34 700 Kabinetsformatie 2017

Nr. 62 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2018

Tijdens de regeling van werkzaamheden op 7 juni jl. heeft mevrouw Marijnissen (SP) enkele vragen gesteld over de dividendbelasting (Handelingen II 2017/18, nr. 91, Regeling van werkzaamheden). In deze brief ga ik, mede namens de Minister-President, in op de gestelde vragen.

In eerste instantie vraagt mevrouw Marijnissen wiens belang dit kabinet dient. In het regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) is dat in een van de eerste zinnen verwoord en dat herhaal ik hier graag. Het doel van het kabinet is om een sterk land nog beter te maken voor iedereen, nadrukkelijk ook voor mensen die nu het gevoel hebben dat de overheid er niet meer voor hen is. Het kabinet investeert in ieders kansen en versterkt het collectief. Deze woorden hebben niets aan belang ingeboet.

Vervolgens is gevraagd naar een reactie op een op 30 mei jl. op de site van Follow the Money verschenen artikel.1 In het artikel van Follow the Money wordt de integriteit van een specifiek onderzoek in twijfel getrokken. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft gereageerd op deze berichtingeving in haar brief van vandaag (Kamerstuk 31 288, nr. 640). In het artikel wordt tevens gesteld dat het betreffende onderzoek niet als basis zou kunnen dienen om de dividendbelasting af te schaffen, terwijl dat uit een op 24 april jl. door het kabinet geopenbaard document wel zou blijken. Het aangehaalde onderzoek doet een poging het belang van hoofdkantoren voor de Nederlandse economie inzichtelijk te maken. Het is de overtuiging van het kabinet dat hoofdkantoren en multinationals een belangrijke factor zijn in het welzijn van de Nederlandse economie als geheel, zoals ook wordt bevestigd in andere onderzoeken, bijvoorbeeld de internationaliseringsmonitor van het CBS.2

Ten slotte is gevraagd om antwoord te geven op de vragen die eerder zijn gesteld over de afschaffing van de dividendbelasting, maar niet zouden zijn beantwoord. Naar mijn overtuiging heb ik echter alle vragen die de heer Snels heeft gesteld op 20 maart 2018 en 22 mei 2018 zo goed mogelijk beantwoord in mijn brieven van 9 mei 20183 en 29 mei 20184. Diezelfde overtuiging heeft de Minister-President ten aanzien van zijn antwoorden van 29 mei 2018 op de vragen die de heer Asscher heeft gesteld.5 Deze brieven bevatten alle antwoorden die het kabinet op dit moment kan geven. Kortheidshalve verwijs ik naar die brieven.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel


X Noot
2

CBS (2017), CBS Internationaliseringsmonitor 2017, vierde kwartaal: waardeketens. Centraal Bureau voor de Statistiek: Den Haag/Heerlen/Bonaire.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 2056.

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 2238.

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 2256.

Naar boven