Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 november 2018
Tijdens de regeling van werkzaamheden van uw Kamer op 7 november jl. is door het lid
Nijboer verzocht om de aanwezigheid van de Minister van Financiën bij de plenaire
behandeling van het Belastingplan volgende week (Handelingen II 2018/19, nr. 20, Regeling
van werkzaamheden).
De heer Nijboer gaf bij zijn verzoek aan om met de Minister van Financiën in debat
te willen over de aanpassing van de begroting, hiermee verwijzend naar de heroverweging
van het pakket vestigingsklimaat, ook gegeven de vraag vanuit uw Kamer of de heroverweging
in lijn is met de begrotingsregels van het kabinet.
Daarbij is allereerst het voorafgaande proces relevant. Het proces met betrekking
tot de wijzigingen die uiteindelijk zijn voortgekomen uit de weging van het pakket
vestigingsklimaat heeft de Staatssecretaris van Financiën zo transparant mogelijk
met uw Kamer gedeeld. In zijn brief van 9 oktober jl. (Kamerstuk 35 026, nr. 9), voorafgaand aan een extra ingeplande procedurevergadering, is de vaste commissie
voor Financiën geïnformeerd dat het kabinet er naar streeft u zo spoedig mogelijk
te informeren over de uitkomsten van de weging. En in de brief van 15 oktober jl.
(mede namens de Minister-President) is uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van
de weging van het pakket vestigingsklimaat (Kamerstuk 35 000, nr. 72). In die brief is uw Kamer ook geïnformeerd over het proces met betrekking tot de
nieuwe maatregelen die via nota’s van wijziging, de daarop betrekking hebbende adviezen
van de Raad van de State en de Nader rapporten aan uw Kamer zouden worden aangeboden.
Vervolgens is, volgend op het verzoek van Uw Kamer, de Minister-President op 16 oktober
met u in debat gegaan over de heroverweging van pakket vestigingsklimaat (Handelingen
II 2018/19, nr. 13, item 18). De Staatssecretaris van Financiën was daarbij ook aanwezig.
Verder geldt dat de heroverweging in lijn is met de begrotingsregels, zoals het kabinet
die in de Startnota heeft afgesproken (Kamerstuk 34 775, nr. 54). Die schrijven voor dat aan het begin van een kabinetsperiode de beleidsmatige lastenontwikkeling
wordt vastgelegd. In de Startnota is afgesproken dat het kabinet voor 6,5 miljard
aan lastenverlichtende maatregelen neemt. Met de heroverweging heeft het kabinet besloten
om de ruimte, die anders zou zijn besteed aan het afschaffen van de dividendbelasting,
aan te wenden voor alternatieve lastenverlichtende maatregelen. Dat is consistent
met de begrotingsregels van Rutte-III.
Het kabinet spreekt met één mond. Binnen de verdeling van taken in het kabinet is
de Staatssecretaris van Financiën politiek verantwoordelijk voor de fiscaliteit. Om
die reden bent u met de Staatssecretaris van Financiën de behandeling van het Belastingplan
reeds gestart. De uiteindelijke budgettaire besluitvorming vindt plaats in het parlement,
uitgaande van het budgetrecht van uw Kamer. Wanneer er in uw Kamer een meerderheid
is voor alternatieve budgetkeuzes, zullen deze worden geëffectueerd. Gegeven deze
overwegingen, kunt u met de Staatssecretaris het debat over het Belastingplan verder
voortzetten, en zal de Minister van Financiën hierbij niet aanwezig zijn.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel