34 775 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2018

Nr. 131 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 24 april 2018

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 26 februari 2018 inzake de verplichtingenmutaties na Najaarsnota van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Kamerstuk 34 775 XVI, nr. 125).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 23 april 2018. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Lodders

Adjunct-griffier van de commissie, Krijger

Vraag 1.

Waarom konden de mutaties betreffende de begroting 2017 pas nu (februari 2018) gemeld worden, en niet gelijktijdig met de mutaties die de Kamer in december 2017 ontving?

Antwoord 1:

Niet alle mutaties konden in de brief van 15 december 2017 worden gemeld, omdat er na deze datum nog verplichtingen zijn aangegaan die pas in 2018 tot betaling komen. Om die reden is in de Rijksbegrotingvoorschriften vastgelegd dat beleidsmatige verplichtingenmutaties uiterlijk 27 februari schriftelijk moeten worden gemeld aan de Eerste en Tweede Kamer.

Vraag 2.

Heeft de Kamer hiermee alle mutaties in beeld?

Antwoord 2

Via de brieven van 15 december 2017 (Kamerstuk 34 775 XVI, nr. 113) en 26 februari 2018 (Kamerstuk 34 775 XVI, nr. 125) zijn alle mutaties na Najaarsnota gemeld op één mutatie na. Het betreft een verplichtingenmutatie van € 3,1 miljoen en hangt samen met het vastleggen van opdrachten aan ZBO’s/RWT’s voor 2018 op artikel 2 Curatieve zorg, artikelonderdeel Kwaliteit en veiligheid. Deze mutatie is aan het licht gekomen bij de controle van het Jaarverslag.

Vraag 3.

Er is bij de vijf mutaties sprake van technische of beleidsmatige mutaties, kunt u dit antwoord (per mutatie) toelichten?

Antwoord 3:

Zie het antwoord op vraag 4.

Vraag 4.

Kunt u de vijf verplichtingenmutaties uit uw brief van 26 februari jl. ook van een inhoudelijke toelichting voorzien en daarbij beargumenteren of het een technische of beleidsmatige mutatie betreft?

Antwoord 4:

In onderstaand overzicht wordt per mutatie een inhoudelijke toelichting geven:

  • Artikel 1 Volksgezondheid

    De mutatie van € 44,2 miljoen betreft het vastleggen van de verplichting aan de NVWA voor de uitvoering van het jaarplan 2018. De verplichting op 19 december 2017 aangegaan. De betaling vindt plaats in 2018.

  • Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning

    De mutatie van € 35,3 miljoen betreft het vastleggen van de verplichting ten behoeve van de uitvoeringskosten pgb aan de SVB voor 2018.

  • Artikel 5 Jeugd

    De mutatie van € 1 miljoen betreft het vastleggen van opdrachten binnen het artikelonderdeel Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel. Deze opdrachten zijn in 2017 verstrekt, maar komen pas in 2018 tot betaling.

  • Artikel 6 Sport en bewegen

    De mutatie van € 1,9 miljoen betreft het vastleggen van opdrachten binnen het artikelonderdeel Borgen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling die in 2017 verstrekt zijn maar pas in 2018 e.v. tot betaling komen.

  • Artikel 8 Tegemoetkoming specifieke kosten

    Jaarlijks wordt circa 4,5 miljard aan zorgtoeslag uitgekeerd. Hoeveel dat precies is hangt af van de (veranderingen in) inkomenssituatie en gezinssamenstelling van zorgtoeslagontvangers gedurende het jaar 2017. De raming wordt gedurende het jaar, in de Voorjaarsnota en de Najaarsnota, bijgesteld op basis van ramingen van het CPB en uitvoeringsinformatie van de Belastingdienst, die de Zorgtoeslag uitkeert. De bijstelling van € 268 miljoen is een schatting van de extra uitgaven aan de zorgtoeslag, na afloop van het jaar weten we o.b.v. informatie van de belastingdienst wat er echt is uitgegeven. Dan is ook bekend wat de belastingdienst terugontvangen heeft van mensen die teveel ontvangen hebben. Hoeveel dat is wordt later bekend, maar dat ligt waarschijnlijk hoger dan de extra geraamde uitgaven. Ter vergelijking; in 2016 ging het om € 718 miljoen meeruitgaven en € 722 miljoen terugontvangen. Per saldo werd er in 2016 dus € 4 miljoen minder uitgegeven.

    In het VWS-jaarverslag worden uiteindelijk de definitieve uitgaven en ontvangsten over 2017 verantwoord

    Alle gemelde mutaties zijn strikt genomen beleidsmatig. Dat is ook de reden dat deze mutaties, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften, via de brief van 26 februari aan de Eerste en Tweede Kamer gemeld zijn.

Vraag 5.

Heeft de Kamer nu alle mutaties na de Najaarsnota in beeld, of zitten er straks in de slotwet nog (verplichtingen)mutaties die ook niet in één van brieven van 15 december 2017 of 26 februari 2018 aan de Kamer zijn gemeld?

Antwoord 5:

Zie het antwoord op vraag 2.

Vraag 6.

Het verplichtingenbudget wordt met 44,2 miljoen euro verhoogd. Het gaat om het vastleggen van opdrachten aan agentschappen. Om welke agentschappen gaat het? Om welke opdrachten gaat het?

Antwoord 6:

Zie het antwoord op vraag 4.

Vraag 7.

Het verplichtingenbudget wordt met 35,3 miljoen euro verhoogd. Het gaat om het vastleggen van opdrachten aan ZBO’s/RWT’s. Om welke ZBO’s/RWT’s gaat het? Om welke opdrachten gaat het?

Antwoord 7:

Zie het antwoord op vraag 4.

Vraag 8.

Het verplichtingenbudget wordt met 268 miljoen euro verhoogd met betrekking tot de zorgtoeslag 2017. Waarom gebeurt dit? Wat is de oorzaak?

Antwoord 8:

Zie het antwoord op vraag 4

Vraag 9.

Welke agentschappen ontvangen binnen artikel 1 «Volksgezondheid» extra budget door vastgelegde opdrachten, welke opdrachten betreft het precies en welke bedragen zijn met die verschillende opdrachten gemoeid?

Antwoord 9

Zie het antwoord op vraag 4. Het gaat hierbij om budget voor reguliere jaarlijkse activiteiten en niet om extra budget.

Naar boven