35 063 Voorstel van wet van de leden Kwint en Westerveld tot wijziging van diverse onderwijswetten teneinde te verbieden dat leerlingen van ouders die geen vrijwillige geldelijke bijdrage hebben voldaan worden buitengesloten van activiteiten

E NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP1

Vastgesteld 17 juni 2020

De leden van de VVD-fractie hebben van de memorie van antwoord en de antwoorden van de regering kennisgenomen. Zij hebben nog nadere vragen aan de initiatiefnemers en de regering.

Hoe verhoudt het amendement-Van Meenen2 zich tot het doel van de wet? Kunnen LOOT-scholen of bijvoorbeeld DAMU-licentiescholen nu definitief wel een verplichte ouderbijdrage vragen? Indien dat het geval is, wat verandert deze wet nu feitelijk aan de huidige situatie?

Het aangenomen amendement-Van Meenen regelt dat:

«voorkomen moet worden dat door het vrijwillige karakter van de bijdrage in combinatie met het recht dat leerlingen te allen tijde aan de extra activiteiten kunnen deelnemen, de profielscholen door verminderde ouderbijdragen hun onderwijsprogramma niet meer zouden kunnen financieren. Dit amendement regelt daarom dat zij zich kunnen aansluiten bij een overkoepelend verband, dat een voor scholen bindende regeling heeft getroffen ten aanzien deze specifieke leerlingen.»

Zijn alle scholen verplicht om zich aan te sluiten bij een overkoepelend verband? Wie financiert dit verband, waardoor scholen zonder ouderbijdrage alsnog extra activiteiten kunnen financieren?

Daarnaast regelt het amendement-Van Meenen dat leerlingen voor wie de bijdrage aan de activiteiten niet of niet geheel voldaan kan worden, vrijgesteld worden van deze bijdrage en zodoende deel kunnen nemen aan de activiteiten. Waar wordt dit van betaald? En bij welke criteria wordt gesteld dat een leerling niet of niet volledig in staat is om extra activiteiten te kunnen bekostigen (dit wordt via een ministeriële regeling bepaald, maar de initiatiefnemers zullen hier vast een idee over hebben)?

Hoe zorgen we ervoor dat door deze wet extra activiteiten zoals tweetalig onderwijs kunnen blijven bestaan, nu een vrijwillige ouderbijdrage daarvoor niet meer mogelijk is? Betekent dit het einde van bijvoorbeeld tweetalig onderwijs of LOOT-scholen? Zo nee, hoe worden deze extra activiteiten dan gefinancierd, als dat niet meer aan de ouders gevraagd kan worden?

En kunnen educatieve reizen nog wel doorgang vinden nu de bekostiging hiervan onder druk staat? Wat is het effect op de verschraling van het onderwijsprogramma en kan de regering een beeld schetsen van de effecten die nu reeds optreden bij het aannemen van de wet in de Tweede Kamer? Klopt het dat educatieve schoolreizen massaal gecanceld worden en hoe verhoudt zich dat tot de ambitie om kinderen zich te kunnen laten ontwikkelen tot breed georiënteerde en nieuwsgierige burgers?

De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet met belangstelling uit naar de nadere memorie van antwoord en de nadere reactie van de regering en ontvangt deze graag zo spoedig mogelijk na de vaststelling van dit nader voorlopig verslag.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bikker

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bergman


X Noot
1

Samenstelling: Essers (CDA), Ganzevoort (GL), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Nooren (PvdA), Pijlman (D66), (ondervoorzitter), Schalk (SGP), Bikker (CU), (voorzitter), Klip-Martin (VVD), De Bruijn-Wezeman (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Van der Burg (VVD), Dessing (FVD), Doornhof (CDA), Gerbrandy (OSF), Nanninga (FVD), Nicolaï (PvdD), Pouw-Verweij (FVD), Veldhoen (GL), Vendrik (GL), Van der Voort (D66) en De Vries (Fractie-Otten).

X Noot
2

Kamerstukken II 2019/20, 35 063, nr. 9.

Naar boven