFSI.«.»16 Is het noodzakelijk, om gebruik te maken van EFSI, om te beschikken over een op dezelfde doelen gerichte nationale stimuleringsinstelling? Graag het antwoord motiveren.

Sinds de start van EFSI zijn er in Nederland 38 transacties goedgekeurd met een totale hoogte van € 2,2 miljard. In vergelijking met andere landen in de EU staat Nederland hiermee op een tiende plek qua leenvolume en een 22e plek als het gaat om aangejaagde investeringen door EFSI-financiering per euro van het BBP. Specifiek kijkend naar vorig jaar zijn er in 2018 door de EIB 12 leningen in Nederland getekend. Van deze twaalf leningen vielen er vier onder EFSI. Het aandeel van deze EFSI-financiering op het totale volume van leningen van de EIB in Nederland is hiermee 42%.

Inzet van EU-middelen zoals EFSI vereist vaak risicodeling middels cofinanciering van uit één of meer externe bronnen. Ook wordt de samenwerking met nationale instellingen en private financiers gezocht voor het vinden van geschikte investeringsprojecten. Regionaal bieden wel de ROMs ontwikkeling en risicokapitaal, maar tot de oprichting van Invest-NL ontbreekt het aan een instelling met een mandaat om op landelijk niveau de inbreng van risicodragend vermogen en inventarisatie en ontwikkeling van geschikte investeringsprojecten te verzorgen. De opzet van het nieuwe InvestEU programma en Invest-NL versterken elkaar daarbij: het InvestEU programma biedt garanties vanuit de Europese Commissie, op projecten en co-financieringsmogelijkheden van nationale stimuleringsinstellingen zoals Invest-NL. Door Invest-NL als een staatsdeelneming vorm te geven, met een eigen bestuur en Raad van Commissarissen die verantwoordelijk zijn voor respectievelijk de zakelijke aansturing en het toezicht op de instelling wordt voldaan aan het vereiste van de Europese Commissie van besluitvorming op afstand. Invest-NL kan het gebruik van EFSI- en InvestEU-middelen daarnaast stimuleren door het geven van voorlichting aan publieke en private partijen over de doelstellingen en mogelijkheden van EFSI en InvestEU en het in de voorbereidingsfase adviseren en ondersteunen van potentiële investeringsprojecten.

Vraag 58

Is de stelling juist dat de Minister van Financiën in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken en Klimaat de onderneming, of vrijwel de gehele onderneming, kan overdragen aan een derde?

Overdracht aan derden past vooralsnog niet in de opzet van Invest-NL. De voorgestelde statuten bepalen dat de aandelen slechts kunnen worden gehouden door de Staat, een vennootschap waarvan de Staat alle aandelen houdt, of door Invest-NL zelf. De kring van derden aan wie de onderneming kan worden overgedragen via een overdracht van aandelen is daarmee beperkt, zolang de statuten niet worden gewijzigd. Besluiten tot wijziging van de statuten worden genomen door de aandeelhouder in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Indien er zou worden overgegaan tot verkoop van aandelen aan een private partij, dan wordt aangesloten bij het besliskader voor privatisering beschreven in het rapport «Verbinding verbroken?» van uw Kamer17. Daarbij zullen de daarin beschreven stappen worden gevolgd: het voornemen tot privatisering of verzelfstandiging, het ontwerp van het besluit, het nemen van het besluit, het uitvoeren van het besluit en de opvolging daarvan na afloop18. Het parlement, Invest-NL en andere belanghebbenden zullen direct bij eerste stap, het voornemen, daarvan op de hoogte worden gesteld.

Vraag 59

Zo ja, kan dat ook aan een EU-organisatie zijn? Zo nee, waar is dat vastgelegd?

Nee, artikel 4 van de voorgestelde statuten bepaalt dat de aandelen slechts kunnen worden gehouden door de Staat, een vennootschap waarvan de Staat alle aandelen houdt, of door Invest-NL zelf.

Vraag 60

En kan de regering ook zelf de statuten wijzigen? Zo nee, waar valt dat terug te lezen?

Als enig aandeelhouder van Invest-NL zal de Staat volgens artikel 32 van de conceptstatuten kunnen besluiten tot wijziging van de statuten. Daarbij is de Staat als aandeelhouder altijd gehouden aan de vereisten van het Burgerlijk Wetboek.

Vragen 61 en 62

Bij de oprichting van Invest-NL worden de aandelen, die de Participatiemaatschappij Oost-NL N.V. nu nog houdt in DVI en in DVI II, aan Invest-NL overgedragen. Wat zijn de gevolgen van deze overdracht voor Oost-NL N.V.? Wat zijn de gevolgen voor de provincies die ook deel uitmaken van Oost-NL N.V.?

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer op 15 mei 2019 heb ik toegezegd dat er eerst onderzoek plaatsvindt naar de haalbaarheid om DVI en DVI II naar de markt te brengen. Als het resultaat van dit onderzoek en de mogelijke vervolgstappen leiden tot de overdracht van deze aandelen van Oost-NL aan Invest-NL, dan zal dat voor Oost-NL geen financiële consequenties hebben.

Het wetsvoorstel en de twee overeenkomsten tussen Oost-NL en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat over DVI en DVI-II regelen dat er geen financiële consequenties zijn voor Oost-NL met betrekking deze aandeelhouderschappen. De financiële consequenties van DVI en DVI-II zijn volledig voor rekening en risico van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Er zijn daarom ook geen gevolgen voor de provincies die aandeelhouders zijn van Oost-NL N.V.

Vraag 63

En is er op basis van deze aandelen een lening verstrekt aan Oost-NL N.V.?

Ja, er zijn twee leningen verstrekt aan Oost-NL N.V die onderdeel zijn van de twee overeenkomsten tussen het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en Oost-NL N.V. Oost-NL N.V. is aandeelhouder in DVI en DVI-II. Deze leningen zijn uitsluitend ten behoeve van het deelnemen in DVI en DVI-II.

Vragen 64 en 65

In de memorie van toelichting is te lezen:

«Over de gehele investeringsportefeuille van dit additionele handelen, dient Invest-NL als instelling een normrendement te behalen.»19 Is het mogelijk dat er een lening wordt verstrekt waarvan de eindelooptijd niet is vastgesteld, maar waarop bijvoorbeeld wel een hoog rentepercentage wordt toegepast? Valt een dergelijke lening dan binnen de norm inzake het rendement?

De investeringsportefeuille van Invest-NL bestaat in beginsel uit drie vormen van risicokapitaal: eigen vermogen, mezzanine (voornamelijk achtergestelde leningen) en garanties. De specifieke casus zal uitwijzen welke vorm het beste aansluit bij de behoefte. In theorie kan Invest-NL ook zogenaamde perpetuele leningen (zonder looptijd) verstrekken. Hierbij geldt wel de eis dat iedere aanvraag een positieve businesscase moet hebben en deze binnen de investeringsdomeinen en het investeringsbeleid moet passen. De rendementseis voor dergelijke leningen komt tot stand op een wijze die het prijsmechanisme in de markt reflecteert, zoals de manier waarin de hogere risico’s en/of de langere looptijd die Invest-NL neemt verrekend worden. Als de maatschappelijke baten dit rechtvaardigen kan van dit laatste worden afgeweken, namelijk als er met financiering specifieke doelen worden nagestreefd die niet tegen marktconforme voorwaarden kunnen worden bereikt. Bovendien moet de investering binnen de staatssteunregels passen die de Europese Commissie heeft vastgesteld in het goedkeuringsbesluit over Invest-NL en moet op portefeuilleniveau aan het normrendement en de eisen voor een financiële transactie worden voldaan.

Vragen 66 en 67

Voor de activiteiten van Invest-NL gelden bedrijfseconomische principes en een (norm)rendement op het eigen vermogen, waarmee de kapitaalstorting kwalificeert als financiële transactie in het kader van de EMU. Waaraan wordt het (norm)rendement gekoppeld en welke waarde zal de norm krijgen? Eurostat en CBS vereisen hierbij onder meer een sufficient rate of return. Hoe stellen deze organisaties de norm vast en hoe hoog is de te verwachten norm die zij zullen stellen?

Het normrendement is een sturingsinstrument voor de aandeelhouder en is per staatsdeelneming verschillend. Het wordt bepaald aan de hand van gangbare economische modellen waarin bijvoorbeeld de risicovrije rente en het risicoprofiel van de instelling een rol spelen. In de beginfase zal de Minister van Financiën, zoals eerder aangegeven, geen normrendement opleggen. Het normrendement wordt bij het eerste evaluatiemoment drie jaar na oprichting vastgesteld. Zodra het normrendement voor Invest-NL is vastgesteld zal de bandbreedte jaarlijks worden gerapporteerd in het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen, net zoals dat gebeurt voor de andere staatsdeelnemingen.

«Sufficient rate of return» is het minimale rendement dat door CBS/Eurostat van de instelling wordt vereist om de kapitaalstorting te kwalificeren als financiële transactie. Hierover heeft een ex ante consultatie met CBS en Eurostat plaatsgevonden. Ik heb uw Kamer hierover in mijn brief van 21 juni geïnformeerd. Uitkomst van deze consultatie is dat op basis van de verstrekte informatie de kapitaalinjectie in Invest-NL (=storting van 1,7 miljard euro vanuit de rijksbegroting in Invest-NL) volgens de Europese regels kwalificeert als een financiële transactie van het Rijk. Wat volgens het CBS en Eurostat een «sufficient rate of return» is hangt af van de specifieke casus. Daarbij zijn aspecten als het risicoprofiel van de activa portefeuille en de wijze van financieren van invloed. De casus Invest-NL is met CBS/Eurostat besproken en voldoet aan de vereisten voor een financiële transactie. Hiermee is de budgettaire randvoorwaarde ingevuld.

Vraag 68

Kunnen verliezen van dochters van Invest-NL met commerciële activiteiten vallen onder het risico van de Staat?

Alle verliezen van Invest-NL en dochters komen voor risico van Invest-NL zelf als private vennootschap. Bij de verdeling van het startkapitaal van € 2,5 mld. tussen Invest-NL en de internationale organisatie is besloten om in eerste instantie € 1,7 mld ter beschikking te stellen aan Invest-NL. Als aandeelhouder van Invest-NL loopt de Staat derhalve alleen risico ter hoogte van het genoemde bedrag.

Vraag 69

Indien er sprake is van uitvindingen en/of patenten, die mede mogelijk zijn gemaakt door de holding Invest-NL en haar verbonden dochters, bij welke organisaties komen de voortvloeiende rechten te liggen?

Indien er sprake zou zijn van patenten of intellectuele eigendomsrechten die mede mogelijk zijn gemaakt door de activiteiten van Invest-NL en van de deelnemingen die Invest-NL houdt, hangt het van de contractuele afspraken in het concrete geval af waar de daaruit voortvloeiende rechten komen te liggen. Indien de opbrengsten ten gunste komen van een vennootschap waarvan Invest-NL op dat moment aandeelhouder is, zullen de opbrengsten van de patenten bijdragen aan de waarde van de aandelen waarvan Invest-NL eigenaar is.

Vraag 70

Kunnen dochtermaatschappijen binnen de holding Invest-NL opdrachten aan elkaar verstrekken?

De toelichting op het wetsvoorstel geeft aan dat bij de ontwikkeltaak vanwege het additionele karakter van Invest-NL, primair dient te worden uitgegaan van financiering door de markt.

Uitgangspunt is dus dat projecten of ondernemingen die zijn ondersteund door de ontwikkeltak gefinancierd worden door private marktpartijen. Om te voorkomen dat door klanten van de ontwikkeltak wordt voorgesorteerd op financiering door Invest-NL, worden er interne controlemaatregelen genomen en wordt er een operationele scheiding tussen beide activiteiten aangebracht. De scheiding tussen dochtervennootschappen wordt onder andere uitgewerkt in het verplicht voeren van een gescheiden boekhouding.

Financiering door Invest-NL wordt echter niet uitgesloten. Vice versa kan het zo zijn dat potentiële klanten die zich aandienen bij de investeringstak, maar die nog geen financierbare business case hebben, worden doorverwezen naar de ontwikkeltak. Er zal binnen Invest-NL tussen de verschillende afdelingen worden samengewerkt, mits dat de operationele scheiding tussen activiteiten niet in gevaar brengt.

Vragen 71 en 72

In het nieuwe Europese Meerjarige Financieel Kader (MFK) zal 25% van de budgettaire middelen van InvestEU voor de periode 2021–2027 worden gereserveerd voor uitvoering door NPI’s. Zonder Nederlandse NPI kan er geen aanspraak gemaakt worden op dit deel van het MFK. Waarvoor wordt de overige 75% van het budget van InvestEU gereserveerd? Hoe hoog is het totale budget van InvestEU?

Conform het geïndiceerde budget voor InvestEU in het MFK 2021–2027 kan de Europese Commissie in deze periode € 38 miljard aan garanties te verstrekken. Daarvan is 75% gereserveerd voor uitvoering door de EIB en EIF. Anders dan bij de uitvoering van EFSI krijgen EIB en EIF geen exclusief uitvoeringsmandaat. Ook nationale investeringsinstellingen kunnen een gedeelte van het InvestEU-programma uitvoeren.

Vragen 73 en 74

In hoeverre kan het parlement nog haar invloed uitoefenen op de investeringstaak van Invest-NL? En dezelfde vraag betreffende de ontwikkeltaken.

In het kader van deze wetsbehandeling kan het parlement zich een oordeel vormen over de doelen en taken van Invest-NL. Indien de wet wordt aangenomen ligt de verantwoordelijkheid voor het investeringsbeleid en het verstrekken van individuele financiering bij Invest-NL. Dit past bij het onafhankelijke karakter van een nationale ontwikkelings- en investeringsinstelling conform de Nota Deelnemingenbeleid rijksoverheid 2013. De toepasbare investeringsdomeinen zullen periodiek worden vastgelegd in een aanvullende overeenkomst. Invest-NL stelt haar strategie en investeringsbeleid vast op basis van (een selectie) van deze domeinen. Jaarlijks worden de verantwoordelijke Ministers geïnformeerd over de voortgang hiervan. De Tweede Kamer ontvangt, in ieder geval de eerste jaren, jaarlijks een voortgangsrapportage, inclusief een appreciatie daarvan. Daarnaast ontvangt de Tweede Kamer onder meer het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen met een appreciatie van het behalen van de doelen van Invest-NL. En zoals in het antwoord op de vragen 18, 19 en 23 is toegelicht worden er periodiek wetsevaluaties uitgevoerd, waarbij zowel de Eerste Kamer als de Tweede Kamer betrokken zijn. Ook de Eerste Kamer ontvangt daartoe jaarlijks de voortgangsrapportages. Daarnaast ontvangt de Eerste Kamer gelijktijdig met het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen, de jaarrekening en het bestuursverslag van Invest-NL.

Anders dan voor de investeringstaak zal ik voor de kosten van de uitvoering van de ontwikkeltaak jaarlijks een subsidiebeschikking verlenen. Het parlement kan mij ter verantwoording roepen over de verlening van de subsidie en over de eventuele inzet van aansturing, en er zo op toezien dat het verrichten van deze dienst op de juiste wijze geschiedt.

Vraag 75

Is het verplicht voor organisaties, die een verzoek indienen voor een lening bij Invest-NL, dat die eerst na dienen te gaan of en zo ja de lening via de reguliere markt kan worden verkregen? Zo niet, wat is daarvoor de reden?

Ja, iedere aanvrager van financiering bij Invest-NL dient aan te tonen dat private financiers deze niet kunnen en willen verstrekken. Zoals eerder aangegeven mag Invest-NL nooit concurreren met marktpartijen, maar moet het juist zorgen dat er meer private financiering naar de doelen van Invest-NL gaat, mits aan het vereiste van additionaliteit is voldaan. Om te borgen dat bij verstrekking van financiering per individueel geval ook altijd de additionaliteit getoetst wordt, moet de onderneming die een aanvraag doet onder andere altijd laten zien dat er niet voldoende private financiering voorhanden is. Invest-NL zal overigens nooit alleen investeren en ook geen meerderheidsbelang in een onderneming nemen.

Vragen 76, 77 en 78

De Algemene Rekenkamer heeft de bevoegdheid om onderzoek te verrichten bij Invest-NL. Wie of welke instantie kan daartoe opdracht geven? Kan de Algemene Rekenkamer ook op eigen initiatief een onderzoek verrichten? Of geschiedt dit periodiek?

De Algemene Rekenkamer kan op verzoek van elk van de Kamers of van iedere Minister onderzoek doen. Ook verricht de Algemene Rekenkamer op eigen initiatief onderzoek.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de fractie van de SP zijn verheugd dat de regering het voornemen heeft Invest-NL op te richten, of moeten zij zeggen, dat de regering al bezig is deze op te richten. Zij herinneren de regering eraan dat de procedure tot oprichting geen schoonheidsprijs verdiend. De aanstelling van Wouter Bos nog voordat de beide Kamers over de oprichting hadden kunnen spreken, gaf geen blijk van respect voor het parlementair proces.

Zoals de Minister van Financiën en ik u eerder hebben aangegeven, betreuren wij het dat bij u het beeld is ontstaan dat vooruitlopend op de parlementaire goedkeuring van het wetsvoorstel er onomkeerbare stappen zijn gezet. De heer Wouter Bos is juist aangesteld als tijdelijke directeur van de opbouworganisatie, met een tijdelijk contract dat afloopt ook als het wetsvoorstel onverhoopt niet tot wet wordt verheven. Hij is beoogd CEO van Invest-NL, maar kan pas als zodanig benoemd worden als u het wetsvoorstel heeft aanvaard. Wij verzekeren u nogmaals dat er geen onomkeerbare stappen zijn of worden gezet bij de oprichting van Invest-NL voor u zich heeft uitgesproken over het wetsvoorstel.

Vraag 79

Dat gezegd hebbende zijn deze leden van mening dat de oprichting van een organisatie die tot doel heeft de kredietvaardigheid van het MKB te verbeteren een goede stap is. Wel hebben zij nog vragen over de inrichting hiervan. Zo maken de leden van de SP-fractie zich zorgen over het feit dat Invest-NL eigen dochteronderneming kan oprichten zonder dat de Kamer hier nog over kan spreken. Waarom heeft de regering hiervoor gekozen?

De Comptabiliteitswet 2016 bevat een voorhangprocedure voor het oprichten, doen oprichten of mede oprichten van een private rechtspersoon door de Staat. De voorhangprocedure is erop gericht mede invulling te geven aan het budgetrecht van uw Kamer: hiermee kan uw Kamer controle over publieke gelden uitoefenen. In het wetsvoorstel is echter geregeld dat die voorhangprocedure niet nog eens doorlopen hoeft te worden voor het oprichten van dochters bij Invest-NL, omdat het wetsvoorstel zelf al een wettelijke machtiging geeft om dit te doen. Daarmee wordt het mogelijk direct een ontwikkel- en een investeringsdochter op te richten, die voor de start van Invest-NL essentieel zijn. De machtiging ziet ook op het in de toekomst door de Staat kunnen oprichten van dochters die we nu nog niet voorzien. Dan gaat het dus om situaties waarin we het initiatief daarvoor nemen vanuit de Staat, bijvoorbeeld in gevallen waarin het parlement daarom vraagt.

Als de machtiging is gegeven tot oprichten van Invest-NL door aanneming van het wetsvoorstel en het kapitaal is gestort, dan zijn die gelden daarmee private gelden geworden. Het is dan vervolgens aan Invest-NL om te bepalen op welke wijze het met dit kapitaal invulling geeft aan de doelen en opgedragen taken. Onderdeel van het investeringsproces kan zijn dat er voor een investering een vennootschappelijke rechtsvorm wordt gekozen waarin één of meerdere investeerders deelnemen. Dit kan vervolgens betekenen dat de nieuw op te richten vennootschap een dochter van Invest-NL holding wordt. Dit is een gebruikelijke gang van zaken bij financieringsmaatschappijen gericht op risicokapitaal en/of uitvoering van investeringsfondsen. Ook is in aanmerking genomen dat het voor het operationeel handelen van ondernemingen niet ongebruikelijk is te werken met functioneel gerichte dochtermaatschappijen, zoals een aparte personeelsdochtermaatschappij of een dochtermaatschappij voor ICT-gerelateerde zaken.

Vraag 80

Komen deze dochterorganisaties dan niet teveel op afstand te staan, met alle risico’s van dien?

Nee, er is juist gekozen voor de vormgeving van Invest-NL als staatsdeelneming om een zekere afstand tot de Staat te creëren. Eén van de overwegingen hierbij is dat door het op afstand plaatsen van Invest-NL politieke inmenging met individuele financieringsbeslissingen wordt voorkomen en Invest-NL vrij is om, binnen de kaders van de wet en de aanvullende overeenkomst, zelfstandig zijn strategie en investeringsbeleid vorm te geven.

Voor het beheersen van de risico’s die gepaard gaan met de activiteiten van Invest-NL is het bestuur primair verantwoordelijk. De organisatie zal daartoe de noodzakelijke beheersmaatregelen implementeren. Daarnaast is er een raad van commissarissen die toezicht houdt op het bestuur en de activiteiten van de onderneming. Ten slotte dient Invest-NL aan de Staat als aandeelhouder verantwoording af te leggen over haar activiteiten. Alle eventueel op te richten dochters dienen verder te voldoen aan voorschriften uit het wetsvoorstel.

Vraag 81

Deze leden verwijzen hierbij naar de kritiek van de Algemene Rekenkamer op het gebied van revolverende fondsen. Kan de regering hier nader op ingaan en de kritiek meenemen?

Invest-NL is geen revolverend fonds maar een staatsdeelneming met mandaat, doelstellingen en taken. En met de verantwoordelijkheid het geïnvesteerde maatschappelijke vermogen te behouden. Daarmee valt Invest-NL onder de kaders die gelden voor staatsdeelnemingen. Wat de verantwoording betreft, één van de aandachtspunten van de Algemene Rekenkamer, wijs ik bijvoorbeeld op het Jaarverslag Staatsdeelnemingen dat de Minister van Financiën jaarlijks aan de Tweede Kamer zendt. Daarin zal ook Invest-NL worden opgenomen. Op verzoek van de Tweede Kamer (amendement Amhaouch/Mulder) zal de Minister van Financiën, in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken en Klimaat, gelijktijdig met het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen een afschrift van de jaarrekening en het bestuursverslag aan de Tweede Kamer sturen. In het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen wordt aandacht besteed aan de wijze waarop in het desbetreffende boekjaar aan de doelen, bedoeld in artikel 3 van het wetsvoorstel, tegemoet is gekomen. Deze jaarlijkse verantwoording aan de Tweede Kamer is via een amendement20 in het wetsvoorstel opgenomen. Zoals reeds toegezegd in de beantwoording van de vragen 18 en 19, zal ik deze stukken ook jaarlijks aan de Eerste Kamer doen toekomen.

Vraag 82

Revolverende fondsen zorgen ook op andere terreinen voor zorgen. Omdat Invest-NL niet formeel onder de overheid valt, kunnen burgers of bedrijven die nadelen van het fonds ondervinden, niet terecht bij de bestuursrechter. Hoe oordeelt de regering over dit hiaat en hoe denkt zij dit gat te dichten.

Invest-NL is een zelfstandige entiteit met eigen kapitaal die zelf de strategie, het investeringsbeleid en individuele investeringen bepaalt. Door deze afstand tot de overheid zijn de beslissingen van Invest-NL niet aan het bestuursrecht, maar aan het privaatrecht onderworpen. Een financieringsbeslissing van Invest-NL heeft altijd betrekking op een onderneming en niet op andere burgers. Een financieringsbeslissing van Invest-NL dient altijd te voldoen aan het vereiste van additioneel handelen aan de markt. Het wetsvoorstel voorziet in rechtswaarborgen hiervoor. In het wetsvoorstel is voorgeschreven dat Invest-NL ten aanzien van het vereiste van additionaliteit in een adequate klachtenprocedure dient te voorzien die duidelijk kenbaar en eenvoudig toegankelijk is op de website van Invest-NL. Ik kan bovendien ambtshalve uit een oogpunt van goede marktwerking bij ongewenste mededinging een aanwijzing geven dat de uitvoering van de desbetreffende activiteit zo snel als mogelijk, maar in ieder geval binnen een jaar wordt beëindigd. Ook zal Invest-NL transparant moeten maken op welke wijze aan dit vereiste wordt getoetst, zodat vooraf kenbaar is hoe een partij op dit vereiste wordt beoordeeld. Verder zal Invest-NL bij het nemen van een financieringsbeslissing rekening moeten houden met een te behalen normrendement om het waardebehoud van de onderneming te bewerkstelligen. Dit normrendement voorkomt ook dat Invest-NL zonder rationale en op basis van willekeur beslissingen tot het verstrekken van financiering neemt. Het dwingt Invest-NL uitsluitend op basis van professionele en zakelijke afwegingen tot een beslissing te komen. Invest-NL is daarmee voor zakelijkheid in handelen niet heel anders dan andere partijen op de markt die beslissingen nemen die ondernemingen raken. Die zijn aan het privaatrecht onderworpen met de burgerlijke rechter als bevoegde rechter. Dit is voor Invest-NL niet anders. Er is daarmee geen sprake van een hiaat.

Vraag 83

Ook valt de organisatie onder de Wet normering topinkomens (WNT), maar dat wil nog niet zeggen dat de regering de WNT niet als voorwaarde kan stellen. Kan de regering nog eens uitleggen waarom zij het nodig acht dat er ver boven de WNT-norm betaald dient te worden aan de topman van Invest-NL?

Invest-NL valt net als alle Staatsdeelnemingen niet onder de Wet normering topinkomens, omdat dit de zelfstandigheid van Invest-NL en de mogelijkheid personeel aan te trekken uit financiële sector beperkt. De bezoldiging van de voorzitter van de raad van bestuur van Invest-NL is conform het beloningsbeleid voor staatsdeelnemingen vastgesteld. Dit beloningsbeleid moet de deelneming in staat stellen om gekwalificeerde en deskundige bestuurders aan te trekken. Hieraan moet echter op een sobere wijze invulling worden gegeven, gezien het publieke belang en het maatschappelijke kapitaal dat de deelneming beheert. De drie betrokken Ministers hebben de bezoldiging voor de voorzitter van de raad van bestuur bepaald op € 202.000 bruto, een pensioenbijdrage van € 25.000 en een onkostenvergoeding.

Vraag 84

Daarnaast achten de leden van de SP-fractie het wenselijk dat Invest-NL eigen kennis opbouwt. Dat is met name noodzakelijk omdat hier toch een nieuw terrein betreden wordt. Op de vraag waarom er niet vast wordt gehouden aan de Roemernorm, zegt de regering dat dit behoort tot de vrijheid van de onderneming. En alhoewel zij dat zeker toejuichen, vinden zij het niet teveel gevraagd bij een investering van 2,5 miljard enige spelregels voor de uitvoerende onderneming vast te leggen. Graag horen zij waarom de regering hier anders over denkt.

Een wettelijke beperking van de inhuur van externe adviseurs/medewerkers is onwenselijk omdat het niet past binnen de ondernemingsvrijheid van Invest-NL. Invest-NL rapporteert over de financiële prestaties aan de Staat als aandeelhouder. Hierbij zal door de Staat ook kritisch worden gekeken of de kosten die worden gemaakt in verhouding staan tot de baten.

Vraag 85

Hetzelfde geldt voor de regels rondom maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hoe gaat de regering ervoor zorgen dat ons geld niet wordt geïnvesteerd in onwenselijke projecten die de rechten van de mens schenden? Graag een visie van de regering.

Ten eerste zal Invest-NL zich, net als alle ondernemingen, moeten houden aan de geldende wet- en regelgeving. Voor alle deelnemingen geldt bovendien dat de Staat als aandeelhouder verwacht dat deelnemingen op maatschappelijk verantwoorde wijze ondernemen en relevante (internationale) richtlijnen naleven zoals de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. Zoals door de Minister van Financiën toegezegd in het internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO)-convenant van de verzekeringssector, gaat de Staat ook het gesprek aan met deelnemingen om hen te verzoeken relevante internationale richtlijnen na te leven. Daarnaast heeft de Minister van Financiën toegezegd dat mvo als onderwerp zal worden meegenomen in de evaluatie van het staatsdeelnemingenbeleid, waarbij wordt gekeken of er nog aanvullende maatregelen wenselijk en nodig zijn.

Verder wordt met Invest-NL in de aanvullende overeenkomst afgesproken dat er een mvo-beleid wordt opgesteld waar het verstrekken van financiering aan getoetst dient te worden. Dit beleid zal aansluiten bij breed aanvaarde, bestaande standaarden op het gebied van mvo (zoals bijvoorbeeld de genoemde OESO-richtlijnen). Voor zover die standaarden nog niet bestaan op relevante terreinen, wordt van Invest-NL gevraagd zelf nieuwe standaarden te ontwikkelen. Bovendien zal de aanvullende overeenkomst bepalen dat Invest-NL een lijst met uitsluitingen van zaken moet opstellen en toepassen die in strijd zijn met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zowel via de aandeelhoudersrol van de Minister van Financiën, als via mijn rol als beleidsverantwoordelijk Minister wordt dus gestuurd op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Deze vormgeving is erop geënt om te zorgen dat Invest-NL niet investeert in bedrijven die mensenrechten schenden.

Vraag 86

En hoe borgt deze regering dat de investeringen alleen ten goede komen aan Nederland, hoe meet men dat effect? Graag een visie van de regering.

In de financieringsaanvraag dient de klant expliciet aan te geven hoe hij de middelen aan zal gaan wenden. Dat aspect maakt onderdeel uit van de analyse van Invest-NL. De bijdrage van Invest-NL moet betrekking hebben op de realisatie van Nederlandse maatschappelijke transitieopgaven en/of (innovatieve) scale-ups en mkb-ondernemingen met een bijdrage aan de Nederlandse economie. Invest-NL stelt per financieringsaanvraag specifieke doeleinden op die beoogd zijn met de financiering. Voorbeelden zijn de mate waarin een financiering bijdraagt aan de realisatie van maatschappelijke impact en/of de toename van innovatieve producten/diensten. Per doeleinde wordt vervolgens een streefresultaat opgesteld. Over de wijze van monitoring hiervan zal overleg plaatsvinden met de instelling. Die bijdrage aan de opgave in Nederland kan overigens ook indirect zijn, zoals bij een project dat (primair) in het buitenland plaatsvindt, maar waarvan de knowhow in Nederland kan worden gebruikt of waarbij te verwachten is dat op termijn ook afzetmogelijkheden in Nederland ontstaan. Daarmee is verzekerd dat er uiteindelijk altijd een gunstig effect voor Nederland is, direct of indirect.

Vraag 87

Als laatste willen de leden van de SP-fractie hun zorgen uiten over de reikwijdte van Invest-NL. Die is dermate vaag en breed dat het goed zou zijn dat meer in te kaderen. Zij juichen het toe dat vooral het MKB versterkt wordt met dit fonds. Het MKB kan moeilijk lenen en daardoor sterven briljante ideeën en plannen al een vroege dood. Dat dit op de terreinen kan zijn, waar de regering aangeeft prioriteiten te zien, is onmiskenbaar, maar hoe zorgt deze regering ervoor dat het geld ook juist bij deze groep terecht komt en niet bij grote bedrijven of het buitenland?

Zoals u gemeld is in het afschrift van de brief over «Stand van zaken oprichting Invest-NL» zijn de doelen en taken van Invest-NL met opzet breed geformuleerd, omdat transitieopgaven en marktfalens veranderlijk zijn in de tijd. De wettelijke taak voor ontwikkeling en financiering van ondernemingen buiten de transitie-domeinen is daarbij beperkt tot mkb en op groei gerichte middelgrote ondernemingen. Met de aanvullende overeenkomst worden verder afspraken gemaakt tussen de Staat en Invest-NL over de terreinen waarop zij investeringen zal doen. De investeringsdomeinen in de aanvullende overeenkomst volgen de thema’s van het Missiegedreven Innovatiebeleid en de topsectoren, en bevat als investeringsdomeinen ook doorgroei van start-ups en scale-ups, en fondsen voor mkb-financiering. Daarbij heeft de Tweede Kamer met de motie Veldman verzocht Invest-NL mee te geven om mkb en doorgroei van start- en scale-ups direct een belangrijk aandachtsgebied te laten zijn. Naast deze inkadering tot bedrijven die het echt nodig hebben vanuit de governance, heeft Invest-NL ook als eis dat alle activiteiten additioneel aan het aanbod vanuit de markt moeten zijn. In de regel zijn grote bedrijven beter in staat private financiering aan te trekken, waardoor er automatisch daar een kleinere rol is voor Invest-NL.

Wat betreft buitenlandse bedrijven is zoals bij het antwoord op vraag 15 is aangegeven Invest-NL niet strikt ingeperkt tot Nederland. Om de maatschappelijke doelen van transitieopgaven en van mkb en scale-ups te bereiken, zal het door de open Nederlandse economie ook activiteiten in het buitenland kunnen verrichten. Invest-NL kan daarbij alleen investeren als er een duidelijk belang is voor de Nederlandse economie en/of Nederlandse transitiedoelen, en is ook daarbij gehouden aan bovengenoemde eisen en criteria.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren constateren dat de investeringsmaatschappij zelf mag bepalen waarin ze investeert. De staat bemoeit zich daar niet mee, mits de investering maar binnen de genoemde categorieën valt. Hiervoor wordt, aanvullend op de wet, een overeenkomst opgesteld tussen het Rijk en de Invest-NL. Invest-NL zal investeren in bedrijven die ook buiten Nederland actief zijn.

Vraag 88

Kan de regering garanderen dat er niet geïnvesteerd zal worden in bedrijven die mensen- of dierenrechten schenden (corruptie, dierproeven, kinderarbeid)?

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u graag naar de beantwoording van vraag 85. In dat antwoord wordt toegelicht dat de vormgeving bij het verstrekken van financiering door Invest-NL er op is geënt om te zorgen dat Invest-NL niet investeert in bedrijven die mensen- of dierenrechten schenden.

Vraag 89

Worden investeringen in de fossiele industrie uitgesloten van het investeringsportfolio? Zo nee, waarom niet?

Invest-NL heeft mede als doel het realiseren van transitieopgaven door ondernemingen, onder andere ten aanzien van klimaat- en energietransitie. Activiteiten met een tegengesteld doel, zoals investeringen in nieuwe technieken of technologieën die fossiele uitstoot vergroten, zullen dus niet worden opgepakt. Invest-NL kan wel grote en kleine bedrijven uit de fossiele industrie ondersteunen die zich juist willen transformeren naar gebruik van duurzame energieopwekking, naar verminderd gebruik van fossiele energie en/of benutting van industriële restwarmte. Investeringen in de fossiele industrie zijn daarom niet uitgesloten, zodat Invest-NL zich ook kan richten op projecten uit de fossiele industrie waarbij efficiënte technieken worden ingezet die mondiaal gezien klimaatwinst opleveren en voor Nederland van economisch belang zijn.

Vraag 90

En hoe wordt getoetst of de bedrijven voldoen aan de OESO-standaarden voor maatschappelijk verantwoord internationaal ondernemen?

Ik verwijs voor het antwoord op deze vraag naar het antwoord op vraag 85.

Vragen 91, 92 en 93

Is er een mogelijkheid tot onafhankelijke toetsing vooraf van de beoogde transitiemogelijkheden die van een investering verwacht (mogen) worden zoals bijvoorbeeld bij de toekenning van Small Business Innovation Research (SBIR) projecten bestaat? Bestaan er plannen om zo'n toetsing in het leven te roepen wanneer die vooralsnog ontbreekt? Hoe kan voorkomen worden dat steun voor, vanuit het Nederlandse overheidsbeleid bezien, ongewenste ontwikkelingen worden bevorderd vanuit Invest-NL?

SBIR is een innovatiecompetitie van de overheid voor externe marktpartijen om oplossingen te vinden voor overheidsuitdagingen, mede gericht op de eigen inkoop. Elke SBIR competitie heeft een eigen onafhankelijke beoordelingscommissie die de offertes beoordeelt op criteria als technologische haalbaarheid en economisch perspectief van het gevraagde product of dienst. Er wordt ook getoetst of de gevraagde innovatie nog niet op de markt beschikbaar is.

Invest-NL is gericht op financieringsoplossingen voor ondernemingen op transitiedomeinen, en voor groei en innovatie. Het zet zelf geen innovatieve producten en diensten in de markt en kent een andere beoordelingssystematiek dan bij SBIR. Invest-NL zal iedere onderneming met een aanvraag beoordelen op de economische en maatschappelijke criteria en financiële vooruitzichten. Waar nodig en voorhanden kan het daarbij ook externe toetsing inschakelen. Tussen de Staat en Invest-NL zal een aanvullende overeenkomst met de toepasbare investeringsdomeinen worden opgesteld, en Invest-NL zal een beleid voor mvo) opstellen, om te voorkomen dat ongewenste ontwikkelingen worden bevorderd.

Vraag 94

Kan de regering aan de hand van de casus MHP (het Oekraïens kippenbedrijf) uiteenzetten hoe gegarandeerd kan worden dan investeringen vanuit Invest-NL nooit kunnen leiden tot aantastingen van volksgezondheid, milieu en duurzaamheid via de besteding van publiek geld, zoals eerder het geval was bij plofkipfabrieken als MHP in Oekraïne? Graag een gedetailleerde uitwerking van dit antwoord gebaseerd op de lessen die getrokken zijn uit wat misgegaan is in onderhavige kwestie om herhaling met Invest-NL te voorkomen van wat misgegaan is met investeringen van IFC, EBRD en EIB in het geval van het Oekraïense bedrijf MHP zoals uiteengezet in navolgende berichten in NRC: «Kippenbedrijf van duizelingwekkende proportie, gestimuleerd door de EU»21 en «Hoe fris is de Oekraïense plofkip»22.

Zoals bij vraag 85 aangegeven, zal Invest-NL na oprichting diverse maatregelen nemen om te zorgen dat investeringen aan de hoogste eisen op het gebied van milieu, duurzaamheid en dierenwelzijn voldoen. Deze vormgeving is erop geënt om te zorgen dat Invest-NL niet investeert in bedrijven waarvan de activiteiten leiden tot misstanden op deze gebieden.

Met betrekking MHP geldt dat de non-gouvernementele organisaties die deelnemen in de Accountability Counsel en Central and Eastern European Bankwatch Network in de zomer van 2018 een klacht hebben ingediend bij International Finance Organisation IFC en de European Bank for Reconstruction en Development. Bij beide instellingen zijn deze klachten ontvankelijk verklaard en wordt op dit moment een geschillenbeslechtingprocedure gevolgd.23 Het is echter nog niet bekend wat de gevolgen van deze klachten zullen zijn voor de goedgekeurde projecten en eventuele verdere vervolgstappen binnen de International Financial Institutions. Nadat deze procedure wordt afgesloten en eventuele «lessons learned» bekend zijn, zal de Minister van Financiën deze ter overweging meenemen in gesprek met Invest-NL.

Vragen 95, 96, 97 en 98

Invest-NL staat bovendien op afstand van het parlement. Uit het rapport «Zicht op revolverende fondsen» van de Algemene Rekenkamer (16 april 2019) blijkt dat de overheid nauwelijks zicht heeft op revolverende fondsen, met name als het gaat om de besteding van de gelden en of de doelstellingen worden gehaald.

Kan de regering garanderen dat de parlementaire controle op de financiering en doelstellingen van Invest-NL wel adequaat is? Zo ja, op welke manier wordt die controle ingevuld? Hoe zal het parlement worden geïnformeerd over de besteding van de gelden en de resultaten van de gefinancierde projecten? Welke middelen heeft het parlement om in te grijpen?

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 81 is Invest-NL geen revolverend fonds, maar een staatsdeelneming. Invest-NL wordt meer dan dat, namelijk een staatsdeelneming met mandaat, doelstellingen en taken. En met de verantwoordelijkheid het geïnvesteerde maatschappelijke vermogen te behouden. Daarmee valt Invest-NL onder de kaders die gelden voor staatsdeelnemingen. De parlementaire controle is bij Invest-NL hetzelfde als bij alle staatsdeelnemingen, waaronder de financiële instellingen BNG, NWB en FMO. Wat betreft de verantwoording, één van de aandachtspunten van de Algemene Rekenkamer, zal bijvoorbeeld het Jaarverslag Staatsdeelnemingen jaarlijks aan de Tweede Kamer worden toegezonden. Op verzoek van de Tweede Kamer (amendement Amhaouch/Mulder) zal de Minister van Financiën, in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken en Klimaat, een afschrift van de jaarrekening en het bestuursverslag gelijktijdig met het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen, waarin aandacht wordt besteed aan de wijze waarop aan de doelen van Invest-NL tegemoet is gekomen, aan de Tweede Kamer zenden. Zoals reeds toegezegd zal de Minister van Financiën deze stukken ook aan de Eerste Kamer toesturen. Ook worden de Eerste en Tweede Kamer jaarlijks geïnformeerd over de voortgangsrapportage van de aanvullende overeenkomst.

Vanuit het parlement gaat de Minister van Financiën na verzending van het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen jaarlijks het gesprek met de Tweede Kamer aan in het kader van het gevoerde staatsdeelnemingenbeleid. Invest-NL kan daarbij door de Staat worden aangesproken op het verloop van de gehele onderneming, en bepaalde zaken daarbinnen voor zover de aandeelhoudersrol van de Minister van Financiën dat toelaat. Daarnaast zijn er voor Invest-NL ijkmomenten waarop het parlement op verzoek betrokkenheid kan hebben bij de totstandkoming van besluitvorming door de regering, zoals bij het periodiek wijzigen van de aanvullende overeenkomst en bij de evaluaties van de wet, waarvan de eerste evaluatie drie jaren na oprichting plaatsvindt.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Met financieren wordt hier telkens ook risicokapitaal bedoeld, in het bijzonder equity financiering, mezzanine (vnl. achtergestelde leningen) en garanties.

X Noot
2

Kamerstukken I, 2017–2018, 32 165, N

X Noot
3

Kamerstukken I 2017/18, 28 165, nr. L

X Noot
4

Bijlage Overzicht budgetten Invest-NL, bij Kamerstukken II 2018/19, 35 123, nr. 3

X Noot
5

Kamerstukken II 2016/17, 28 165 nr. 269

X Noot
6

Kamerstukken II 2018/19, 35 123, nr. 30.

X Noot
7

Kamerstukken II 2019/20, 35 123, nr. 21

X Noot
8

Kamerstukken II, 2018/19, 35 123, nr. 28

X Noot
10

Kamerstukken II 2016/17, 28 165, nr. 266, blz. 6.

X Noot
11

Zie voetnoot 8.

X Noot
12

Kamerstukken I 2018/19, 35 123, B.

X Noot
13

Kamerstukken II 2018/19, 35 123 nr. 3, blz. 2.

X Noot
14

Kamerstukken II 2018/19, 35 123, nr. 3, blz. 2 en 3.

X Noot
15

Idem, blz. 4.

X Noot
16

Ibidem.

X Noot
17

Kamerstukken I 2012/13, C Parlementair Onderzoek Privatisering/Verzelfstandiging

Overheidsdiensten

X Noot
18

Idem, blz. 99 tot en met 107.

X Noot
19

Idem, blz. 50.

X Noot
20

Kamerstukken II 2018/19, 35 123, nr. 30.

X Noot
21

NRC, «Kippenbedrijf van duizelingwekkende proportie, gestimuleerd door de EU» 11 mei 2019, https://www.nrc.nl/nieuws/2019/05/11/bio-industrie-aan-de-buitengrens-a3959881.

X Noot
22

NRC, «Hoe fris is de Oekraïense plofkip?» 22 augustus 2018, https://www.nrc.nl/nieuws/2018/08/22/hoe-fris-is-de-oekraiense-plofkip-a1613893.

Naar boven