35 000 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2019

Nr. 135 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 mei 2019

De vaste commissie voor Defensie vroeg mij een update te geven over de stand van zaken van de uitvoering van de aanbevelingen van de rapporteurs (brief d.d. 18 april 2019). Deze update stuur ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris van Defensie.

Wetgevingsoverleg (WGO) Jaarverslag 2017

Aanbevelingen van de rapporteurs

1. Een integraal plan van aanpak maken en bij de begroting van 2019 aanbieden. Hierin moeten alle plannen zijn geïntegreerd, zodat beter te volgen is hoe het ervoor staat. Dit zou mede gedaan kunnen worden op de ambities en plannen die vastgesteld zijn in de Defensienota. Uiteraard het liefst smart geformuleerd.

In het samenvoegen van alle plannen tot een integraal plan zie ik – zoals ook tijdens het WGO op 20 juni 2018 is besproken – weinig toegevoegde waarde. De maatregelen die de Staatssecretaris en ik nemen, zijn duidelijk. In de Defensienota hebben wij daarover afspraken gemaakt. Wel heb ik geprobeerd de samenhang in de rapportages te verbeteren. In mijn brief van 23 november 2018 (Kamerstuk 35 000 X, nr. 68) heb ik daar een voorstel voor gedaan. Tijdens het wetgevingsoverleg Personeel op 12 november 2018 heeft Kamerlid Diks een gewijzigde motie ingediend over integraal inzicht te verschaffen in actieplannen, programma’s en trajecten die tot doel hebben de bedrijfsvoering te verbeteren (Kamerstuk 35 000 X, nr. 36), die door de Kamer is overgenomen. In de oplegnota bij de rapportages die u op 15 mei as zult ontvangen zal daar nader op worden ingegaan.

2. Werken aan vastgestelde indicatoren bij beleidsdoelen in de begroting en het jaarverslag om zo de voortgang goed te kunnen controleren. Bij voorkeur gebeurt dat met streefwaarden en in samenhang met middelen. Het jaarverslag en de begroting van BuHaOS zouden een goed voorbeeld kunnen zijn om dit te realiseren.

In de begroting 2019 (Kamerstuk 35 000 X, nrs 1-2) is een eerste invulling van indicatoren gegeven. In de brief over de rapportagestructuur en kritische prestatie indicatoren (kpi’s) van 23 november (Kamerstuk 35 000 X, nr. 68) is dit nader uitgewerkt. Zoals in die brief is weergegeven, ontvangt u bij het jaarverslag een oplegnota die meer samenhang aanbrengt.

3. De nieuwe investeringen oplopend tot 1,5 miljard in het kader van de begrotingscyclus vooraf en achteraf te blijven verantwoorden.

Tijdens het Wetgevingsoverleg over het jaarverslag op 20 juni heb ik reeds op deze aanbeveling gereageerd. De extra middelen uit het regeerakkoord zijn toegevoegd aan de verschillende begrotingsartikelen. Het is echter niet meer mogelijk om over de afzonderlijke delen te rapporteren. Zo zijn de middelen voor investeringen die mogelijk worden gemaakt met de gelden uit het regeerakkoord in de begroting op artikel 6 Investeringen verwerkt. De voortgang van de realisatie van artikel 6 wordt aan de Kamer in zijn geheel verantwoord in de (ontwerp)begroting en het jaarverslag van Defensie.

4. De weergave van de vertrouwelijke inzetbaarheidsrapportage te laten aansluiten bij die begroting en het jaarverslag, en dus ook bij de indicatoren.

De inzetbaarheidsrapportage is vanaf september 2018 (Kamerstuk 34 919, nr. 26) in lijn gebracht met de weergave van de inzetbaarheidsdoelen in de Defensienota 2018. Deze weergave is vanaf de begroting 2019 ook in de begroting opgenomen. De inzetbaarheidsrapportage sluit aan bij het jaarverslag en geeft daarbij meer verdieping. De indicatoren voor de begroting, het jaarverslag en de inzetbaarheidsrapportage zijn zoveel mogelijk op elkaar aangesloten.

5. In de begroting en in het jaarverslag kernindicatoren op te nemen, om de realisatie van de doelstellingen aangaande specifiek het personeel en de relatie tot de personeelsrapportage duidelijker te kunnen volgen en verbinding te kunnen leggen met het plan van aanpak.

In de begroting 2019 (Kamerstuk 35 000 X, nrs 1–2) is een eerste invulling van indicatoren gegeven. In de brief over de rapportagestructuur en kpi’s van 23 november (Kamerstuk 35 000 X, nr. 68) is dit nader uitgewerkt. Zoals in die brief is weergegeven, ontvangt u bij het jaarverslag een oplegnota die meer samenhang aanbrengt.

WGO Jaarverslag 2016

1. In de jaarverslagen een stoplichtmodel te implementeren voor de maatregelen om de basisgereedheid te versterken.

2. In de jaarlijkse septemberrapportage over inzetbaarheid ook een tussenstand opnemen van de stoplichten.

3. Er voor zorgen dat de informatie over gereedheid in het jaarverslag van verschillende krijgsmachtonderdelen gelijkelijk beschreven wordt.

4. Consequente definities gebruiken als het gaat om inzetbaarheid

De vertrouwelijke bijlage van de inzetbaarheidsrapportage die gelijk met het jaarverslag (Kamerstuk 35 200 X, nr. 1) en de septemberrapportage aan de Kamer wordt verstuurd maakt de resultaten van de maatregelen om de basisgereedheid te verbeteren inzichtelijk. De rapportage richt zich nadrukkelijk op het brengen van samenhang tussen de inzetbare eenheden en capaciteiten. De rapportage laat vervolgens met een kleurcodering (stoplichtmodel) de ontwikkeling van de gereedheid zien ten opzichte van de geplande voortgang. De kleurcodering wordt per inzetbare eenheid en capaciteit in de rapportage toegelicht als de eenheid nog niet volledig voldoet aan de norm. De inzetbaarheidsrapportage, die gelijk met het jaarverslag wordt verstuurd, gebruikt dezelfde systematiek en normering voor alle krijgsmachtdelen. Hierdoor wordt de informatie over de gereedheid gelijk beschreven.

5. Met de Kamer in debat gaan voordat de informatievoorziening over gereedheid en inzetbaarheid wordt gewijzigd, bijvoorbeeld naar aanleiding van de beoordeling door de MIVD.

Op verschillende momenten is met de vaste Kamercommissie overleg gevoerd over wijzigingen in de informatievoorziening over gereedheid. Zo hebben technische briefings plaatsgevonden, maar is er ook een briefwisseling geweest over de nieuwe rapportagestructuur en kpi’s.

6. De Kamer tijdiger en duidelijk informeren over dreigende overschrijdingen en onderuitputting om verrassingen na afloop van het jaar en bij de Slotwet te voorkomen.

De Tweede Kamer wordt conform de rijksbegrotingsvoorschriften geïnformeerd over dreigende overschrijdingen en onderuitputting. In december wordt de Kamer geïnformeerd over de wijzigingen in uitgaven- en verplichtingenbudgetten. Aangezien de verplichtingen ook in de eerste maanden van het jaar nog kunnen wijzigen, bijvoorbeeld naar aanleiding van de accountantscontrole, ontvangt de Kamer in februari een tweede brief over beleidsmatige mutaties na de Najaarsnota. Deze richt zich op mutaties in de verplichtingenstanden. De Rekenkamer toetst het juist informeren van de Kamer. De afgelopen twee jaar is de Kamer voor aanvang van het kerstreces geïnformeerd en in februari nogmaals.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Naar boven