35 123 Machtiging tot oprichting van de Nederlandse financierings- en ontwikkelingsinstelling Invest-NL (Machtigingswet oprichting Invest-NL)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 15 februari 2019

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

Blz.

     

I.

ALGEMEEN

2

1.

Inleiding

3

2.1.

Aanleiding oprichting Invest-NL

5

2.1.1.

Knelpunt marktfalen

5

2.1.2.

Knelpunt Europese cofinanciering

6

3.1.1.

Governance op maat

7

3.1.2.

Holdingstructuur

7

3.1.3.

Sturingsrelatie Invest-NL

7

3.2.1.

De rol van aandeelhouder

10

3.2.2.

Betrokkenheid overige Ministers

10

5.1.

Mededingingsaspecten

10

5.2.

Staatssteunaspecten

11

6.

Hoofdlijnen wetsvoorstel

12

6.1.

Doelen, taken en handelingen

12

6.1.1.

Doelen Invest-NL

13

6.1.2.1.

Ontwikkeltaak (artikel 4, eerste lid, onderdeel a)

13

6.1.2.2.

Investeringstaak (artikel 4, eerste lid, onderdeel b)

14

6.1.2.3.

Taak tot uitvoering van subsidieregelingen en -besluiten (artikel 4, eerste lid, onderdeel c)

15

6.1.2.4.

Taak tot het in volmacht namens de Staat uitoefenen van aandeelhoudersbevoegdheden (artikel 4, eerste lid, onderdeel d)

16

6.1.2.5.

Delegatiegrondslag andere taken en vergoeding van kosten voor die taken

16

7.

Verantwoording en toezicht

16

8.

Mededingingswet

16

9.

Uitvoeren van de investeringstaak

16

10.1

Openbare financiën (eenmalig en structureel)

17

10.2

Opstartkosten

17

12.

Consultatie

17

12.1.

Waarborgen additionaliteit

18

13.

Advisering Algemene Rekenkamer

18

13.1.

Inrichting en vormgeving

19

13.2.

Onderzoeksmogelijkheden ARK

19

II.

ARTIKELEN

19

 

Artikel 2

19

 

Artikel 3 en 4

20

 

Artikel 4

20

 

Artikel 8

21

 

Artikel 9

21

 

Artikel 10

21

 

Artikel 17

21

III.

VOORGESTELDE STATUTEN OPRICHTING INVEST-NL N.V.

21

 

Artikel 5.1

21

 

Artikel 30.1

22

I. ALGEMEEN

De leden van VVD-fractie van de hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben daarbij nog een aantal vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavige wetsvoorstel. Deze leden hebben de volgende vragen en opmerkingen.

De leden van de D66-fractie hebben met veel belangstelling kennis genomen van de machtigingswet voor de oprichting van Invest-NL. Deze leden zijn in beginsel positief over de doelstellingen en taken van Invest-NL maar wensen de regering nog enkele vragen en opmerkingen voor te leggen.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel over de oprichting van Invest-NL en hebben hierover nog een aantal vragen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben hierbij enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel tot oprichting van Invest-NL.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Deze leden onderschrijven de doelstelling van Invest-NL, te weten het realiseren van maatschappelijke transitieopgaven door ondernemingen en het bieden van toegang tot ondernemingsfinanciering, waar marktfalen en marktimperfecties verhinderen dat private investeringen het maatschappelijk gewenste niveau bereiken. Zij hebben in deze fase van de behandeling van het wetsvoorstel geen behoefte aan een nadere toelichting.

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben nog wel enkele vragen.

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben op de eerste plaats een aantal algemene vragen over het wetsvoorstel. Deze leden vragen of de regering een overzicht kan geven van alle instanties, instellingen of regelingen (zoals EU- Invest, Europese Investeringsbank, etc.) die in Nederland financiering beschikbaar stellen. Tevens vragen deze leden hoe en waarom Invest-NL daar een noodzakelijke aanvulling op is. Hoe wordt voorkomen dat er dubbelingen plaatsvinden? Daarbij vragen zij toelichting van de regering hoe Invest-NL gezien moet worden in relatie tot de verschillende Regionale Ontwikkelings Maatschappijen (ROM’s) in Nederland, die immers ook tot taak hebben om te investeren in risicovollere bedrijven. Hoe ziet de regering de verdere samenwerking met provincies en regionale ontwikkelingsmaatschappijen voor zich, en wat is de stand van zaken met betrekking tot de samenwerkingsverklaring tussen het Rijk en het interprovinciaal overleg?

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering een overzicht kan geven van alle gedelegeerde handelingen in het voorliggende wetsvoorstel (algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s), ministeriële regelingen, etc.) en hoe de betrokkenheid van de Kamer daarbij geregeld is (voor- en nahang). Indien in sommige gevallen de betrokkenheid van de Kamer niet is geregeld, waarom is dit dan niet opgenomen?

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan uitsluiten dat de Nederlandse Staat naast het ingebracht startkapitaal andere verdere (financiële) risico’s loopt. Zo nee, waarom niet? Kan de regering voor de toekomst uitsluiten dat de Nederlandse Staat garanties, achtervang, achtergestelde leningen, waarborgen of iets dergelijk beschikbaar stelt voor Invest-NL?

De leden van de VVD-fractie constateren dat in de brief van 18 januari 2019 (Kamerstuknr. 28 165, nr. 298) over de stand van zaken van Invest-NL wordt gesteld dat een aantal financieringsregelingen wordt geëvalueerd. Kan de regering aangeven wanneer deze evaluaties gereed zijn?

De leden van de VVD-fractie vragen de regering toe te lichten hoe de Kamer wordt geïnformeerd over de nog te maken samenwerkingsafspraken tussen Invest-NL en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Hoe wenselijk is het dat er samenwerkingsafspraken komen tussen een subsidieverstrekkende instelling en een bedrijf dat wellicht ook een beroep gaat doen op die subsidies? Kan de regering toelichten waarom het Dutch Venture Initiative en het co-investeringsfonds wordt overgenomen door Invest-NL? In hoeverre is er ook interesse vanuit de markt om bijvoorbeeld het Dutch Venture Initiative over te nemen? Waarom is daar dan niet voor gekozen?

De leden van de VVD-fractie wijzen erop dat in de in het regeerakkoord opgenomen brief van 10 februari 2017 (Kamerstuknr. 28 165, nr. 266) drie hoofddoelen van Invest-NL staan beschreven. Het eerste doel is een rol gaan spelen bij risicovolle activiteiten op het gebied van grote transitie-opgaven. Vervolgens wordt in die brief ingegaan op het feit dat Nederland voor grote transities staat, waarmee dit doel nadrukkelijk aan Nederland wordt gekoppeld. In het wetsvoorstel (artikel 3) lijkt die koppeling achterwege te zijn gebleven? Klopt dit? Zo ja, waarom is dat het geval? Deze leden lezen dat in het wetsvoorstel wordt geschreven over maatschappelijke transitie-opgaven. Kan de regering nader toelichten over welke opgaven het dan gaat? De energietransitie staat op dit moment volop in de belangstelling. Hoe wordt er in voorzien dat InvestNL breder kijkt en opereert dan de nu meest in het oog springende transitie?

De leden van de VVD-fractie vragen de regering toe te lichten hoeveel van het beschikbare investeringsvermogen van 2,5 miljard euro naar Invest-NL gaat en hoeveel naar de nieuwe, separate instelling voor internationale financieringsactiviteiten. Waarom is die verdeling gekozen? Welke knelpunten ziet de regering op dit moment als het gaat om internationale financieringsactiviteiten? Wat wordt het verschil tussen de nieuwe instelling voor internationale financieringsactiviteiten en Atradius?

De leden van de VVD-fractie vragen de regering een analyse en statistieken geven van hetgeen aan de basis van deze wet en Invest-NL ligt, namelijk het knelpunt van marktfalen bij bepaalde financieringen. Hoe wordt regelmatig getoetst of er nog sprake is van marktfalen, want het is niet een statistische geheel, en hoe wordt er dan bijgestuurd of afgeschaald door Invest-NL?

De leden van de CDA-fractie hebben in eerdere debatten over Invest-NL aangegeven het van belang te vinden dat Invest-NL een rol krijgt met het oog op een duurzame economie en de klimaatdoelen. Deze leden vinden het belangrijk dat Invest-NL een belangrijke bijdragen gaat leveren aan de grote transitieopgaven die er liggen op klimaat/energie en het behalen van de klimaatdoelen. Kan de regering bevestigen dat Invest-NL dit inderdaad gaat doen? Zou de regering hierbij voorbeelden kunnen noemen? De leden van de CDA-fractie krijgen daarnaast graag meer inzicht in de toegevoegde waarde van Invest-NL. Zou de regering concrete voorbeelden kunnen noemen waaruit blijkt dat met hulp van Invest-NL er projecten van de grond getrokken kunnen worden die anders niet gefinancierd zouden kunnen worden? Hoe wordt voorkomen dat Invest-NL een bureaucratisch moloch wordt?

De leden van de CDA-fractie hebben er verder voor gepleit om Invest-NL meer te richten op het midden- en kleinbedrijf (mkb), deze wens wordt breder gedeeld gezien de reacties in de consultatie van dit wetsvoorstel. De Kamer heeft hierbij de motie-Amhaouch en Veldman (Kamerstuk 28 165, nr. 292) aangenomen die oproept om Invest-NL in de uitvoering en organisatie zo vorm te geven dat het mkb reële mogelijkheden krijgt om gebruik te maken van de kansen die Invest-NL biedt. Deze leden vinden het ten eerste positief dat in de memorie van toelichting nu veel meer aandacht is voor het mkb in vergelijking met eerdere stukken. Wel blijft voor deze leden onduidelijk hoe Invest-NL nu precies kan uitwerken voor het mkb. Wat worden bijvoorbeeld de grootste kansen voor het mkb met de komst van Invest-NL? Hoe kunnen mkb’ers op de hoogte raken van de mogelijkheden die Invest-NL biedt? Waar kunnen mkb’ers terecht indien zij gebruik willen maken van de mogelijkheden die Invest-NL biedt? Komt er bijvoorbeeld een loket waar mkb’ers terecht kunnen bij Invest-NL of bij de RVO? Kunnen mkb’ers en start-ups zonder eigen vermogen of onderpand ook in aanmerking komen voor Invest-nl? Komen daar niet te strenge eis op? Deze leden zijn ook benieuwd wat de rol wordt van de RVO in relatie tot Invest-NL? Verder vragen zij of het klopt dat bij de uitwerking van de contouren van het investeringsbeleid, en het beleid inzake de ontwikkeltaak, pas bekeken zal worden hoe Invest-NL optimaal beschikbaar kan zijn voor het mkb? Zo ja, waarom pas in deze fase?

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen af te zien van een samenwerkingsverband tussen Invest-NL en de Nederlandse Financierings-Maatschappij Ontwikkelingslanden N.V. (FMO). Als gevolg hiervan wordt het investeringsvermogen van Invest-NL (2,5 miljard euro) verminderd met het bedrag dat beschikbaar wordt gesteld aan de separate instelling die wordt opgericht in samenwerking met de FMO. Wat is de verwachte kapitaalbehoefte van deze separate instelling? Wat zijn de gevolgen voor het totale investeringsvermogen van Invest-NL? Deze leden zouden verder graag inzage krijgen in het tijdpad van de uitwerking van het wetsvoorstel tot oprichting van deze separate instelling.

2.1. Aanleiding oprichting Invest-NL

De leden van de PvdA-fractie begrijpen het doel en het nut van de op te richten instelling en zijn van mening dat Invest-NL in een behoefte tot financiering kan voorzien voor zover private instellingen daarin niet via de reguliere financieringskanalen kunnen voorzien. Wat dat betreft vragen deze leden of er heden ten dage, nu de economische crisis voorbij is en de reguliere financieringsmogelijkheden wellicht ruimer zijn, Invest-NL nog in dezelfde mate van nut kan zijn als het een aantal jaren geleden zou zijn geweest. In hoeverre draagt de markt nu meer dan een aantal jaren geleden bij aan het financieren en realiseren van maatschappelijke transitieopgaven? In hoeverre is (nog) sprake van marktfalen? Kan de regering hier nader op ingaan?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de knelpunten die aanleiding zijn geweest voor dit wetsvoorstel, maar gezien de grote hoeveelheid aan kapitaal die er op dit moment aanwezig is in Nederland, is Invest-NL een oplossing voor een probleem wat minder groot is dan het ooit was. Deze leden vinden het daarom extra belangrijk dat Invest-NL zich richt op specifiek ondernemingen die een bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen en waar financiering een probleem vormt. Zij benadrukken dat rentabiliteit van Invest-NL niet het hoogste doel is, maar het aanjagen van transitieopgaven. De meerwaarde van Invest-NL zit juist in het financieren van ondernemingen die door traditionele financiers als risicovol worden gezien. Deelt de regering deze prioriteit?

De leden van de GroenLinks-fractie lezen in het voorliggende wetsvoorstel dat het doel van Invest-NL is om ondernemingen te financieren en te realiseren die een bijdrage leveren aan maatschappelijke transitieopgaven of aan de Nederlandse economie. Deze leden zien de meerwaarde van Invest-NL specifiek in het ondersteunen van de maatschappelijke opgaven, wat goed samen gaat met het leveren aan een bijdrage aan de Nederlandse economie. Immers, de maatschappelijke opgaven zijn bij uitstek onderwerpen die ook op de lange termijn renderen en de welvaart in brede zin verhoogt. Daarom zien deze leden graag dat Invest-NL slechts ondernemingen ondersteunt die zowel een bijdrage leveren aan maatschappelijke transitieopgaven als aan de Nederlandse economie, en willen zij het woord «of» vervangen door het woord «en». Is de regering hiertoe bereid? Een andere optie zou zijn om de voorwaarde dat wordt bijgedragen aan de Nederlandse economie te schrappen.

2.1.1. Knelpunt marktfalen

De leden van de VVD-fractie vinden de zinsnede dat Invest-NL het reguleringsrisico voor marktpartijen verlagen kan verlagen opmerkelijk en bijzonder. Want ook bedrijven waarin Invest-NL niet investeert hebben te maken met reguleringsrisico’s. Kan de regering een toelichting geven wat hier bedoeld wordt? In hoeverre is er dan sprake van een gelijk speelveld?

De leden van de SP-fractie lezen dat marktfalen in sectoren die zich bezig houden met de door de regering benoemde maatschappelijke vraagstukken een van de zaken is waarbij de overheid in kan grijpen. Deze leden merken tevens op dat in het wetsvoorstel voornamelijk wordt gesproken over het verstrekken van risicokapitaal en niet zozeer over leningen aan mkb-ondernemingen. Zij vragen de regering daarom uiteen te zetten op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan de motie-Alkaya (Kamerstuk 28 165, nr. 294) en of zij meer duidelijkheid kan verschaffen over of en hoe een gezonde kleine onderneming die is afgewezen bij banken of een andere private financier bij Invest NL financiering aan kan vragen.

2.1.2. Knelpunt Europese cofinanciering

De leden van de CDA-fractie lezen dat Nederland relatief beperkt gebruik maakt het European Fund for Strategic Investments (EFSI), mede door het ontbreken van een op dezelfde doelen gerichte nationale stimuleringsinstelling. Deze leden zijn benieuwd naar een schatting hoeveel Nederland meer gebruik zal gaan maken van Europese cofinanciering en de EFSI door de komst van Invest-NL. Hoe gaat Invest-NL een hefboomfunctie vervullen en op welke wijze wordt dat geborgd? Klopt het verder dat de Deense EFSI financiering door de Europese Investerings Bank (EIB) is gedaan zonder een National Promotional Insitute (NPI)? Klopt het bovendien dat het is niet aangetoond dat de Italiaanse en Franse EFSI financiering door EIB gedaan zijn samen met een (lokale) NPI? Klopt het dat de Europese Commissie een NPI «in de regel als voorwaarde stelt» en niet «als voorwaarde»? Kan hierbij de conclusie worden getrokken dat om gebruik te kunnen maken van EFSI gelden er geheel geen noodzaak bestaat om een eigen National Promotional Insitute (NPI) te hebben?

De leden van de D66-fractie zijn in beginsel groot voorstander van Europese programma’s en middelen om structurele economische groei te bevorderen, bijvoorbeeld via het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI). Deze leden lezen dat Nederland, mede door het ontbreken van een nationale stimuleringsinstelling als Invest-NL, relatief beperkt gebruikt zou hebben gemaakt van het EFSI. Zij wensen graag een onderbouwing van deze stelling. Kan de regering daarnaast aangeven wat de gevolgen zijn geweest van het beperkt gebruik maken van het EFSI en wat een eventuele aanwezigheid van een nationale stimuleringsinstelling zoals Invest-NL daaraan had veranderd?

De leden van de D66-fractie lezen dat lidstaten in staat worden gesteld om een deel van hun middelen uit hoofde van de Europese Structuur- en Investeringsfondsen via het InvestEU-fonds te besteden. Kan dit ertoe leiden dat Nederlandse cofinanciering voor bijvoorbeeld projecten vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) straks via Invest-NL en InvestEU wordt ingezet? Zo ja, hoe zijn de regionale ontwikkelingsmaatschappijen hierbij betrokken?

De leden van de SP-fractie constateren dat de regering stelt dat door het ontbreken van een op dezelfde doelen als het EFSI gerichte nationale stimuleringsinstelling relatief beperkt gebruik gemaakt is van dit fonds. Deze leden vragen de regering of dit kan worden gekwantificeerd en kan worden afgezet tegen landen die wel over een dergelijke stimuleringsinstelling beschikken. Hierbij brengen deze leden de regering onder de aandacht dat zij reeds in 2015 de regering confronteerden met het feit dat Nederland zonder ontwikkelingsbank moeilijk gebruik zou kunnen maken van de financieringsmogelijkheden die dit fonds biedt. Deze leden vragen de regering of zij een schatting kan maken van het bedrag aan investeringen dat Nederland is misgelopen van de € 650 miljard die binnen het EFSI sinds de oprichting beschikbaar is gesteld, vanwege het ontbreken van een nationale stimuleringsinstelling. Deze leden brengen hierbij graag nog onder de aandacht dat de regering tijdens de behandeling van de begroting van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 2016 van mening was dat met het Nederlands Investeringsagentschap en de Nederlandse Investeringsinstelling voldoende middelen beschikbaar waren, en vragen de regering hierop te reflecteren.

3.1.1. Governance op maat

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staat de (enige) aandeelhouder van de zelfstandige privaatrechtelijke deelneming Invest-NL wordt. Kan de regering toelichten of er de mogelijkheid bestaat dat er andere aandeelhouders toetreden om aanvullend kapitaal te verkrijgen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe is dit dan geregeld? Kan de regering een overzicht geven van alles wat is vastgelegd aan uitgangspunten en criteria in het staatsdeelnemingenbeleid ten opzichte van wat nu is geregeld voor Invest-NL?

De leden van de CDA-fractie lezen dat de regering op dit moment niet voornemens is om subsidieregelingen door Invest-NL te laten uitvoeren. Op pagina 14 van de memorie van toelichting wordt aangeven dat Ministers er wel voor kunnen kiezen om in het kader van de regelingentaak subsidieregelingen namens hen te laten uitvoeren door Invest-NL. Zou de regering kunnen schetsen hoe dit precies in zijn werk zou gaan indien Ministers gebruik zouden willen gaan maken van deze optie?

De leden van de SP-fractie maken uit de memorie van toelichting op dat de regering haar uiterste best doet om de kapitaalsinjectie in Invest-NL niet te laten kwalificeren als niet-financiële transactie die ten laste komt van het EMU-saldo. Deze leden merken tevens op dat de regering zegt het wel van belang te vinden dat de overheid alsnog een behoorlijke mate van invloed kan uitoefenen op het beleid van Invest-NL. Zij vragen de regering daarom te bevestigen of ontkrachten dat gekozen is voor een ingewikkelde holdingstructuur en een aan parlementaire zeggenschap onttrokken Aanvullende overeenkomst omwille van het EMU-saldo en vragen de regering welke last een niet-financiële transactie van deze orde uit zou oefenen op het saldo.

De leden van de SP-fractie constateren dat met dit wetsvoorstel een reeks financieringsinstrumenten wordt overgeheveld naar Invest-NL, zoals de Groeifaciliteit en het Dutch Venture Initiative. Deze leden vragen de regering een overzicht te geven van alle bestaande financieringsinstrumenten die zullen worden overgeheveld aan Invest-NL, inclusief welke bedragen hiermee zijn gemoeid. Zij vragen of de regering de overheveling van vele instrumenten aan Invest-NL als een versterking of verzwakking van democratische controle van het parlement zou karakteriseren. Tevens vragen deze leden de regering of hiermee de eerdere doelstelling van het Nederlands Investeringsagentschap om als één loket voor financieringsvraagstukken wordt voortgezet of toch weer meerdere loketten worden gecreëerd, ook gelet op het veelvoud aan dochtermaatschappijen dat onder Invest-NL komt te hangen.

3.1.2. Holdingstructuur

De leden van de CDA-fractie lezen dat de regering aangeeft dat op dit moment nog niet precies is vast te stellen hoeveel dochtermaatschappijen opgericht zullen worden, maar dat het voornemen is dat in ieder geval een investeringsdochter en ontwikkelingendochter worden opgericht. Deze leden zijn benieuwd waarom dit in deze fase nog niet precies is vast te stellen en hoe in de toekomst wordt bepaald hoeveel en welke dit zullen zijn.

3.1.3. Sturingsrelatie Invest-NL

De leden van de CDA-fractie horen graag op een gedetailleerde wijze hoe Invest-NL zich gaat verhouden ten opzichte van bestaande deelnemingen, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, Energie Beheer Nederland (EBN) en provinciale regelingen. Ziet de regering Invest-NL als een wenselijke aanvulling? Kan de regering daarnaast aangeven wat het unieke is wat Invest-NL gaat doen wat de bestaande actoren niet kunnen doen? Deze leden zijn het met de Afdeling advisering van de Raad van State eens dat zij aangeeft dat het belangrijk is om voldoende focus en afbakening te hebben. Zij krijgen daarom ook graag meer duidelijkheid welke (afrekenbare) resultaten Invest-NL moet behalen en wanneer die behaald moeten zijn om te kunnen concluderen of Invest-NL voldoet aan de doelstelling. Hoe wordt beoordeeld of Invest-NL echt taken oppakt die de markt laat liggen en dat Invest-NL echt haar doelen behaald? Welke indicatoren horen daar bij?

De leden van de CDA-fractie lezen verder dat er een overeenkomst tussen de Staat en Invest-NL zal worden gesloten die aanvullend is op het wetsvoorstel, waarvan een ontwerp is meegestuurd naar de Kamer. Deze leden lezen in het ontwerp dat er vijf algemene investeringsdomeinen worden voorgesteld. Hoe is bepaald welke vijf dit zouden worden, welke andere investeringsdomeinen zijn overwogen en hoe vaak is er de mogelijkheid dat deze algemene investeringsdomeinen kunnen worden aangepast aan de hand van nieuwe ontwikkelingen? Een van de algemene investeringsdomeinen is duurzaamheid. Kan de regering aangeven op welke wijze Invest-NL zich zal gaan richten op het behalen van de klimaatdoelstellingen? Gaat Invest-NL zich richten op het realiseren van de infrastructuur die nodig is voor de energietransitie? Kan via Invest-NL warmte- of CO2-infrastructuur worden aangelegd? Kan de regering aangeven of Invest-NL naast leningen ook gaat deelnemen in projecten zodat risico’s meer verdeeld worden voor risicovolle projecten? Hoe kijkt de regering aan tegen deelnemingen in duurzaamheid net zoals dat nu gebeurd bij EBN in aardgas- en olie?

De leden van de CDA-fractie stellen vast dat de regering in de brief van 18 januari 2019 (Kamerstuk 28 165, nr. 298) aangeeft dat investeringsdomeinen in de aanvullende overeenkomst de sleuteltechnologieën van het regeerakkoord (onder andere. fotonica, kwantum- en nanotechnologie) bevat. Deze leden kunnen deze echter niet letterlijk terugvinden in de ontwerpovereenkomst. Klopt dit en zo ja, is de regering bereid sleuteltechnologieën alsnog toe te voegen? In de aanvullende overeenkomst wordt onder digitalisering ook Artificial Intelligence (AI) genoemd. Wordt hiermee ook bedoeld het verbeteren van de veiligheid en het borgen van ethiek rond AI? Deze leden zijn verder benieuwd of de verwachting is dat in de definitieve overeenkomst tussen de Staat en Invest-NL nog grote wijzigingen zullen komen. Zo ja, wordt de Kamer hier dan nog bij betrokken?

De leden van de D66-fractie lezen dat het wetsvoorstel een grondslag bevat om ter invulling van de investeringstaak bij AMvB nadere regels te stellen over zaken als algemene investeringsdomeinen. Deze leden wensen te onderstrepen dat de ondernemingsvrijheid en zakelijke aansturing van Invest-NL gerespecteerd dient te worden en politisering van de investeringsdomeinen ongewenst is. Kan de regering aangeven hoe de vrijheid van Invest-NL om zelf een investeringsbeleid vast te stellen en zelf investeringsbeslissingen te nemen zich verhoudt tot een dergelijke AMvB?

De leden van de SP-fractie lezen dat in het wetsvoorstel gekozen is voor sturing van Invest-NL door middel van een aanvullende overeenkomst, terwijl het wetsvoorstel een delegatiebepaling bevat die de mogelijkheid biedt om per AMvB vast te stellen wat nu in de aanvullende overeenkomst wordt opgenomen. Deze leden vragen de regering hoe de Kamer op de hoogte wordt gehouden over de inhoud van de aanvullende overeenkomst en waarom niet van meet af aan gekozen is voor een meer democratische verantwoording via AMvB of opname van deze bepalingen in het wetsvoorstel.

De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat aangezien Invest-NL uit publieke middelen gefinancierd wordt, Invest-NL ook publieke doelen dient na te streven. Immers daar waar het enkel om private belangen van te financieren ondernemingen gaat, zou private financiering meer voor de hand liggen. In dit verband hebben deze leden enkele vragen. Zo lezen zij dat «de publieke belangen die met de uitvoering van bepaalde aan Invest-NL opgelegde taken gemoeid zijn... niet noodzakelijkerwijs samen (vallen) met de het belang van de vennootschap». Kan de regering dit nader toelichten? Wanneer loopt het belang van de vennootschap niet samen met het publieke belang? Op welke gronden vindt de regering het aanvaardbaar dat het publieke belang niet wordt gediend? Kan er contrair aan het publiek belang worden gehandeld? Kan de regering door middel van haar sturingsmogelijkheden van Invest-NL voorkomen dat andere dan publieke belangen gediend gaan worden? Wordt in het beleid en de toekenningscriteria van Invest-NL geborgd de voorwaarde opgenomen dat aanvragers compliant moeten opereren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?

De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat Invest-NL geen financiering zou moeten verstrekken aan ondernemingen die zich niet houden aan internationaal erkende standaarden voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo). Deze leden lezen in de ontwerpovereenkomst tussen Staat en Invest-NL in artikel 4 hoe het mvo-beleid vormgegeven gaat worden. Zij zouden erop willen wijzen dat Nederland de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties heeft onderschreven en op een aantal vlakken hard werkt om deze te behalen. Waarom worden deze duurzame ontwikkelingsdoelen niet aangehaald als kader voor financiering vanuit Invest-NL?

De leden van de PvdA-fractie vragen of Invest-NL bij ondernemingen met een financieringsbehoefte nagaat of die ondernemingen voldoen aan de door Invest-NL gestelde standaarden van mvo. Zo ja, in welke mate en, hoe gaat Invest-NL dat doen? Zo nee, waarom niet en hoe worden die standaarden dan wel gewaarborgd? Hoe rapporteert Invest-NL over de wijze waarop het bijdraagt aan het waarborgen van mvo? Acht de regering het wenselijk en mogelijk dat Invest-NL bij het afwegen of het additionele financiering aan een onderneming verschaft bij die afweging mee laat wegen of een onderneming actief bijdraagt aan mvo? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

De leden van de PvdA-fractie vragen hoe Invest-NL verslag gaat doen en verantwoording gaat afleggen over het gevoerde mvo-beleid. Indien de overeenkomst tussen de Staat en Invest-NL gewijzigd gaat worden, hoe is dan de betrokkenheid van de Staten-Generaal gewaarborgd?

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de Staat de mogelijkheid heeft om ingeval de belangen van de Staat en Invest-NL bij de invulling van de investeringstaak uiteenlopen, de Staat bij AMvB nadere regels kan stellen over zaken als algemene investeringsdomeinen en de verplichting om mvo-beleid te voeren bij het verstrekken van financiering. In welke gevallen zouden de belangen van de Staat en Invest-NL in deze uiteen kunnen lopen? Hoe verhoudt de overeenkomst tussen de Staat en Invest-NL zich tot de mogelijkheid van het ingrijpen via deze AMvB? Waarom wordt al niet bij voorbaat vastgelegd dat de algemene investeringsdomeinen en het mvo-beleid bij AMvB (met voorhang) worden vastgesteld? Te meer daar de regering van mening is dat ook met een dergelijke AMvB er voor Invest-NL voldoende vrijheid over blijft voor het voeren van investeringsbeleid en het invulling geven aan mvo?

De leden van de PvdA-fractie willen ook graag wijzen op de aangenomen motie-Moorlag (Kamerstuk 28 165, nr. 293), waarin de regering wordt verzocht te bevorderen dat Invest-NL gaat bijdragen aan betere toegang tot financiering voor sociale ondernemingen. Uit de reactie op deze motie maken deze leden op dat Invest-NL weliswaar open staat voor investeringen in sociale ondernemingen, het is deze leden echter niet duidelijk of Invest-NL dat ook daadwerkelijk gaat bevorderen. Is dat wel het geval? Zo ja, waar is dat dan vastgelegd en hoe gaat Invest-NL dit vormgeven? Zo nee, waarom niet? Hoe verhoudt zich dat, behalve tot de motie, tot het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) «Sociale ondernemingen: een verkennend Advies» waarin geadviseerd wordt het financieringsklimaat voor sociale ondernemingen te verbeteren in samenwerking tussen overheid, sociale ondernemingen en financiers?

3.2.1. De rol van aandeelhouder

De leden van de VVD-fractie lezen dat in het kader van het aandeelhouderschap de Minister van Financiën en de Minister van Economische en Klimaat (EZK) met betrekking tot zwaarwegende besluiten de instructie bepalen. Waarom is hier een rol weg gelegd voor de Minister van EZK? Kan een overzicht gegeven worden welke verantwoordelijkheden de Minister van EZK allemaal krijgt met betrekking tot Invest-NL en hoe voorkomen wordt dat er sprake is of kan zijn van belangenverstrengeling dan wel een «pettenproblematiek»? Ook gaat er een normrendement vastgesteld worden voor Invest-NL. Wat gaat dit normrendement worden? Wanneer en hoe wordt dit bepaald? Hoe wordt de Kamer daarbij betrokken en geïnformeerd?

De leden van de SP-fractie vragen de regering aan te geven hoe zij het beloningsbeleid van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen zal vormgeven en of hierbij wordt gekozen voor hetzelfde niveau als geldt voor de beoogd directeur in zijn aanstelling bij het Ministerie van Financiën of dat voor een salarisniveau wordt gekozen dat meer in lijn is met de Wet normering topinkomens, of daar zelfs onder zit. Tevens vragen deze leden om een verantwoording voor het salarisniveau indien dit evenals het salaris van de beoogd directeur boven de norm conform de Wet normering topinkomens zit.

De leden van de SP-fractie zijn benieuwd waarom de regering de gecreëerde afstand tot de overheid beargumenteren met het zakelijk maken van afwegingen ten aanzien van investeringen. Deze leden zijn benieuwd of de regering hiermee bedoelt dat bestaande agentschappen, zelfstandig bestuursorganen en staatsdeelnemingen met directe invloed van de overheid onvoldoende zakelijk opereren en of de regering van plan is dit model vaker toe te passen. Tevens vragen zij de regering de nadelen van het dermate op afstand plaatsen in kaart te brengen.

3.2.2. Betrokkenheid overige Ministers

De leden van de CDA-fractie lezen dat de andere departementen betrokken zullen worden bij het functioneren van Invest-NL via een in te stellen interdepartementale commissie. Wat is de reden om dit in te stellen? Wat wordt precies de rol van deze commissie en welke mandaat en verantwoordelijkheden krijgt het?

5.1. Mededingingsaspecten

De leden van de D66-fractie lezen dat Invest-NL moet voorzien in een adequate afhandelingsprocedure voor een mededingingsklacht over de nakoming van additionaliteit. Daarbij is het volgens de regering in eerste instantie aan Invest-NL zelf om vast te stellen of de uitgevoerde werkzaamheid leidt tot ongewenste mededinging met ondernemingen uit het oogpunt van marktwerking. Deze leden vinden het belangrijk dat er onafhankelijk toezicht wordt gehouden op de mededingingsaspecten. Zij achten het daarom in het kader van hun controlerende taak wenselijk dat de Minister van EZK de Kamer aan het eind van elk kwartaal informeert over alle mededingingsklachten die zijn binnengekomen en de status van de afhandeling daarvan. Is de regering bereid dit op te nemen in de overeenkomst tussen de Staat en Invest-NL?

De leden van de SP-fractie lezen dat plausibel dient te worden gemaakt dat financiering niet in de markt voorhanden is en dat een ondernemer een nog nader te bepalen aantal marktpartijen dient te benaderen voor het verzochte product. Deze leden vragen de regering of hieraan nader invulling kan worden gegeven, hoe ondernemers dit dienen te doen en met welke middelen kan worden aangetoond dat geen financiering is te halen. Deze leden merken op dat bij de gevolgen voor administratieve lasten geen melding wordt gemaakt van de belasting die dit voor kleine ondernemers kan opleveren en vragen de regering daarom hierop een toelichting te geven. Zij merken hierbij op dat de motie-Alkaya (Kamerstuk 28 165, nr. 294) de regering verzocht het mogelijk te maken om gemakkelijk financiering aan te vragen bij Invest-NL.

De leden van de SP-fractie merken op dat in de memorie van toelichting wordt beschreven dat een klaagschrift kan worden ingediend door andere private marktpartijen in geval van vermeende oneerlijke concurrentie. Deze leden zijn benieuwd of in dergelijke procedures de ondernemer die aanspraak wil maken op financiering via Invest-NL hierbij tevens zal worden gehoord of op andere wijze de mogelijkheid krijgt zijn financieringsaanvraag te ondersteunen. Zij benadrukken hierbij de noodzaak van snelle afhandeling. Tevens vragen deze leden de regering toe te lichten welke gevolgen de beëindiging binnen een jaar voor de aanvrager van financiering heeft en of indien een mededingingsklacht gegrond wordt verklaard er een verplichting komt te rusten bij de klagende partij om de gestaakte financiering over te nemen.

5.2. Staatssteunaspecten

De leden van de VVD-fractie lezen dat de oprichting van de kapitaalstorting in Invest-NL een staatssteunmaatregel betreft die is voorgelegd aan de Europese Commissie. Wat heeft de Europese Commissie daarover besloten? Kan de Kamer de beoordeling van de Europese Commissie ontvangen? Zo nee, waarom niet? Als er nog geen besluit is, wanneer wordt het besluit daarover dan verwacht? Kan de het wetsvoorstel al in werking treden als dit besluit er nog niet is?

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering door middel van een voorbeeldportefeuille van ondernemingen en projecten kan illustreren welke soort ondernemingen of projecten niet van de grond komen, waardoor maatschappelijk gewenste transities niet optreden. Hoe kan Invest-NL bijdragen aan de financiering van deze ondernemingen en projecten? Wanneer kan in de genoemde voorbeelden marktconforme beprijzing worden toegepast? Bij welke voorbeelden zou sprake kunnen zijn van «een grotere risk-appetite, langere looptijden of een lager tarief,» zoals genoemd in de memorie van toelichting? Hoe kan met deze financieringen op portefeuilleniveau een marktconform rendement worden behaald?

De leden van de CDA-fractie lezen dat er mogelijkheden zijn om te voorkomen dat start- en scale-ups onder de definitie «ondernemingen in moeilijkheden» vallen, omdat zij nog geen winst maken, maar toch al meer jaren actief zijn dan de periode waarvoor het steunkader vrijstellingen verleent. De regering geeft aan dat er gesprekken worden gevoerd met de Europese Commissie hoe de wenselijke investeringen in doorgroei van start- en scale-ups binnen het kader vorm kunnen worden gegeven. Kan de regering een update geven van deze gesprekken?

De leden van de D66-fractie nemen kennis van de zeer onwenselijke situatie dat sommige startups en scale-ups buiten de investerings- en financieringsscope vallen van Invest-NL omdat zij niet passen binnen het vrijstellingskader van de Europese Commissie. Deze leden vinden dit zeer zorgelijk en vinden een oplossing voor dit probleem van cruciaal belang. Het zijn juist deze soort bedrijven die een grote kapitaal- en investeringsbehoefte kennen. Zij zien dit als een belangrijke randvoorwaarde voor succes van Invest-NL. Deze leden wensen de regering eraan te herinneren dat zij al meerdere malen hebben aangedrongen op een oplossing voor dit vraagstuk, maar constateren dat de gesprekken met de Europese Commissie tot op heden niet tot een vruchtbare uitkomst hebben geleid. Tot welke inschatting komt de regering voor dit vraagstuk? Wanneer en op welke manier denkt de regering hiervoor een oplossing te kunnen voorleggen?

6. Hoofdlijnen wetsvoorstel

De leden van de SP-fractie constateren dat in het wetsvoorstel en de memorie van toelichting veelvuldig wordt gesproken over de criteria waaronder financiering kan worden geboden en dat deze worden ingevuld als bijdragen leverende aan ofwel maatschappelijke transitieopgaven, ofwel de Nederlandse economie. Deze leden vragen de regering of zij kan toelichten hoe breed met name het laatste criterium kan worden opgevat en of een kleine ondernemer in de meer traditionele sectoren hiermee nog steeds onder deze criteria kan vallen.

6.1. Doelen, taken en handelingen

De leden van de SGP-fractie constateren dat de doelen en taken van Invest-NL in de wettekst heel breed zijn geformuleerd. Onder meer de Afdeling advisering van de Raad van State wijst hierop. De regering geeft aan dat via een aanvullende overeenkomst tot een nadere afbakening gekomen kan worden. Deze leden lezen tegelijkertijd dat deze aanvullende overeenkomst niet de vrijheid van Invest-NL aan mag tasten om invulling te geven aan het investeringsbeleid. Ook is voor een overeenkomst de instemming van twee partijen nodig. De leden van de SGP-fractie vinden dit te vrijblijvend. Het gaat om het investeren van 2,5 miljard euro overheidskapitaal. Waarom kiest de regering desondanks niet voor nadere afbakening via het wetsvoorstel dan wel via gedelegeerde regelgeving? Welke ijkpunten moet Invest-NL gaan gebruiken om te bepalen of investeringen voldoende bijdragen aan de gestelde doelen, zoals de bijdrage aan maatschappelijke transitieopgaven? Hoe gaat de regering dit monitoren? Hoe gaat de regering bijvoorbeeld voorkomen dat publiek geld via Invest-NL ingezet wordt voor niet-duurzame internationale investeringen en export door het Nederlandse bedrijfsleven?

De leden van de SGP-fractie hebben begrepen dat de sporen «Investeren Nederlands mkb» en «Exporteren Nederlands mkb» van het Dutch Good Growth Fund (DGGF) ondergebracht zullen worden bij Invest-NL. Voor de genoemde sporen gelden nu de criteria van het Official Development Assistance (ODA) voor ontwikkelingsimpact. Blijven deze criteria gelden, ook na het onderbrengen van deze onderdelen van het DGGF bij Invest-NL?

6.1.1. Doelen Invest-NL

De leden van de VVD-fractie vinden een evaluatie van Invest-NL van groot belang, daarbij gaat het onder meer om de effectiviteit, additionaliteit, staatssteun en (financiële) risico’s. De regering stelt dat bij de start van Invest-NL een aantal parameters zal worden geïdentificeerd om een effectieve evaluatie te kunnen verrichten. Zijn deze parameters al vastgesteld? Zo ja, wat zijn de parameters? Zo nee, wanneer en door wie worden deze parameters vastgesteld? Hoe wordt de Kamer daarover geïnformeerd en bij betrokken?

De leden van de GroenLinks-fractie vinden het belangrijk dat Invest-NL zich zoveel mogelijk focust op de meest prangende vraagstukken van deze tijd. Zoals econoom Mariana Mazzucato betoogt, is missiegedreven overheidsbeleid gericht op het oplossen van een probleem een belangrijke voorwaarde om problemen ook daadwerkelijk op te lossen. De focus op een bepaalde missie is hierbij essentieel. Deelt de regering dit inzicht? Met dit inzicht in het achterhoofd zouden deze leden dan ook graag zien dat Invest-NL zich richt op het voorkomen van klimaatverandering en de daarbij horende oplossingen. Is de regering hiertoe bereid?

De leden van de GroenLinks-fractie vinden het zorgelijk dat er geen minimumcriteria voor maatschappelijk verantwoord ondernemen in het wetsvoorstel zijn opgenomen. Invest-NL moet dit nog invullen. Kunnen er bepaalde minimumcriteria worden opgenomen, zoals de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)?

De leden van de GroenLinks-fractie vinden het van groot belang dat er in het wetsvoorstel is geborgd dat de investeringen van Invest-NL daadwerkelijk zijn gericht op het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Invest-NL wordt grote vrijheid gegeven om zelf te bepalen waarin wordt geïnvesteerd. Zijn er al wel ideeën over de criteria op basis waarvan zal Invest-NL bepalen of initiatieven en ondernemingen op voldoende wijze een groot genoeg maatschappelijk doel dienen? Krijgt de Kamer inzicht in de overeenkomst en beslist de Kamer hierover mee?

De leden van de GroenLinks-fractie zouden het niet productief vinden wanneer door Invest-NL investeringen worden gedaan in projecten die primair gericht zijn op fossiele energie. Deelt de regering deze opvatting en kunnen hier waarborgen voor worden ingevoerd?

6.1.2.1. Ontwikkeltaak (artikel 4, eerste lid, onderdeel a)

De leden van de VVD-fractie stellen vast dat de ontwikkeltaak onder andere bevat kennisvergaring met betrekking tot financieringsbehoefte en eventueel gebrekkige marktwerking, advisering met betrekking tot passende financieringsmix en modellen om bepaalde financieringsknelpunten op te lossen en het onderzoeken en analyseren van trends die de financiering van bepaalde maatschappelijke uitdagingen kunnen beïnvloeden. Kan de regering bevestigen dat bij dergelijke ontwikkelactiviteiten niet alleen de vraagzijde van de markt wordt betrokken, maar dat ook (in een vroeg stadium) potentiële aanbieders van financiering en de relevante marktpartijen geconsulteerd moeten worden?

De leden van de CDA-fractie lezen dat voor de toepassing van dit wetsvoorstel een mkb-onderneming niet in Nederland gevestigd hoeft te zijn, zolang de activiteiten bijdragen aan de Nederlandse economie. Waarom is hiervoor gekozen? Dit gaat toch ten kosten van mogelijkheden voor de mkb-ondernemingen die in Nederland gevestigd zijn? Waarom zou dit wenselijk zijn? Deze leden lezen verder dat het begrip Nederlandse economie naast de economie van het Europese deel van Nederland, ook de economie van Caribisch Nederland omvat, te weten de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Invest-NL zal niet actief zijn in de andere landen (Curaçao en Sint Maarten) van het Koninkrijk, behalve het samenwerken met ontwikkelings- en financieringstellingen van andere landen van het Koninkrijk. Kan de regering deze keuze nader toelichten? Hoe zit het met Aruba?

6.1.2.2. Investeringstaak (artikel 4, eerste lid, onderdeel b)

De leden van de VVD-fractie stellen vast dat wordt ingegaan op het investeringsbeleid van Invest-NL en als eerste criterium staat vermeld dat sprake moet zijn van een levensvatbare businesscase. Hoe valt dit te rijmen met het algemene uitgangspunt dat de markt onvoldoende moet voorzien in een door Invest-NL uit te voeren activiteit? Deze leden lezen dat Invest-NL ondernemingen en projectvennootschappen zal financieren die investeren in grote transities, waarmee een beperking lijkt te worden aangebracht op de onder artikel 4, eerste lid, onder b beschreven taak. Klopt het dat abusievelijk de onder artikel 4, eerste lid, onder b ten tweede beschreven taak ontbreekt?

De leden van de VVD-fractie merken op dat gesuggereerd wordt dat andere overheden aandelenbelangen kunnen overdragen aan Invest-NL, mits er onder andere sprake is van een te verwachten positief rendement. Waarom zou een andere overheid dan aandelen willen overdragen? In dezelfde paragraaf op pagina 31 staat dat additionele investeringen door Invest-NL in door andere overheden naar Invest-NL overgedragen aandelenbelangen moeten passen binnen de staatssteunkaders die op Invest-NL van toepassing zijn. De pagina ervoor staat evenwel dat Invest-NL niet kan worden gevraagd aanvullende investeringen te doen in verhangen ondernemingen. Graag zouden deze leden een toelichting willen op deze ogenschijnlijke tegenstrijdigheid.

De leden van de CDA-fractie hebben in eerdere debatten aangeven een spanning te zien ontstaan tussen zakelijke overwegingen en de brede missie van Invest-NL. De regering geeft op pagina 8 in de memorie van toelichting aan dat het rendement per taak zal verschillen. Hoe wordt dit vastgesteld? Op pagina 27 en 50 van de memorie van toelichting wordt aangegeven dat als maatschappelijke baten dit rechtvaardigen er kan worden afgeweken, namelijk als er met financiering specifieke doelstellingen worden nagestreefd die niet tegen marktconforme voorwaarden kunnen worden bereikt. Wat zijn deze specifieke doelstellingen? Hierbij wordt aangegeven dat iedere individuele investering wel een positieve businesscase en rendementsverwachting moet hebben en op portefeuilleniveau voldaan dient te blijven worden aan de randvoorwaarden van de financiële transactie. Bedoelt de regering hiermee dat niet ieder project of onderneming waarin zij investeert op dat moment al positief rendement maakt, maar het er om gaat dat aan het einde van de investeringstermijn een positief rendement verwacht wordt?

De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt het dat conform de unaniem aangenomen motie-Van der Lee (28165–291) de beoordeling van investeringen door Invest-NL op individuele projectbasis zal plaatsvinden, waarbij ook een projectspecifiek rendementsdoel wordt afgesproken dat inherent is aan de businesscase en daaraan verbonden risico's van het project. Deze leden vragen in hoeverre de investeringen revolverend zullen zijn met het oog op de hoge risicoprofielen. Mocht blijken dat bepaalde kredieten niet worden terugbetaald, bij wie komt dan het risico te liggen en wordt het investeringsvermogen dan weer aangevuld?

De leden van de SP-fractie constateren met instemming dat de regering meerdere vormen van risicokapitaalverstrekking voor Invest-NL in gedachten heeft, maar constateren tevens dat hierbij exclusief wordt gedacht aan jonge of groeiende ondernemingen en bij transitieprojecten. Deze leden vragen de regering waarom hierbij niet wordt gesproken over ondernemingen die niet onder de noemers start-up of scale-up vallen.

De leden van de SP-fractie constateren dat toetsing aan criteria voor maatschappelijk verantwoord ondernemen plaats zal vinden, maar dat Invest-NL zelf zal bepalen hoe de «best performing standards» op het gebied van mvo worden ingevuld. Deze leden vragen de regering de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen expliciet op te nemen als uitgangspunt voor Invest-NL en het overtreden van of niet onderschrijven van de OESO-richtlijnen te hanteren als uitsluitingscriterium voor projecten met grensoverschrijdende aspecten. Zij vragen de regering deze bewoordingen over te nemen in de aanvullende overeenkomst en als harde minimumeis te stellen aan het bestuur van Invest-NL. Tevens vragen deze leden de regering doeleinden die met fossiele brandstoffen hebben te maken uit te zonderen van financiering wegens de negatieve effecten op het klimaat.

De leden van de PvdA-fractie begrijpen dat Invest-NL alleen voor additionele financiering gaat zorgen en dat het daarmee andere private mede-investeerders aantrekt. Deze leden lezen dat «crowding in» een van de parameters van het investeringsbeleid van Invest-NL zal zijn. Daarbij staat vermeld dat Invest-NL bij voorkeur nooit de enige externe investeerder in een project is. Betekenen de woorden «bij voorkeur» dat bij uitzondering Invest-NL wel de enige externe investeerder kan zijn? Zo nee, wat wordt er dan wel bedoeld? Zo ja, in welke gevallen kan dit aan de orde zijn? Wat zegt het over de risico’s die met een project gepaard gaan indien er geen andere externe investeerders gevonden kunnen worden?

6.1.2.3. Taak tot uitvoering van subsidieregelingen en -besluiten (artikel 4, eerste lid, onderdeel c)

De leden van de VVD-fractie hebben bedenkingen bij de taak voor Invest-NL tot uitvoering van subsidieregelingen en- besluiten zoals die uiteengezet is. Kan de regering toelichten waarom er voor is gekozen de mogelijkheid in te bouwen voor deze taak? Wat is nut en noodzaak van deze taak? In hoeverre wijkt deze taak af van datgene wat de RVO uitvoert? Er kan bovendien sprake zijn van belangen die niet synchroon lopen en zelfs sprake zijn van belangenverstrengeling. Het zou kunnen voorkomen dat Invest-NL moet beslissen over een subsidie voor een bedrijf waarin het zelf investeert/deelneemt of Invest-NL moet beslissen over een subsidie voor een concurrerend bedrijf van een bedrijf waarin het zelf investeert/deelneemt. Deze leden stellen vast dat er op dit moment geen voornemen is om subsidieregelingen op het terrein van de Minister van EZK of andere Ministers door Invest-NL uit te laten voeren, zoals genoemd in paragraaf 9.1 van de memorie van toelichting. Aan welke subsidies denkt de regering bij het opnemen van deze mogelijkheid? Hoe wordt de Kamer betrokken bij de beslissing om Invest-NL subsidieregelingen te gaan laten uitvoeren? Is de aanbestedingswet niet van toepassing als de rijksoverheid besluit om een taak als het uitvoeren van een subsidieregeling te gunnen aan een bedrijf?

6.1.2.4. Taak tot het in volmacht namens de Staat uitoefenen van aandeelhoudersbevoegdheden (artikel 4, eerste lid, onderdeel d)

De leden van de VVD-fractie vragen wat de (juridische) gevolgen zijn van het op verlenen van een volmacht aan Invest-NL om met betrekking tot een aandeelhouderschap in een vennootschap namens hem bepaalde aandeelhoudersbevoegdheden uit te oefenen. Wat betekent dit in de praktijk en waarom is dit noodzakelijk?

6.1.2.5. Delegatiegrondslag andere taken en vergoeding van kosten voor die taken

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan toelichten of er een voorhangprocedure voor de genoemde delegatiegrondslag voor andere taken voor Invest-NL is. Zo nee, waarom niet?

7. Verantwoording en toezicht

De leden van de SGP-fractie vinden het van belang dat de Kamer voldoende geïnformeerd wordt over het investeringsprogramma van Invest-NL. Hoe gaat de regering deze verantwoording vormgeven?

8. Mededingingswet

De leden van de D66-fractie constateren dat er niet voor gekozen is om de Autoriteit Consument en Markt (ACM) een rol te geven ten aanzien van de borging van de additionaliteit. Op welke manier gaat de Minister van EZK zijn zelfstandige rol op dit gebied vormgeven?

De leden van de PvdA-fractie begrijpen dat op verschillende onderdelen van Invest-NL verschillende wettelijke regimes, toezicht van de ACM van toepassing is. Zo is Invest-NL bijvoorbeeld voor sommige activiteiten wel en voor andere activiteiten weer geen onderneming in de zin van de Mededingingswet. Ook is de ACM op sommige activiteiten van Invest-NL wel competent en op andere activiteiten weer niet. Bovendien is Invest-NL voor sommige onderdelen wel een Rechtspersoon met een wettelijke taak (RWT) en voor andere onderdelen weer niet. Voorts zijn er meerdere Ministers weer per bevoegdheid verantwoordelijk voor Invest-NL. Hoewel de memorie van toelichting op tal van deze aspecten ingaat en bijvoorbeeld ook schetst hoe de «chinese walls» binnen Invest-NL zijn opgericht, vragen deze leden toch of een dergelijke versnippering aan wettelijke regimes en verantwoordelijkheden in de praktijk werkbaar is. Kan de regering hier nader op ingaan?

9. Uitvoeren van de investeringstaak

De leden van de SGP-fractie hebben een vraag over de ruimte voor hoog risico investeringen in sectoren waar 100% revolverende investeringen op korte termijn moeilijk haalbaar zijn. Deze leden constateren dat bij impactinvesteringen door mkb-bedrijven in ontwikkelingslanden sprake is van grote risico’s in verband met fragiele of instabiele marktsituaties. Dergelijke investeringen zijn wel van groot belang. Inzet vanuit Invest-NL kan een belangrijke katalysator voor andere private investeringen zijn. Dan is wel van belang dat de eis dat de investering 100% revolverend moet zijn, losgelaten wordt. Deze leden horen graag hoe de regering hier tegenaan kijkt.

10.1. Openbare financiën (eenmalig en structureel)

De leden van de VVD-fractie vragen waarom er jaarlijks structureel subsidie moet naar Invest-NL voor het uitvoeren van ontwikkelactiviteiten van 10 miljoen euro (nationaal) en 9 miljoen euro (internationaal). Waarom kan of moet Invest-NL als onderneming op dat punt niet ook gewoon zijn eigen broek op houden, net als andere bedrijven bij ontwikkelactiviteiten? Hoe wordt of is deze subsidie gedekt in de begroting? Eerder is door de regering aangegeven dat er alleen sprake zou zijn van een opstartsubsidie. In hoeverre is er bij zo’n subsidie sprake van staatssteun? Deze leden vragen of de regering kan aangeven wat er betaald zal worden van de jaarlijkse subsidie van 19 miljoen euro. Hoeveel mensen gaan er bij Invest-NL werken? Hoe wordt dit efficiënt, effectief, eenvoudig en eenduidig gehouden? Deze leden vragen de regering een nadere toelichting op de opstartkosten in de jaren 2017, 2018 en 2019. Begrijpen zij goed dat dit eenmalig een bedrag van 15 miljoen euro betreft?

De leden van de CDA-fractie lezen dat voor de financieringsactiviteiten van Invest-NL eenmalig 2,5 miljard euro door middel van een kapitaalstorting beschikbaar wordt gesteld, in tranches van 500 miljoen euro. Kan de regering aangeven of dit allemaal nieuw budget is of deels afkomstig is uit bestaande potjes? Zou de regering de Kamer kunnen voorzien van een compleet overzicht van de verschillende geldstromen uit de diverse begrotingen die straks – direct of indirect – vanuit de Staat richting Invest-NL (inclusief dochterondernemingen) en het samenwerkingsverband gaan? Kan de regering inzichtelijk maken welke bestaande financieringsinstrumenten van het Rijk en/of fondsen waarin het Rijk participeert straks aan Invest-NL worden overgedragen en wat hiervan de financiële gevolgen zijn? Inclusief het geheel aan organisatieonderdelen – met bijhorende mensen en middelen – dat vanuit het Rijk naar Invest-NL zal overgaan? De leden van de CDA-fractie lezen dat Invest-NL ook jaarlijks een subsidie zal ontvangen voor het uitvoeren van ontwikkelactiviteiten. Vooralsnog wordt er een structurele subsidie voorzien van 10 miljoen euro voor de nationale ontwikkelactiviteiten van Invest-NL en 9 miljoen euro voor de internationale ontwikkelactiviteiten. Hoe zijn deze bedragen tot stand gekomen en vanuit welk potje wordt dit gefinancierd?

10.2. Opstartkosten

De leden van de SP-fractie lezen in de memorie van toelichting dat de regering verwacht dat Invest-NL gebruik zal maken van externe expertise, zoals op het vlak van human resource management, ICT en financieel-economische zaken. Deze leden zijn benieuwd welke voorwaarden hieraan worden gesteld qua duur van de aanstelling, of zij van zins is de Roemernorm voor uitgaven aan externe inhuur voor Invest-NL te laten gelden en zo ja, per wanneer deze norm gaat gelden.

12. Consultatie

De leden van de VVD-fractie vragen de regering een verduidelijking te geven van de interpretatie van het dictum van de afdeling Rechtspraak van de Raad van State.

De leden van de CDA-fractie leden lezen in sommige reacties dat de zorg wordt uitgesproken dat een te hoog normrendement belemmerend kan werken bij het bereiken van de doelstellingen van de instelling. Ziet de regering dat ook zo? Is de regering het eens met de Raad van State dat het voor de ruimte die Invest-NL krijgt om effectief financiering in te zetten het van groot belang is op welke niveau het normrendement wordt bepaald? De regering geeft aan dat de Minister van Financiën, nadat de vennootschap officieel is opgericht, na overleg met de Minister van EZK en Invest-NL het normrendement vaststelt en periodiek kan worden bijgesteld. Welke kaders worden hierbij gebruikt? Vanwege het hoge risicoprofiel is de kans ook dat geld niet terug komt.

12.1. Waarborgen additionaliteit

De leden van de VVD-fractie stellen vast dat de regering van mening is dat voldoende waarborgen in het wetsvoorstel zijn ingebouwd zodat Invest-NL additioneel aan de markt zal handelen. De regering verwijst daarbij naar artikel 5.3 over de statutair vastgelegde doelstellingen, artikel 8 (geen van uit oogpunt van goede marktwerking ongewenste mededinging) en een procedure om additionaliteit te toetsen, waarbij degene die bij Invest-NL van financiering door aanlevering van afgewezen aanvragen marktfalen onderbouwt en de mogelijkheid om een mededingingsklacht in te dienen. Het begrip additionaliteit is echter niet nader gespecificeerd. Kan de regering nader toelichten wanneer sprake is van goede marktwerking en voldoende marktwerking om een segment of sector uit te sluiten van het werkgebied van Invest-NL? Kan de regering daarnaast toelichten wanneer er sprake is van ongewenste mededinging?

De leden van de VVD-fractie vragen met betrekking tot de zinssnede «indien de markt hier onvoldoende in voorziet» wie dat bepaalt en hoe dat wordt beoordeeld. Wie ziet daarop toe. Deze leden vragen tevens hoe de stelling van de regering dat Invest-NL alleen financiering zal verstrekken indien sprake is van een gezonde businesscase moet worden gezien tot de additionaliteit.

13. Advisering Algemene Rekenkamer

De leden van de CDA-fractie stellen vast dat de Algemene Rekenkamer (ARK)aangeeft aan dat de inrichting en vormgeving van Invest-NL deels buiten het zicht van de Staten-Generaal plaatsvinden, met name bij oprichten van dochtermaatschappijen, het voor het samenwerkingsverband te sluiten overeenkomst en de bij AMvB te beleggen taken. Deze leden vinden dit een belangrijk signaal waar zij meer duidelijkheid over willen. Zij willen aan de ene kant voorkomen dat Invest-NL een politieke speelbal wordt met dagelijkse bemoeienis, maar wil aan de andere kant wel dat de Staten-Generaal voldoende en goede controle kan houden op belangrijke inrichtings- en beleidsvraagstukken. Deze leden zijn benieuwd welke formele zeggenschap de Kamer straks nog heeft. Op welke wijze gaan de Minister van Financiën en de Minister van EZK verantwoording afleggen aan de Kamer? Hoe wordt voorkomen dat belangrijke inrichtings- en beleidsvraagstukken buiten de besluitvorming van de Staten-Generaal blijven? Hoe is de publieke verantwoording geregeld bij Invest-NL? Kan de ARK een formele rol krijgen bij Invest-NL bij de jaarstukken, zodat een externe factor toezicht houdt?

Verder valt het de leden van de CDA-fractie ook op dat in dit wetsvoorstel geregeld de grondslag voor een mogelijkheid om nadere regels te stellen bij AMvB wordt gecreëerd. Een voorbeeld is dat in de memorie van toelichting wordt aangegeven dat wordt beoogd dat Invest-NL zelf actief een mvo-beleid voert en zo niet, de mogelijkheid bestaat om via AMvB nadere regels te stellen over de verplichting een mvo-beleid te voeren bij het verstrekken van financiering. Kan de regering aangeven waarom zij het rechtvaardig acht dat geregeld de mogelijkheid van een AMvB wordt gecreëerd in dit wetsvoorstel?

13.1. Inrichting en vormgeving

De leden van de SP-fractie uiten hun zorgen over de advisering van de ARK en de reactie van de regering op deze advisering. Deze leden constateren dat de regering het parlement ten volle zal betrekken bij de vaststelling van de kaders die de handelingsvrijheid van Invest-NL en de Staat in deze zullen bepalen, maar constateren tevens dat de aanvullende overeenkomst die, voor zover deze leden kunnen zien geen wettelijke status heeft, reeds veel van de taken van Invest-NL vaststelt. Deze leden verzoeken de regering daarom het proces waarbij het «parlement ten volle betrokken» zal worden nader toe te lichten, hierbij ook de formele status van de aanvullende overeenkomst meenemende. De regering beargumenteert dat haar keuze voor flexibiliteit onder andere wordt gebaseerd op verplichtingen die uit de Comptabiliteitswet 2016 voortvloeien, omdat met een beperkte machtiging deze ertoe zouden leiden dat de oprichting van separate dochtermaatschappijen voorhangprocedures tot gevolg heeft. Deze leden vragen de regering tot welke problemen dit volgens haar zou leiden en waarom dit volgens haar problematisch zou zijn. Zij beamen dat zij graag dergelijke voorhangprocedures doorlopen teneinde het democratische proces te waarborgen. Deze leden vragen de regering daarom toe te lichten hoe veel en hoe vaak dochtermaatschappijen zouden worden opgericht door Invest-NL en of deze frequentie betrokkenheid van het parlement niet juist zou legitimeren.

De leden van de SP-fractie maken op uit de uitleg die de regering geeft naar aanleiding van opmerkingen van de ARK over de aanvullende overeenkomst dat de status van dit document onduidelijk is en min of meer een onderhandeling is tussen het bestuur van Invest-NL en de regering. Deze leden merken op dat de beoogd directeur van Invest-NL reeds werkzaam is bij het Ministerie van Financiën en verzoeken de regering toe te lichten hoe deze onderhandelingen op dit moment geschieden, gezien het feit dat deze directeur nu ondergeschikt is aan de leden van de regering. Tevens vragen deze leden hoe de Kamer op de hoogte wordt gesteld over de inwerkingtreding, inhoud en wijziging van de aanvullende overeenkomst. Tenslotte stellen zij aan de regering de principiële vraag waarom niet is gekozen voor een werkwijze zonder een ogenschijnlijk privaatrechtelijke aanvullende overeenkomst waar het parlement geen invloed op lijkt te hebben.

13.2. Onderzoeksmogelijkheden ARK

De leden van de SP-fractie spreken hun zorgen uit over de onzekerheid van de ARK over hun mogelijkheden op onafhankelijk onderzoek gebaseerde informatie aan de Staten-Generaal te kunnen leveren omdat de structuur van Invest-NL nog niet bekend is. Deze leden constateren dat de regering hierop reageert in de memorie van toelichting, maar constateren tevens dat de ARK hierbij niet aangeeft of zij gerust is gesteld over haar mogelijkheden op onafhankelijk onderzoek gebaseerd informatie aan de Kamer te sturen.

II. ARTIKELEN

Artikel 2

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan toelichten wat in artikel 2, derde lid, de beoogde structuur wordt en hoe dit bijdraagt aan de in artikel 7 voorgeschreven gescheiden boekhouding.

Artikel 3 en 4

De leden van de VVD-fractie stellen vast dat in artikel 3 feitelijk twee doelen staan opgenomen, terwijl in eerdergenoemde brief van 10 februari 2017 (Kamerstuk 28 165, nr. 266) nog sprake was van drie doelen. Waarom sluit dit artikel niet op de in deze brief genoemde doelen aan? Dat is temeer belangrijk nu in artikel 4, tweede lid, is bepaald dat bij AMvB taken kunnen worden opgedragen voor zover deze verenigbaar zijn met de doelen genoemd in artikel 3. Voorts is dit van belang nu in artikel 4, vierde lid, is bepaald dat de Minister in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad kan instemmen met het uitvoeren van andere activiteiten dan activiteiten ter uitvoering van de taken bedoeld in het eerste en tweede lid van artikel 4.

De leden van de VVD-fractie lezen dat in artikel 3 is aangegeven dat Invest-NL activiteiten kan ontplooien indien de markt hierin onvoldoende voorziet. Waarom is daarover in artikel 4 niks opgenomen? Op welke wijze wordt getoetst of de markt ergens onvoldoende in voorziet?

Artikel 4

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan toelichten waarom er in artikel 4, eerste lid, onder ten eerste geen koppeling wordt gemaakt aan Nederland, terwijl dat nadrukkelijk wel het geval is in artikel 4, eerste lid, onder a ten tweede. Deze leden vragen waarom er in artikel 4, eerste lid, onder b ten eerste geen koppeling wordt gemaakt aan Nederland, terwijl dat nadrukkelijk wel het geval is in artikel 4, lid 1, onder b ten tweede.

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering bij artikel 4, derde lid, kan toelichten op welke wijze de Kamer wordt betrokken indien onder AMvB door de Minister wordt besloten tot nadere regels met betrekking tot de taken als bedoeld in Artikel 4 in het eerste en tweede lid. Deze leden vragen of de regering daarnaast bij Artikel 4, vierde lid, kan toelichten op welke wijze de Kamer kan oordelen over de beslissing tot het toestaan van uitvoeren van andere activiteiten dan activiteiten ter uitvoering van taken bedoeld in het eerste en tweede lid. Hoe wordt invulling gegeven aan de kwalitatieve begrippen in de onder a, b en c geformuleerde criteria. Meer specifiek stellen zij de vraag hoe invulling wordt gegeven aan de begrippen «nauw verwant», «goede uitvoering» en «mede het algemeen belang dienen».

De leden van de CDA-fractie lezen dat artikel 4, derde lid, een delegatiegrondslag bevat om bij AMvB nieuwe taken aan Invest-NL op te kunnen dragen die passen binnen de doelstellingen van Invest-NL. De regering geeft aan dat een dergelijke uitbreiding van het takenpakket van Invest-NL alleen tot stand komt indien daarover overeenstemming bestaat in de ministerraad. Kan de regering aangeven of ook de Staten Generaal wordt betrokken bij mogelijke nieuwe taken voor Invest-NL en indien het voornemen van de regering is dat zij daar niet bij wordt betrokken waarom zij dit voornemen hebben? De leden van de CDA-fractie lezen in het advies van de Afdeling advisering van de Raad van Statedat de doelomschrijving en de omschrijving van de taken van Invest-NL in de wettekst veel ruimer zijn dan blijkens de toelichting kennelijk is beoogd. Waarom is dit verstandig, moet de wet en de toelichting niet dezelfde lijn bevatten? De Afdeling advisering van de Raad van State wijst hierbij onder andere op de zinssnede «of aan de Nederlandse economie» en adviseren deze te schrappen. De regering is hier geen voorstander van. Is de regering het wel eens dat deze zinssnede ten koste gaat van de focus? Is het niet verstandig deze zinssnede in ieder geval aan te scherpen om te voorkomen dat alles onder Invest-NL gaat vallen, waardoor de hoofddoelen niet worden behaald en kans bestaat op marktverstoring?

Artikel 8

De leden van de VVD-fractie vragen wanneer volgens de regering bij artikel 8, eerste lid, sprake van vanuit een oogpunt van goede marktwerking ongewenste mededinging met ondernemingen. Wat is een goede marktwerking? Wat is ongewenste mededinging? Wie bepaalt of daarvan sprake is? Hoe kan daartegen bezwaar worden gemaakt? Op welke wijze kan de Kamer de onder artikel 8, tweede lid, te stellen regels toetsen?

De leden van de CDA-fractie lezen dat de Afdeling advisering van de Raad van State in haar advies kritisch is over de criteria van additionaliteit in het voorgestelde artikel 8 en pleit voor scherpere criteria. De regering geeft in haar reactie aan dat er ruimte is om op basis van praktijkervaringen in de loop van de tijd die procedure bij de stellen en aan te scherpen waar dat nodig mocht blijken te zijn. Kan de regering aangeven waarom volgens haar nu geen scherpere criteria nodig zijn en of dit er niet voor zorgt dat voor zowel Invest-NL als voor marktpartijen onvoldoende houvast ontstaat? Hoe wordt marktverstoring voorkomen? Waarom is er niet voor gekozen om de ACM een rol te geven ten aanzien van borging van de additionaliteit? Waarom is het verstandig deze rol bij de Minister van EZK te beleggen?

Artikel 9

De leden van de VVD-fractie vragen hoe de Kamer een oordeel kan vormen over een door de Minister te verlenen ontheffing, zoals bepaald in artikel 9.

Artikel 10

De leden van de VVD-fractie vragen een toelichting op artikel 10 van het wetsvoorstel. Waarom moet een mededingingsklacht worden ingediend bij Invest-NL? Waarom moet dit niet worden ingediend bij de ACM? Is overwogen daarvoor een andere instelling aan te wijzen? Kan de Wet Markt en Overheid een rol spelen bij de beoordeling van de activiteiten van Invest-NL?

Artikel 17

De leden van de VVD-fractie vragen de regering of de mogelijkheid bestaat om bij de evaluatie in artikel 17 ook de eventueel ingediende klachten en de rapportage daaromtrent mee te nemen, mocht de Kamer niet al eerder van dergelijke klachten op de hoogte worden gebracht.

III. Voorgestelde statuten oprichting Invest-NL N.V.

Artikel 5.1

De leden van de VVD-fractie vragen toelichting op de in artikel 5.1 opgenomen statutaire beperking van overdracht van aandelen. Beperkt dit ook de ruimte voor eventuele beleidswijzigingen (verkoop, pensioenfondsen laten instappen en dergelijke)?

Artikel 30.1

De leden van de VVD-fractie vragen de regering toe te lichten waarom in artikel 30.1 de winstbestemming wordt gebonden aan een voorstel van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. Waarom wordt dit niet conform Boek twee van het Burgerlijk Wetboek aan de Algemene vergadering van Aandeelhouders gelaten?

De voorzitter van de commissie, Diks

De adjunct-griffier van de commissie, Kruithof

Naar boven