Besluit van 20 december 2017 tot wijziging van het Besluit SUWI in verband met verlenging van de geldigheidsduur van de registratie van arbeidsbeperkten in de doelgroepregistratie ten behoeve van de banenafspraak en de quotumheffing

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 november 2017, nr. 2017-0000180435;

Gelet op artikel 38d, negende lid, onderdeel b, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 13 december 2017, No. W12.17.0375/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 2017, nr. 2017-0000202069;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Aan artikel 3.2 van het Besluit SUWI wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. De registratie van een arbeidsbeperkte die op grond van het tweede, derde, vierde of zevende lid zou eindigen op 31 december van het tweede kalenderjaar volgend op de datum waarop niet meer aan de in die leden bedoelde voorwaarden wordt voldaan, eindigt in afwijking van het tweede, derde, vierde en zevende lid, op 31 december 2028 indien voor 1 januari 2026 niet meer aan die voorwaarden wordt voldaan.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 30 december 2017.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 20 december 2017

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Uitgegeven de achtentwintigste december 2017

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Voor de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten is het op grond van het Besluit SUWI nu zo geregeld dat de registratie van arbeidsbeperkten in de meeste gevallen eindigt op 31 december van het tweede kalenderjaar, volgend op de datum waarop zij niet meer aan de doelgroepcriteria voldoen, de zogenaamde «t+2 regel». Het gevolg daarvan is dat na deze periode van ruim twee jaar de banen waarop zij werken niet meer meetellen voor de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. Ook verliezen de werkgevers een aantal voordelen waarop zij aanspraak konden maken, met als belangrijkste de no-riskpolis.

De achtergrond van deze maatregel is geweest dat het vorige kabinet het belangrijk vond werkgevers de zekerheid te geven dat als zij mensen uit de doelgroep in dienst nemen, deze werknemers een gegarandeerde periode meetellen voor de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. Zo wordt voorkomen dat de banen van deze werknemers van het ene op het andere moment niet meer zouden meetellen. Dit kabinet wilde werkgevers ook stimuleren om te investeren in het arbeidspotentieel van de nieuwe medewerkers, zonder geconfronteerd te worden met het feit dat deze werknemers zich, mede dankzij de inzet van de werkgevers, zich zo zouden ontwikkelen dat zij niet meer aan de doelgroepcriteria voor de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten voldoen.

Ten behoeve van de besluitvorming rondom de activering van de quotumregeling voor de sector overheid heeft de toenmalige Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid overlegd met sociale partners, gemeenten en overheidswerkgevers. Uit signalen van sociale partners en overheidswerkgevers is gebleken dat zij het als problematisch ervaren dat mensen na ruim twee jaar niet meer meetellen voor de banenafspraak als zij niet langer voldoen aan de criteria voor de doelgroep van de banenafspraak/quotumregeling. Werkgevers ervaren de garantie van ruim twee jaar als te weinig zekerheid. Dit bevordert een duurzame plaatsing niet. En deze regel is een desincentive om te investeren in medewerkers of kan zelfs aanleiding zijn voor ontslag. Voor werkgevers zijn de extra instrumenten waarvan zij gebruik kunnen maken belangrijk om mensen uit de doelgroep in dienst te nemen en in dienst te houden. Ook de sociale partners wijzen erop dat het van belang is om werkgevers meer zekerheid te geven door de periode van de beoordeling langer te laten duren, waardoor werkgevers langer gebruik kunnen maken van de regelingen en instrumenten.

Het vorige kabinet heeft in zijn brief van 8 september 20171 aangegeven hiervoor begrip te hebben en heeft daarom besloten de «t+2 regel» aan te passen, zodat het mogelijk wordt banen langer mee te tellen van mensen uit de doelgroep banenafspraak die in de loop van de tijd meer zijn gaan verdienen bij hun werkgever dan het wettelijk minimumloon, of om andere reden niet meer tot de doelgroep behoren. Dit biedt niet alleen meer zekerheid aan de werkgevers, maar ook aan de werknemers. In het Regeerakkoord 2017-2021 is opgenomen om op korte termijn te regelen dat de banen van mensen uit de doelgroep banenafspraak die meer zijn gaan verdienen dan het wettelijk minimumloon, blijven meetellen.

De regering vindt het belangrijk dat werkgevers en werknemers uit de doelgroep voldoende zekerheid over hun plaatsing op een baan hebben. Ook belangrijk is dat ongewenste effecten waar mogelijk worden vermeden. Bij ongewijzigd beleid zouden circa 2.000 mensen op grond van de «t+2-regel» niet langer in het doelgroepregister kunnen worden opgenomen en de banen waarop zij werken niet voor de resultaten over het jaar 2018 meetellen. In totaal staan circa 205.000 mensen in het doelgroepregister opgenomen (gegevens eerste kwartaal 2017). Uit de twee-meting (resultaten over 2016) voor de banenafspraak blijkt dat er in totaal 22.554 banen van 25,5 uur gerealiseerd zijn. Op deze banen werken in totaal 19.667 mensen.

De regering is voornemens om de registratieduur niet langer te beperken tot een bepaalde periode en om die reden de «t+2-regel» af te schaffen. Er is een wetswijziging nodig die het mogelijk maakt om deze «t+2-regel» te vervangen door een in principe onbeperkte registratieduur. Omdat dit zou betekenen dat dit pas voor het eerst effect zou hebben op de resultaten over 2019, heeft de regering besloten om de «t+2-regel» eerst op te schorten tot 1 januari 2026, de datum waarop op grond van de afspraak uit het Sociaal Akkoord de oplopende reeks voor de banenafspraak is gestopt en de structurele situatie is bereikt. Dit besluit regelt dat de mensen die op 31 december 2017 in het doelgroepregister waren opgenomen, en in de periode tot en met 31 december 2025 niet meer voldoen aan de voorwaarden voor het zijn van arbeidsbeperkte, tot en met 31 december 2028 in het doelgroepenregister blijven opgenomen, ongeacht of zij nog aan de doelgroepcriteria voldoen. Daarna zou de «t+2-regel» weer gelden. De regering zal echter zo spoedig mogelijk het initiatief nemen om de wetswijziging in gang te zetten die mogelijk maakt dat de «t+2-regel» bij een volgende wijziging van het Besluit SUWI wordt vervangen door een in principe onbeperkte registratieduur.

Financiële aspecten

De incidentele uitvoeringskosten van deze wijziging bedragen circa € 300.000 in 2018. Deze hangen samen met aanpassing van systemen en werkprocessen bij het UWV. De kosten worden gedekt binnen de SZW-begroting.

Regeldruk

De inhoudelijke nalevingskosten (de kosten voor het kunnen voldoen aan de inhoudelijke verplichtingen zoals vastgelegd in wet- en regelgeving) en de administratieve lasten (het voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid) vormen gezamenlijk de kosten die samenhangen met regeldruk. Het kabinet streeft ernaar de regeldruk voor burgers, bedrijven en professionals terug te dringen. Het opschorten van de «t+2-regel» heeft geen gevolgen voor de structurele administratieve lasten van werkgevers. Wel moeten zij eenmalig kennisnemen van de verlenging van de registratieduur van arbeidsbeperkten. De kosten hiervan worden geschat op ongeveer 110 duizend euro.

Ontvangen commentaren en adviezen

UWV

Het UWV heeft in de uitvoeringstoets aangegeven dat de wijziging van het Besluit uitvoerbaar is voor 30 december 2017. In de uitvoeringstoets vraagt UWV aandacht voor de groep mensen die al in een eerder stadium uit het doelgroepregister zijn gestroomd op basis van de «t+2-regel». Samen met UWV zal verkend worden wat er nog mogelijk is voor deze groep werknemers en hun werkgevers. Gezien de verlenging van de inschrijfduur in het doelgroepregister vraagt UWV ook aandacht voor de mogelijkheid dat werknemers op eigen verzoek uit het doelgroepregister verwijderd kunnen worden. Ook dit aspect zal in overleg met UWV nader verkend worden.

Adviescollege toetsing regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft geadviseerd om de eenmalige kennisnemingskosten en de berekening daarvan in de nota van toelichting te vermelden. De nota van toelichting is hierop aangepast.

Artikelgewijs

Aan artikel 3.2 van het Besluit SUWI wordt een achtste lid toegevoegd, dat erin voorziet dat de geldigheidsduur van de registratie van een arbeidsbeperkte die voor 1 januari 2026 niet meer voldoet aan de voorwaarden voor het zijn van arbeidsbeperkte, als bedoeld in artikel 38b, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, en van wie de registratieduur zou eindigen na twee kalenderjaren (de «t+2 regel»), wordt verlengd tot en met 31 december 2028. Daarmee wordt voorkomen dat werkgevers die arbeidsbeperkten in dienst nemen in de realisatiefase van de banenafspraak weer arbeidsbeperkten kwijtraken omdat de registratieduur eindigt. Indien een arbeidsbeperkte na 31 december 2025 niet meer aan de voorwaarden voldoet voor het zijn van arbeidsbeperkte, geldt weer de normale regel dat de registratieduur eindigt op 31 december van het tweede kalenderjaar volgend op de datum waarop niet meer aan de voorwaarden wordt voldaan. De overgangstermijn van 2 kalenderjaren waarin iemand nog als arbeidsbeperkte blijft geregistreerd nadat niet meer aan de voorwaarden wordt voldaan, begint dus weer te lopen voor arbeidsbeperkten die op of na 1 januari 2026 niet meer aan de voorwaarden voldoen.

Deze wijziging treedt in werking met ingang van 30 december 2017 om te voorkomen dat op die datum mogelijk de registratie van een aantal arbeidsbeperkten eindigt op grond van artikel 3.2, tweede, derde, vierde of zevende lid, van het Besluit SUWI.

De registratie van een arbeidsbeperkte eindigt op grond van artikel 3.2, tweede, derde, vierde of zevende lid, op 31 december van het tweede kalenderjaar volgend op de datum waarop niet meer aan de voorwaarden wordt voldaan of waarop het college vaststelt dat betrokkene niet (meer) tot de doelgroep behoort of niet langer medisch uren beperkt is. In de gevallen waarin de registratie direct eindigt, bij voorbeeld omdat betrokkene beschut werk gaat verrichten, blijft dat zo. Aangezien de eerstvolgende beëindiging van een registratie op grond van de «t+2 regel» plaatsvindt met ingang van 31 december 2017, is het van belang dat deze wijziging in werking treedt voor die datum. In verband hiermee dient te worden afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, die voorschrijft dat algemene maatregelen van bestuur per 1 januari of 1 juli van een jaar in werking moeten treden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark


X Noot
1

Kamerstukken II 2016/17, 34 352, nr. 65.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbij behorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven