Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2019
Hierbij zend ik u, mede namens mijn ambtgenoot voor Basis- en Voortgezet Onderwijs
en Media het Besluit van 27 september 20191 houdende nadere regels met betrekking tot de gegevens in het register onderwijsdeelnemers,
alsmede over de levering van gegevens aan het register door onderwijsinstellingen
en de verstrekking van gegevens uit het register aan derden (Besluit register onderwijsdeelnemers).
Deze toezending geschiedt in het kader van de procedure, bedoeld in artikel 43, derde
lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 42, derde lid, van de Wet op het
primair onderwijs. Deze artikelen noemen een termijn van vier weken. De genoemde procedure
is slechts van toepassing ten aanzien van de wijziging die dit besluit aanbrengt in
het Besluit uitwisseling leer- en begeleidingsgegevens (zie artikel 66 van het Besluit
register onderwijsdeelnemers).
Een ontwerp van dit besluit is eerder aan uw Kamer voorgelegd in het kader van de
voorhangprocedure (Kamerstukken I 2018/19, 34 878, nr. E). Daarover is destijds een schriftelijk overleg gevoerd (Kamerstukken I 2018/19, 34 878, nr. F). Artikel 66 van het besluit is ongewijzigd ten opzichte van het eerder voorgelegde
ontwerpbesluit.
Eenzelfde brief heb ik heden gezonden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven