34 677 Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep in verband met het versterken van de governance van accountantsorganisaties (Wet aanvullende maatregelen accountantsorganisaties)

Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2018

Op 12 september jl. is het wetsvoorstel aanvullende maatregelen accountantsorganisaties aangenomen door uw Kamer. Daarbij is een amendement van uw leden Aukje de Vries (VVD) en Nijboer (PvdA) met algemene stemmen aangenomen. 1 Dit amendement regelt een verlenging van de verjaringstermijn voor tuchtklachten tegen accountants naar tien jaar.

De Eerste Kamer heeft in haar voorlopig verslag (Kamerstuk 34 677, B) vragen gesteld over dit amendement. Naar aanleiding van deze vragen heb ik geconstateerd dat het, bij gebrek aan een overgangsbepaling, kan voorkomen dat een zaak die onder het huidige regime verjaard zou zijn, bij inwerkingtreding van het amendement alsnog herleeft doordat er een aanzienlijk langere verjaringstermijn gaat gelden.

De regering hecht er, vanuit het oogpunt van rechtszekerheid voor de betrokken accountant, waarde aan dat een onder het huidige regime verjaarde klacht niet alsnog kan gaan herleven onder het nieuwe regime. Daarom zal voor deze specifieke situatie alsnog overgangsrecht geregeld worden.

De overgangsbepaling regelt dat het gewijzigde artikel 22 van de Wet tuchtrechtspraak accountants niet van toepassing is op handelen of nalaten, indien het recht om ter zake van dat handelen of nalaten een klacht in te dienen op grond van artikel 22 zoals dat voor wijziging luidde, reeds was vervallen. Hierdoor wordt voorkomen dat na inwerkingtreding van het wetsvoorstel aanvullende maatregelen accountantsorganisaties, tegen accountants alsnog een tuchtrechtklacht kan worden ingediend, terwijl deze klacht onder het huidige regime (potentieel al meerdere jaren) verjaard zou zijn.

De betreffende overgangsbepaling zal worden opgenomen in een nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 20182, die momenteel wordt behandeld in uw Kamer. Deze nota van wijziging wordt gelijktijdig met deze brief ingediend bij uw Kamer (Kamerstuk 34 859, nr. 5). Na aanvaarding van beide wetsvoorstellen door de Eerste Kamer, zal de verlenging van de betreffende termijn tegelijk met de overgangsbepaling in de Wijzigingswet financiële markten 2018 in werking treden. De beoogde inwerkingtredingdatum voor beide wetsvoorstellen is 1 juli 2018.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Kamerstuk 34 677, nr. 15 en Handelingen II 2016/17, nr. 101, item 11, p. 1.

X Noot
2

Kamerstuk 34 859.

Naar boven