8 (2016) Nr. 2

A. TITEL

Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Franse Republiek inzake de maritieme afbakening in het Caribisch gebied;

(met Bijlage)

Philipsburg, 6 april 2016

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van het Verdrag, met Bijlage, zijn geplaatst in Trb. 2016, 52.

In dat Tractatenblad dienen in de Engelse en de Franse tekst correcties te worden aangebracht.

Op blz. 2 dient in de Engelse tekst onder de slotformulering de ondertekening te worden ingevoegd.

For the government of the Kingdom of the Netherlands,

WILLIAM MARLIN

For the government of the French Republic,

ANNE LAUBIS

Op blz. 4 dient in de Franse tekst onder de slotformulering de ondertekening te worden ingevoegd.

Pour le gouvernement du Royaume des Pays-Bas,

WILLIAM MARLIN

Pour le gouvernement de la République française,

ANNE LAUBIS

C. VERTALING


Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Franse Republiek inzake de maritieme afbakening in het Caribisch gebied

De regering van het Koninkrijk der Nederlanden

en

de regering van de Franse Republiek,

hierna „de partijen”,

Overwegend dat het wenselijk is de maritieme zones in het Caribisch gebied waarover de twee staten respectievelijk hun soevereiniteit, soevereine rechten of rechtsmacht uitoefenen, af te bakenen;

Overwegend dat de betrekkingen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Franse Republiek in het Caribisch gebied gebaseerd zijn op het beginsel van goed nabuurschap;

Gelet op het Verdrag van Concordia (Sint Maarten) tot stand gekomen op 23 maart 1648;

Gelet op het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, tot stand gekomen te Montego Bay op 10 december 1982, waarbij het Koninkrijk der Nederlanden en de Franse Republiek partij zijn;

zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

  • 1. In dit Verdrag worden de maritieme zones van het Koninkrijk der Nederlanden (het autonome land Sint Maarten en de openbare lichamen Saba en Sint Eustatius) en de Franse Republiek waarover de staten respectievelijk hun soevereiniteit, soevereine rechten of rechtsmacht uitoefenen of zullen uitoefenen, afgebakend.

  • 2. Indien een van beide partijen besluit maritieme zones in te stellen, uit te breiden of te wijzigen, kan zij dit uitsluitend doen met inachtneming van de in dit Verdrag vastgestelde maritieme afbakening.

Artikel 2

De geografische coördinaten van de in dit Verdrag vastgestelde punten worden uitgedrukt volgens het geodetisch referentiesysteem WGS 84 (World Geodetic System 1984).

Artikel 3

Het westelijke deel van de maritieme afbakening wordt gevormd door een geodetische lijn die de volgende door hun geografische coördinaten uitgedrukte punten met elkaar verbindt, in de volgorde zoals aangegeven:

Punt

Breedtegraad (noord)

Lengtegraad (west)

A

17° 56’ 52’’

063° 36’ 51’’

B

17° 52’ 22’’

063° 17’ 14’’

C

18° 03’ 10’’

063° 08’ 20’’

Vanaf punt A loopt de afbakening langs een geodetische azimut van 283,5 graden totdat de afbakening met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland wordt bereikt.

Artikel 4

Het oostelijke deel van de maritieme afbakening wordt gevormd door een geodetische lijn die de volgende door hun geografische coördinaten uitgedrukte punten met elkaar verbindt, in de volgorde zoals aangeven:

Punt

Breedtegraad (noord)

Lengtegraad (west)

D

18° 03’ 08’’

063° 00’ 46’’

E

18° 02’ 55’’

063° 00’ 43’’

F

18° 01’ 02’’

062° 56’ 58’’

G

17° 59’ 12’’

062° 58’ 10’’

H

17° 46’ 51’’

063° 03’ 59’’

I

17° 44’ 09’’

063° 01’ 11’’

J

17° 42’ 51’’

062° 56’ 47’’

Vanaf punt J loopt de afbakening langs een geodetische azimut van 112,9 graden totdat de afbakening met de Federatie van Saint Kitts en Nevis wordt bereikt.

Artikel 5

De lijn van de afbakening als vastgesteld in de artikelen 3 en 4 van dit Verdrag is bij wijze van illustratie ingetekend op de kaart in de Bijlage bij dit Verdrag.

Artikel 6

Elk geschil tussen de partijen betreffende de uitlegging of toepassing van dit Verdrag wordt op vreedzame wijze beslecht door middel van overleg en onderhandeling in overeenstemming met het internationale recht.

Artikel 7

Beide partijen stellen elkaar schriftelijk in kennis van de voltooiing van hun onderscheiden nationale procedures die vereist zijn voor de inwerkingtreding van dit Verdrag. Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, naar behoren gemachtigd door hun onderscheiden regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN te Philipsburg op 6 april 2016 in de Engelse en de Franse taal, waarbij beide teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Voor de regering van het Koninkrijk der Nederlanden, WILLIAM MARLIN

Voor de regering van de Franse Republiek, ANNE LAUBIS



D. PARLEMENT

Zie Trb. 2016, 52.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2016, 52.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2016, 52.

Uitgegeven de drieëntwintigste juni 2016.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. KOENDERS

Naar boven