34 873 (R2098) Wijziging van de rijkswet van 7 juli 2010 tot vaststelling van een zeegrens tussen Curaçao en Bonaire, en tussen Sint Maarten en Saba (Stb. 2010, 342), ter uitvoering van het op 6 april 2016 te Philipsburg tot stand gekomen Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Franse Republiek inzake maritieme afbakening in het Caribisch gebied (Trb. 2016, 52 en 82)

A VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 11 mei 2018

Bij de Eerste Kamer is momenteel aanhangig het wetsvoorstel tot wijziging van de rijkswet van 7 juli 2010 tot vaststelling van een zeegrens tussen Curaçao en Bonaire, en tussen Sint Maarten en Saba (Stb. 2010, 342), ter uitvoering van het op 6 april 2016 te Philipsburg tot stand gekomen Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Franse Republiek inzake maritieme afbakening in het Caribisch gebied (Trb. 2016, 52 en 82).1

Naar aanleiding hiervan heeft de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties2 van de Eerste Kamer op 6 april 2018 een brief gestuurd aan de Voorzitter van de Staten van Sint Maarten.

De Voorzitter van de Staten van Sint Maarten heeft op 9 mei 2018 gereageerd.

De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties, Bergman

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR KONINKRIJKSRELATIES

Aan de voorzitter van de Staten van Sint Maarten

Mevrouw S. Wescot-Williams

Den Haag, 6 april 2018

Bij de Eerste Kamer is momenteel aanhangig het wetsvoorstel tot wijziging van de rijkswet van 7 juli 2010 tot vaststelling van een zeegrens tussen Curaçao en Bonaire, en tussen Sint Maarten en Saba (Stb. 2010, 342), ter uitvoering van het op 6 april 2016 te Philipsburg tot stand gekomen Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Franse Republiek inzake maritieme afbakening in het Caribisch gebied (Trb. 2016, 52 en 82).3 De wetswijziging betreft de zeegrens tussen Sint Maarten en Saba. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel als hamerstuk afgedaan. De commissie voor Koninkrijksrelaties leest in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat het voorstel voor commentaar is voorgelegd aan zowel Sint Maarten als Saba. Saba had geen inhoudelijke opmerkingen, van Sint Maarten is geen reactie ontvangen, aldus de memorie.4

De commissie constateert dat het hier een voorstel van rijkswet betreft. Mede in het licht van het feit dat de Staten van Sint Maarten het recht hadden schriftelijk verslag uit te brengen (artikel 16 Statuut) en het recht hebben bijzondere gedelegeerden naar een eventuele plenaire behandeling in de Kamers af te vaardigen (artikel 17 Statuut), zou de commissie graag op korte termijn vernemen of de Staten alsnog op het wetsvoorstel wensen te reageren.

Voorzitter van de commissie voor Koninkrijksrelaties R.R. Ganzevoort

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE STATEN VAN SINT MAARTEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 mei 2018

Ingesloten gelieve u aan te treffen de in de Centrale Commissie van de Staten van Sint Maarten op woensdag 9 mei 2018 vastgestelde reactie inzake het Voorstel rijkswet houdende wijziging van de rijkswet van 7 juli 2010 tot vaststelling van een zeegrens tussen Curaçao en Bonaire, en tussen Sint Maarten en Saba (Stb. 2010, 342), ter uitvoering van het op 6 april 2016 te Philipsburg tot stand gekomen Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Franse Republiek inzake Maritieme afbakening in het Caribisch gebied, 34 873 (R2098).

Voorzitter Staten Sint Maarten S.A. Wescott-Williams

Parliament of Sint Maarten

Staten van Sint Maarten

Zittingsjaar 2017–2018

Voorstel van rijkswet houdende wijziging van de rijkswet van 7 juli 2010 tot vaststelling van een zeegrens tussen Curaçao en Bonaire, en tussen Sint Maarten en Saba (Stb. 2010, 342), ter uitvoering van het op 6 april 2016 te Philipsburg tot stand gekomen Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Franse Republiek inzake Maritieme afbakening in het Caribisch gebied, 34 873 (R2098)

Reactie

De in de Staten van Sint Maarten aanwezige fracties hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel van rijkswet.

De fracties vragen zich af of de hele discussie omtrent de afbakening bij Oysterpond tussen het Nederlandse en Franse deel van Sint Maarten/St. Martin is meegenomen bij de totstandkoming van deze rijkswet. De regering van Sint Maarten zal worden verzocht om hierover duidelijkheid te verschaffen en de huidige stand van zaken in kaart te brengen.

Bovendien wensen de fracties te worden geïnformeerd of rekening is gehouden met (mogelijke) natuurlijke bronnen zoals visserij, aardolie etc. bij de vaststelling van de zeegrens tussen Saba en Sint Maarten.

Tot slot is de vraag gerezen of er potentieel «verlies» is voor Sint Maarten met deze vaststelling van de zeegrens.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de Centrale Commissie van de 9de mei 2018.

De Rapporteur, S.A. Wescot-Williams


X Noot
1

Kamerstukken II 2017/18, 34 873 (R2098), nr. 2.

X Noot
2

Engels (D66), Van Bijsterveld (CDA), Ten Hoeve (OSF), Huijbregts-Schiedon (VVD), Van Kappen (VVD), Ester (CU), Ganzevoort (GL) (voorzitter), De Graaf (D66) (vicevoorzitter), Schouwenaar (VVD), Sent (PvdA), Kok (PVV), Gerkens (SP), Vlietstra (PvdA), Don (SP), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Meijer (SP), Oomen-Ruijten (CDA), Rinnooy Kan (D66), Schalk (SGP), Teunissen (PvdD), Sini (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV)

X Noot
3

Kamerstukken II 2017/18, 34 873 (R2098), nr. 2.

X Noot
4

Kamerstukken II 2017/18, 34 873 (R2098), nr. 3.

Naar boven