34 956 Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen, de Ziektewet en de Wet tegemoetkomingen loondomein, teneinde het deactiveren van de quotumheffing mogelijk te maken en erin te voorzien dat de quotumheffing eenmalig niet eerder dan over het tweede kalenderjaar na activering wordt geheven en enige andere wijzigingen

Nr. 5 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 20 juni 2018

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:

A

Artikel 38b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt aan het slot van onderdeel d «of» en wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door «, of» na onderdeel e een onderdeel toegevoegd, luidende:

f. die op of na 1 januari 2013 een persoon was als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b of c, en op 1 mei 2015 niet langer een zodanige persoon was, met uitzondering van de persoon, bedoeld in onderdeel c, die duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie meer heeft als bedoeld in artikel 1a:1 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

2. Na het vijfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. Voor de toepassing van deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt tevens als arbeidsbeperkte beschouwd de persoon, niet zijnde de persoon van wie door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld dat hij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft als bedoeld in artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet, die niet langer aan de voorwaarden op grond van het eerste dan wel het tweede lid voldoet, zolang zijn opname in de registratie van arbeidsbeperkten, bedoeld in artikel 38d, eerste lid, nog niet is geëindigd.

2.

Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:

C

Artikel 38f wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De formule inzake berekening van de quotumpercentages komt te luiden:

.

b. In de omschrijvingen van de variabelen A, B en C wordt «artikel 38b, eerste lid» vervangen door «artikel 38b, eerste en zesde lid» en wordt in de omschrijvingen van de variabelen F en G «artikel 38b, tweede lid» vervangen door «artikel 38b, tweede en zesde lid».

c. De punt aan het slot van de omschrijving van variabele G vervalt en na die omschrijving wordt een variabele met omschrijving toegevoegd, luidende:

H = het aantal gerealiseerde extra banen voor arbeidsbeperkten bij werkgevers als bedoeld in artikel 34, vierde en zesde lid, in de sector overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid.

2. In het derde lid wordt na «variabele A tot en met E» ingevoegd: en H.

3. In het vijfde lid wordt «artikel 122n, eerste lid» vervangen door «artikel 122n, eerste en tweede lid».

4. In het zesde lid wordt «deze afdeling» vervangen door «deze afdeling, alsmede artikel 38b, eerste lid, onderdeel f,».

3.

Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:

a. De wijziging onder 2. komt te luiden:

2. In het eerste lid wordt «artikel 38b, eerste lid, en het vierde lid» vervangen door «artikel 38b, eerste, tweede en zesde lid, en het vijfde lid».

b. In de wijziging onder 3. wordt in het nieuwe tweede lid van artikel 122n «artikel 38b, eerste en zesde lid» vervangen door «artikel 38b, eerste, tweede en zesde lid».

4.

Artikel II komt te luiden:

Artikel II Wijziging Ziektewet

Artikel 29b van de Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

1. Het elfde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt «artikel 38b, eerste lid, onderdelen d en e» vervangen door «artikel 38b, eerste lid, onderdelen d, e en f».

b. In onderdeel b vervalt «nadat de quotumheffing op grond van artikel 122n, eerste lid, van die wet voor de betreffende werkgever is geactiveerd».

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

12. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een werknemer als bedoeld in het tweede lid of arbeidsbeperkte als bedoeld in het elfde lid tevens verstaan de persoon die niet langer aan de voorwaarden op grond van het tweede of elfde lid voldoet en als arbeidsbeperkte wordt beschouwd op grond van artikel 38b, zesde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen voor zover het betreft zijn perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte die zijn aangevangen voordat zijn opname in de registratie van arbeidsbeperkten, bedoeld in artikel 38d, eerste lid, van die wet, eindigt.

5.

Artikel III wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder vernummering van het eerste en tweede onderdeel tot het tweede en derde onderdeel wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt onder vernummering van 5° en 6° tot 6° en 7° een onderdeel ingevoegd, luidende:

5°. een arbeidsbeperkte is als bedoeld in artikel 38b, eerste lid, onderdeel f, van de Wet financiering sociale verzekeringen;.

b. In het tweede onderdeel (nieuw) wordt «onder 5° vervangen door «onder 6°».

Toelichting

1. Onderdelen 1, 4 en 5

De wijzigingen in onderdeel 1 strekken ertoe dat arbeidsbeperkten die in eerdere jaren op grond van de t+2-regel uit het register van arbeidsbeperkten zijn verwijderd omdat zij niet langer aan de voorwaarden voldeden voor het zijn van arbeidsbeperkte, weer worden toegevoegd aan dat register. Gevolg daarvan is dat zij daardoor weer meetellen als arbeidsbeperkte voor de doelgroep banenafspraak vanaf de viermeting over 2018. Daarvoor is vereist dat deze wijziging in werking treedt voor 1 december 2018, omdat de cijfers over december 2018 bepalend zijn voor de viermeting. Deze aanpassing heeft geen effect meer op de twee-meting (over 2016) en de toekomstige drie-meting (over 2017), maar pas op de vier-meting over de resultaten over 2018. Het gaat daarbij om personen die op of na 1 januari 2013 de Wajong-status of een geldige Wsw-indicatie hadden, maar op enig moment in de periode tot 1 mei 2015 die status of indicatie hebben verloren. Het gaat hierbij tevens om met arbeidsbeperkten gelijkgestelde personen op grond van artikel 38f, zesde lid, op wie afdeling 4 van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) van overeenkomstige toepassing is verklaard. Het kan daarbij niet gaan om personen met een indicatie beschut werk (zij zijn al uitgezonderd in de aanhef van artikel 38b, eerste lid) en om personen met een Wajong-status die niet langer voldoen aan de voorwaarde voor het zijn van arbeidsbeperkte als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, omdat zij geen arbeidsvermogen meer hebben. Deze laatste groep is uitgezonderd in het nieuwe onderdeel f.

Aanleiding voor deze wijziging is dat tussen de nul-meting (december 2012) en de metingen voor de banenafspraak over 2016 en 2017 mensen uit het doelgroepregister zijn verwijderd omdat ze niet langer voldeden aan de criteria voor het zijn van arbeidsbeperkte in de zin van artikel 38b van de Wfsv. De banen waarop deze mensen werkten, tellen daardoor niet langer mee voor de resultaten van de banenafspraak en voor de berekening van het quotumtekort. Het betreft daarbij arbeidsbeperkten die al vóór de inwerkingtreding per 1 mei 2015 van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten in dienst waren genomen door hun werkgever. Via een wijziging van artikel 3.2 van het Besluit SUWI1 is de regel opgeschort die de geldigheid van de registratieduur van arbeidsbeperkten beperkt tot 2 kalenderjaren na het jaar waarin niet meer aan de criteria voor het zijn van arbeidsbeperkte wordt voldaan. Deze opschorting zal gelden tot 1 januari 2026. Deze wijziging is in lijn met het voornemen in het regeerakkoord2. In 2018 zal de regering het niet langer beperken van de registratieduur van deze groep definitief regelen. De werkgevers «van het eerste uur», die ook al zonder de banenafspraak uit het Sociaal Akkoord mensen uit de doelgroep in dienst hadden genomen, kunnen echter niet profiteren van de verlenging van de geldigheidsduur van de registratie. Dat vindt de regering ongewenst. De mensen die in het doelgroepregister waren opgenomen zijn mensen die alleen met ondersteuning aan de slag konden gaan. Om die reden wordt deze groep weer teruggeplaatst in het doelgroepregister van arbeidsbeperkten. In totaal gaat het om circa 3.900 mensen.

De wijziging van artikel 29b, elfde lid, onderdeel a, van de Ziektewet en artikel 2.10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) in de onderdelen 4 en 5 bewerkstelligen dat werkgevers van deze groep werknemers vanaf de inwerkingtredingsdatum tevens aanspraak krijgen op de no-riskpolis op grond van de Ziektewet en het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak op grond van de Wtl.

Het nieuwe artikel 38b, zesde lid, van de Wfsv en de wijziging van artikel 29b, elfde lid, onderdeel b, en het nieuwe artikel 29b, twaalfde lid, van de Ziektewet stonden al in het wetsvoorstel, maar zijn als onderdeel van de gewijzigde artikelen I, onderdeel A, en II van het wetsvoorstel om wetstechnische redenen opnieuw opgenomen in deze nota van wijziging.

2. Onderdeel 2

Met deze wijziging wordt een omissie in de formule inzake de berekening van het quotumpercentage hersteld. Kleine werkgevers in de sector markt hebben in de afgelopen jaren ook een groot aantal banen gerealiseerd voor arbeidsbeperkten. Door de omissie in de formule tellen deze gerealiseerde banen niet mee bij de berekening van het quotumpercentage.

Het quotumpercentage weerspiegelt het aantal banen dat grote werkgevers moeten realiseren. Doordat de gerealiseerde banen bij kleine werkgevers niet zijn opgenomen in de berekening, komt bij een eventueel quotum in de sector markt de opgave van de 100.000 banen volledig voor rekening van grote werkgevers. Dit wordt hersteld door in de formule een nieuwe variabele H op te nemen. De nieuwe variabele H bestaat uit het aantal gerealiseerde extra banen bij kleine werkgevers in de sector overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid. Door variabele H van de som van variabele A en B af te trekken, weerspiegelt het quotumpercentage het aantal banen dat grote werkgevers in een bepaald jaar moeten realiseren om de aantallen uit de banenafspraak te halen.

De omissie heeft geen gevolgen voor het al gepubliceerde quotumpercentage voor de sector overheid in 2018. De hoogte van de nieuwe variabele H zal jaarlijks op grond van artikel 38f, derde lid, van de Wfsv juncto artikel 2.22, eerste lid, van het Besluit Wfsv worden vastgesteld bij ministeriële regeling zodra bekend is hoeveel banen bij kleine werkgevers zijn gerealiseerd.

De wijzigingen, genoemd onder 1, sub b, en onder 3, van het opnieuw geformuleerde onderdeel C maakten reeds onderdeel uit van het wetsvoorstel en zijn als onderdeel van het opnieuw geformuleerde artikel I, onderdeel C, opnieuw opgenomen in deze nota van wijziging.

3. Onderdeel 3

Met deze wijziging wordt de doelgroep quotum, omschreven in artikel 38b, tweede lid, van de Wfsv, gelijkgetrokken met de doelgroep banenafspraak. Deze doelgroep telt hierdoor tevens mee met het monitoren van de banenafspraak. In het wetsvoorstel was al geregeld dat ten aanzien van deze groep werknemers de aanspraak op no-riskpolis op grond van de Ziektewet en de aanspraak op loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak op grond van de Wtl niet langer afhankelijk is van de vraag of de quotumheffing is geactiveerd. Beoogde datum van inwerkingtreding is zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval vóór 1 december 2018, zodat bij de monitor over 2018 deze groep op grond van artikel 3.33 van de Regeling Wfsv kan meetellen met de doelgroep banenafspraak.

Tijdens de parlementaire behandeling van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten is de doelgroep voor de quotumregeling via een amendement van D663uitgebreid. Het gaat om de groep mensen bij wie voor hun 18e of toen zij studerend waren (tot 30 jaar) een ziekte of gebrek is vastgesteld, die werken en een voorziening ontvangen en alleen met die voorziening het WML kunnen verdienen, de zogenaamde «quotumgroep». De banen waarop mensen uit deze «quotumgroep» werken, tellen tot nu toe niet mee voor de banenafspraak maar tellen pas mee als de quotumregeling geactiveerd is. Met deze wetswijziging is dit niet langer het geval. Overigens blijven voor beide groepen de criteria om te behoren tot de doelgroep banenafspraak en tot de «quotumgroep» verder ongewijzigd.

4. Ontvangen commentaren en adviezen

De nota van wijziging is voorgelegd voor een uitvoeringstoets aan UWV en de Belastingdienst.

UWV geeft in zijn uitvoeringstoets aan dat de nota van wijziging op alle vijf de onderdelen uitvoerbaar is. UWV heeft voor het onderdeel dat de formule wijzigt zes maanden voorbereidingstijd nodig en heeft gevraagd om vóór 1 april 2018 een opdracht voor de uitvoering van deze wijziging te ontvangen. UWV heeft deze opdracht vóór 1 april ontvangen.

De Belastingdienst heeft aangegeven dat de wijzigingen uitvoerbaar zijn.

5. Financiële effecten

De incidentele uitvoeringskosten voor de drie aanpassingen voor UWV bedragen € 200.000.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark


X Noot
1

Besluit van 20 december 2017 tot wijziging van het Besluit SUWI in verband met verlenging van de geldigheidsduur van de registratie van arbeidsbeperkten in de doelgroepregistratie ten behoeve van de banenafspraak en de quotumheffing (Stb. 2017, 507).

X Noot
2

Kamerstukken II 2017/18, 34 700, nr. 34, bijlage, p. 26.

X Noot
3

Kamerstukken II 2014/15, 33 981, nr. 22.

Naar boven