34 553 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2017)

B BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 2017

Tijdens de parlementaire behandeling van het pakket Belastingplan 20171 heb ik uw Kamer enkele toezeggingen gedaan in het kader van het aangenomen amendement Omtzigt/Ronnes2 waarmee in Overige fiscale maatregelen 2017 (OFM 2017) is opgenomen dat de zogenoemde tijdklemmen voor de kapitaalverzekering eigen woning (KEW), de spaarrekening eigen woning (SEW) en het beleggingsrecht eigen woning (BEW) met inwerkingtreding bij koninklijk besluit – dit in afwachting van de bevindingen inzake de impact op aanbieders van voornoemde producten – geheel vervallen.

In deze brief informeer ik u over de voorgenomen inwerkingtreding van het genoemde amendement en de daaraan gekoppelde aanvullende maatregelen die ik van plan ben te treffen naar aanleiding van de hiervoor genoemde toezeggingen.

In een brief aan de Tweede Kamer – waarvan ik u hierbij een afschrift3 stuur – informeer ik die Kamer, mede namens de Minister van Financiën, over de bevindingen van het overleg tussen het Ministerie van Financiën, De Nederlandsche Bank (DNB), de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en het Verbond van Verzekeraars (Verbond) over het amendement en de daaraan naar onze mening te verbinden conclusies.

Op basis van deze bevindingen ben ik voornemens een koninklijk besluit uit te vaardigen waarmee de maatregelen uit het hiervoor genoemde amendement in werking zullen treden met ingang van 1 april 2017. Gekoppeld aan de inwerkingtreding van de in het amendement opgenomen maatregelen heb ik toegezegd te bezien in hoeverre het wenselijk is om wederom deels of alsnog geheel de tijdklemmen te laten vervallen voor Brede Herwaarderingskapitaalverzekeringen. Voorts heb ik toegezegd om te bezien in hoeverre gevallen waarin van de contractuele mogelijkheid tot premievrijmaking gebruik is gemaakt, kunnen worden ontzien.4

Brede Herwaarderingskapitaalverzekeringen

In OFM 2017 is een maatregel opgenomen op basis waarvan in bepaalde situaties de tijdklemmen met ingang van 1 januari 2017 niet van toepassing zijn.5 Het gaat daarbij om:

  • De financiële afwikkeling van de beëindiging van een fiscaal partnerschap, zoals bijvoorbeeld bij echtscheiding.

  • Het krijgen van schuldhulpverlening als bedoeld in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • Vervreemding van de eigen woning waarbij direct daarna nog steeds of opnieuw een eigen woning ter beschikking staat.

  • De vaststelling door de Minister van Financiën dat de belastingplichtige financiële problemen heeft en als gevolg daarvan niet meer in staat is de lasten met betrekking tot zijn eigen woning te voldoen of die lasten naar verwachting binnen afzienbare tijd niet meer zal kunnen voldoen.

De in het amendement opgenomen maatregelen bepalen dat voor de KEW, SEW en BEW de tijdklemmen in alle situaties vervallen. Het amendement ziet echter niet op Brede Herwaarderingskapitaalverzekeringen.6 Bij inwerkingtreding van de maatregelen uit het amendement zijn de hierboven genoemde per 1 januari in werking getreden uitzonderingssituaties niet meer van toepassing voor laatstgenoemde kapitaalverzekeringen. De tijdklemmen zijn voor deze producten dan weer onverkort van toepassing.

Ik heb zoals aangegeven toegezegd om bij inwerkingtreding van de maatregelen uit het amendement te bezien in hoeverre het wenselijk is om wederom deels of alsnog geheel de tijdklemmen te laten vervallen voor Brede Herwaarderingskapitaalverzekeringen. Ik ben voornemens om in een beleidsbesluit vooruitlopend op wetgeving met ingang van de genoemde datum van 1 april 2017 ook de tijdklemmen voor Brede Herwaarderingskapitaalverzekeringen geheel te laten vervallen. De achtergrond van de tijdklemmen is bij beide productgroepen dezelfde en daarom is er fiscaal gezien geen reden om hier een onderscheid in aan te brengen.

Hoewel bij het beperkt vervallen van de tijdklemmen zoals is vormgegeven met ingang van 1 januari 2017 een aflossingseis is opgenomen voor Brede Herwaarderingskapitaalverzekeringen die gebruikmaken van de mogelijkheid tot vervroegde afkoop in specifieke gevallen, ben ik niet voornemens een dergelijke eis op te nemen bij het geheel vervallen van de tijdklemmen voor deze groep. De grondslag om een dergelijke eis te stellen bij Brede Herwaarderingskapitaalverzekeringen vervalt met het vervallen van de hoofdregel dat er ten minste 20 jaar premie moet zijn voldaan. Het wel stellen van een dergelijke eis zou dan niet meer voorwaardenstellend zijn in afwijking van de hoofdregel, maar zou een afzonderlijke eis worden. Dit is een eis die niet past aangezien het onderscheidend criterium ten opzichte van KEW-, SEW-, en BEW-polissen nu juist is dat er fiscaal gezien géén verplichte aanwending van de uitkering bestaat voor aflossing van de eigenwoningschuld.

Brede Herwaarderingskapitaalverzekeringen die zijn afgesloten in het kader van financiering van een eigen woning zijn in de praktijk veelal verpand aan de geldverstrekker. De uitkering zal mede daardoor door de klant vaak worden aangewend ter aflossing van de eigenwoningschuld. Hij is het product daar immers voor aangegaan.

Ontzien gevallen waarin premievrijmaking is toegepast of een verkorte premieduur geldt

Op grond van de in het amendement opgenomen maatregelen wordt ook de voor de kwalificatie als KEW, SEW of BEW geldende wettelijke eis dat ten minste 15 jaar jaarlijks premies of bedragen worden voldaan gewijzigd in de eis dat de gehele looptijd jaarlijks premies of bedragen moeten worden voldaan. Hierdoor zouden bijvoorbeeld polissen met een looptijd van 30 jaar die na 20 jaar premiebetaling premievrij zijn gemaakt, niet aan de eisen voor een vrijstelling voldoen. Ditzelfde geldt bijvoorbeeld voor polissen waarbij direct bij aanvang een verkorte premieduur van 20 jaar overeengekomen is. Ik heb toegezegd om bij inwerkingtreding van de maatregelen uit het amendement te bezien in hoeverre gevallen waarin van de contractuele mogelijkheid tot premievrijmaking gebruik is gemaakt, kunnen worden ontzien. Ik ben voornemens om in een beleidsbesluit in ieder geval goed te keuren dat personen bij wie de polis op de datum van dagtekening van deze brief voorziet in de (contractuele) mogelijkheid om de polis na ten minste 15 jaar premiebetaling premievrij te maken en hiervan gebruikmaken of hebben gemaakt, geacht worden te hebben voldaan aan de eis van gedurende de looptijd jaarlijks premie voldoen. Eenzelfde goedkeuring zal ik opnemen voor gevallen waarin sprake is van een overeengekomen verkorte premieduur met dien verstande dat ten minste 15 jaar premie moet zijn of worden betaald.7 In nader overleg met het Verbond en de NVB zal ik bezien of en zo ja welke gevallen aanvullend onder de reikwijdte van het besluit moeten vallen.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes


X Noot
1

Kamerstukken I 2016/17, 34 552, nr. G.

X Noot
2

Kamerstukken II 2016/17, 34 553, nr. 15.

X Noot
3

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 160675.

X Noot
4

Kamerstukken I 2016/17, 34 552, nr. G.

X Noot
5

Op basis van het Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 17 december 2014, nr. BLKB 2014/2168M (Stcrt. 2014, 36875) was dit grotendeels ook voor 1 januari 2017 al het geval.

X Noot
6

Dit zijn kapitaalverzekeringen die zijn afgesloten tussen 1 januari 1992 en 14 september 1999 die onder het overgangsrecht van de Invoeringswet Wet IB 2001 vallen.

X Noot
7

Voornoemde goedkeuringen zullen overeenkomstig gelden voor een SEW en BEW.

Naar boven