34 641 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het opnemen van een specifieke strafuitsluitingsgrond voor opsporingsambtenaren die geweld hebben gebruikt in de rechtmatige uitoefening van hun taak en een strafbaarstelling van schending van de geweldsinstructie en wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het opnemen van een grondslag voor het doen van strafrechtelijk onderzoek naar geweldgebruik door opsporingsambtenaren (geweldsaanwending opsporingsambtenaar)

I VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 25 januari 2021

De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid1 danken de Minister van Justitie en Veiligheid voor de toezending, d.d. 12 november 20201, van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State inzake het Ontwerpbesluit houdende wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren, het Besluit bewapening en uitrusting politie en het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie in verband met de wijziging en invoering van voorschriften omtrent het gebruik van geweldmiddelen en vrijheidsbeperkende middelen behorende bij het wetsvoorstel Geweldsaanwending opsporingsambtenaar2 dat thans in behandeling is bij de Eerste Kamer.

Naar aanleiding hiervan hebben deze leden op 3 december 2020 nog een aantal vragen gesteld aan de Minister van Justitie en Veiligheid.

De Minister heeft op 22 januari 2021 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Minister van Justitie en Veiligheid

Den Haag, 3 december 2020

De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid danken u voor de toezending, d.d. 12 november 202031, van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: Afdeling) inzake het Ontwerpbesluit houdende wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren, het Besluit bewapening en uitrusting politie en het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie in verband met de wijziging en invoering van voorschriften omtrent het gebruik van geweldmiddelen en vrijheidsbeperkende middelen (hierna: ontwerpbesluit), behorende bij het wetsvoorstel Geweldsaanwending opsporingsambtenaar4 dat thans in behandeling is bij de Eerste Kamer. In uw aanbiedingsbrief geeft u aan dat dit advies ter vertrouwelijke kennisname is toegestuurd. In dat kader verzoekt u het advies niet openbaar te maken en slechts ter inzage te leggen bij de griffie. Naar aanleiding van de toezending van het advies hebben de leden nog een aantal vragen. De leden van de fracties van VVD, CDA en PVV sluiten zich niet bij deze brief aan.

De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid vragen u wat de reden is van de vertrouwelijkheid van het advies van de Afdeling. Bent u bereid het document vrij te geven, zodat leden het desgewenst kunnen betrekken bij de verdere behandeling van voornoemd wetsvoorstel?

Zoals in de brief van 15 oktober 20203 reeds is aangegeven door de leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, staan zij een zorgvuldige behandeling van voornoemd wetsvoorstel voor. In dat kader vragen zij u of u bereid bent ook het nader rapport, indien dit gereed is, de Eerste Kamer toe te zenden. De leden zouden namelijk meer duidelijkheid willen krijgen over de vraag of het advies van de Afdeling aanleiding heeft gegeven het ontwerpbesluit aan te passen, nu het aan de Eerste Kamer toegezonden ontwerpbesluit de versie is die aan de Afdeling is aangeboden.5 Is het mogelijk het nader rapport ook als niet-vertrouwelijk document aan te bieden aan de Kamer?

Tot slot willen de leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid wijzen op de lopende correspondentie van de Eerste Kamer met het kabinet over het in een eerder stadium toezenden van adviezen van de Afdeling ten aanzien van AMvB’s, zodat de Kamer deze adviezen kan betrekken bij de behandeling van de AMvB’s en in voorkomend geval bij de behandeling van het bijbehorende wetsvoorstel. Zij vragen u of u een indicatie kunt geven wanneer de Eerste Kamer een antwoord kan verwachten op de brief over dit onderwerp, d.d. 7 juni 2016, die aan alle ministeries is verzonden.

De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid zien uw reactie – bij voorkeur voor 11 december 2020 – met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, De Boer

BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 januari 2021

Bij brief van 3 december 2020 (kenmerk 167907. 01u) heeft u gevraagd naar de reden van de vertrouwelijkheid van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: Afdeling) bij het ontwerpbesluit inzake wijziging Ambtsinstructie tweede tranche.7 In verband met de wens om meer duidelijkheid te krijgen over de vraag of het advies van de Afdeling aanleiding heeft gegeven het ontwerpbesluit aan te passen vraagt u voorts of ik bereid ben het nader rapport aan de Eerste Kamer toe te zenden.

Op grond van artikel 26, tweede lid, van de Wet op de Raad van State en Aanwijzing nr. 176 voor de regelgeving wordt het advies over een door de regering bij de Afdeling aanhangig gemaakt ontwerp van een algemene maatregel van bestuur gelijktijdig met de afkondiging van het besluit openbaar gemaakt. Ook het nader rapport wordt eerst bij die gelegenheid openbaar gemaakt.8 Om die reden kan ik de vertrouwelijkheid van het advies thans niet vrij geven en zend ik u het (ontwerp) nader rapport derhalve niet toe.

In de nadere memorie van antwoord bij het wetsvoorstel geweldsaanwending opsporingsambtenaar (zie noot 2) heb ik aangegeven dat het ontwerpbesluit Ambtsinstructie tweede tranche als instructie voor de uitvoeringspraktijk een zeer welkome en noodzakelijke verbetering is ten opzichte van de geldende Ambtsinstructie. De inhoudelijke voorbereiding van dit wijzigingstraject is gestart in 2015 en de uitvoeringspraktijk, die nauw betrokken is bij de totstandkoming, is gebaat bij de invoering van de gewijzigde instructie. Het ontwerpbesluit Ambtsinstructie tweede tranche en het ontwerp nader rapport zijn inmiddels gereed en in het belang van de uitvoeringspraktijk heb ik de stukken ter vaststelling aangeboden aan de Koning. Na vaststelling kunnen genoemde stukken alsmede het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State worden gepubliceerd en zijn zij openbaar. Hierdoor kunt u deze stukken betrekken bij de beraadslaging over het wetsvoorstel.

Tot slot werd mij gevraagd een indicatie te geven op welke termijn een reactie wordt verwacht op de brief van 7 juni 2019 over het in een eerder stadium toezenden van adviezen van de Afdeling advisering van de Raad van State in een voorhangprocedure.9 Naar verwachting komt de Minister voor Rechtsbescherming voor het voorjaarsreces met een reactie.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Samenstelling: Backer (D66), De Boer (GL), (voorzitter), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Nooren (PvdA), Rombouts (CDA), Bikker (CU), Baay-Timmerman (50PLUS), Adriaansens (VVD), Arbouw (VVD), Bezaan (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Dittrich (D66), Doornhof (CDA), Janssen (SP), Karimi (GL), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD), Otten (Fractie-Otten), (ondervoorzitter), Van Pareren (Fractie-Van Pareren), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Veldhoen (GL), Van Wely (Fractie-Van Pareren) en Raven (OSF).

X Noot
2

Kamerstukken I 2020/21, 34 641, H.

X Noot
3

Kamerstukken 34 641.

X Noot
4

Kamerstukken I 2020/21, 34 641, H, 1.

X Noot
5

Kamerstukken I 2020/21, 34 641, F, p. 5.

X Noot
6

Kamerstukken I 2018/19, 34 714, I.

X Noot
7

Het ontwerpbesluit houdende wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren, het Besluit bewapening en uitrusting politie en het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie in verband met de wijziging en invoering van voorschriften omtrent het gebruik van geweldmiddelen en vrijheidsbeperkende middelen.

X Noot
8

Kamerstukken I, 2020/21, 34 641, F

X Noot
9

Kamerstukken I 2018/19, 34 714, I

Naar boven