34 550 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2017

Nr. 80 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 23 juni 2017

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 24 april 2017 over verlenging van de subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Kamerstuk 34 550 V, nr. 74).

De vragen en opmerkingen zijn op 17 mei 2017 aan de Minister van Buitenlandse Zaken voorgelegd. Bij brief van 6 juni 2017 zijn de vragen, voorzien van een inleiding, beantwoord.

De fungerend voorzitter van de commissie, Omtzigt

De griffier van de commissie, Van Toor

Inleiding

Naar aanleiding van uw verzoek d.d. 11 mei 2017 bied ik u hierbij mijn reactie aan op de vragen van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken naar aanleiding van mijn brief d.d. 24 april 2017 inzake verlenging van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Kamerstuk 34 550 V, nr. 74).

Onder de subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 vallen ook de subsidies die de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking verstrekt. In de antwoorden wordt verwezen naar documentatie beschikbaar op internet. In mijn beantwoording houd ik waar mogelijk de volgorde van uw inbreng aan.

Hangende de beantwoording van uw vragen, heb ik verlenging van de subsidieregeling opgeschort, conform uw verzoek. Aangezien de vervaldatum – 1 juli a.s. – op korte termijn aanbreekt en met vaststelling en publicatie van de regeling enige tijd gemoeid is, ben ik voornemens om thans de noodzakelijke stappen tot verlenging te zetten.

Inbreng van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken inzake het voornemen tot verlenging van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 en de aanbevelingen van de Auditdienst Rijk. De leden van de VVD-fractie hebben hierbij nog enkele vragen en opmerkingen.

De Minister schrijft dat hij het van belang vindt dat de mogelijkheid blijft bestaan «tot het subsidiëren van maatschappelijke initiatieven die een bijdrage leveren aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen op het terrein van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking». De leden van de VVD-fractie begrijpen hieruit dat door het Ministerie van Buitenlandse Zaken verleende subsidies een bijdrage dienen te leveren aan de doelstellingen van ons buitenlandbeleid. Is de Minister dan ook van mening dat organisaties met doelstellingen of activiteiten die haaks staan op ons buitenlandbeleid niet in aanmerking zouden moeten komen voor subsidie? Kunnen de leden van de VVD-fractie deze zin, in combinatie met de opmerking van vicepremier Asscher «dat de vrijheid van meningsuiting niet betekent dat de overheid de plicht heeft om iedere mening te financieren»1, zo interpreteren dat subsidies aan organisaties die – middels hun eigen activiteiten of middels financiering van andere partijen – afbreuk doen aan Nederlands beleid in de toekomst niet langer worden verleend?

Vraag 1:

Is de Minister dan ook van mening dat organisaties met doelstellingen of activiteiten die haaks staan op ons buitenlandbeleid niet in aanmerking zouden moeten komen voor subsidie?

Antwoord:

Voor de inhoud en toepassing van de departementale subsidieregelgeving geldt dat uitsluitend activiteiten die een bijdrage leveren aan de realisering van de in die regelgeving geïdentificeerde doelstellingen voor subsidie in aanmerking kunnen komen. Artikel 10 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken bepaalt expliciet dat subsidie kan worden geweigerd, indien verstrekking niet verenigbaar is met het beleid ten aanzien van de buitenlandse betrekkingen of ten aanzien van de ontwikkelingssamenwerking. Activiteiten die haaks staan op dat beleid komen derhalve niet voor subsidie in aanmerking. Zoals eerder aan uw Kamer is bericht (Kamerstuk 23 432, nr. 442) vormt de omstandigheid dat organisaties opvattingen huldigen die niet overeenstemmen met de zienswijze van het kabinet, geen grond voor afwijzing van een subsidie.

De Auditdienst Rijk beveelt aan om een periodiek overzicht te publiceren op intranet met alle door het Ministerie verleende instellingssubsidies «om samenloop van activiteiten en instellingssubsidies te voorkomen». Gek genoeg ontbreekt de aanbeveling om ook buiten de muren van het Ministerie transparant te zijn over de subsidies van het Ministerie. De VVD-fractie constateert dat de Kamer jaarlijks weliswaar overzichten krijgt van uitgaven per beleidsonderwerp, maar geen jaarlijkse overzichten ontvangt van alle individuele subsidies. Een korte zoektocht door de door de Kamer ontvangen stukken wijst uit dat het laatste subsidieoverzicht is ontvangen in 2014. Het betrof een bijlage bij een brief van de Minister van Financiën2, die de Kamer destijds de overzichten van de besteding van rijkssubsidies per ministerie in 2013 deed toekomen. Het overzicht bevatte de subsidieregelingen per beleidsartikel, de bedragen die binnen de regelingen zijn besteed en een overzicht van subsidieontvangers met de daarbij behorende bedragen, samengesteld door het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Waarom dateert het laatste subsidieoverzicht van 2013? Is de Minister bereid het overzicht van 2016 zo snel mogelijk met de Kamer te delen?

Vraag 2:

Waarom dateert het laatste subsidieoverzicht van 2013?

Antwoord:

Sinds 2013 staan subsidieoverzichten als open data op internet te weten op: http://opendata.rijksbegroting.nl/#dataset_2

De subsidieoverzichten over 2013, 2014, 2015 en 2016 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking), zijn hier te raadplegen.

Inbreng van de leden van de fractie van de PVV

De leden van de PVV-fractie zijn verre van enthousiast over de beoogde verlenging van de subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006. Karrenvrachten Nederlands belastinggeld worden jaarlijks verkwist doordat de rijksoverheid veel te gortig met subsidies strooit. De leden van de PVV-fractie vrezen dat deze verkwisting binnen het Ministerie van Buitenlandse Zaken hoogstwaarschijnlijk niet anders is. Deze leden willen daarom graag meer inzicht in de enorme subsidiestroom waar het Ministerie van Buitenlandse Zaken onderdeel van uitmaakt.

Om goed zicht te krijgen op de door het Ministerie van Buitenlandse Zaken verstrekte subsidies, willen de leden van de PVV-fractie gericht terugkijken op de periode waarin de huidige subsidieregeling van kracht is geweest. Allereerst willen de leden van de PVV-fractie graag weten hoeveel subsidie er tot op heden – en dus in totaal – is verstrekt op grond van de subsidieregeling 2006, en hoeveel er nog uitvloeit naar de komende jaren.

Daarnaast ontvangen deze leden graag een totaaloverzicht van bedrijven, instellingen, gouvernementele en non-gouvernementele organisaties en personen die sinds de inwerkingtreding van de huidige subsidieregeling subsidie hebben ontvangen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Kortom, kunt u een overzicht geven van ALLE subsidieaanvragen die op grond van de subsidieregeling 2006 door het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn gehonoreerd.

De leden willen daarbij vooral inzichtelijk hebben: de naam of namen van de begunstigden, het exacte subsidiebedrag, het doel van de subsidie en welke resultaten zijn behaald met het verleende subsidiegeld.

Vraag 3:

Hoeveel subsidie is er op basis van de subsidieregeling BZ 2006 verstrekt?

Vraag 4:

Kan een overzicht worden gegeven van alle subsidieaanvragen die op grond van de Subsidieregeling BZ 2006 zijn gehonoreerd?

Vraag 5:

Kan inzicht worden gegeven in het exacte subsidiebedrag, doel van de subsidie en welke resultaten zijn behaald?

Antwoord:

Bedragen per subsidieaanvrager en totaalbedrag

De Subsidieregeling Buitenlandse Zaken 2006 vormt de grondslag voor de vaststelling van subsidiebeleidskaders voor subsidieverstrekking voor specifieke thema’s, evenals de grondslag voor het verstrekken van specifieke subsidies.

In de beschikbare subsidieoverzichten in de begroting en het jaarverslag wordt in detail ingegaan op deze subsidiebeleidskaders om de Kamer en de gebruiker van het subsidieoverzicht meer inzicht te geven met welk doel de subsidies door het Ministerie van Buitenlande Zaken worden verleend.

Een cumulatief overzicht vanaf 2006 waaruit kan worden herleid hoeveel subsidie specifiek is besteed op grondslag van de Subsidieregeling Buitenlandse Zaken 2006 is niet beschikbaar, het begrotings- en verantwoordingsproces is ingericht op het niveau van beleidsartikel en sub artikel.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken werkt al geruime tijd, in overleg met uw Kamer, aan het inzichtelijk en toegankelijk maken van de verleende subsidies. Dit heeft er onder meer toe geleid dat, voortkomend uit een verzoek van uw Kamer in 2003, iedere vier jaar een subsidieoverzicht werd opgesteld. Met betrekking tot de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 is het subsidieoverzicht van 2010 beschikbaar op: http://www.rijksbegroting.nl/algemeen/overzichten,Subsidie-overzicht-Rijk-2010.html

Vanaf 2013 wordt niet meer om de vier jaar, maar jaarlijks inzicht in de verschillende subsidiebeleidskaders gegeven in de begroting en het jaarverslag. In de jaarlijkse begroting is het overzicht standaard opgenomen in bijlage 3. Voor het jaarverslag geldt dat het subsidieoverzicht wordt gepubliceerd op internet op het volgende adres: http://opendata.rijksbegroting.nl/#dataset_2

Resultaten

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken werkt, in overleg met uw Kamer, al geruime tijd aan het verder inzichtelijk en toegankelijk maken van de resultaten van beleid.

Daartoe wordt een Resultatenrapportage voor Ontwikkelingssamenwerking opgesteld. De resultatenrapportages zijn vanaf 2012 digitaal beschikbaar op:

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ontwikkelingssamenwerking/inhoud/resultaten-ontwikkelingssamenwerking

Voor de totstandkoming van deze resultatenrapportage worden de resultaten van individuele activiteiten in het kader van ontwikkelingssamenwerking samengenomen.

Daarnaast worden de beleidsartikelen van de begroting krachtens de Regeling Periodieke Evaluaties (RPE) doorgelicht. De RPE schrijft voor dat elk beleidsartikel minimaal eens in de zeven jaar wordt doorgelicht. Zoals bekend wordt uw Kamer van de onderzoeksopzet voor elke doorlichting (de zg. Terms of Reference) voorafgaand aan de doorlichting op de hoogte gesteld. Uit de beleidsdoorlichting komt naar voren wat de beleidsinspanningen hebben opgeleverd en de geleerde lessen worden gebruikt voor nieuw beleid. De beleidsdoorlichtingen zijn beschikbaar op: https://www.iob-evaluatie.nl/

De resultaten van individuele subsidies worden gemonitord op basis van verplichtingen die aan de subsidieverlening worden verbonden in de subsidiebeschikking. Activiteiten worden op inhoudelijke en financiële aspecten beoordeeld. Indien daar aanleiding toe bestaat, vindt bijsturing plaats van de activiteit.

Met ingang van 2016 wordt voor nieuwe subsidiebeschikkingen (> € 250.000) voor ontwikkelingssamenwerking vereist dat de subsidieontvanger zijn resultaten als open data beschikbaar maakt. Dit gebeurt op basis van de internationale standaard IATI (International Aid Transparency Initiative).

Vraag 6:

Hoeveel subsidie vloeit er nog uit de komende jaren?

Antwoord:

Inzicht in het toekomstige volume van subsidies kan worden verkregen bij de jaarlijkse begroting. In bijlage 3 is sinds 2013 het subsidieoverzicht opgenomen met hierin een overzicht van de geschatte subsidie-uitgaven voor de komende jaren per beleidsartikel en beleidskader. De schattingen zijn gebaseerd op kasramingen die onder meer zijn afgeleid van de verplichtingen zijn aangegaan met subsidieontvangers.

Voor een overzicht van de laatste begroting wordt verwezen naar:

http://www.rijksbegroting.nl/2016/voorbereiding/begroting%3Fhoofdstuk=40.4


X Noot
1

NOS, 9 mei 2017

X Noot
2

Kamerstuk 33 930, nr. 2

Naar boven