34 674 Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten vanwege een aantal wijzigingen van pensioenwetgeving (Verzamelwet pensioenen 2017)

G BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2017

Bij uw Kamer is de Verzamelwet pensioenen 2017 aanhangig. Een van de onderwerpen in het wetsvoorstel, naar aanleiding van een amendement van de Tweede Kamerleden Van Kent (SP) en Gijs van Dijk (PvdA)1, betreft de mogelijkheid voor deelnemers om een onverwachte verhoging van de AOW-leeftijd op te vangen door de hoog-laag constructie van het al lopende pensioen aan te passen. In het nader voorlopig verslag2 hebben de leden van de fractie van D66 op de groep mensen gewezen die ná 1 januari 2016 vervroegd met pensioen zijn gegaan, en te maken krijgen met een stijging van de AOW-leeftijd. De leden van de fracties van VVD, CDA en PvdA hebben zich bij deze opmerkingen aangesloten.

In de nadere memorie van antwoord3 is aangegeven dat een uitbreiding van de tijdelijke regeling (de «spijtoptantenregeling») wellicht soelaas kan bieden aan een deel van de mensen die met de huidige regelgeving onvoldoende mogelijkheden hebben om het gat te dichten, maar dat het onduidelijk is hoe groot de groep is die met vroegpensioen is gegaan en vanaf 2022 te maken krijgt met een hogere AOW-leeftijd dan waarop gerekend is. Ik ben bereid om in overleg met het veld te laten onderzoeken wat de omvang van deze groep is en welke mogelijkheden zij hebben om een eventueel inkomensgat op te vangen. Ik zal uw Kamer hierover in het voorjaar van 2018 informeren. Als hieruit blijkt dat er aanleiding is om een regeling te treffen dan zal ik dit punt meenemen bij een volgende Verzamelwet pensioenen. Aangezien dit onderwerp ook de fiscale wetgeving raakt, zal ik dit in gezamenlijkheid met de Staatssecretaris van Financiën doen.

Ik hoop hiermee tegemoet te komen aan de vragen die er spelen in uw Kamer en daarmee bij te dragen aan een spoedige afronding van dit wetsvoorstel.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Kamerstukken II 2017/18, 34 674, nr. 19.

X Noot
2

Kamerstukken I 2017/18, 34 674, D.

X Noot
3

Kamerstukken I 2017/18, 34 674, E.

Naar boven