34 952 Investeren in Perspectief – Goed voor de Wereld, Goed voor Nederland

Nr. 108 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 maart 2020

Net als bij armoedebestrijding en bevordering van duurzame ontwikkeling, neemt Nederland zijn verantwoordelijkheid als het gaat om het verlenen van hulp aan mensen die zijn getroffen door een humanitaire crisis. Allereerst door het werk van humanitaire hulporganisaties te steunen en internationale noodhulp mogelijk te maken. Zo kunnen mensen in nood overleven en hun leven weer opbouwen. Daarnaast door politieke en diplomatieke initiatieven gericht op naleving van internationaal overeengekomen principes en rechtsregels voor humanitaire actie, en op verbetering van het systeem voor noodhulpverlening.

Deze brief schetst de actuele internationale humanitaire context, blikt vooruit en terug op Nederlandse beleidsinspanningen, en biedt inzicht in de financiële inzet voor 2020. De brief heeft de volgende indeling:

  • 1. Internationale uitdagingen

  • 2. Beleid in het kort

  • 3. Humanitaire hulp & diplomatie 2019–2020

    • Crisis-response en diplomatie

    • Acute crises & natuurrampen

    • Thema’s, trends, systeemversterking

  • 4. Bijlage: Financiële inzet 2019 en 20201

1. INTERNATIONALE UITDAGINGEN

Het Global Humanitarian Overview (GHO) 20202 van de Verenigde Naties – het raamwerk voor internationale humanitaire actie – voorziet dit jaar humanitaire crises in 53 landen, van Afghanistan tot Zambia. Wereldwijd heeft in 2020 1 op de 45 mensen noodhulp nodig.

Het jaar 2019 verliep in humanitaire termen slechter dan voorzien. Er waren 166,5 miljoen mensen in nood; 34,8 miljoen meer dan vooraf ingeschat. Hoofdredenen daarvoor: voortslepende gewelddadige conflicten en (geo-)politieke instabiliteit, extreem weer door klimaatverandering, plotseling uitbrekende infectieziektes en economische onzekerheid. Het wereldwijde VN-appeal bedroeg USD 29,7 miljard voor het lenigen van noden van 117,4 miljoen mensen. Per eind november 2019 was daarvan 59% ontvangen (USD 17,4 miljard)3.

Volgens het GHO zullen in 2020 167,6 miljoen mensen humanitaire hulp nodig hebben. Het wereldwijde appeal richt zich op hulp aan 108,8 miljoen mensen. Daarvoor is USD 28,8 miljard nodig.

De VN vraagt in het GHO om politieke aandacht voor en actie op drie negatieve ontwikkelingen:

  • 1. Politisering van noodhulpverlening;

  • 2. Schending en ondermijning van het internationaal humanitair recht; en

  • 3. Beperking van de manoeuvreerruimte van hulporganisaties als gevolg van beleid gericht op contra-terrorisme.

In 20204 zal in het internationale humanitaire beleidsdomein de nadruk liggen op de volgende thema’s: het integreren van geestelijke gezondheid en psychosociale steun in de noodhulpverlening; modernisering van het humanitaire systeem (de zogenoemde Grand Bargain); het raakvlak tussen noodhulp, ontwikkelingssamen-werking en vredesopbouw (de zogenoemde Nexus); humanitaire gevolgen van klimaatverandering; het betrekken van private actoren en financiële instellingen bij humanitaire financiering; en het voorkomen van seksuele uitbuiting, misbruik en intimidatie en het ter verantwoording roepen van personen die zich daaraan schuldig maken.

2. BELEID IN HET KORT

Het Nederlandse noodhulpbeleid – verwoord in de nota «Mensen Eerst!»5 (2019) – richt zich op het belang van stevige en creatieve humanitaire actie en diplomatie, op adequate financiering, en op een mensgericht hulpsysteem dat voldoet aan de eisen van nu. Het opkomen voor de belangen van mensen in nood staat centraal. De ankers voor het beleid zijn de universeel erkende principes van het verlenen van noodhulp – humaniteit, onpartijdigheid, onafhankelijkheid en neutraliteit – en het humanitair oorlogsrecht. Hoofddoel blijft een bijdrage te leveren aan het redden van levens, het verlichten van lijden en het beschermen en herstellen van de waardigheid van getroffenen.

Beleidsuitvoering verloopt via twee – samenhangende – pijlers: noodhulpverlening (vooral door financiering) en politieke, diplomatieke en thematische initiatieven.

Pijler 1: Noodhulp

Hulp bij crises gaat om meer dan voedsel, medische zorg en onderdak. Psychosociale hulp, seksuele gezondheid en rechten, onderwijs, en inkomensverwerving zijn evengoed van belang. Het leeuwendeel van het noodhulpbudget is daarom niet thematisch opgeknipt of geoormerkt.

Nederland kiest voor voorspelbare en meerjarige financiering van humanitaire VN-organisaties, van de internationale beweging van het Rode Kruis en van de Dutch Relief Alliance. Flexibel in te zetten middelen gaan verder naar crisis-specifieke Country-Based Pooled Funds die worden beheerd door UN-OCHA. De hoogte van de noden in een crisis zijn de richtlijn voor een Nederlandse bijdrage6.

Nederland draagt ook via de Europese Unie bij aan noodhulpverlening. De Europese noodhulporganisatie ECHO is met een groot budget – in 2020 EUR 900 miljoen – en met haar internationale netwerk van hulpverleners een belangrijke speler.

Nederland kan verder op acute crises en rampen reageren door experts in te zetten of door extra middelen voor noodhulp ter beschikking te stellen.

Pijler 2: Humanitaire actie & diplomatie

Politieke en diplomatieke inspanningen bij specifieke crises zijn gericht op het mogelijk maken van noodhulpverlening volgens de humanitaire principes (inclusief toegang en bescherming van burgers) en op eerbiediging van het humanitair oorlogsrecht.

Beleidsmatig richten diplomatieke inspanningen zich op het effectiever en efficiënter maken van de noodhulpverlening en op Nederlandse prioriteiten daarbinnen. Prominente aandachtspunten zijn het Nederlandse MHPSS-initiatief (Mental Health and Psychosocial Support) en de Grand Bargain.

Het Nederlandse MHPSS-initiatief gaat over het belang om aandacht voor geestelijke gezondheid en psychosociale steun standaardonderdeel van humanitaire actie en crisis-response te maken. Dat komt niet alleen mensen ten goede, maar ook de wederopbouw van gemeenschappen. Dat vergroot ook de impact van noodhulpverlening. In 2019 slaagde Nederland erin dit thema prominent op de agenda te zetten en er brede steun voor te vergaren. Voor het vervolg zijn een speciaal gezant en een MHPSS-team aangesteld.

De Grand Bargain – een uitkomst van de World Humanitarian Summit in 2016 – richt zich op modernisering van het internationale noodhulpsysteem, op meer effectiviteit en de efficiëntie in de noodhulp, en daarbinnen op een grotere rol voor de mensen in nood. Ik nam in 2019 de rol van «Grand Bargain Eminent Person» over. Nederland speelt daarmee een rol als aanjager en katalysator van dit proces.

Andere prioritaire thema’s zijn:

  • Bescherming en empowerment van vrouwen en meisjes;

  • Versterking van de positie en capaciteit van lokale hulpverleners, en;

  • Innovatie: technologisch, procesmatig en voor wat betreft data-gebruik.

3. 2019–2020: humanitaire hulp & diplomatie

De uitvoering van het vernieuwde beleid betekende in 2019 een stevige inzet op de financiële en inhoudelijke ondersteuning van crisis-response, op diplomatieke inspanningen in een aantal crises, op een aantal specifieke thema’s en op versterking van het humanitaire systeem.

3.1 CRISIS-RESPONSE EN DIPLOMATIE

Algemeen

Nederland sloot met de meeste partners meerjarige overeenkomsten voor ongeoormerkte financiering. Die bieden deze hulporganisaties zekerheid en flexibiliteit. Voor de periode 2019–2021 geldt dat voor het UN Central Emergency Response Fund (CERF), het Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA), het VN-Kinderfonds UNICEF, de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR, de VN-organisatie UNRWA, het Wereldvoedselprogramma WFP, het internationale comité van het Rode Kruis, het Contingency Fund for Emergencies (CFE) van de Wereldgezondheidsorganisatie en het door UNICEF beheerde Onderwijsfonds Education Cannot Wait.

Gezien de noodzaak van voorspelbare dienstverlening aan Palestijnse vluchtelingen, zet Nederland de bijdrage aan de UNRWA voort. Hierover ontving uw Kamer een brief op 6 december jl.7 Tegelijk wordt er nauwlettend op toegezien dat de vernieuwde leiding de overeengekomen veranderingen in management en organisatie doorvoert. Dat is ook in het belang van de stabiliteit in de regio. Met het oog op essentiële zorg voor en behandeling van kankerpatiënten komt er een bijdrage aan het Augusta Victoria Ziekenhuis in Oost-Jeruzalem. Hiermee wordt invulling gegeven aan een motie van het Kamerlid Stoffer.8

Voor hulp in specifieke crises (chronisch en acuut) zet Nederland een mix in van financiering van hulp, diplomatie gericht op het wegnemen van belemmeringen voor hulpverlening en initiatieven die bijdragen aan duurzame oplossingen.

De financiering van noodhulp in specifieke crises loopt via verschillende kanalen. Voor het lenigen van noden in chronische crises steunt Nederland VN-fondsen op landenniveau (Country-Based Pooled Funds) en de Dutch Relief Alliance DRA. Verder financiert Nederland zogenoemde blokallocaties voor het Nederlandse Rode Kruis en de DRA. Ook kunnen appeals voor specifieke crises gefinancierd worden. Besluitvorming vindt plaats op basis van versnelde procedures.

In 2019 droeg Nederland bij aan het verlichten van de noden van mensen in o.a. Afghanistan, Bangladesh/Myanmar, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Colombia, de Democratische Republiek Congo, Irak, Jemen, Nigeria, Oekraïne, Somalië, Syrië, Zuid-Soedan, Soedan en Venezuela.

In 2020 blijft Nederland samen met de VN, andere donoren en partners via hulp en diplomatie betrokken bij het adresseren van humanitaire noden in conflictgebieden zoals het Syrië-conflict, Jemen, de Rohingya-crisis en Venezuela.

Syrië

Door militaire offensieven eind 2019 en in de eerste maanden van 2020 zijn de humanitaire noden in Syrië verder opgelopen. In het Noordwesten zijn sinds 1 december jl. al meer dan 900.000 mensen ontheemd geraakt. Het kabinet heeft daarom besloten om in aanvulling op de voor 2020 geplande noodhulp à EUR 15 miljoen (zie bijlage: «Tabel 2020 – crisis-specifieke bijdragen») een extra bedrag van EUR 4 miljoen beschikbaar te stellen voor het helpen lenigen van de noden in het Noordwesten. Van dat bedrag zal EUR 2 miljoen via de DRA lopen.

De mogelijkheden om in Noordoost- en Noordwest-Syrië vanuit Irak en Turkije hulp te verlenen zijn door inperking van de Cross-Borderresolutie van de VN-Veiligheidsraad ernstig beperkt. Nederland exploreert mogelijkheden om via de DRA ook in het Noordoosten hulp te verlenen. De DRA is en blijft in ieder geval actief in het Noordwesten en in andere delen van het land.

Naast financiële steun, investeert Nederland met humanitaire diplomatie in het mogelijk maken van noodhulp in alle delen van Syrië. Zo heeft Nederland een regionaal humanitair coördinator (standplaats Amman) en neemt in Genève deel aan de Humanitaire Taskforce van de International Syria Support Group. Dat geeft de gelegenheid om – samen met gelijkgezinden – boodschappen over het belang van bescherming van burgers en van duurzame humanitaire toegang af te geven aan invloedrijke spelers in het conflict, waaronder de VS, Turkije, Rusland en Iran.

Jemen

Met betrekking tot Jemen blijft Nederland investeren in hulp en humanitaire diplomatie. De-escalatie en vredesbesprekingen lijken misschien tekenen van hoop, maar resulteren nog niet in minder humanitaire noden. Met de grote aantallen mensen die hulp behoeven en met de problemen hen te bereiken zal de humanitaire crisis in Jemen ook in 2020 de grootste ter wereld blijven.

Daarbij zijn er risico’s van misbruik van hulpverlening door strijdende partijen. In 2019 leidde dat ertoe dat het WFP in door de Houthi gecontroleerd gebied hulpverlening tijdelijk heeft opgeschort. Nederland blijft in 2020 samen met andere donorlanden, de VN en internationale NGO’s optrekken om misbruik tegen te gaan en te komen tot een meer en betere humanitaire manoeuvreerruimte in Noord-Jemen. De hevige strijd ter plekke maakte dat die ruimte in 2019 sterk werd beperkt, met grote problemen voor de lokale bevolking als gevolg.

Myanmar – Bangladesh – Rohingya

De situatie van de Rohingya in Myanmar en Rohingya-vluchtelingen in Bangladesh zal ook in 2020 de nodige aandacht blijven vragen. Nederlandse hulp verloopt voornamelijk via het CERF en via de bijdragen aan internationale organisaties. Daarnaast blijft het Rode Kruis met Nederlandse steun actief in deze chronische crisis.

Myanmar blokkeert in Rakhine State hulpverlening en de positie van Rohingya-vluchtelingen in Bangladesh blijft schrijnend. De kampen in Cox’s Bazaar zijn overvol. Standaardnormen voor water en sanitatie, onderdak en privacy worden niet gehaald. Kinderen hebben onvoldoende toegang tot onderwijs en hulpverleners ervaren onveiligheid. Door demonstraties en veiligheidsincidenten krijgen hulpverleners regelmatig geen toegang. De veiligheid van vrouwen en meisjes is een punt van zorg. Nederland leverde in dat verband in 2019 een extra bijdrage aan UNHCR Bangladesh.

Jegens Myanmar benadrukt Nederland het belang van veilige en vrijwillige terugkeer, van herstel van sociale cohesie en van het vredesproces. Internationale druk heeft in 2019 nog niet geleid tot concrete voortgang. In Rakhine State lijkt er enige ruimte te ontstaan voor verzoening en samenwerking. Nederland pleit voor een rol voor de VN-Veiligheidsraad en steunt vervolgstappen in de zaak van Gambia tegen Myanmar bij het Internationaal Gerechtshof (IGH) over de Rohingya-genocide.

Diplomatieke actie van de VN en ook Nederland in Bangladesh leidde in 2019 tot uitstel van hervestiging van Rohingya-vluchtelingen naar het eiland Bhasan Char. Nederland en andere spelers investeren terzake in een diplomatieke dialoog met de Bengalese overheid.

Venezuela

In 2020 blijft Nederland betrokken bij de crisis in Venezuela en de effecten daarvan in de buurlanden. Een einde van de crisis is nog niet in zicht. De situatie verergert zich zelfs. De humanitaire situatie blijft door de voortgaande politieke en economische crisis nijpend. Meer dan 7 miljoen mensen in het land hebben behoefte aan hulp. Meer dan 5 miljoen Venezolanen zochten hun heil over de grens en dat aantal zal naar verwachting oplopen. Ook de Caraïbische delen van het Koninkrijk vangen Venezolanen op. UNICEF zal in 2020 mede door een Nederlandse bijdrage noodhulp verlenen binnen Venezuela. Ook het ICRC en de IFRC blijven actief in het land. In 2019 heeft de DRA met Nederlandse steun Venezolaanse vluchtelingen in Colombia geholpen.

Naast politieke dialoog in VN- en regionaal verband streeft Nederland samen met andere landen naar ruimere humanitaire toegang. In 2019 stond het regime – onder druk van onder meer de Internationale Contact Group waar ook Nederland lid van is – mondjesmaat noodhulp toe. Het internationale Rode Kruis en de VN (OCHA) kregen meer ruimte om hulp te verlenen, maar toegang blijft problematisch.

3.2. ACUTE CRISES & NATUURRAMPEN

Om te kunnen reageren op acute crises houdt Nederland gedurende het jaar begrotingsruimte vrij. Het Nederlandse Rode Kruis en de DRA kunnen bij acute crises een beroep doen op zogenoemde «blokallocaties».

Verder is de inzet van kennis en expertise mogelijk. Water- en sanitatie-experts worden uitgezonden via de Dutch Surge Support Water (DSS Water), experts op het gebied van geestelijke gezondheidszorg via het Dutch Surge Support MHPSS. Op verzoek kunnen ook andere teams worden ingezet, zoals het Urban Search & Rescue Team (USAR).

In 2019 zijn via DSS Water 42 Nederlandse deskundigen ingezet bij crisis- response in 18 landen, waaronder Bangladesh, Mozambique, Malawi, Jemen, Venezuela, Colombia en DR Congo. Het afgelopen jaar is er geen verzoek gedaan voor de inzet van het Nederlandse USAR-Team.

Na de ramp die de cycloon Idai in Mozambique veroorzaakte heeft Nederland de stad Beira ondersteund door technische experts in te zetten. De nadruk lag op het in kaart brengen van de schade en het opstellen van plannen voor herstel en wederopbouw. In september 2019 kon Nederland met de marineschepen Zr.Ms. Snellius en de Johan de Witt en met 550 Nederlandse militairen op de Bahama’s noodhulp verlenen na de orkaan Dorian.

3.3. THEMA’S, TRENDS, SYSTEEMVERSTERKING

In 2020 zal Nederland zich in politieke en diplomatieke zin inspannen om voortgang te maken op eerdergenoemde thema’s.

Geestelijke gezondheid en psychosociale steun

Nederland zette in 2019 het belang van geestelijke gezondheid en psychosociale steun in crisissituaties op de internationale agenda met de conferentie «Mind the Mind Now!9 in Amsterdam. De MHPSS-verklaring van Amsterdam wordt inmiddels ondersteund door 28 landen – waaronder belangrijke donoren en landen die zich geconfronteerd zien met MHPSS-uitdagingen – en tien internationale organisaties. Na de conferentie hebben humanitaire VN-organisaties en de beweging van de Rode Kruis en Rode Halve Maan MHPSS expliciet onderkend als dwarsdoorsnijdend onderwerp dat ze moeten meenemen in al hun inspanningen.

Het internationale Rode Kruis aanvaardde eind 2019 tijdens de vierjaarlijkse wereldconferentie een speciale MHPSS-resolutie. Kern daarin is dat alle staf en vrijwilligers in het internationale netwerk bijscholing krijgen. First responders krijgen daarmee basiskennis en handvatten om primaire psychische noden te herkennen en bijstand te verlenen.

De Nederlandse inspanningen inzake MHPSS in 2020 en daarna richten zich onder meer op:

  • Het bepleiten van het belang van integratie van MHPSS in de internationale noodhulp bij andere landen, hulp- en uitvoeringsorganisaties, financiers, en het opnemen van dit thema in bijv. het Global Humanitarian Overview van de VN en het WHO Actieplan voor Geestelijke Gezondheid 2021–2030.

  • Het structureel verankeren van MHPSS in de werkprocessen voor internationale crisis-response: in probleemanalyse, mandatering, uitvoering en verantwoording.

Het ontwikkelen van instrumenten om organisaties en landen te ondersteunen bij het bieden van psychosociale steun in crisissituaties. Zo is er een surge-mechanisme opgezet om bij crises ter plekke MHPSS-expertise aan te bieden aan hulporganisaties die daar zelf niet over beschikken. Een ander voorbeeld is een Minimum Services Package (MISP) waarmee organisaties handvatten krijgen om MHPSS in hun programma’s te integreren. De ontwikkeling en toepassing van deze MISP gebeurt door WHO en UNICEF en wordt door Nederland gefinancierd.

Zoals bij u bekend is het kabinet van mening dat de situatie op Lesbos, maar ook op andere Griekse eilanden, uiterst zorgwekkend is. Nederland vraagt doorlopend aandacht voor de schrijnende situatie en heeft meermaals aangeboden de Griekse autoriteiten te ondersteunen om structurele verbeteringen door te voeren inzake opvang en het versnellen van asiel- en terugkeerprocedures. Voor de problematiek ter plekke is uit EU-middelen veel geld beschikbaar. Niettemin is het kabinet van mening dat Nederland daarbovenop een gebaar kan maken.

Staatssecretaris Broekers-Knol heeft tijdens haar bezoek aan Griekenland eind vorig jaar enkele tienduizenden dekens toegezegd, die door het Centraal Orgaanopvang Asielzoekers aan verschillende vluchtelingencentra zijn geleverd.10 Zoals toegezegd tijdens de behandeling van de begroting voor 2020 wordt er vanuit het BHOS-budget een beperkte bijdrage uit non-ODA middelen beschikbaar gesteld. Daarmee start in 2020 op de Griekse eilanden een project om de geestelijke en psychosociale nood van daar gestrande vluchtelingen en asielzoekers te helpen lenigen. Het gaat in totaal om EUR 200.000.11

Grand Bargain

Met de Minister voor BHOS in de positie als Eminent Person voor de Grand Bargain speelt Nederland een stimulerende rol in de inspanningen om in het humanitaire systeem tot meer effectiviteit en efficiëntie te komen. De nadruk ligt op verbeterde samenwerking met lokale actoren, betere analyses van humanitaire noden, grotere flexibiliteit in financiering, nauwere samenwerking tussen organisaties om resources te delen, kosten te besparen en transparantie te verhogen. Nederland voert afspraken in het kader van de Grand Bargain o.a. uit in samenwerking met de Dutch Relief Alliance. Prioriteiten: meerjarige en flexibel financiering, betere samenwerking met lokalen actoren en het delen van gegevens via IATI.

Samen met de Wereldbank werkt Nederland aan meer transparantie door IATI-proof data-gebruik te stimuleren. Nederland blijft bij andere donoren pleiten voor meer flexibel in te zetten, meerjarige noodhulpfinanciering. Bovendien zal Nederland samen met het internationale Rode Kruis stappen zetten met een initiatief gericht op betere risicodeling tussen donoren en humanitaire organisaties (risk sharing).

Een efficiënter en effectiever noodhulpsysteem zal aantrekkelijker zijn voor niet-publieke partijen om in partnerschap te investeren in fragiele en door conflict getroffenen landen. Dat gebeurt met name door het Humanitarian Investment Initiative van het World Economic Forum. Ik ben hier tijdens de WEF 2020 co-voorzitter van geworden.

Preventie en aanpak seksuele exploitatie, misbruik en intimidatie

Het voorkomen en aanpakken van en het verantwoording afleggen over seksuele uitbuiting, misbruik en intimidatie in de humanitaire sector – in jargon SEAH – blijft een belangrijk punt van aandacht. Over dit thema komt uw Kamer een separate brief toe.

Vervolg Resolutie 2417 over Conflict & Honger

Als lid van de Veiligheidsraad nam Nederland in 2018 het initiatief voor Resolutie 2417 over conflict en honger. Deze resolutie gaat over het uitbannen van uithongering als oorlogswapen en het doorbreken van de vicieuze cirkel tussen honger en conflict. Met de resolutie verklaarde de Veiligheidsraad het inzetten van honger als wapen in een conflict strafbaar.

Nederland zet zich in voor de implementatie van Resolutie 2417 en het op de agenda houden van het thema Conflict & Honger. Aandacht gaat daarbij naar:

1.) advocacy ten behoeve van de slachtoffers van door conflict veroorzaakte voedselonzekerheid en het aan de kaak stellen van schendingen van het internationaal recht op dit gebied, 2.) preventie om door conflict veroorzaakte honger te voorkomen en tijdige actie, en 3.) versterking van het verbod op uithongering en accountability voor schendingen. Over de voortgang ging er op 29 november een brief aan de Tweede Kamer12.

Kwetsbare groepen

Vrouwen en meisjes

Bescherming én empowerment van vrouwen en meisjes blijft een belangrijk punt van aandacht. De nadruk ligt op het bevorderen van gendersensitief programmeren bij uitvoerende organisaties en de implementatie en monitoring daarvan. De Gender with Age Marker (GAM) is hierbij een belangrijk instrument. Daarmee kan worden bepaald hoe de dimensies van gender/geslacht en leeftijd worden meegenomen in de programmering. Gebruik van de marker is met ingang van 2019 verplicht voor activiteiten van humanitaire VN-organisaties en hun partners.

Nederland monitort de toepassing van de GAM door VN-organisaties en stelt dit zo nodig in beleidscontacten aan de orde. Het ministerie voerde in 2019 ook gesprekken met de DRA over het belang de GAM te gebruiken. Dat gebeurt nog niet in alle joint responses. In Syrië zijn criteria voor doelgroepselectie aangepast bij voedselzekerheidsprogramma’s. Huishoudens met vrouwen aan het hoofd krijgen daar nu prioriteit. In DR Congo nam de DRA maatregelen om slachtoffers van gender based violence op te vangen en toegang te geven tot medische en psychosociale zorg, wettelijke ondersteuning en bescherming.13

Mensen met een beperking

In 2019 is ook een stap gemaakt om in noodhulp beter rekening houden met de behoeften van mensen met een fysieke en cognitieve beperking. In VN-kader werden – mede met steun van Nederland – richtlijnen over Inclusion of Persons with Disabilities in Humanitarian Action afgekondigd. Die richtlijnen beogen dat in de behoeftebepaling en in de uitvoering van programma’s rekening wordt gehouden met behoeften van mensen met een beperking zodat zij ook toegang tot voorzieningen hebben.

Nederland dringt er bij partners op aan de richtlijnen toe te passen en daarover te rapporteren. Het ministerie is bijvoorbeeld in gesprek met de DRA. Dit heeft geresulteerd in een workshop met leden van de DRA en van de Dutch Coalition for Disability and Development. Centraal stond het in kaart brengen van wat er al gebeurt en wat er nog moet gebeuren: aan training, standaarden en de humanitaire praktijk. De DRA spant zich in 2020 in de toepassing van de richtlijnen in programma’s te waarborgen. Op de DRA-leerdagen medio 2020 komt er een speciaal programmaonderdeel over disability inclusion. Met deze activiteiten is ook voldaan aan een motie van het Kamerlid Diks.14

Innovatie

In 2020 blijft Nederland investeren in innovatie van de noodhulpverlening. Dat is nodig om het hulpsysteem te moderniseren en hulpverlening sneller en efficiënter te maken. Innovatie kan zich richten op product, proces of strategie, of een combinatie hiervan. Nederland legt de nadruk op de opschaalbaarheid van succesvolle innovaties, alsook op innovatie die vraag-gestuurd is en waarbij lokale actoren wordt betrokken.

In dit kader steunt Nederland bijvoorbeeld de Humanitarian Grand Challenge15 en het DRA Innovation Fund, alsmede platforms als de Dutch Coalition for Humanitarian Innovation en de WFP Innovation Accelerator. Voor het identificeren van uitdagingen in de humanitaire praktijk waarvoor innovatie een oplossing kan zijn, steunt Nederland onder meer een programma van het internationale START Network, waarbij 41 NGO’s zijn aangesloten.

«Triple Nexus»

Op de World Humanitarian Summit in 2016 is besloten tot nauwere samenwerking tussen humanitaire organisaties, ontwikkelingsactoren, maatschappelijke organisaties en overheden. Deze zogenoemde New Way of Working heeft geleid tot een impuls voor de ambitie meer samenhang aan te brengen in de programmering van humanitaire actie, duurzame ontwikkeling en vredesopbouw, ook wel de triple nexus genoemd. Het gelijktijdig verlenen van levensreddende hulp en het adresseren van grondoorzaken van een crisis, biedt namelijk betere kansen op het voorkomen van humanitaire noden in de toekomst.

De in 2019 aangenomen aanbeveling van de OECD-DAC ten aanzien van deze samenhang, biedt daartoe goede handvatten. Preventie – zoals verwoord in de nota Investeren in Perspectief (2018) – is een centraal thema in de Nederlandse inbreng in de beleidsdialoog in het kader van de Sustainable Development Goals. «Leaving no one behind and attending to those furthest behind first» is immers geen louter humanitaire opdracht. In 2020 streeft Nederland ernaar in specifieke fragiele of crisissituaties meer samenhang aan te brengen in de eigen programmering en in die van andere donoren.

Anticiperende noodhulp

In de gewoonlijk reactieve humanitaire sector komt er steeds meer aandacht voor anticiperende noodhulp: het proactief bieden van hulp om de impact van crises te verkleinen.

Redenen hiervoor zijn het groeiende tekort aan financiering voor noodhulp, de groeiende aandacht voor preventie en verbeterde technologieën. Voordelen van proactieve interventies zijn minder menselijk lijden en minder schade aan huis en haard. En daarmee een besparing op humanitaire middelen. Voor succesvolle uitvoering gelden wel randvoorwaarden. Adequate investeringen in het voorspellend vermogen van de sector is er daar één van. Ook is het zaak dat er afspraken komen met organisaties die zich richten op duurzame ontwikkeling en vredesopbouw. Die organisaties hebben vaak reserves voor onvoorziene gebeurtenissen. Om snel in actie te kunnen komen is verder versterking van lokale response-capaciteit van belang.

Tegen deze achtergrond zet Nederland de steun aan de Haagse vestiging van het OCHA Center for Humanitarian Data de komende jaren voort. OCHA kan zo investeren in de doorontwikkeling van voorspellende analyse (predictive analytics). Dit OCHA-onderdeel werkt verder aan meer gestandaardiseerde data-uitwisseling tussen humanitaire organisaties, opbouw van kennis over data-gebruik, en beleidsvorming voor meer verantwoording over en veilige gebruik van sensitieve data. De beoogde verhoging van de inzet op lokale response-capaciteit (paraatheid) is in 2019 voorbereid en krijgt in 2020 zijn beslag.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Global Humanitarian Overview 2020 – UN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA)

X Noot
3

Global Humanitarian Overview 2020

X Noot
4

Uit observaties van Permanente Vertegenwoordigen in New York, Genève en BZ-beleidsafdelingen.

X Noot
5

Mensen eerst: Nederlandse koers humanitaire diplomatie en noodhulp, 2019; Kamerstuk 34 952, nr. 62.

X Noot
6

Indicatoren: 1. het risico dat landen in een humanitaire crisis raken (INFORM-index); 2. het aantal mensen in een crisis dat volgens de VN noodhulp behoeft (People in Need); 3. De kloof tussen de benodigde middelen en de middelen die daadwerkelijk beschikbaar zijn (Funding Gap).

X Noot
7

Kamerbrief over additionele bijdragen uit noodhulpmiddelen 2019 (6 december 2019, Kamerstuk 33 625, nr. 290)

X Noot
8

Kamerstuk 35 300 XVII, nr. 45.

X Noot
9

Mind the Mind Now, oktober 2019

X Noot
10

Kamerbrief Nederlandse ondersteuning van migratiebeheer in Griekenland en stand van zaken van Griekse asielprocedures d.d. 14 november 2019; Kamerstuk 32 317, nr. 578

X Noot
11

Conform toezegging tijdens behandeling BHOS-begroting 2020 d.d. 28 november 2019: Handelingen II 2019/20, nr. 30, item 3

X Noot
12

Kamerstuk 34 952, nr. 98

X Noot
13

Hiermee is tegemoet gekomen aan de toezegging aan de Kamer over dit onderwerp

(Algemeen Overleg van 6 juni 2019, Kamerstuk 34 952, nr. 78)

X Noot
14

Kamerstuk 33 625, nr. 284

Naar boven