34 390 Wijziging van de wet tot wijziging van de Mijnbouwwet, de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met implementatie van richtlijn nr. 2013/30/EU van het Europees parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van richtlijn 2004/35/EG (PbEU 2013, L 178), en wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de omkering van de bewijslast bij schade binnen het effectgebied van een mijnbouwwerk in verband met aanpassing van de bepaling inzake een wettelijk bewijsvermoeden voor mijnbouwschade in Groningen en enkele andere bepalingen (Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen)

Nr. 18 AMENDEMENT VAN DE LEDEN SMALING EN VAN TONGEREN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 81

Ontvangen 5 juli 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I worden vóór onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:

A00

In het opschrift wordt na «Burgerlijk Wetboek» ingevoegd: en de Mijnbouwwet.

A0

In de beweegreden wordt na «Burgerlijk Wetboek» ingevoegd: en de Mijnbouwwet.

II

In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

In artikel I worden na onderdeel I twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Ia

Na artikel 119 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 119a

  • 1. Indien het onderzoek bedoeld in artikel 119, eerste lid, betrekking heeft op schade als bedoeld in artikel 177a van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek verleent de commissie opdracht tot het verrichten van dit onderzoek aan een onafhankelijk internationaal samengesteld team van deskundigen, bestaande uit één of meer geologen, fysisch geografen, bodemkundigen, hydrologen, geostatistici en bouwkundigen.

  • 2. De commissie benoemt, schorst en ontslaat de leden van het team van deskundigen, bedoeld in het eerste lid, in overleg met de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, of de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek, bedoeld in de Wet Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek. De leden van het team van deskundigen worden benoemd voor ten hoogste vier jaar. Herbenoeming kan telkens voor ten hoogste vier jaar plaatsvinden.

  • 3. Bij het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, heeft het team van deskundigen onder meer tot taak het vaststellen en uitvoeren van een meetprogramma, het beoordelen van schadeprotocollen, het vaststellen van de correctheid van een nulmeting voorafgaand aan een mogelijke winning en het onderzoeken, beoordelen en vaststellen van causaliteit tussen de gaswinning, bodembeweging en schade.

  • 4. Het team van deskundigen brengt binnen een redelijke termijn schriftelijk verslag aan de commissie uit van de bevindingen van het onderzoek. De commissie stuurt een afschrift van het verslag onverwijld aan Onze Minister.

  • 5. Onze Minister zendt een afschrift van het verslag, bedoeld in het vierde lid, onverwijld aan de beide kamers der Staten-Generaal.

  • 6. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de wijze van samenstelling, de taken en de werkwijze van het team van deskundigen, bedoeld in dit artikel. De voordracht voor een krachtens de vorige volzin vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Ib

Artikel 120 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het team van deskundigen, bedoeld in artikel 119a, kan van de mijnbouwondernemer alle inlichtingen vorderen die zij nodig acht ter uitvoering van het onderzoek, bedoeld in artikel 119a, eerste lid.

2. In het tweede lid wordt na «de commissie» ingevoegd «en het team van deskundigen, bedoeld in artikel 119a,», en wordt «haar» vervangen door: hen.

Toelichting

In Groningen bestaat in toenemende mate een impasse over wat nu wel en niet fysieke schade als gevolg van bodembeweging door mijnbouwschade is. Ook huidige en toekomstige gevolgen van de gaswinning in Groningen aan bouwwerken zijn volstrekt onduidelijk. Het contourengebied heeft geen enkele officiële, wettelijke of juridische status. Het gebruik van de termen A, B of C-schade waar NAM en CVW zich nu op baseren ontbeert elke wetenschappelijke basis. De fysieke en maatschappelijke schade is enorm. Het toekennen van schade als gevolg van de gaswinning in Groningen wordt ervaren als willekeurig. Vrijwel wekelijks komen er nieuwe zaken aan het licht, die de situatie eerder meer complex maken dan dat zij duidelijkheid en transparantie bieden. Groningers met schade hebben recht op duidelijkheid. Aansturen op rechtbankuitspraken en het opbouwen van jurisprudentie duurt jaren en verschaft vanwege de complexiteit onvoldoende duidelijkheid.

Er is daarom behoefte aan een geo-team. Een onafhankelijke, internationaal georiënteerde, multidisciplinaire wetenschappelijke groep bestaande uit één of meer geologen, fysisch geografen, bodemkundigen, hydrologen en geostatici, alsmede bouwkundigen die kennis hebben van de relatie tussen bewegingen in boven- en ondergrond en de effecten op fysieke infrastructuur inclusief gebouwen bovengronds. Het Tcbb is verplicht dit team deskundigen in te schakelen voor het doen van onderzoek naar schade veroorzaakt door bodembewegingen van verschillende aard in de fysieke leefomgeving, uitgaande van dynamische heterogeniteit van ondergrond, bodem, landschap, gebouwen en overige infrastructuur. Zij nemen daarbij tenminste de volgende taken op zich: 1. het vaststellen en uitvoeren van een meetprogramma, 2. het beoordelen van schadeprotocollen, 3. het vaststellen van de correctheid van een nulmeting voorafgaand aan een mogelijke winning, en 4. het onderzoeken, beoordelen en vaststellen van causaliteit tussen gaswinning, bodembeweging en schade. Het team brengt binnen een redelijke termijn schriftelijk verslag aan de commissie uit van de bevindingen van de onderzoeken. De commissie stuurt een afschrift van het verslag onverwijld aan Onze Minister, die dit verslag tevens zal bespreken met de Tweede Kamer.

De commissie stelt het team samen in overleg met de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en/of Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en die beoordelen de kandidaten.

Via dit amendement wordt de groep wettelijk verankerd en bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de wijze van samenstelling, de taken en de werkwijze van het team. Daarbij is onafhankelijkheid van de NAM een vereiste. Er is ook geen rol voor ingenieursbureaus en onderzoeksinstellingen die drijven op derde geldstroom inkomsten.

In het meetprogramma komt ook ruimte voor gebouwsensoren, zogenaamde tiltsensoren. De focus ligt daarbij op het monitoren van de mogelijk typische Groningse constructies, al of niet met schade. Alleen hiermee kan achterhaald worden hoe deze gebouwen leven, hoe de terpen uiteen aan het drijven zijn, hoe deze systemen reageren op trillingen. Dergelijke referenties kunnen dan dienen om andere schadegevallen te calibreren door vergelijking van de patronen.

Dit geheel komt neer op het uitvoeren van de aangehouden motie 33 529, nr. 264 van 16 juni 2016 hierover en geeft daarmee tevens uitvoering aan twee eerdere aangenomen moties die eigenlijk niet uitgevoerd worden, te weten motie 33 529, nr. 231 die uitvoering geeft aan een onafhankelijk meetnet en motie 33 529, nr. 232 die invulling geeft aan de breedte van het meetprogramma.

Smaling Van Tongeren


X Noot
1

Vervangen i.v.m. een wijziging in de toelichting en de ondertekening.

Naar boven