34 923 Wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport teneinde misslagen en omissies te herstellen (Verzamelwet VWS 2018)

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 18 juni 2018

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel II worden voor onderdeel A twee onderdelen toegevoegd, luidende:

aA

Aan artikel 7a wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. Op de ingevolge het eerste lid aangewezen instellingen is de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen niet van toepassing, tenzij bij algemene maatregel van bestuur anders is bepaald.

bA

Aan artikel 13a wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Op de ingevolge het eerste lid aangewezen instantie is de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen niet van toepassing, tenzij bij algemene maatregel van bestuur anders is bepaald.

B

Na artikel IX wordt een artikel toegevoegd, luidende:

ARTIKEL IXA

In de artikelen 12, vierde lid, en 13, derde lid, van de Wet inzake bloedvoorziening wordt «Artikel 3, derde en vierde lid» vervangen door «Artikel 3, derde en vijfde lid».

C

Na artikel XII wordt een artikel toegevoegd, luidende:

ARTIKEL XIIA

De Wet publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 65, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid wordt «het Staatstoezicht op de volksgezondheid» vervangen door «de inspectie».

B

In artikel 68a, onderdeel k, wordt «artikel 58j, eerste lid» vervangen door «artikel 68j, eerste lid».

D

In Artikel XXII, derde lid, wordt «zij» vervangen door: «deze wet».

Toelichting

A

Voor keuringsinstanties geldt, op basis van een kabinetsstandpunt1, dat deze instanties niet onder de werking van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (hierna: Kaderwet zbo’s) worden gebracht wanneer wordt voldaan aan de volgende vier criteria:

  • slechts voor een kleiner deel van de activiteiten is sprake van een publieke (zbo-)taak; de instanties hebben vrijwillig gekozen voor uitvoering van deze taak;

  • de taak betreft het verrichten van keuringen/certificaties/beoordelingen, op verzoek van individuele klanten die verplicht zijn deze te laten uitvoeren;

  • de instanties worden niet gefinancierd uit de Rijksbegroting; zij verlenen een dienst, waarvoor de ontvanger van de dienst rechtstreeks betaalt;

  • de instanties opereren in concurrentie, of ondergaan «dreiging» van potentiële concurrentie doordat aanwijzing open staat voor elke instantie die zich kwalificeert.

De keuringsinstanties die op grond van de artikelen 7a of 13a van de Warenwet worden aangewezen voldoen in het algemeen aan de hierboven genoemde criteria. De voorgestelde bepalingen verklaren de Kaderwet zbo’s dan ook buiten toepassing voor deze instanties. Aangezien niet geheel uit te sluiten is dat een bepaalde categorie van aan te wijzen instanties niet aan de criteria voor deze uitzondering voldoet, kan bij algemene maatregel van bestuur bepaald worden dat voor een bepaalde categorie keuringsinstanties de Kaderwet zbo’s wel van toepassing is.

B

In dit artikel wordt een verwijzing naar artikel 3, vierde lid, gewijzigd naar artikel 3, vijfde lid. Bij omissie is dit achterwege gebleven toen artikel 3, vierde lid, werd vernummerd in de Wet tot wijziging van de Wet inzake bloedvoorziening in verband met risicobeheersing binnen de Bloedvoorzieningsorganisatie (Kamerstukken I 2017–2018, 34 815, nr. A).

C

Met de Wet van 21 maart 2018 tot wijziging van diverse wetten op het terrein van de volksgezondheid in verband met de fusie van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie jeugdzorg tot de Inspectie gezondheidszorg en jeugd (Stb. 2018, 94) wordt voorzien in de benodigde aanpassingen op het niveau van de formele wet in verband met de fusie van voormelde inspectiediensten tot de nieuwe Inspectie gezondheidszorg en jeugd. Abusievelijk strekt die wet niet tot wijziging van artikel 65, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid. Die omissie wordt hierbij hersteld.

In artikel 68 a, onderdeel k, van de Wet publieke gezondheid stond een foute verwijzing. Met deze wijziging wordt dat hersteld.

D

Artikel XXII bevat inwerkingtredingsbepalingen. Het derde lid regelt de inwerkingtreding van artikel XVIII: het treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatblad waarin de wet wordt geplaatst. Abusievelijk is gebruik gemaakt van het woord «zij» in plaats van «deze wet». Hierdoor is de inwerkingtredingsbepaling niet uitvoerbaar. Met deze wijziging wordt dit hersteld.

Deze toelichting is mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister voor Medische Zorg en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ondertekend.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Zie brief van 1 april 2008 (Kamerstukken II 2007/08, 25 268, nr. 63) en bijlage bij brief van 2 november 2007 (Kamerstukken II 2007/08, 25 268, nr. 46, p. 34–36).

Naar boven