34 773 Gevolgen van de orkaan Irma

Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 oktober 2019

Tijdens het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer van 30 januari 2018 zegde ik toe uw Kamer periodiek te informeren over de voortgang van de wederopbouw van Sint Maarten en de samenwerking met de Wereldbank (Kamerstuk 34 773, nr. 9). Op 23 maart 2018 informeerde ik uw Kamer over de oprichting van het trustfonds voor de wederopbouw (per 16 april 2018) en op 18 december 2018 stuurde ik uw Kamer een brief naar aanleiding van het verschijnen van de eerste halfjaarlijkse voortgangsrapportage van de Wereldbank.1 Over mijn werkbezoek aan de Wereldbank eind april van dit jaar, informeerde ik uw Kamer op 17 mei jl.2 Kern van de afspraken daar gemaakt is dat de implementatie van wederopbouwprojecten zal worden versneld met het oog op realisatie van tastbare resultaten voor de bevolking. Daarmee gaf ik ook invulling aan de motie van het lid Kuzu.3 Inmiddels is ook de tweede voortgangsrapportage, over het eerste halfjaar van 2019, door de Wereldbank vrijgegeven. Met deze brief bied ik uw Kamer deze rapportage aan4 en geef ik daarbij een actuele stand van zaken van de wederopbouw; daarmee geef ik tevens invulling aan de toezegging van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, gedaan tijdens het vragenuur op 24 september jl.5

De actuele politieke ontwikkelingen op Sint Maarten hebben vanzelfsprekend mijn volle aandacht. Hierover informeerde ik u reeds per brief d.d. 27 september jl.6, naar aanleiding van mijn werkbezoek. Ook in de beantwoording van uw schriftelijke vragen bij de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties, die op 3 oktober jl. aan uw Kamer zijn aangeboden, ga ik op deze ontwikkelingen in (Kamerstuk 35 300 IV, nr. 10). Mijn inzet blijft evenwel in deze lastige politieke omstandigheden de belangen van de Sint Maartense bevolking voorop te stellen.

Voortgang wederopbouw

Twee jaar geleden passeerde orkaan Irma over Sint Maarten. De ravage die de orkaan veroorzaakte staat velen nog op het netvlies. De vereende inzet van zoveel mensen en instanties bij het bieden van snelle eerste hulp was indrukwekkend. Zoals sindsdien is gebleken, vraagt de wederopbouw een intensieve samenwerking, een lange adem en natuurlijk veel geld. Na de eerste noodhulp, maakte de Nederlandse regering nog eens € 550 miljoen vrij en bood het Sint Maarten meteen verdere steun bij het in gang zetten van de wederopbouw. Zo werd € 80 miljoen bestemd voor onder meer de bekostiging van de «early recoveryfase»; liquiditeitssteun 4e kwartaal 2017; de oprichting van de Integriteitskamer; versterking van het politiekorps Sint Maarten en het grenstoezicht; opvang gedetineerden en herstel orkaanschade gevangenis; en technische assistentie van de overheid. Met de Wereldbank kwam ik overeen dat maximaal € 470 miljoen (het resterende bedrag) in tranches voor de voeding van het trustfonds beschikbaar zou komen.

Met twee tranches van respectievelijk € 112 miljoen en € 150 miljoen is er tot nu toe € 262 miljoen in het trustfonds gestort. Daarmee is inmiddels het nodige gebeurd. Zo is voor circa € 120 miljoen aan projecten in uitvoering. Een volgende storting in het trustfonds is dan ook nodig om alle circa € 200 miljoen aan projecten, die door de stuurgroep van het trustfonds genomineerd zijn om te worden voorbereid, daadwerkelijk tot uitvoering te kunnen brengen. In totaal is voor volgende stortingen in het trustfonds maximaal nog ca. € 190 miljoen beschikbaar. Waarbij rekening is gehouden met het feit dat de eerste tranche liquiditeitssteun 2018 ten laste van de € 470 miljoen is gebracht.

Projecten in de uitvoeringsfase richten zich onder meer op het herstel van huizen en schuilplaatsen, duurzame versterking van cruciale nutsvoorzieningen als water en elektriciteit, en het orkaanbestendig maken en uitbreiden van de capaciteit van het ziekenhuis. Tevens wordt de vakkennis van de inwoners van Sint Maarten versterkt. Aan het hiervoor opgezette inkomensondersteuningsprogramma hebben al ruim 1300 studenten succesvol deelgenomen. De deelnemers krijgen, naast een betere uitgangspositie op de arbeidsmarkt en perspectief op ander werk, gedurende de opleiding een uitkering, waardoor zij niet in de onderstand terecht komen.

De schade door orkaan Irma heeft de economie in 2017 en 2018 met circa 12,8% doen krimpen. Het Internationale Monetaire Fonds raamt daarentegen dat, op basis van de investeringen in de wederopbouw, onder dankzij de inzet van het trustfonds bij de Wereldbank, de economie in 2019 met circa 3,5% zal groeien en in 2020 met circa 3%.

Herstel van huizen

Na een aanvankelijk trage start, is het programma voor herstel van beschadigde huizen in de loop van 2019 goed op gang gekomen. Alles bij elkaar zijn er nu bijna 1000 woningen hersteld sinds orkaan Irma, inclusief de activiteiten van de diverse – en de met Nederlands belastinggeld gefinancierde – organisaties in de «early recovery» fase, en de met donaties opgezette noodhulp van het Rode Kruis. Bij de lokale woningstichting Sint Maarten Housing Development Foundation (SMHDF) zijn op dit moment ruim 200 woningen gerepareerd. De voorbereiding van het herstel van de laatste circa 40 woningen is in gang gezet. Begin 2020 kunnen ook deze reparaties zijn afgerond en dan is alle schade van de orkaan Irma bij deze woningstichting verholpen.

Wat betreft het herstel van de woningen van eigenaars/bewoners worden nu een project voor kleine reparaties (circa 25 woningen) en een «pilot» met ingrijpender herstel van veertien woningen uitgevoerd. Gekozen wordt voor «pilot», omdat deze categorie woningen een grote diversiteit kent. Mede op basis daarvan is de voorbereiding gestart van de aanbesteding van nog eens 100 tot 150 woningen voor deze doelgroep. Dit betreft huishoudens met lage inkomens die volgens de criteria van Sint Maarten voor deze hulp in aanmerking komen. Met dit programmaonderdeel wordt het gros van de door Sint Maarten goedgekeurde aanvragen voor deze hulp afgehandeld.

Ook het Rode Kruis heeft aangeboden het herstel van woningen te willen voortzetten met geld uit het trustfonds. De stuurgroep van het trustfonds heeft ingestemd met een voorstel van het Rode Kruis voor de reparatie van 200 woningen, en momenteel maken de Wereldbank en het Rode Kruis Nederland nadere afspraken over de uitvoering.

Voor de langere termijn wordt nu bestudeerd wat de wenselijkheid en mogelijkheden zijn om de lokale woningstichting SMHDF qua financiën en capaciteit zodanig te versterken dat de stichting haar woningen goed kan onderhouden en regelmatig sociale nieuwbouw kan realiseren. Daartoe is door de Wereldbank enerzijds de situatie op de lokale woningmarkt verkend om een beeld te krijgen van vraag en aanbod inzake goedkope huisvesting en anderzijds worden scenario’s gemaakt voor een duurzaam businessmodel voor SMHDF. Dit traject zal nog veel tijd en inspanning vereisen, waarvoor ook Nederlandse deskundigheid beschikbaar is.

Princess Juliana International Airport

Het herstel van de luchthaven op Sint Maarten is cruciaal voor de economische levensvatbaarheid van het land. Al sinds eind 2018 ligt voor de luchthaven een kant-en-klaar plan gereed, dat al lang in uitvoering had kunnen zijn. De vertraging in de realisatie is veroorzaakt door tegenwerking en besluiteloosheid aan de kant van Sint Maarten.

Binnen het trustfonds is voor het herstel $ 51 miljoen gereserveerd. Dit bedrag wordt aangevuld met een zachte lening van $ 50 miljoen door de Europese Investeringsbank (EIB), die op mijn verzoek werd ingeschakeld. Voor het garanderen van de liquiditeitspositie van de luchthaven gedurende de reconstructieperiode, wordt binnen het trustfonds $ 21 miljoen gereserveerd. Dit bedrag komt weer beschikbaar voor wederopbouwprojecten, indien deze garantie niet aangesproken behoeft te worden.

Aan de financiering vanuit het trustfonds is door mij een aantal voorwaarden verbonden. De belangrijkste ziet op het laten uitvoeren van veiligheidsonderzoeken naar de leden van het luchthavenbestuur en de raden van toezicht, nu en in de toekomst, en op het in lijn brengen van de corporate governance met internationale standaarden.

Binnen en buiten de regering van Sint Maarten werd – ondanks de instemming met het Wereldbank/EIB-financieringsplan op 8 januari jl. – voortdurend gezocht naar alternatieve, veel duurdere financiering om aan de Nederlandse voorwaarden en de procedures van de Wereldbank te ontkomen.

Mede door de onduidelijkheid over de positie van de regering van Sint Maarten en het gebrek aan transparantie en communicatie binnen de luchthaven, hebben de onderhandelingen met de obligatiehouders van de luchthaven over de noodzakelijke liquiditeitspositie en condities voor vrijgave van als onderpand vastgehouden verzekeringsgelden veel te veel tijd in beslag genomen.

Uiteindelijk is er, met inzet van de Wereldbank en technische assistentie door Nederland, tussen alle betrokken partijen eind maart 2019 een principeakkoord bereikt, dat in de maanden daarna is uitgewerkt en gereed is om ondertekend te worden. Daarmee komen verzekeringsgelden vrij en kunnen het gehele financieringsplan en de reconstructie van de luchthaven worden uitgevoerd.

Inmiddels zijn er meerdere luchthavenexperts op advies van de RSG aangetrokken en actief op Sint Maarten en wacht de door RSG beschikbaar gestelde CFO voor het management van de luchthaven nog altijd op zijn formele benoeming.

Tot de val van het kabinet op 22 september jl., heeft de regering van Sint Maarten langzaam stappen gezet om deze onderzoeken door de Veiligheidsdienst Sint Maarten (VDSM) mogelijk te maken; de concrete uitvoering moet echter nog steeds plaatsvinden.

Afvalproblematiek

De vuilstortplaats op Sint Maarten, die tot begin dit 2019 met enige regelmaat in brand stond, is in decennia uitgegroeid tot en onhoudbare situatie en is al die tijd door Sint Maarten genegeerd. Experts van de Wereldbank hebben de problematiek in kaart gebracht en maken daarbij onderscheid tussen een aanpak op de korte termijn en duurzaam afvalmanagement op lange(re) termijn.

De aanpak op korte termijn is gericht op het beheersen van de huidige vuilstortplaats en bestaat onder meer uit het bestrijden van de ondergrondse brandhaarden. De experts hebben aangegeven dat evacuatie van bewoners rond de afvalberg (tijdelijk en permanent) noodzakelijk is, voordat brandbestrijding kan plaatsvinden. Het is nu aan de overheid van Sint Maarten om de daarvoor vereiste maatregelen te treffen, waaronder het aanwijzen van locaties voor herhuisvesting. Daarnaast is er op korte termijn winst te behalen bij het ophalen en scheiden van afval en door het invoeren van een afvalstoffenheffing. Ook hiervoor geldt dat de regering van Sint Maarten aan zet is om de noodzakelijke maartregelen te treffen zoals het (voorbereiden van) wetgeving. Voor de lange(re) termijn wordt verder gewerkt aan een duurzame en integrale aanpak van de afvalproblematiek, waarbij regionale samenwerking, met onder andere Saint Martin, wordt verkend.

Vanwege de tot dan toe regelmatig brandende vuilstort, en de zorg over mogelijke effecten daarvan op de volksgezondheid, heeft – op mijn verzoek – het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in februari 2019 Sint Maarten ondersteund bij het uitvoeren van luchtkwaliteitsmetingen. Zoals ik uw Kamer tijdens het Wetgevingsoverleg heb geïnformeerd, heeft dit onderzoek vanwege het uitblijven van uitslaande branden feitelijk niets heeft opgeleverd.

Naar aanleiding van het kort geding tegen de overheid, aangespannen door inwoners van Sint Maarten, heeft de rechter in juli jl. bepaald, dat Sint Maarten vóór 10 mei 2020 uitvoering moet hebben gegeven aan het brandbestrijdingsplan dat met behulp van de Wereldbank wordt voorbereid, op straffe van een dwangsom die kan oplopen tot maximaal 10 miljoen Antilliaanse gulden.

Technische assistentie

Het is voor de wederopbouw van belang dat Sint Maarten over voldoende expertise, capaciteit en kennis beschikt om het eiland te helpen opbouwen en versterken. Samen met het Kabinet van de Gevolmachtigd Minister, dat hierin op verzoek van de Minister-President van Sint Maarten een coördinerende rol heeft gekregen, is gekeken naar de behoeften voor technische assistentie. Er is momenteel vooral behoefte aan wetgevingsjuristen en aanbestedingsspecialisten. Sint Maarten streeft naar duurzame opbouw van capaciteit waarbij het leveren van technische assistentie uit Nederland als hulpmiddel dient. Zo wordt er bijvoorbeeld met de wetgevingsacademie gesproken over de mogelijkheid van een maatwerkopleiding, waarbij studenten een opleiding van één jaar krijgen, toegespitst op Sint Maarten en met garantie op een baan op Sint Maarten, voor de duur van tenminste vijf jaar. In de behoefte aan aanbestedingsspecialisten – met kennis van de procedures van de Wereldbank – wordt getracht te voorzien via zowel de Wereldbank als voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Verder is er afgelopen periode technische assistentie geboden op onder meer het gebied van milieu en ruimtelijke ordening, de luchthaven en aan het Ministerie van Financiën.

Driesporenbeleid en betrokkenheid Koninkrijks-brede bedrijfsleven

Overeenkomstig het in de overeenkomst voor het trustfonds op mijn verzoek opgenomen «driesporenbeleid», wordt bij de wederopbouw steeds naar de meest efficiënte en effectieve manier van uitvoering gekeken. Daarbij wordt, naast de overheid van Sint Maarten, ook gekeken naar niet-gouvernementele organisaties (NGO’s), andere internationale organisaties dan de Wereldbank en naar de private sector.

NGO’s

Inzet bij de wederopbouw van lokale en internationale NGO’s vergroot de uitvoeringskracht en levert vaak directe, zichtbare resultaten voor mensen die het hard nodig hebben. Zo wordt de Sint Maarten Development Foundation (SMDF) ingeschakeld bij het programma voor huizenherstel, wordt met het Rode Kruis Nederland gewerkt aan een project gericht op de reparatie van daken, en met UNICEF Nederland aan een programma dat zich richt op het vergroten van de weerbaarheid en het versterken van de gemeenschapszin van kinderen en jongvolwassenen opdat zij beter zijn voorbereid op een volgende (natuur)ramp. Het Rode Kruis Nederland en UNICEF Nederland ontvangen daarvoor rechtstreeks financiering vanuit het trustfonds.

Ook wordt het trustfonds eenvoudig toegankelijk gemaakt maken voor kleine en lokale NGO’s, zodat kleinschalige, maar niet minder belangrijke wederopbouwinitiatieven gefinancierd kunnen worden met budget uit het trustfonds, zonder die NGO’s te belasten met alle administratieve vereisten die financiële ondersteuning vanuit de Wereldbank met zich meebrengt. Dit project zal niet enkel de toegang verbeteren, maar zal door het leveren van technische assistentie aan de kleine NGO’s ook bijdragen aan de duurzame versterking van die sector op Sint Maarten.

Over de betrokkenheid van het Nederlandse bedrijfsleven bij de wederopbouw informeerde ik uw Kamer per brief op 12 juli 2019.7 Ook het bedrijfsleven op Curaçao en Aruba wordt actief betrokken, opdat ook die bedrijven de gelegenheid wordt geboden een bijdrage te leveren. Dit gebeurt onder meer door het bedrijfsleven uit het gehele Koninkrijk actief te informeren via websites, nieuwsbrieven en bijeenkomsten. door het trainen van bedrijven met onvoldoende kennis en ervaring op het gebied van internationale aanbestedingen om (concurrerend) mee te kunnen doen aan de aanbestedingstrajecten. Daarnaast wordt bezien hoe verder kan worden gefaciliteerd door het helpen bij de totstandkoming van samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld door het organiseren van handelsmissies. Hierbij wordt nauw samengewerkt met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Daarnaast is het belang van het stimuleren van de inzet van bedrijven uit het Koninkrijk opgenomen in het strategisch kader dat door de Wereldbank en de stuurgroep van het trustfonds als stuurmiddel wordt gehanteerd bij de besteding van de wederopbouwmiddelen.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Kamerstuk 34 773, nr. 10; Kamerstuk 34 773, nr. 17

X Noot
2

Kamerstuk 34 773, nr. 18

X Noot
3

Kamerstuk 35 000 IV, nr. 26

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Handelingen II 2019/20, nr. 4, mondelinge vragen van het lid Bosman over het vallen van de regering van Sint Maarten.

X Noot
6

Kamerstuk 35 300 IV, nr. 7

X Noot
7

Kamerstuk 35 000 IV, nr. 66

Naar boven