35 026 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019)

Nr. 28 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2018

Tijdens de regeling van werkzaamheden van uw Kamer op 7 november jl. is door het lid Nijboer verzocht om de aanwezigheid van de Minister van Financiën bij de plenaire behandeling van het Belastingplan volgende week (Handelingen II 2018/19, nr. 20, Regeling van werkzaamheden).

De heer Nijboer gaf bij zijn verzoek aan om met de Minister van Financiën in debat te willen over de aanpassing van de begroting, hiermee verwijzend naar de heroverweging van het pakket vestigingsklimaat, ook gegeven de vraag vanuit uw Kamer of de heroverweging in lijn is met de begrotingsregels van het kabinet.

Daarbij is allereerst het voorafgaande proces relevant. Het proces met betrekking tot de wijzigingen die uiteindelijk zijn voortgekomen uit de weging van het pakket vestigingsklimaat heeft de Staatssecretaris van Financiën zo transparant mogelijk met uw Kamer gedeeld. In zijn brief van 9 oktober jl. (Kamerstuk 35 026, nr. 9), voorafgaand aan een extra ingeplande procedurevergadering, is de vaste commissie voor Financiën geïnformeerd dat het kabinet er naar streeft u zo spoedig mogelijk te informeren over de uitkomsten van de weging. En in de brief van 15 oktober jl. (mede namens de Minister-President) is uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de weging van het pakket vestigingsklimaat (Kamerstuk 35 000, nr. 72). In die brief is uw Kamer ook geïnformeerd over het proces met betrekking tot de nieuwe maatregelen die via nota’s van wijziging, de daarop betrekking hebbende adviezen van de Raad van de State en de Nader rapporten aan uw Kamer zouden worden aangeboden. Vervolgens is, volgend op het verzoek van Uw Kamer, de Minister-President op 16 oktober met u in debat gegaan over de heroverweging van pakket vestigingsklimaat (Handelingen II 2018/19, nr. 13, item 18). De Staatssecretaris van Financiën was daarbij ook aanwezig.

Verder geldt dat de heroverweging in lijn is met de begrotingsregels, zoals het kabinet die in de Startnota heeft afgesproken (Kamerstuk 34 775, nr. 54). Die schrijven voor dat aan het begin van een kabinetsperiode de beleidsmatige lastenontwikkeling wordt vastgelegd. In de Startnota is afgesproken dat het kabinet voor 6,5 miljard aan lastenverlichtende maatregelen neemt. Met de heroverweging heeft het kabinet besloten om de ruimte, die anders zou zijn besteed aan het afschaffen van de dividendbelasting, aan te wenden voor alternatieve lastenverlichtende maatregelen. Dat is consistent met de begrotingsregels van Rutte-III.

Het kabinet spreekt met één mond. Binnen de verdeling van taken in het kabinet is de Staatssecretaris van Financiën politiek verantwoordelijk voor de fiscaliteit. Om die reden bent u met de Staatssecretaris van Financiën de behandeling van het Belastingplan reeds gestart. De uiteindelijke budgettaire besluitvorming vindt plaats in het parlement, uitgaande van het budgetrecht van uw Kamer. Wanneer er in uw Kamer een meerderheid is voor alternatieve budgetkeuzes, zullen deze worden geëffectueerd. Gegeven deze overwegingen, kunt u met de Staatssecretaris het debat over het Belastingplan verder voortzetten, en zal de Minister van Financiën hierbij niet aanwezig zijn.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel

Naar boven