Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 januari 2018
Na de plenaire behandeling van de wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de
Gaswet (voortgang energietransitie)(Handelingen II 2016/17, nr. 44, Elektriciteitswet
1998 en Gaswet) is door uw Kamer vandaag een gewijzigd amendement (Kamerstuk 34 627, nr. 43 ter vervanging van Kamerstuk 34 627, nr. 28) ingediend door de leden Dik-Faber en Jetten. Met dit amendement wordt beoogd om
het stroometiket voor 100% te onderbouwen met certificaten zodat meer transparantie
ontstaat over de herkomst van elektriciteit (full disclosure). Met deze brief geef
ik een reactie op dit amendement.
Het verbeteren van de betrouwbaarheid van het stroometiket is van belang en onderken
ik ook1. In overleg met de relevante stakeholders, zoals EnergieNederland, Stichting Natuur
en Milieu, ACM en CertiQ, zijn eind 2017 afspraken gemaakt over een nieuwe werkwijze
die het toezicht van de ACM op met name het grijze deel van het etiket verbetert door
het vragen van een extra accountantsverklaring van energieleveranciers. Hiermee wordt
de betrouwbaarheid en transparantie van het stroometiket vergroot.
Het nu nationaal invoeren van full disclosure, waar dit amendement toe verzoekt, leidt
tot een tweetal problemen:
-
• Full disclosure op Europese schaal draagt er aan bij dat het systeem van gvo’s meer
sluitend wordt en dat internationale handel, ook van herkomstcertificaten voor (grijze)
elektriciteit, mogelijk is. Er is op dit moment geen EU-regelgeving om de internationale
handel van herkomstcertificaten voor grijze stroom te faciliteren. Aangezien Nederland
wel fysiek veel elektriciteit importeert en die elektriciteit niet voorzien is van
certificaten van oorsprong, wordt het verschil tussen de fysieke en administratieve
werkelijkheid groter, wat het vertrouwen van de consument in het systeem van gvo’s
kan ondermijnen.
-
• De implementatie van dit amendement zal moeten doorwerken in de lagere regelgeving.
Hier is de nodige tijd mee gemoeid. In de tussentijd zal ook de herziene Richtlijn
hernieuwbare energie (RED) worden geïmplementeerd die van invloed zal zijn op de definities
en uitwerking van het amendement. Bovendien heeft het uitvoeren van dit amendement
voorbereidingstijd nodig bij CertiQ2 waardoor geleidelijke invoering de voorkeur heeft.
Gezien het bovenstaande, ontraad ik het amendement Dik-Faber/Jetten Kamerstuk 34 627, nr. 43. Wel zal ik me in blijven zetten voor invoeren van full disclosure in EU-verband.
De kans dat dit op korte termijn zal lukken, is gering vanwege het beperkte draagvlak
bij andere lidstaten en het Europees Parlement. Ik zal dan ook bezien of er, bij het
uitblijven van een EU-verplichting tot full disclosure, andere ambitieuze lidstaten
zijn waarmee dit systeem gezamenlijk geïmplementeerd kan worden.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes