34 532 Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van een stelsel van fosfaatrechten

34 295 Additionele regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij (Wet grondgebonden groei melkveehouderij)

34 775 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2018

G1 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 20 april 2018

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit2 heeft kennisgenomen van de brief van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 april 20183 in reactie op het halfjaarlijks rappel toezeggingen.

Naar aanleiding hiervan is op 12 april 2018 een brief gestuurd aan de Minister.

De Minister heeft op 20 april 2018 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT/LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Den Haag, 12 april 2018

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/ LNV) heeft met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 4 april 20184 in reactie op het halfjaarlijks rappel toezeggingen.

In uw reactie op de toezegging Informeren Kamer over de fiscale afschrijving van de fosfaatrechten (T02427) en de toezegging Informeren Kamer over duidelijkheid rondom voermestcontracten (T02428) geeft u aan dat u de Tweede Kamer reeds over deze onderwerpen heeft geïnformeerd. Gelet op het feit dat is toegezegd dat de Eerste Kamer geïnformeerd zou worden over deze onderwerpen, hecht de commissie er aan dat u deze Kamer alsnog hiervan op de hoogte brengt. Zij verzoekt u daarom twee afzonderlijke brieven over de voornoemde toezeggingen naar de Kamer te sturen.

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 11 mei 2018.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Gerkens

BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 april 2018

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft per brief van 12 april jl. verzocht om nadere informatie over de toezegging aangaande duidelijkheid rondom voer-mestcontracten (TO2428) die tijdens de wetsbehandeling grondgebonden groei melkveehouderij op 16 mei 2017 naar aanleiding van een vraag van het lid Atsma is gedaan.

Bij de behandeling van de wet grondgebonden groei melkveehouderij is in de Tweede Kamer een amendement aangenomen om voer-mestcontracten bij AMvB mogelijk te maken. Hierop is aangegeven dat bekeken moet worden in hoeverre voer-mestcontracten uitvoerbaar zijn en wat het effect is op het stelsel van verantwoorde en grondgebonden groei melkveehouderij. Uit onderzoek van Wageningen Universiteit (WUR) is gebleken dat toelating van deze contracten nauwelijks zal bijdragen aan het meer grondgebonden worden van de melkveehouderij. Ook worden uitvoeringsproblemen voorzien. Ik heb daarom besloten geen gebruik te maken van de mogelijkheden die het amendement biedt.

Tijdens het VAO Mestbeleid/zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn van 1 februari 2018 heb ik aan de Tweede Kamer toegezegd de onderzoekers van de WUR te vragen om een reflectie op voer-mestcontracten in het licht van de invoering van het fosfaatrechtenstelsel per 1 januari 2018. Uit de reflectie blijkt dat het fosfaatrechtenstel geen verandering brengt in de eerdere conclusie van de WUR dat voer-mestcontracten nauwelijks bijdragen aan grondgebondenheid in de melkveehouderij. Daarbij blijven de eerder geconstateerde problemen over de uitvoerbaarheid van deze contracten bestaan. Mijn besluit blijft dan ook onveranderd.

In de bijlage treft u in afschrift de twee brieven5, het onderzoek6 en de reflectie7 hierover aan de Tweede Kamer aan.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Letter G heeft alleen betrekking op wetsvoortel 34 532.

X Noot
2

Samenstelling: Nagel (50PLUS) Ten Hoeve (OSF), Huijbregts-Schiedon (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Schaap (VVD), Flierman (CDA), Ester (CU), Vos (GL), Kok (PVV), (vice-voorzitter), P. van Dijk (PVV), Gerkens (SP), (voorzitter), Atsma (CDA), N.J.J. van Kesteren (CDA), Meijer (SP), Pijlman (D66), Prast (D66), Van Rij (CDA), Schalk (SGP), Schnabel (D66), Verheijen (PvdA), Klip-Martin (VVD), Overbeek (SP), De Bruijn-Wezeman (VVD), Van der Sluijs (PVV), Van Zandbrink (PvdA) en Fiers (PvdA).

X Noot
3

Zie verslag schriftelijk overleg: Kamerstukken I, 2017–2018, 34 775 XIII, H.

X Noot
4

Zie verslag schriftelijk overleg: Kamerstukken I, 2017–2018, 34 775 XIII, H.

X Noot
5

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffienr. 162950.

X Noot
6

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffienr. 162950.

X Noot
7

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffienr. 162950.

Naar boven